Teksten video's 2024
Teksten video's 2022
Teksten video's 2021
Teksten video's < 2021
Playlist met alle video's
Kerst - Wederkerig (2) - Wederkerigheidsbeginsel (1) - Heiligenverering - Halloween - Communicatie met overledenen - Oneliners - Twee weduwen - Zijn we vergeten ... ? Onderwerping en monotheïsme - Onderwerping en exploitatie - De cloud - Water in wijn! Iedereen influencer!? Een voorbeeldfunctie? Pinksteren - De 10 beste speeches - De ultieme bekoring - De doop van Achilles - Lazarus, kom naar buiten! - Een vrijetijdsbesteding? - Troost bestaat (niet)!? - Waarom zoveel lijden? - Het godsbeeld en de olifant - God als buitenstaander en als insider - Drie geboortekaartjes
#091 Ik zeg het jullie van tevoren, voordat het gebeurt
over het eerste kerstfeest (9')
24/12/2023
Tekst van de video
Kerst gaat over de menswording van Jezus. Als Jezus werkelijk God is, dan is die menswording de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid, en dan is het terecht dat wij Jezus de centrale plaats geven in onze tijdrekening.
Belangrijke heuglijke gebeurtenissen worden veelal vooraf aangekondigd en dat gebeurde ook hier, eeuwen vooraf door de profeten. Zij voorspelden veel gebeurtenissen in Jezus’ leven als volwassene, maar ook enkele details aangaande zijn geboorte. Het feit dat die woorden niet na de feiten werden neergeschreven, werd bevestigd door de Dode Zee-rollen. Want zij worden grotendeels gedateerd vóór Christus en bevatten ook die profetische geschriften.
Voor we ingaan op de teksten over Jezus’ geboorte, kijken we meer in het algemeen naar die profeten, en dat zijn woordvoerders van God, maar ze lijken ook wel inspecteurs. Die geven, wanneer ze overtredingen vaststellen, vaak eerst een gecontroleerde waarschuwing. Pas wanneer de fouten niet worden rechtgezet, volgt een Pro Justitia die leidt tot bestraffing.
Er liep veel mis in Israël, en God gaf via zijn profeten waarschuwingen, in de hoop dat mensen zich zouden afkeren van het kwaad. Daarnaast kondigden die profeten ook herstel aan via bemoedigende boodschappen. Die waarschuwingen en bemoedigingen bevatten vaak ook voorspellingen, enerzijds over het onheil dat zou komen wanneer ze zich niet afkeerden van het kwaad, maar ook over het herstel dat God zou bewerken. Dat herstel wordt vooral gerealiseerd door de eerste en de tweede komst van Jezus.
Gaat een profetie in vervulling, dan werd aangetoond dat
1) de profeet niet fantaseerde, maar een boodschap had uitgesproken die door zijn Opdrachtgever was ingegeven;
2) dat God de toekomst kent en dus ook beweegt in een tijdloze dimensie; de relativiteitstheorie en de quantummechanica maken het voor wetenschappers aannemelijk dat er tijdloze dimensies bestaan, waarin alles tegelijkertijd plaatsvindt;
3) en de vervulling van de profetie toont dat God de toekomst vormt, en dus kan, en wil ingrijpen in deze wereld.
Uitspraken van Jahweh en van Jezus illustreren dat.
" … Er is niemand als Ik. Al aan het begin vertel Ik wat er aan het eind zal gebeuren. Ik spreek van tevoren over dingen die nog niet gebeurd zijn. En alles wat Ik van plan was, doe Ik. (Jesaja 46:9-10 BB)"
"Maar als Ik iets ga doen, doe Ik dat nooit onverwachts. Altijd maak Ik mijn plannen eerst aan mijn profeten bekend (Amos 3:7 BB)"
"Ik zeg het jullie nu, van tevoren, voordat het gebeurt. Zo zullen jullie, op het moment dat dit gebeurt, geloven dat IK het BEN. (Johannes 13:19 BB)"
De voorspellingen in de Bijbel gaan niet over het succes in de liefde, dat mensen zoeken bij waarzeggers. Neen, God kondigde vooral grote gebeurtenissen aan, catastrofes zoals oorlog en ballingschap ten gevolge van de slechtheid van de mens, of positieve evenementen zoals zijn bezoek aan deze aarde. Dat gaat dan over historische realiteit, maar soms verwijzen profetieën naar een toekomst in een andere dimensie, die slechts beschreven kan worden met symboliek. Maar voor we verder gaan, eerst de gebruiksaanwijzing aangaande profetieën.
