Wil je het verhaal lezen over het alternatieve kerstfeest?
Heb je de illustratie al bekeken?
Einde
Er werd heel veel ballast toegevoegd…
God kan de menselijke pasvorm aannemen
"De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God." (Lucas 1:35)
De essentie van het kerstfeest ligt in het feit dat een kind met een direct goddelijke oorsprong, en met een unieke missie, werd geboren. De moeder werd inderdaad door God zelf bevrucht, en dat is een unicum in de geschiedenis van de mensheid. Voor zover mij is bekend, heeft geen andere godsman of profeet waar ook ter wereld, die pretentie.
Het zoontje werd geboren en kreeg de naam Jeshua (Hebreeuws) of Jezus (Grieks), wat beduidt "God redt". Later werd Hij "Christus" bijgenaamd. Dat betekent de "Gezalfde", in de betekenis van de "Uitverkorene" en het is de Griekse vorm van de Hebreeuwse titel Messias. Jezus Christus is dus "Gods uitverkoren Redder". Jesaja omschreef Hem in dezelfde geest als Emmanuël of "God met ons".
Natuurlijk had het ook anders gekund: God kon als een Superman of een onaantastbare engel - half god, half mens - de oversteek maken van de hemel naar de aarde. Maar dan was Hij niet echt mens geworden zoals wij. Neen, God verkoos - voor zover als mogelijk - de normale weg: Jezus groeide op als kind, Hij werd een tiener en een volwassene. Net als ieder kind, leerde Hij zich te schikken naar anderen. Hij gehoorzaamde zijn ouders (Lucas 2:51). En Hij leerde hoe Hij als mens de verborgen Vader kon ervaren en datgene kon doen wat Vader wou, zelfs als dit ten koste zou gaan van zijn eigen leven. Hij was "gehoorzaam tot in de dood" (Filippenzen 2:8).
Die bijzondere verwekking vereist een kader - een gods- en mensbeeld - die zo'n ontmoeting mogelijk maakt. Incarnatie vergt een God die niet gericht is op zichzelf, en dus getypeerd kan worden met Johannes' woorden "God is liefde". Bovendien kan incarnatie slechts wanneer God en mens voldoende lijken op elkaar, en dat is hetgeen lang vóór die bijzondere geboorte, in het boek Genesis al beweerd werd: de mens is gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis. Aangezien God en mens compatibel zijn, kan God de menselijke pasvorm aannemen. En dat die incarnatie dan niet gebeurt via een vliegende schotel die een alien dropt, maar wel via, ofwel kunstmatige inseminatie, ofwel de inplanting van een bevruchte eicel, is voor de moderne mens zelfs makkelijker te aanvaarden.
de atypische volwassen Jezus
Zo'n uitzonderlijke bewering of pretentie, mag door de lezer niet zonder slag of stoot worden aanvaard. Maar wat aanvankelijk onzinnig lijkt, wordt geloofwaardig wanneer we de al even atypische volwassen Jezus, leren kennen. Geloofwaardig is het juiste woord, want het (h)erkennen van Gods werk vergt geloof, en niet enkel een verstandelijk inzicht. Misschien leren we Jezus eerst via de Boeken verstandelijk kennen: we zien hoe onvergelijkbaar Hij wel was, want elke passage opnieuw wordt het gewoon-menselijke doorbroken. "Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het meer Hem gehoorzamen?" (Marcus 4:41) vragen zijn tijdgenoten zich af. Wanneer we dieper graven, zien we een rode draad doorheen de geschiedenis, want die bijzondere geboorte kent natuurlijk een voorgeschiedenis en een vervolg… er zit logica in Gods omgang met de mensheid. Jezus verwijst naar die voorgeschiedenis, wanneer Hij de Schriften aanhaalt: Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over Hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten. (Lucas 24:27).
Een goddelijke verwekking is een unicum en móet dus wel stuiten op ongeloof. Maar is zo'n gebeurtenis dan onzinnig? Niet wanneer het volledige plaatje zichtbaar wordt! Opdat de incarnatie geloofwaardig wordt, moet de Boekenwijsheid inderdaad worden aangevuld met een persoonlijke godservaring, en bevestigd worden door een intrede van het geloof in de realiteit van elke dag. Eens God duidelijk (h)erkend, worden sommige zaken op hun kop gezet en wordt het moeilijk te geloven dat Hij niét een keertje bij die verwarde mensheid langs zou komen, al was het om uit te leggen, hoe Hij het had bedoeld. Door mens te worden kan God zichzelf openbaren en misvattingen recht zetten. Maar leven als mens laat ook toe te illustreren hoe de mens behoort te leven in relatie tot zijn God en tot zijn medemens. Tenslotte maakt de ervaring als Mensenzoon Jezus geschikt om ook door alle navolgende generaties erkend te worden als Bemiddelaar. Toch is alles wat voorafgaat eigenlijk van secundaire orde, want Jezus ziet zijn kruisdood als zijn basisopdracht. Achter die tragedie gaat inderdaad de moeder aller oorlogen schuil - een fundamentele geestelijke strijd die bepalend is voor de toekomst van de mensheid.
Die unieke vooraf aan Maria aangekondigde operatie, moest wel leiden tot de geboorte van een unieke Zoon. Nog maar net geboren, geniet die kleine jongen al bijzondere aandacht. In positieve zin, want aan het kraambed staan bezoekers die van hogerhand werden geïnformeerd omtrent een geboorte van een kind met een unieke roeping. In negatieve zin, want Herodes ziet in dat weerloos wichtje een concurrent, die uit de weg geruimd moest worden. Herodes was niet aan zijn proefstuk toe: hij liet ook zijn echtgenote, schoonmoeder en drie zonen vermoorden. Maar het kindje ontsnapt, door een nachtelijke vlucht naar Egypte, aan het bloedbad. Daarna is er een stilte van bijna 30 jaar, slechts onderbroken door een anekdote omtrent de jonge Jezus die enkele dagen als "vermist" werd opgegeven.