Profetische taal is een genre apart en dus geen journalistiek verslag van wat er zal gebeuren. Geen foto, maar een onafgewerkte tekening, vaak met symbolen die interpretatie vragen, en zelden is er een precieze timing. Profetieën lijken op stukjes van een onafgewerkte puzzel. De ligging van sommige stukjes is onzeker en veel stukjes ontbreken. Soms liggen er twee puzzels door elkaar. Een aankondiging heeft dan betrekking op meerdere ver uit elkaar gelegen gebeurtenissen, zoals de eerste en de tweede komst van Jezus. En omdat de geschiedenis zich herhaalt kunnen puzzelstukjes over een despoot die leefde ten tijde van de profeet, opnieuw toepasselijk zijn op een latere dictator. De eerste gebeurtenis kondigt zo de tweede aan. Die geïsoleerde puzzelstukje zijn niet overtuigend, en de juiste ligging kan toeval zijn. Maar nadat de feiten zich hebben voorgedaan, zie je hoe accuraat die woorden zijn.
Het Oude Testament bevat profetieën over de goddelijke natuur van de Messias, zijn koninklijke status, zijn eeuwig bestuur, zijn verlossingswerk ... Maar ook over de omstandigheden en de aard van zijn geboorte. De vervulling van die voorspellingen illustreert dat Jezus de Zoon van God is.
"Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor Mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. (Micha 5:1 NBV21)"
" … Zie, de jonge vrouw (maagd) is zwanger, en zal een zoon ter wereld brengen, en u zult hem de naam Immanuël (God met ons) geven. (Jesaja 7:14 WV)"
"… Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, Ik heb je vandaag verwekt.' (Psalm 2:7 NBV21)"
"Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd. Hij zal voor eeuwig regeren en in zijn koninkrijk zal het eeuwig vrede zijn. Hij zal eerlijk en rechtvaardig over het koninkrijk van koning David regeren, voor eeuwig. … (Jesaja 9:5-6 BB)"
Een koningskind wordt geboren in de hoofdstad, in de betere kringen. Maar de Messias zal geboren worden in een dorpje, en zijn origine ligt in lang vervlogen tijd, of anders vertaald: in de dagen der eeuwigheid. "Immanuel" wijst op zijn bijzondere relatie met de Vader en zijn opdracht in de wereld. Het Hebreeuwse woord עַלְמָה (hācalmâ) betekent jonge vrouw of maagd, en in de Griekse vertaling (Septuaginta: παρθένος, parthenos), werd 'maagd' gebruikt - in de lijn van een Psalm waarin Jahweh zegt dat Hij zijn zoon verwekt heeft.
Sommige puzzelstukjes botsten met het godsbeeld en de tradities, maar de profeet sprak uit wat God hem ingaf en al die stukjes vallen op hun plaats wanneer je de evangeliën leest. Daar zie je het volledige beeld van Jezus die één is met de Vader: de Wijze Raadgever, Sterke God en Koning van de vrede. Vandaag worden landen niet rechtvaardig geregeerd, maar God belooft verandering, en dat past in een tweede puzzel, die nog niet compleet is. Kerst staat symbool voor licht en vrede in een donkere wereld. Dankzij Jezus kan je vandaag vrede sluiten met God, en straks werkt Hij de tweede puzzel af, en zorgt Hij voor een eerlijk en rechtvaardig bestuur en voor eeuwige vrede.
#090 Voor wat, hoort wat? (2)
Geen ruilhandel, maar liefde - Het wederkerigheidsbeginsel tussen God en mens (8')
10/12/2023
Tekst van de video
In een vorige video zagen we dat het wederkerigheidsbeginsel het economische leven beheerst, en ook soms het sociale leven. Gewoonlijk is daar niets mis mee, maar de zegswijze "Ons kent ons" illustreert dat relaties soms op een ongezonde wijze door eigenbelang worden gestuurd. En de eis om wederkerigheid is helemaal niet op zijn plaats wanneer het gaat over liefdadigheid.
In deze video vragen we ons af in hoeverre het principe "Voor wat, hoort wat" geldt in de relatie tussen God en mens.
In de oudheid was wederkerigheid in de relatie tussen goden en mensen de regel. De Romeinen hadden daar een spreuk voor: "Do ut des" - "Ik geef met de bedoeling dat jij geeft" en de mens moest het initiatief nemen - daarom de trap omhoog.
Die goden ontstonden in de fantasie, werden door ambachtslui uitgebeeld, en op een altaar getild om vereerd te worden. Zij hadden - net zoals de mens - een branche waarin ze actief zijn, en slechts een beperkte actieradius. De godin Ceres bijvoorbeeld werd geassocieerd met landbouw en vruchtbaarheid, in Italië en Griekenland.
Die goden hadden noden die gelenigd moesten worden. Offers, gebeden en rituelen moesten hen tevreden stellen. In ruil gaven ze vruchtbaarheid, gezondheid en geluk of overwinning in de strijd.
Achter die offerdiensten zat een businessmodel dat priesters en handelaars ten goede kwam, en de macht van de keizer ondersteunde. "Ons kent ons" was hier van toepassing. Die business was lucratief, want eigenlijk verkochten priesters gebakken lucht. Ze profiteerden van de offers, in ruil voor prestaties die niet zij, maar de goden leverden.
Die goden waren geen positieve rolmodellen. In mythes strijden zij om macht, en begeerte voert de boventoon. Meestal waren zij promotoren van egoïsme en ondeugd.
De Bijbelse God is de antithese van die afgoden. En wanneer de Israëlieten toch dat religieus model overnemen dan laat Jahweh bij monde van de profeten weten dat die handelswijze helemaal niet bij Hem past, en hoezeer Hem dat ook stoort.
"Wat moet Ik met al jullie offers? – zegt de HEER. Ik heb genoeg van het vlees van jullie schapen, van het vet van jullie kalveren … Houd op met die zinloze offergaven. Ik heb een afschuw van jullie wierook; jullie feesten, nieuwemaan en sabbat, ik duld ze niet naast al dat wangedrag … Wanneer jullie je handen opheffen, wend Ik mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister Ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed! Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, Ik kan ze niet meer zien. Breek met het kwaad en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, kom op voor wezen, sta weduwen bij." (Jesaja 1:11-17 NBV21)
" … Ik hoef geen geiten uit jullie stallen. Want alle wilde dieren in de bossen, alle dieren op duizenden bergen zijn van Mij. Ik ken elke vogel in de bergen. … Als Ik honger had, hoefde Ik dat jullie niet te zeggen. Want de wereld is van Mij. Alles op aarde is mijn eigendom. Maar Ik eet geen stierenvlees. … Dit is het offer dat Ik van jullie vraag: Ik wil jullie dankbaarheid! Doe wat jullie Mij beloven, Mij, de Allerhoogste God. Roep Mij om hulp als jullie in moeilijkheden zijn. Dan zal Ik jullie redden en jullie zullen Mij danken." (Psalm 50:8- 15 BB)
0ok in het Joods-christelijk geloof is er sprake van offergaven en van goddelijke bescherming, maar er zijn veel verschillen.
(1) De trap omhoog, werd vervangen door een trap omlaag, want die God uit een andere dimensie, openbaart zichzelf. Dat gebeurde eerst verbaal en via wonderlijke tekenen, in het leven van Abraham, Mozes en vele anderen. God noemt zich "IK BEN die ik ben" en die naam illustreert dat Hij tijd en ruimte overstijgt. Zijn bevoegdheid, macht en de actieradius zijn onbeperkt.
De Allerhoogste - de eigenaar van alles - nam het initiatief en omdat hij niet gereduceerd kan worden tot een instrument in mensenhanden, en niet gecommercialiseerd wil worden, verbiedt Hij dat men van Hem een beeld zou maken.
Later komt die God in levenden lijve de trap af, en Jezus’ woorden en daden maken alles duidelijker. Hij gelijkt in niets op de goden die de mens heeft gecreëerd, en vraagt een andere vorm van verering en levensstijl: niet heersen maar dienen, niet krijgen maar geven.
(2) "Ik geef opdat jij zou geven" moet wijken voor een liefdesrelatie, waarin geen diensten en handelswaar worden uitgewisseld, maar twee personen elkaar ontmoeten, want God wil dankbaarheid. Offers zijn hier geen pasmunt, maar een geste die aantoont dat de mens God erkent en waardeert. Want het echte offer komt van Gods kant, doordat Hij zijn Zoon liet sterven voor de zonde van de wereld.