Pas na drie dagen vonden ze Hem in de tempel; Hij zat er midden tussen de rabbi's, luisterde naar hen en stelde hun vragen. Allen die Hem hoorden, stonden versteld van zijn inzicht en zijn antwoorden. Toen ze Hem daar zagen, waren ze zeer ontdaan. Zijn moeder zei: "Kind, hoe kon je ons dit aandoen? Wat waren je vader en ik ongerust toen we je kwijt waren." Hij zei tegen hen: "Waarom hebben jullie mij gezocht? Wisten jullie niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?" Maar zij begrepen deze uitspraak niet. Hij ging met hen mee naar Nazaret, en schikte zich naar hen. Zijn moeder bewaarde alles in haar hart. Jezus werd een wijs en volwassen man, die steeds meer in de gunst kwam bij God en de mensen. (Lucas 2:46 - 52)
Als twaalfjarige is Jezus zich duidelijk bewust van zijn bijzondere afkomst - de tempel is het huis van zijn Vader - en zijn gesprekken met de schriftgeleerden illustreren zijn briljante inzichten. Gods Geest woont in die jongen! Is de tweede Adam een niet-erfelijk-belaste ongeschonden mens? Lucas vermeldt slechts de aankondiging van de bijzondere verwekking, en ook voor ons blijft hetgeen toen gebeurde een mysterie. Dit verder uitspitten lijkt te botsen met Gods privacy en heeft geen toegevoegde waarde.
Hij heeft het allemaal moeten leren!
Wel leert de bijbel dat die Mensenzoon het, net als ieder mens, allemaal heeft moeten leren. Jezus was dus niet vanaf zijn geboorte toegerust met een overlevingskit, bevattend alle wijsheid en kracht, nodig voor zijn verdere leven. Hij bezat geen toverdrank. Neen, de opgroeiende Jezus heeft rondom zich gekeken en naar de volwassenen geluisterd. Hij heeft zich verdiept in de Schriften en vastgesteld dat Vader zich bij voorkeur op die wijze openbaart. Leren van vorige generaties, was Hem niet te min: via de symboliek en de rituelen van het oude verbond werd al aangekondigd wat er met de Messias zou gebeuren. En wanneer het fout ging, klonk de aanklacht van de profeten. Jezus zag hoe zijn komst was voorbereid - laatst nog door Johannes de Doper. De tijd was er nu rijp voor! Sommigen zouden Hem herkennen, aan zijn missie meewerken en - dankzij de "Pax Romana" - het nieuws ook buiten de landsgrenzen doorvertellen.
Jezus richtte zijn handelen naar hetgeen de profeten eeuwen voordien hadden gezegd. Soms doet Hij iets "opdat de Schrift vervuld zou worden" - niet om zo de joodse geschiedenis te behoeden voor contradicties, wel omdat de stem van de Vader weerklinkt doorheen de voorgeschiedenis. Tegelijk illustreert dit Jezus' bescheidenheid en menselijkheid, en ook zijn bereidheid om te doen wat Vader wil.
Met een onbeperkte openheid om bij te leren, heeft Hij alles geobserveerd en de analogie ontdekt tussen de werking van de natuur en hoe de mens behoort te leven. Zijn conclusies waren juist, want zijn zicht werd nooit gehinderd door onzuivere motieven. Hij had geen andere agenda, dan die van Vader. Dertig jaar lang heeft Hij kennis en inzicht verworven in alles en nog wat, en met eigen ogen gezien wat er mis ging, en waarom. Jezus toont aan dat de mens zo is toegerust, dat hij de waarheid kan leren kennen, en echt contact kan hebben met de Vader! Natuurlijk gebeurt dat slechts dankzij de bijstand van bovenuit - maar die ondersteuning door Gods Geest wordt beloofd aan ieder die zich daar naar uitstrekt.
Maar zelfs voor Hem, ging het niet allemaal vanzelf! Hij kreeg het niet zomaar in de schoot geworpen. Alvorens te beginnen aan zijn publieke optreden, was er nog die intensieve retraite van gebed en vasten, 40 dagen lang. En ook nadien sloot Hij zich vaak van de mensen af - stond op vóór dag en dauw - om tijd te reserveren voor exclusieve omgang met zijn Vader.
Jezus was echt "mens" geworden en had zo afstand genomen van de goddelijke almacht. De wonderen in zijn publieke leven waren dus niet het resultaat van een persoonlijke bovennatuurlijke begaafdheid. Neen, Hij deed in zekere zin datgene wat elk mens die de Vader kent (op de diepe wijze waarop Jezus Hem kende), kan en soms behoort te doen. Dat blijkt uit de navermelde uitspraken.
Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. (Johannes 5:19)
Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen. (Marcus 16:17 - 18)
In het licht van wat vooraf gaat, begrijpen we waarom Jezus slechts schoorvoetend spreekt over zijn goddelijkheid. Anderen wijzen er op dat Hij zich door zijn spreken en handelen met God gelijk stelt - wie anders dan God, kan zonden vergeven? De Mensenzoon gaat daar dan niet tegenin en bevestigt - soms expliciet, soms impliciet - die conclusie.
er werd heel veel ballast toegevoegd
Maar alsof die gebeurtenis - God verwekt een vruchtje en "Gods Zoon" wordt zo als mens geboren - uit zichzelf niet reeds genoeg geloof vergt, werd in de loop van de geschiedenis heel veel ballast toegevoegd. Zoveel, dat het schip dreigt te zinken! Geloven wordt veel moeilijker gemaakt en de aandacht wordt van de essentie afgeleid. De lezer moet nu leren om het originele van het toegevoegde te onderscheiden.
Die unieke gebeurtenis werd vooreerst verkleurd door een negatieve visie op seksualiteit. Dat resulteerde onder meer in het celibaat en in een rigide houding tegenover anticonceptie. Het zinnebeeld hiervan is de hoog geprezen maagdelijkheid van Maria. Daar waar de evangelies de vraag of Maria eeuwig maagd bleef, niet expliciet behandelen, werd dit één van de centrale thema's van de geloofsleer. In het evangelie van Matteüs wordt nochtans minstens gesuggereerd dat Jozef en Maria een normaal huwelijksleven hadden: "… hij nam haar bij zich als zijn vrouw, maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had." (Matteüs 1:24 - 25). Ook de navermelde tekst gaat in die richting, hoewel broers en zusters ook vertaald kunnen worden door andere verwanten…
Bekijk je liever de video?