Die godsrelatie is als een huwelijk, waarin de mens zijn aandeel doet, want "liefde is een werkwoord". Maar er wordt geen boekhouding bijgehouden: een stofzuigbeurt door de ene geeft geen recht op een maaltijd bereid door de andere. De relatie tussen mens en God is er een van liefde: "Ik geef omdat ik van je hou". En dat is ook zo van Gods kant want de uitdrukking "de hemel verdienen" is het christendom binnengeslopen, maar staat haaks op het feit dat het nieuwe leven een geschenk is, dat mogelijk werd gemaakt door de dood en de verrijzenis van Jezus.
Velen hebben Jahwehs leefregels genegeerd en ten tijde van Jezus was de Joodse religie voor sommigen een lucratief businessmodel waarbij waarheid moest wijken voor winst, en dat was, en is, met de christelijke religie ook vaak het geval. Ten onrechte, want de profeten herhalen telkens weer dat het niet gaat om offers, maar om dankbaarheid tegenover God, en een eerlijke levensstijl.
(3) Jahweh is de Promotor van eerlijkheid en recht. Vandaag is de belangstelling voor de antieke goden weer in opmars, en dat is geen goede zaak, want wie streeft naar een rechtvaardige maatschappij vindt in hen geen bondgenoot. Daarvoor moet je bij Jezus zijn! En dat is een van de redenen waarom in de voorbije tweeduizend jaar velen hun traditionele goden hebben verlaten, en christen zijn geworden. Willen ook wij hun voorbeeld volgen?
#089 Voor wat, hoort wat! (1)
Het wederkerigheidsbeginsel tussen mensen (8')
26/11/2023
Tekst van de video
Lucas beschrijft hoe een vooraanstaand farizeeër een maaltijd houdt op sabbat met een aantal confraters. Zoiets was gebruikelijk en vandaag noemen we dat networking. Maar ditmaal is Jezus uitgenodigd als speciale gast. Men wil Hem betrappen op een foute uitspraak, of een overtreding van het sabbatsgebod, want er is ook een ernstig zieke man, en misschien werd die net daarom uitgenodigd. Hoe gaat Jezus hierop reageren, wetend dat Hij medeleven heeft met zieken?
De sfeer is ronduit vijandig, want wanneer Jezus vraagt of de wet toelaat op sabbat te genezen, wil geen van de experten antwoorden. Jezus geneest de man, maar hij heeft scherpe kritiek op hun vergadercultuur, want Hij kent hun verborgen motieven.
"Tegen degene die Hem had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren. Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug. Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’ (Lucas 14:12-14 NBV21)"
Ik denk niet dat Jezus zich uitsprak over mensen die uit vriendschap familie en vrienden uitnodigen, maar wel over zij die dat doen met een andere agenda. Achter de generositeit van de farizeeërs schuilen egoïstische motieven.
Ze waren zelfingenomen en gericht op persoonlijk profijt, en zij nodigen mensen uit die hen van dienst kunnen zijn. Zij verwachten iets terug, want het ene plezier is het andere waard. De sfeer is er een van "ons kent ons" - we kennen elkaar en weten wat we aan elkaar hebben, we zijn partners in crime.
Er zijn natuurlijk veel situaties waarin het normaal is om iets terug te verwachten. Het economische leven is daarop gebaseerd, en wanneer Jezus zegt dat een arbeider zijn loon waard is, verwijst Hij naar dat wederkerigheidsbeginsel. En tegenover elke aankoop of professionele dienst staat een prijs. Wanneer de balans in evenwicht is - een eerlijk product voor een juiste prijs - is er een gezonde wederkerigheid.
Maar de toepassingssfeer van dat wederkerigheidsbeginsel heeft zijn grenzen. Er zijn domeinen waar empathie meer op z'n plaats is dan berekening. Wie in het sociale leven gericht is op zijn eigen voordeel, zal geen mooie duurzame relaties opbouwen. Zijn egocentrisme verhindert dat hij zich in andermans standpunten of gevoelens kan verplaatsen. Indien nodig zal hij anderen benadelen om zijn eigen doel te bereiken.
En het wederkerigheidsbeginsel is helemaal niet op zijn plaats in het domein van de liefdadigheid. Maar Jezus stelde vast hoe rijke farizeeërs te koop liepen met hun goede daden om hun ego op te poetsen:
… wanneer je iemand iets geeft uit barmhartigheid, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Als je iets uit barmhartigheid geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je gift in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (Matteüs 6:2-4 NBV21)
De linkerhand symboliseert het denken, en de rechterhand het doen. Meestal werken beide handen samen, maar hier vraagt Jezus dat de mens vergeet, wat hij gedaan heeft.