"Het kerstverhaal: een betrouwbaar voorwoord" (8')
"Hoe komt Hij aan die wijsheid en hoe kan Hij die wonderen doen? Hij is toch de zoon van de timmerman? Maria is toch zijn moeder, en Jakobus en Josef en Simon en Judas, dat zijn toch zijn broers? En wonen zijn zusters niet allemaal bij ons? Waar heeft Hij dat alles dan vandaan?" (Matteüs 13:54 - 56)
Met die afwijzing van seksualiteit wordt de rode draad verbroken, want die visie contrasteert met het joodse denken, waarin ziel, geest en lichaam een eenheid vormen. Het bijbelboek Hooglied beschrijft inderdaad op een prachtige en zelfs licht erotische wijze het liefdesleven tussen twee geliefden. En ook Jezus toont, door telkens weer de zieken te genezen, zijn waardering voor het lichaam van de mens.
het doorknippen van de rode draad
Paulus zag het gevaar aankomen. Als apostel van de heidenen werd hij geconfronteerd met allerlei stromingen die reeds in de eerste kerk de boodschap van Christus dreigden te vervormen. In meerdere brieven wijst hij op dat gevaar. Maar in de navermelde passage uit zijn brief aan Timoteüs, spreek hij niet uit eigen naam. Hij geeft door wat Gods Geest hem nadrukkelijk vertelt. Het lijkt wel een aanzegging van hoe het er in de duistere middeleeuwen aan toe zou gaan.
Maar de Geest zegt nadrukkelijk dat in de eindtijd sommigen het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren. Ze worden hiertoe aangezet door huichelachtige leugenaars, die hun eigen geweten hebben dichtgeschroeid, die het huwelijk verbieden en hen dwingen tot onthouding van voedsel dat God geschapen heeft om door de gelovigen, die de waarheid kennen, onder dankzegging te worden gegeten. Alles wat God geschapen heeft is goed. (1 Timoteüs 4:1 - 4)
De verantwoordelijkheid voor het doorknippen van de rode draad lijkt vooral te liggen bij Augustinus. Als jongeman was hij berucht om zijn overdreven interesse in vrouwelijk schoon. In 386 keert hij dat liederlijk leven de rug toe. Maar innerlijk komt hij er niet van los, want geplaagd door schuldgevoelens en beïnvloed door het Griekse dualisme, zet hij zich levenslang af tegen dat wellustig verleden. De Bono Conjugali - Augustinus' verhandeling over het huwelijk - beschrijft seksualiteit, ook binnen het huwelijk, als een noodzakelijk kwaad. Deze geschriften beïnvloeden tot op vandaag de katholieke leer, en ze zijn mee verantwoordelijk voor een overwaardering van het celibaat en voor alle mistoestanden die daaruit volgden.
ook met het kindje gaat het mis
Niet alleen met de verwekking of met de seksualiteit… ook met het kindje gaat het mis. Het blijft onmondig liggen in de kribbe, omgeven door veel kerstversiering. De radicale volwassen Jezus - om wie alles toch te doen is - komt niet in beeld. De schijnwerper wordt gericht op Maria en er wordt haar een bijzonder statuut en een immuniteit verleend. We mogen aannemen dat dit gebeurde tegen wil en dank, want blijkens de evangelies zag Maria zichzelf een meer bescheiden rol toebedeeld. "Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is" (Johannes 2:5), waren Maria's laatste woorden, opgetekend in de bijbel. Zij verlegt de aandacht naar Jezus, en dat gebeurde bij de bruiloft van Kana, waar Jezus' openbare leven startte en waar Hij voor het eerst een wonder deed. Kort daarna ontmoeten we haar nog samen met familieleden die vrezen dat Jezus gek geworden is.
Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren… "Uw moeder en uw broers staan buiten en zoeken U". Hij antwoordde: "Wie zijn mijn moeder en mijn broers? Hij keek de mensen aan die in een kring om Hem heen zaten en zei: "Jullie zijn mijn moeder en mijn broers. Want iedereen die de wil van God doet, die is mijn broer en zuster en moeder." (Marcus 3:21, 32 - 35)
Terwijl Hij dit zei, verhief een vrouw uit de menigte haar stem en riep tegen Hem: "Gelukkig de schoot die u gedragen heeft en de borsten waaraan u gedronken hebt!" Maar Hij zei: "Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven." (Lucas 11:27)
Jezus maakte in Kana en ook in de voormelde passage duidelijk dat Hij zich door niemand - zelfs niet door zijn uitverkoren moeder - onder druk laat zetten. Evenmin wil Hij argumenten honoreren, ontleend aan het bijzondere voorrecht om de Allerhoogste in eigen schoot te ontvangen. Jezus gaat zijn eigen weg, en vanaf dan blijft zijn moeder op de achtergrond. Even komt zij terug in beeld, als getuige van de dood van haar Zoon, en dan nog enkele dagen later, samen met de discipelen op een zolderkamer wachtend op de komst van Gods Geest.
toen het christendom een hype werd
Na de vervulling met de Heilige Geest, wordt Jezus' boodschap met groot enthousiasme uitgedragen. Eerst in eigen land, dan verder in het Romeinse Rijk. Het goede nieuws wordt mondeling doorgegeven, er worden brieven geschreven, en later ook levensbeschrijvingen van Jezus… Deze geschriften waren van essentieel belang nadat de ooggetuigen waren overleden. Maar al snel werd het geloof in Jezus vermengd met tal van onzuivere elementen, ontleend aan het Griekse filosofisch denken, het Romeinse veelgodendom, het primitieve volksgeloof… Dat gebeurde vooral sinds de vierde eeuw, toen het christendom een hype werd. Het maatschappelijk aanzien van de dienaar Gods kon nu verzilverd worden. Het loonde om veel volk over de vloer te krijgen! Dat leidde vanzelf tot veel doen alsof en tot onzuivere motieven.
De verering van heiligen en van Maria als "Moeder Gods" lijkt een concessie tegenover een publiek dat gewend was om tal van goden en godinnen te vereren, dat nu en masse christen werd, en geen genoegen nam met die sobere godsdienst. Het zwart-wit contrast tussen Jezus en de pluriforme godenwereld moest vervagen pour les besoins de la cause. De radicale tegenstelling tussen het unieke nieuwe-leven-met-Jezus en de menselijke religiositeit als surrogaat, werd overbrugd, ten koste van het nieuwe leven. Volgens het visitekaartje is de heiden nu gekerstend. Maar ondanks de naamsverandering blijven velen gevangen in de tredmolen van kleinmenselijke bijgelovige rituelen, met afgoden die nu een christelijke naam dragen.
De immense schat aan kunstwerken sinds de Middeleeuwen getuigen hoezeer de heiligenverering het katholieke geloofsleven beheerste. Niet een vernieuwde levensstijl in een duobaan met Jezus, maar wél een gebed tot de juiste heilige - elk heeft zijn specialiteit - een schapulier als talisman, een bedevaart en kaarsen, en een volle aflaat als ultieme bevrijder… stonden borg voor het heil.
een post factum gemodelleerd Mariabeeld
Dit verglijden werd mogelijk gemaakt door een cultuur waarin slechts weinigen geletterd waren. Het schril contrast tussen het evangelie en sommige praktijken, is vooral duidelijk voor wie toegang heeft tot de bronnen, en tegelijk open is van geest, aangezien hij zelf geen belanghebbende partij is. Het is niet vreemd dat na de invoering van de boekdrukkunst, één en ander werd gecorrigeerd, onder meer door de lectuur van de navermelde tekst.
Dat is goed en welgevallig voor God, die wil dat alle mensen worden gered, en de waarheid leren kennen. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen, …. (1 Timoteüs 2:3 - 6)
De extremen van de Middeleeuwen hebben we achter ons gelaten. Maar de heiligenverering is op sommige plaatsen nog goed ingeburgerd. In de voorbije twee eeuwen werd Maria's statuut trouwens nog verder uitgebreid: in 1854 erkende Pius IX de "immaculata conceptio" of de "onbevlekte ontvangenis". Het feit dat Maria niet belast werd door de erfzonde en dat zij zonder zonde is - in de volksvroomheid reeds lang aanvaard - werd nu ook officieel bevestigd. In 1950 erkende Pius XII de "ten hemel opname" van Maria en in 1964 kende Paulus VI haar de titel toe van "Moeder van de Kerk". Zo werden het bijna goddelijk karakter van Maria en haar unieke plaats, verder uitgewerkt. Dit post factum gemodelleerd Mariabeeld heeft alle eigenschappen om Jezus te verdringen naar het achterplan. Want net als bij Jezus, is er nu sprake van een goddelijke tussenkomst bij de geboorte, van een leven zonder zonde, van een opname ten hemel…
En het verhaal kent een vervolg want begin 2008 deed de Nederlandse bisschop Jos Punt nog een oproep om een vijfde dogma of geloofswaarheid te erkennen ter aanvulling van "de onbevlekte ontvangenis, de maagdelijkheid, de tenhemelopneming en de Moeder van God". Samen met vijf kardinalen wil hij Maria ook erkend zien als "medeverlosseres, middelares en voorspreekster". Het nieuwe dogma betreft volgens de woordvoerder van de bisschop "de functie en de werking van Maria nu", terwijl de andere dogma's "meer historisch en theologisch" van aard zijn.
een remonte van dit soort geloof in een moderner kleedje
Misschien zal deze vorm van geloofsbeleving in de lage landen uitdoven samen met de generatie die de oorlogsjaren kende. Lourdes en ook Medjugorje bereiken in onze dagen slechts een beperkt publiek. Maar tegelijk zien we een remonte van dit soort geloof in een moderner kleedje. Paulo Coelho beschrijft in "Aan de oevers van de Piedra huilde ik" het enthousiasme van een jongeman die in new age stijl het geloof in de Godin Maria nieuw leven inblaast. Hij legt een link tussen de stellingname van het Vaticaan in 1854 betreffende de "onbevlekte ontvangenis", de verschijningen in Lourdes in 1858, en het feit dat de Kelten die deze streek bewoonden, de Godin erkenden als belangrijkste object van verering. "God is dezelfde ook al heeft hij duizenden namen, maar je moet een naam kiezen om hem aan te kunnen roepen" zo drukt de seminarist zich uit, en zo distantieert hij zich wellicht onbewust en ongewild van de unieke, door Gods Geest verwekte, Jezus. Onder meer via de navermelde uitspraak laat die geen twijfel bestaan over de exclusiviteit van zijn opdracht.
Hij ging verder: "Waarachtig Ik verzeker u: Ik ben de deur voor de schapen. Wie vóór Mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden." (Johannes 10:7 - 9)
Maar geloof werd gaandeweg vermengd met heel veel bijgeloof, en dat geeft een cocktail met een wrange bijsmaak: je proeft dat het niet allemaal kan kloppen - het contrast met die eenvoudige en radicale Jezus is te groot - en je stelt met verwondering vast dat sommige "geloofswaarheden" pas eeuwen na de feiten werden geponeerd. De drempel voor het geloof komt zo nodeloos hoog te liggen. Lang niet alles is geloofwaardig. In het verwijt "Wat hebben ze ons allemaal wijsgemaakt!" klinkt nog de frustratie van een generatie, die het zich beklaagt dat ze te laat tot die ontdekking kwam.