Hij vraagt dus niet enkel om er niet mee te koop te lopen. Neen, hij gaat naar de bron van dat hautaine gedrag, en vraagt om ook die innerlijke zelfvoldaanheid te laten varen.
Wanneer je vergeet wat je gegeven hebt, dan schiet er van dat wederkerigheidsbeginsel niets meer over, en dan heb je geen dubbele agenda. Bijkomend voordeel is dat beide partijen - donor en begunstigde - hun vrijheid behouden. Want als je die schenking loslaat, dan kan je niet ontgoocheld raken wanneer de begunstigde ogenschijnlijk ondankbaar reageert, of wanneer het nadien met die persoon of dat project fout zou lopen. En ook de begunstigde behoudt dan zijn vrijheid en wordt zo als persoon erkend. Schenkingen met een dubbele agenda lijken op ontwikkelingshulp die bij nader toezien vooral de belangen van de donor dient.
Het loslaten van het wederkerigheidsbeginsel kadert in het bredere plaatje van Gods zorg voor zijn kinderen.
Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zoveel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. (Matteüs 6:30-33 NBV21)
"Heidenen" is geen scheldwoord. Het duidt mensen aan die niet weten dat er een Vader is die voor hen wil zorgen.
En wanneer je niet op God kan rekenen, dan moet je het verwachten van jezelf, familie, vrienden en relaties … en van de overheid. En natuurlijk is hulp van vrienden en structurele overheidshulp heel nuttig. Maar Jezus vraagt om niet gefocust te zijn op het materiële, en dat geldt zeker wanneer mijn welvaart ten koste gaat van het welzijn van anderen.
Jezus zegt dat zijn volgelingen niet te kort zullen komen, wanneer hun focus ligt op God en op eerlijke handel en wandel. Ook dan komt hulp vaak via familie, vrienden en relaties … en van de overheid. Maar wanneer God het leven bijstuurt, komt hulp soms vanuit een onverwachte hoek. Wanneer we dat beseffen, staan we vrijer in het leven. Onze verwachtingen liggen dan bij God en minder bij mensen die we kennen, en die we riskeren onder druk te zetten omdat we vinden dat zij ons zouden moeten helpen. Zo'n houding kan ertoe leiden dat mensen elkaar gaan mijden, en dat is net wat er niet moet gebeuren wanneer mensen het moeilijk hebben of in nood zijn.
#088 Heiligenverering
Geen gesprekpartners of geluksbrengers, maar rolmodellen (8')
12/11/2023
Tekst van de video
In een video over communicatie met overledenen, had ik het terloops over heiligenverering, en vandaag ga ik daar dieper op in. In de Bijbel lees je meermaals "U mag geen contact zoeken met de geesten van gestorvenen … daardoor zou u zich verontreinigen. (Leviticus 19:31 WV)". En nergens vind je uitzonderingen op dat verbod. Wie contact zoekt met een overleden mens – ook al had die een bijzondere godsrelatie, en werd die daarom als heilige erkend, doet noch God, noch die overledene plezier, en het komt hemzelf ook niet ten goede.
Heiligen aanspreken is problematisch om meerdere redenen.
• Het gaat in tegen Gods verlangen naar rechtstreekse communicatie. God is een meelevende Vader. De intensiteit en de intimiteit van die godsrelatie is er niet mee gediend wanneer we Hem via omwegen benaderen, en al helemaal niet wanneer we Hem vervangen door mensen.
• Rechtstreeks contact met God is de enige veilige excursie in de bovennatuurlijke wereld. God wil niet dat we terechtkomen in een wereld van illusies en identiteitsfraude, en dat gebeurt wanneer je praat met overledenen.
• Echte heiligen waren wegwijzers naar God en niet naar zichzelf. Zij zijn dus niet gediend met die ontelbare plaatsen waar hun afbeelding achter brandende kaarsen wordt opgesteld voor het publiek.
• De vraag om tussenkomst van heiligen stemt niet overeen met hun missie. Echte heiligen wilden dat mensen God de eerste plaats zouden geven. Zij vroegen een verandering van levensstijl - een bekering. Zij waren dus geen spirituele geluksbrengers die assistentie verleenden om allerlei problemen op te lossen, bij mensen die niet bereid zijn om te leven zoals God dat wil.