één aspect van de unieke missie
We laten het ideëel Mariabeeld nu even rusten en keren terug naar de Mensenzoon. Jezus' boodschap stuitte op veel weerstand en werd zelfs als staatsgevaarlijk ervaren. Die man brengt de politieke evenwichten in gevaar! We moeten ingrijpen! De gevolgen laten niet lang op zich wachten: de gevestigde machten wachten de gepaste gelegenheid af en reeds na drie jaar wordt Jezus uitgeschakeld. Maar de Vader deelt die afwijzing niet en Hij wekt de Mensenzoon weer tot leven. Hij neemt Hem op ten hemel, en geeft Hem daar de ereplaats - aan Gods rechterhand. Opnieuw een unicum in de stijl van die bijzondere verwekking! Niet enkel de komst, maar ook de terugvaart van de Mensenzoon gebeurt door een direct Goddelijk ingrijpen!
En zo komen we aan het andere einde van het spectrum een andere Jezus tegen - niet langer de onmondige baby, maar nu onaantastbaar en helder sprekend als geen ander. Jezus is gepromoveerd tot diegene die zal oordelen als Rechter in het hoogste rechtscollege.
De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar Hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd…. En omdat Hij de Mensenzoon is, heeft Hij Hem ook gezag gegeven om het oordeel te vellen. (Johannes 5:22, 27)
De samenlezing van de teksten over de incarnatie met deze over het oordeel, geeft zo inzicht in één aspect van de unieke missie, gegeven aan de Mensenzoon: eens wordt elk menselijk leven beoordeeld. En dat gebeurt door Iemand die net als wij in een lichaam heeft geleefd. Iemand die geleerd heeft om, in een complexe wereld, te doen wat Vader van Hem vroeg. Een wereld waarin het moeilijk is om goed te doen, maar waarin Hij geleefd heeft zonder zonde. Hij toont dat het kan, maar denkt daar niet te licht over! Het oordeel zal niet uitgesproken worden door een rechter in een ivoren toren, die niet weet hoeveel een broodje kost. Neen, Hij die net als wij geboren werd als mens en opgegroeid is tot volwassene, die bekoord werd door alles en nog wat… Hij zal ons beoordelen.
De Almachtige God bekijkt het dan niet vanuit zijn verheven standpunt. Hij kruipt in onze klederen, neemt de gestalte van een mens aan - beginnend in de moederschoot en eindigend in een graf. De Zoon des Mensen heeft recht van spreken. Hij weet uit ervaring hoe het er hier aan toe gaat.
Die "volwassen" kerstgedachte is de ultieme consequentie van het beeldverhaal van Betlehem! Respect voor het goddelijk Kind beduidt vooral ook dat we oog hebben voor de verheerlijkte vrijuit sprekende Jezus, die sérieux en mildheid in zich verenigt. Sérieux aangezien Hij zonder zonde was, en dus heeft aangetoond dat leven conform Gods wil, mogelijk is. Mildheid aangezien Hij weet wat er allemaal mis kan gaan door bedrog of door gebrek aan inzicht. Hij weet dat het voor de rijke bijna onmogelijk is om Hem na te volgen. Hij heeft gezien hoe het zaad verdort, vertrapt wordt of verstikt raakt. Hij weet dat oprechtheid op veel tegenkanting kan stuiten en ook Hij werd geconfronteerd met de dilemma's eigen aan een gebroken wereld. Die terreinkennis stemt Jezus mild, ook wanneer Hij zelf aan het kruis het mikpunt vormt van al dat gif. "Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen." (Lucas 23:34).
"Wee de wereld met haar valstrikken. Het is onvermijdelijk dat er mensen ten val worden gebracht, maar wee de mens die de valstrik zet!" (Matteüs 18:7)
"Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden." (Lucas 11:52)
een effect op het leven hier en nu?
Sérieux en mildheid garanderen een rechtvaardig en genadig oordeel. Maar die oordeelsvisie moet ook een effect hebben op het leven hier en nu, want anders blijft het bij vruchteloze theologische beschouwingen. Hoe kunnen we de kwaliteit garanderen van het levenswerk dat we later aan Hem zullen presenteren?
Misschien door de examinator als coach te kiezen, en n" reeds beroep te doen op diegene die straks zal oordelen! Dat dit de juiste weg is, blijkt uit tal van uitspraken van Jezus. Via woord- en beeldgebruik onderstreept Hij dat Hij niet wil wachten op de oordeelsdag om de mens te ontmoeten. Nu reeds, wil Hij mensen bijstaan, zodat zij kwaliteitsvol werk - goede vruchten - afleveren. "Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij." (Openbaring 4:20). Hij is de Metgezel - Hij biedt zijn diensten aan als Goede Herder. Hij wil de ware Wijnstok zijn, waarop de mens als rank geënt wordt. En ook hier mag zijn levenservaring als Mensenzoon worden aangehaald, om aan te tonen dat Hij daartoe de juiste Persoon is.
"Want de Hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat Hij niet vervallen is tot zonde. Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden." (Hebreeën 4:15-16).
De brief aan de Hebreeën richt zich tot de nazaten van Mozes. De term "Hogepriester" heeft voor ons niet dezelfde connotatie als voor de Joodse lezer: we zijn niet vertrouwd met de betekenis van die offerdiensten en de rol die de priester daarin heeft. Maar dezelfde idee wordt op andere plaatsen verwoord met termen die wél aansluiten bij onze leefwereld. In navermelde teksten is er inderdaad sprake van een advocaat. Eerst drukt Job zijn profetisch verlangen uit naar iemand die zijn ellende ziet, en het bij God voor hem opneemt. Dan - misschien 2000 jaar later - komt Johannes aan het woord om zijn lezers te verzekeren dat Jobs vraag werd ingewilligd. Johannes geeft ons het visitekaartje van die bijzondere Man: hij noemt de advocaat met naam en toenaam, en beschrijft Hem als integer - want "de Rechtvaardige". En de uitleg die dan volgt illustreert dat de tussenkomst van die Advocaat veel meer inhoudt dan een bemiddelingspoging!