• De verwachting dat die heiligen onze vragen kunnen beantwoorden is onrealistisch. Een echte heilige bevindt zich na zijn overlijden in Gods nabijheid, maar dat maakt hem niet alwetend en almachtig. Hoe zou Sint Antonius de vindplaats kennen van al die verloren voorwerpen? Hoe zou Sint Christoffel de veiligheid in het verkeer kunnen garanderen? En de Heilige Rita een oplossing kunnen bieden in hopeloze gevallen? Die rol en die almacht werd hen niet gegeven.
Overleden heiligen zijn dus geen gesprekspartners en geen geluksbrengers, maar wat zijn ze dan wel? Het zijn rolmodellen waar we veel van kunnen leren. De Bijbel beschrijft een stukje van het leven van tientallen personen. Dat is een rijke inspiratiebron waarin we lezen dat een mens God kan ervaren, dat hij kan leven zoals Hij dat vraagt en een influencer kan zijn die anderen op weg helpt. Elk van die personen had zijn sterktes. Maar ook de zwaktes worden in de Bijbel eerlijk beschreven, en zo zien we gelijkenissen met wie wij zijn en wat wij meemaken. Die verhalen kunnen ons bemoedigen en ons helpen om de juiste keuzes te maken.
We leren niet enkel uit hun persoonlijk leven, maar vooral ook uit hun geïnspireerde boodschappen. Jezus verwijst vaak naar dat verleden met de woorden "Er staat geschreven" en Hij noemt Abraham, Mozes, David, Elia, Jesaja, Daniël … als voorbeelden van geloof, gehoorzaamheid en moed.
Ook de schrijvers van het Nieuwe Testament refereren vaak naar dat verleden. Het boek Hebreeën wijdt een volledig hoofdstuk aan die heiligen, en de conclusie luidt:
… De tijd ontbreekt me om te vertellen over Gideon en Barak, Simson en Jefta, David en Samuel, en over de profeten, die door hun geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid lieten gelden, en kregen wat hun beloofd was; die leeuwen de muil toeklemden, aan vuur de laaiende kracht ontnamen en ontkwamen aan de houw van het zwaard; die in zwakheid kracht ontvingen, in de oorlog machtige helden werden en vijandelijke legers op de vlucht joegen. Vrouwen kregen hun doden terug doordat die uit de dood opstonden. Anderen werden gemarteld tot de dood erop volgde en wilden van geen vrijlating weten, omdat ze uitzagen naar een betere opstanding. Weer anderen kregen te maken met bespotting en geseling, zelfs met arrestatie en gevangenschap. Ze werden gestenigd of doormidden gezaagd, of stierven door een moordend zwaard. Ze zwierven rond in schapenvachten of geitenvellen, berooid, vernederd en mishandeld. Ze doolden door verlaten oorden en berggebieden en verscholen zich in grotten en holen onder de grond. Ze waren voor de wereld te goed. Al deze mensen, die van oudsher om hun geloof geprezen worden, hebben de belofte niet in vervulling zien gaan omdat God voor ons iets beters had voorzien, en Hij hen niet zonder ons de volmaaktheid wilde laten bereiken. (Hebreeën 11:32-40 NBV21)
Die passage gaat over heiligen die geleefd hebben vóór Jezus’ tijd. Over heldendaden, wonderen en martelaarschap. Velen hadden het - net als Jezus - zwaar te verduren want "Ze waren voor de wereld te goed". Ze leefden consequent volgens Gods principes, en dat botst met het opportunisme van deze wereld. Ze worden gepresenteerd als rolmodellen omwille van hun standvastig geloof, en niet als geluksbrengers, want wie hun boodschap aanvaardde riskeerde zelf ook vervolging.
Die heiligen zagen uit naar een betere opstanding. Geen reïncarnatie op een hoger trapje in dit aardse tranendal, maar een andersoortig leven in Gods koninkrijk: een nieuwe setting waarin God regeert, en alle ellende verleden tijd is.
Gods geschiedenis met de mens is natuurlijk niet gestopt tweeduizend jaar geleden. Neen, er volgde een nieuwe episode met boeiende verhalen van talloze mensen die te goed zijn voor deze wereld. Maar velen werden nadien gebruikt in een commercieel circuit van geluksbrengers, onder meer via relikwieën. Dat ging ten koste van de waarheid want vaak werd hun levensverhaal opgepoetst.
Maar je vindt ook betrouwbare informatie over godsmannen en -vrouwen die leefden in de middeleeuwen zoals Thomas a Kempis - hij werd niet heilig verklaard - maar schreef "De navolging van Christus" en dat was lang - na de Bijbel - het meest verspreide boek.
Er zijn ook rolmodellen uit de moderne tijd. Vaak zijn die onbekend voor het grote publiek, want het is een niche in de boekenmarkt die je vindt bij de christelijke boekhandels. Maar de naam Bonhoeffer zal u wél bekend zijn. Hij preekte tegen het nazisme en moest dat met de dood bekopen. Zo'n mensen in de kijker plaatsen is een gezonde vorm van heiligenverering, want zij leren ons onder meer hoe je rechtstreeks met God kan communiceren.
#087 Mama, mag het licht aan in de gang?
over Halloween (8')
29/10/2023
Tekst van de video
"Mama, mag het licht aan in de gang?" dat zingt Stef Bos in een song die gaat over de ontgoocheling als jong-volwassene, en de vrees voor het onbekende. Het doet hem terugdenken aan de angst in zijn kindertijd. "… het donker maakt mij bang! Mama, mama, mag het licht aan in de gang?"
Misschien was dat slechts een onschuldige herinnering, maar sommigen worden geconfronteerd met niet verwerkte trauma's of irrationele angsten uit het verleden.
Je heb als kind ongetwijfeld nachtmerries gehad of je keek onder het bed om te zien of alles veilig was. Kleuters kunnen gevaren niet inschatten of fantasie van realiteit onderscheiden. Maar ook oudere kinderen zijn kwetsbaar, en negatieve ervaringen kunnen levenslang nawerken. Het is dan ook vreemd dat ouders die hun kinderen proberen te beschermen, hen toch blootstellen aan Halloween. Want alles moet dan duister en griezelig zijn, en je hebt de horror misschien niet onder controle. Hoewel de benaming van dat feest is afgeleid van Allerheiligen, is de inhoud de antithese van een dag waarop herdacht wordt dat sommigen er alles voor over hadden om God te eren in hun levensstijl.
Halloween vindt deels zijn oorsprong in een oud Keltisch feest. Het verhaal gaat dat de Kelten vreesden dat de doden van het afgelopen oogstjaar zouden terugkeren op zoek naar een nieuw lichaam. Om die geesten te verjagen staken ze vuren aan, maakten ze veel herrie en droegen ze een masker om lelijk en onherkenbaar te zijn.
Maar wat vandaag te zien is, gaat een stapje verder en Halloween wordt zo het hoogfeest van de dood en de angst. In horrorfilms en games gaan we nog een versnelling hoger. Geschreeuw van monsters en hun gemartelde slachtoffers wordt gemixt met toverij en heel veel bloed. Die gifbeker is het ganse jaar beschikbaar. En omdat gewenning optreedt wordt het drankje gaandeweg steeds sterker.
Natuurlijk jagen we zo geen boze geesten schrik aan, maar wel onszelf en onze kinderen. Waarom doen dat?
Spanning is een onderdeel van een goed verhaal. Hartslag en ademhaling versnelt en dat zorgt voor een kick, en de opluchting is groot wanneer het allemaal goed afloopt.
Maar het wordt gevaarlijk wanneer men horror vertoont of het kwaad en de dood verheerlijkt en de gruwel van een vechtpartij of seksueel misbruik gaan delen, en dat gebeurt vandaag courant. Dat fenomeen confronteert ons met de duistere kanten van de mens. De bagatellisering van horror en geweld verziekt gedachten en gevoelens, en kan een samenleving ontwrichten. Er zijn genoeg zwakke schakels - smeltpatronen die sneller doorslaan, en dan veel schade aanrichten. Zij vinden in virtueel amuserend geweld, inspiratie voor gruwelijk geweld in het gewone leven. We maken er ons dan vanaf met de vaststelling dat de dader psyschische problemen had, maar we zouden beter de cultuur die zoiets in de hand werkt, in vraag stellen.
De risico's waaraan we kinderen blootstellen, en de weerslag van amuserende geweld op persoonlijk en maatschappelijk vlak is het terrein van de pedagogie, psychologie, criminologie en sociologie. Maar wat zegt God hierover?
Het feit dat we horror welkom heten, bevestigt het Bijbelse uitgangspunt dat de mens graag flirt met wat duister is en dat hij, wil hij God ontmoeten, gereinigd en vernieuwd moet worden. En dat maakt Jezus mogelijk, door zijn indeplaatsstelling bij de kruisdood. Hij onderging die gruwel om ons te vrijwaren voor het scenario waar de Kelten - volgens die traditie - bang van waren. Zij geloofden in een leven na de dood, maar het was een vooruitzicht dat hen benauwde. Jezus toont de weg om met een gerust hart de toekomst - op korte en lange termijn - tegemoet te treden, en we moeten die weg vandaag, in dit leven al betreden.