Toch heb ik in de hemel een getuige, een verdediger in den hoge; nu mijn vrienden met mij spotten ween ik tranen tot God: iemand moet toch bij God opkomen voor de mens zoals mensen voor elkaar opkomen? (Job 16:19 - 21)
Mocht één van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld. (1 Johannes 2:1 - 2)
alleen God mag aanbeden worden
Maar ook hier dreigt het mis te gaan, want de volwassen Jezus werd "onbereikbaar" voorgesteld. Zoals eerder al vermeld - de christelijke leer werd al gauw met een Griekse bril bekeken, wat leidde tot een afkeer van de materie of het lichamelijke - Jezus was niet langer God die als Mensenzoon het leven met ons deelde. Hij blijft het door de mensheid afgewezen onmachtige slachtoffer aan het kruis. Of Hij is wél verrezen uit de doden, en wacht als autoritaire Rechter, bekleed met koninklijke waardigheid, het moment af van het Laatste Oordeel.
Bovendien moest de troon van genade plaats ruimen voor hel en verdoemenis - zo werd elkeen gedwongen in de pas te lopen! De kerkgeschiedenis biedt geen fraai verhaal! In imposante kathedralen werd Jezus ofwel als onmondig kind, ofwel ontzagwekkend en afstandelijk, uitgebeeld. God en zijn gezanten werden bekleed met de pracht en de praal van de Romeinse magistraten - ver boven het plebs verheven. Bouwstijl van de ontmoetingsruimte en de aankleding, kledij en taal… werden overgenomen van het imposante keizerlijke Rome. Zo werd een boodschap met universele roeping onlosmakelijk verbonden aan een cultuur - nu al 20 eeuwen.
Bekijk je liever de video's?
'Het feestmaal en de vuilnisbelt - over hemel en hel' (8')
'De hemel verdienen? Of krijgen?' (8')
Wie de Mensenzoon wou navolgen, moest er heel veel ballast bij nemen. Wat een contrast met Jezus, levend in armoede tussen het gewone volk, en zelfs voor prostituees bereikbaar! En hoe groot is de tegenstelling tussen het toegankelijke beeldgebruik van Jezus in de parabels - de vergelijking met de vogels in de lucht en de bloemen in het veld - en een liturgie in een vreemde taal, en een codex om doen en laten te bepalen! Wanneer Jezus niet meer herkend wordt als de bereikbare Mensenzoon - wanneer "gewoon contact" met God niet meer mogelijk is - evolueert het christendom naar een mysteriegodsdienst, waarin een mens beknot wordt door allerlei bijgeloof en formalisme. Verplicht kerkbezoek, vasten op vrijdag, biecht… allemaal geboden waarvan de niet-naleving soms als doodzonde werd aangemerkt - een doodstraf die verder reikte dan de grenzen van dit leven!
Dit alles zette de deur open voor het misbruiken van Maria's persoon, want zij wordt de bereikbare tussenstap naar de anders onbereikbare God. Zij is toch een moeder! Bij haar vind je luisterbereidheid en begrip! Je kan dus beter via haar tot God naderen. Hoe kan Jezus haar een gunst ontzeggen? En hoewel je volgens de officiële leer Maria niet mag aanbidden - alleen God mag aanbeden worden - en Maria slechts als tussenpersoon optreedt, lijkt dat onderscheid in de praktijk wel flinterdun. Bovendien doorstaat het Weesgegroet dat eindeloos herhaald wordt, niet de toets van Jezus' eisen voor een waarachtig gebed.
"Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen." (Matteüs 6:7)
"Baat het niet, het schaadt ook niet!"
"Baat het niet, het schaadt ook niet!" Het is een leuze die ook gebruikt wordt om bijgeloof goed te praten. Maar die redenering klopt niet. Niemand dan God zelf, kan de unieke en veeleisende rol van God vervullen. Niemand dan Hij, is zoveel aandacht en toewijding waard. Superlatieven moeten voorbehouden blijven voor Hem, anders erkennen we de waarheid niet! En alles wat minder is dan een directe verbondenheid van de rank met de wijnstok, voldoet niet. Zoniet verliest de parabel elke betekenis. In de intimiteit van de relatie tussen bruid en bruidegom, is geen ruimte voor een derde als tussenschakel!
Trouwens, geen schepsel heeft de communicatieve vaardigheden, de wijsheid en de macht die vereist zijn om tegemoet te komen aan de noden van zoveel mensen. De God van de Bijbel is alomtegenwoordig, maar wie garandeert dat heiligen überhaupt bereikbaar zijn? En stel dat dit het geval is… hoe moet Sint-Christoffel zich voelen nu hij verantwoordelijk wordt gesteld voor een veilig wegverkeer, Sint-Antonius voor alle verloren voorwerpen en de Heilige Rita voor alle hopeloze gevallen? "O God, voor wie worden wij aanzien? Wij zijn slechts mensen! Wat een onmogelijke opdracht!". En wat te denken van Onze-Lieve-Vrouw die dag en nacht door miljoenen tegelijk wordt aangesproken. "O Jezus, jij bent God en jij bent alomtegenwoordig! Waarom spreken ze jou niet aan?".
Wie beschermt diegene die in de spirituele wereld andere steun zoekt, dan de steun van God Himself? Is het niet waarschijnlijk dat de bijgelovige uitkomt bij primitieve afgoden die mensen knechten? Resulteert die vroomheid in een blijvende levensvreugde en oprechte openheid t.a.v. de mens in nood, of wordt dat geloof vooral gekenmerkt door zwaarmoedigheid en een bekrompen wereld?
door demonen tot waanzin gedreven
In de marge van de heiligenverering zien we allerlei paranormale manifestaties, zoals wenende Madonna's, uit het vuur geredde beelden… die eerder leidden tot een volkstoeloop, dan tot een authentieke ommekeer. En soms gebeurt er ook een wonder - objectief vastgesteld door een commissie van wetenschappers. Maar ook dat mag geen afbreuk doen aan onze kritische zin: niet allen die in Jezus' naam velen wonderen verrichtten, worden bij het oordeel door Hem als vriend erkend (Matteüs 7:22).
Is die verregaande dubbelzinnigheid niet de voornaamste reden waarom 2000 jaar christendom resulteerde in zo weinig vernieuwing? En waarom het zo'n wrange bijsmaak nalaat? Aan de vruchten herken je de boom!
Hoe is het anders mogelijk dat in Jezus' naam eeuwenlang terreur werd uitgeoefend. Wie zich verdiept in de geschiedenis wordt geconfronteerd met een immoraliteit en met gruwelpraktijken van de ergste soort, soms getolereerd maar vaak ook gestuurd door een kerkelijke hiërarchie. De gruwelen van de Inquisitie met processen zonder verweermogelijkheid, systematische folteringen om bekentenissen af te dwingen, met de brandstapel als resultaat! Kruistochten die een spoor van plundering en moord nalieten. De verkoop van kerkelijke ambten en van aflaten voor grof gewin. Excommunicatie van politieke tegenstanders en het verbeurdverklaren en toe-eigenen van bezit - de "duistere middeleeuwen" waren zoveel perverser dan ons werd geleerd! Het leek op hetgeen Jeremia zegt over de Chaldeeën: "Het is een land vol afgodsbeelden, het wordt door demonen tot waanzin gedreven." (Jeremia 50:38)
En in sommige landen duurde de terreur tot in de 19e eeuw. Pas in 1816 verbood paus Pius VII foltering bij de tribunalen van de Inquisitie! Ook daarna nog werden kinderen geëxcommuniceerd omdat ze hun ouders niet hadden verraden wegens het drinken van melk of het eten van vlees op vastendagen. Wie geen aangifte deed, was net zo schuldig en mocht zich voorbereiden op het hellevuur! In de kerkelijke staat in Italië kreeg je zelfs nog gevangenisstraf voor die misdaad!
Vanwaar zoveel blindheid, wreedheid en bedrog temidden van zoveel religie? Want de religie beheerste alle facetten van het maatschappelijke en van het individuele leven van de wieg tot aan het graf! Religie is - net als bij de Farizeeën - veelal een constructie om - misbruik makend van Gods gezag - de medemens te knechten.
alles wordt vakkundig nagemaakt
Er is veel namaak of piraterij. Ook bij hetgeen vandaag wordt aangeboden! Namaak is soms moeilijk van het origineel te onderscheiden. Soms wordt het aanbod voorgesteld als een koopje. De goedkope prijs doet vermoeden dat er iets mis is, maar die waarschuwing wordt in de wind geslagen want het is aanlokkelijk wanneer je niet de volle prijs betaalt! Maar meestal is de kwaliteit beneden alles, en dan krijg je naderhand de rekening op je bord. De verkopers zijn misschien ter goeder trouw en zelf ook om de tuin geleid. Of het is hun te doen om de lieve centen…
Als iemand dan tegen jullie zegt: "Kijk, dit is de messias," of: "Daar is hij," geloof dat dan niet. Want er zullen valse messiassen en valse profeten komen, die indrukwekkende tekenen en wonderen zullen verrichten om ook Gods uitverkorenen zo mogelijk te misleiden. Let op, ik heb jullie dit van tevoren gezegd. (Matteüs 24:23 - 25)
Jezus waarschuwde zijn toehoorders voor imitatie - geen imitatie die een bedreiging vormt voor de economie of voor de materiële belangen van de consument. Neen, Jezus heeft oog voor de diepere levenskwaliteit en voor het eeuwig voortbestaan van dat menselijk leven. Hij weet dat hetgeen de Vader aanbiedt doorheen Hem, geïmiteerd zal worden. Het zal erg lijken op het goddelijk aanbod: op het etiket staat ook Zijn naam gedrukt. De reclame is flashy en overtuigend: vrijheid en blijheid liggen voor het grijpen, en er wordt kwistig gestrooid met bijbelteksten. De christelijke symboliek, de gaven van de Geest… alles wordt vakkundig nagemaakt. En in vergelijking met wat de traditionele Jezus vraagt, lijkt de prijs echt mee te vallen - de graankorrel moet niet sterven! En, eenmaal verkocht, blijkt die Jezus toch vooral een verkoopsargument te zijn. Je moet die uitspraken niet zo au sérieux nemen! Wees niet zo bekrompen! Toon dat je bevrijd bent en creëer je eigen godsbeeld, aangepast aan jouw persoon!
De vrijheid die Jezus aanprijst, is van een andere orde. Niet zozeer een bevrijding van externe beperkingen. Neen, de mens wordt bevrijd van het soms tirannieke gezag van het "ik", zodat hij zijn door God bedoelde ware identiteit kan vinden. Die nieuwe mens leeft niet voor zichzelf, maar dient een hoger doel. Hij kan meewerken aan een nieuwsoortig koninkrijk waarin de andere niet de prijs betaalt voor mijn vrijheid.
Maar je vindt op de namaakmarkt niet enkel dumpingprijzen. Ook het martelaarschap wordt geïmiteerd, al krijgt het een diametraal tegengestelde betekenis. De prijs is astronomisch hoog en de gevolgen desastreus: de martelaar offert zijn leven om dat van anderen te veranderen in een hel, en zo de hemel te verdienen - een aanfluiting van het goede nieuws. Het lichaam sterft, maar gedrongen door haat in plaats van liefde. De graankorrel valt in de aarde, maar niet om vrucht te dragen…
is er dan geen ruimte voor heiligenverering?
Maar is er dan geen ruimte voor heiligenverering? Eigenlijk wél, maar in een andere betekenis. Natuurlijk mag je, zij het met enige reserve, mensen eren om het goede dat zij doen. Goede voorbeelden werken inspirerend. Je kan dus best een voorbeeld nemen aan wat anderen gedaan hebben, en daar kracht uit putten. In het boek Hebreeën wordt het volgende vermeld: Om hun geloof werden de mensen uit vroeger tijden geprezen (Hebreeën 1:2). En die stelling wordt eerst gevolgd door een nominatieve lijst van "heiligen", beginnend met Abel en eindigend met Samuël, met telkens een korte beschrijving van hun verdiensten. Aan deze lijst moeten we uiteraard Maria toevoegen, en ook Petrus en Paulus! Middeleeuwers zoals Thomas a Kempis, pater Damiaan - in 2005 verkozen tot "grootste Belg" - Jan Vermeire, stichter van Poverello… aan die lijst komt geen einde - allemaal mensen die ons heel veel kunnen leren!
En daarna vermeldt het boek Hebreeën de onbekende soldaten - anonieme "heiligen" die te goed waren voor deze wereld. De conclusie van de passage is mooi, want de gelovige wordt aangespoord om, nu hij omringd is door zo een menigte geloofsgetuigen, de blik gericht te houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof (Hebreeën 12:1 - 2). Niet de heilige wordt boven het altaar gezet… maar Jezus. De vele heiligen staan naast ons of - zoals de schrijver het vermeldt - zij "omringen" ons, maar ze staan niet tussen God en ons. Hun voorbeeld inspireert en bemoedigt. Maar nergens worden we aangespoord om contact te zoeken met wie overleden is. Integendeel, spreken met de doden, wordt in regel geassocieerd met spiritisme - een wereld van bedrog.
"heiligen" heeft betrekking op de levenden
Er is ook een tweede aspect, en dat is nog belangrijker. Zij die leven met de Mensenzoon worden in het nieuwe testament de heiligen genoemd. In bijna alle passages, behalve in het boek Openbaring, heeft het woord "heiligen" betrekking op de levenden. En die hebben een mond waarmee ze kunnen spreken, en handen die kunnen helpen! God wil die heiligen samenvoegen tot een bouwwerk, een lichaam of een kerk… en spoort hen dus aan contact te zoeken met elkaar. Niet zozeer om, zwijgend in een heilige stilte, gezeten naast elkaar, te kijken naar wat vooraan gebeurt.
Neen, een mens is een sociaal wezen, en moet in het leven hier en nu, kunnen geven en ontvangen! Hij staat er niet alleen voor, en heeft levende heiligen nodig die hem bijstaan. Mensen met allerlei talenten die hem aanvullen op punten waarop hij zwak is. Mannen en vrouwen die het voor elkaar opnemen en elkaar zonodig ook materieel ondersteunen. Gelovigen die in gebed elkaars noden aan God mededelen. Vrienden die eens langs komen om hem of haar een hart onder de riem te steken. Die de ander eens verrassen met een cadeautje. En - om in de sfeer te blijven - dat mag dan een boeketje bloemen zijn, of zelfs mooie geurige kaarsen! Tegen zo'n soort heiligenverering, kan niets worden ingebracht. Integendeel, zo ziet de Mensenzoon het: wanneer twee of drie van die heiligen samenkomen, is Hij in hun midden… om te genieten van het samenzijn!
Natuurlijk wordt hier een ideaalbeeld beschreven: de realiteit kan heel wat harder zijn! Maar wie het ideaal volhardend nastreeft, kan heel veel bereiken. Liever dus de tastbare bijstand van levende heiligen - ook al zijn die niet altijd zo heilig - dan ons te begeven op glad ijs, in een spirituele zoektocht met de geïdealiseerde heiligen van weleer, in een voor ons onbekende wereld! Want zoals hiervoor reeds werd gezegd: het onderscheid tussen verering en aanbidding is flinterdun. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat je effectief bij die overleden heiligen terecht komt. En tenslotte, zo'n soort relatie met een heilige, brengt niets bij in het huwelijk tussen God en mens, integendeel: Hij wil rechtstreeks met ons spreken!
een kwijtschelding van schuld
Hiervoor werd gewezen op een relatie tussen de incarnatie en het latere oordeel door diezelfde Mensenzoon. Vervolgens werd gesuggereerd dat we beter niet wachten op de oordeelsdag, maar nü reeds beroep doen op de bijstand van diegene die straks zal oordelen. En we doen dat in een duobaan, en zonder tussenpersonen, doch wél omringt door vele heiligen! Maar de essentie van de unieke missie van de Mensenzoon komt pas hierna aan bod!
Het evangelie heeft het inderdaad niet enkel over een komend oordeel, maar veel meer nog over een kwijtschelding van schuld. Dat aanbod hangt samen met de basisopdracht van de Mensenzoon, besloten in het mysterie van de kruisdood, en gesymboliseerd door "het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt".
Lees meer over de betekenis van dat offer in "De dader, het slachtoffer en de vriend" .
Als een machtige tegenstander tegen je optrekt, kan je beter vooraf een vredesregeling treffen, zegt Jezus, dan de ongelijke strijd aangaan. (Lucas 14:31). Zo is het ook met God. Je kan beter God als God erkennen en vooraf vrede met Hem sluiten, wetend dat die overgave niet een periode van slavernij inluidt, maar wél van bevrijding. Zo bekom je kwijtschelding van schuld.
Overgave is makkelijk en moeilijk tegelijk. Makkelijk, want je moet niets "doen". Geen kruistocht - zoals in de Middeleeuwen - geen bedevaarten of dure giften voor de kerkbouw! Moeilijk, want je kan je niet vrijkopen door iets te "doen". Neen, God verlangt een overgave - het ego dat zijn eigen koninkrijkje wil opbouwen, moet er aan geloven! Wie die stap zet, wie God ook God laat zijn, en in de sporen gaat van de Mensenzoon, geniet kwijtschelding van schuld!
De discipel wandelt met zijn Meester en wordt in zekere zin preliminair beoordeeld - voor het eigenlijke proces begint. Nu reeds wordt hij gewezen op wat anders moet. Geeft hij daar gehoor aan, dan komt hij niet in het oordeel, want alles is al uitgepraat en goedgemaakt, door hemzelf en door zijn Meester!
Waarachtig, Ik verzeker u: wie luistert naar wat Ik zeg en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven. Over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven. (Johannes 5:24)
C.S. Van Audenard
januari 2008
Wil je het verhaal lezen over het alternatieve kerstfeest?
Heb je de illustratie al bekeken?
Begin