"… God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde." (1 Johannes 1:5-7 NBV21)
De basis-ingrediënten die bij Halloween voorgeschoteld worden, ontbreken op Gods spijskaart, net als dat griezelige decor. Gods nieuwe wereld wordt gekenmerkt door licht en schoonheid, en er is geen plaats voor bedrog, wreedheid, vuil, angst en leedvermaak - allemaal aspecten van dat Bijbelse containerbegrip 'duisternis'.
Een Halloweenfeest kan vrij onschuldig zijn. Het is maar om te lachten. Maar het draagt bepaalde waarden uit, en dat zijn niet Jezus' waarden.
"… de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing." (Galaten 5:22-23 NBV21)
Vruchten zijn de output, en die wordt volgens Jezus bepaalt door de input, via onze zintuigen. We kunnen dus beter toxisch junkfood mijden en ons niet amuseren met wat duister is.
"Het oog is de lamp van het lichaam. Als uw oog zuiver is en alleen op het goede gericht, leeft uw hele lichaam in het licht. Maar als uw oog boosaardig is, leeft u geheel in het donker. En als het licht in uw innerlijk verduisterd is, in welk een duisternis leeft u dan niet." (Mattheüs 6:22-23 HTB)
Halloween is een totaalspectakel dat angst moet aanjagen. Meestal doet angst ons geen goed en in de Bijbel lees je honderden keren "Wees niet bang" of "Vrees niet". Die woorden zijn meer dan 'positief denken'. Het zijn uitspraken van een God die om ons geeft en die vraagt dat we op Hem vertrouwen en geen angst hebben voor wat komt. Ook jij kent vast wel mensen die zeggen dat ze de nieuwsberichten mijden … omdat ze die ellende niet meer kunnen aanzien, en bang zijn voor de toekomst, en ik begrijp hen.
De toekomt ziet er somber uit - daar is bijna iedereen het over eens - maar het maakt verschil uit wanneer God je bijstaat in de stormen, en je weet dat je later bij Hem zal thuiskomen.
" … Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft." (Johannes 8:12 NBV21)
#086 communicatie met overledenen
… U mag geen contact zoeken … (9')
15/10/2023
Tekst van de video
Spreken met de doden - sommigen doen dat, en wel vanuit totaal verschillende motieven en in heel uiteenlopende omstandigheden. Meestal gaat zo'n gesprek uit van de overtuiging dat de mens na zijn dood als geest voortbestaat, en in staat is om met de levenden te communiceren.
Ik zie vier vormen waarin die contacten plaatsvinden en vermeld hoe ik daarnaar kijk, uitgaande van een Bijbels principe dat op heel wat plaatsen wordt herhaald.
U mag geen contact zoeken met de geesten van gestorvenen … Daardoor zou u zich verontreinigen. (Leviticus 19:31 WV)
Een tijd geleden was ik op een begrafenis. De overledene had een wens die tijdens de dienst werd voorgelezen. Hij wou dat familieleden en vrienden, ook na zijn dood Hem verder zouden aanspreken. Dat was goed bedoeld, maar ik hoop daar geen gevolg aan wordt gegeven, want spreken met overleden familieleden is geen goed idee. Toch zijn er wel wat mensen die dat doen. Soms lukt het niet om de overledene los te laten. Contact onderhouden zou troost moeten bieden, maar het belet dat de draad van het leven terug wordt opgenomen. Want ook al kan het verlies heel pijnlijk zijn, men moet het onder ogen zien en aanvaarden. Er zijn goede boeken over rouwverwerking, die kunnen daarbij helpen.
Soms is het niet de levende die de overledene opzoekt, maar komt het initiatief van de overzijde, en krijgen mensen ongewenst bezoek. Dat ook kritische mensen zoiets kunnen meemaken bleek wanneer een bekende Vlaamse psychiater in 2021 aan zijn ziekbed een persoon zag die zich aandiende als een oud-collega, die drie jaar eerder overleden was. Na een kort gesprek verdween hij weer. De psychiater gelooft niet in leven na de dood. Terugkijkend naar die ervaring zegt hij "Hoewel dat vanuit psychiatrisch oogpunt interessant was, liet het vooral een akelig gevoel na". Interessant en akelig zijn twee woorden die mij opvallen.
'Akelig' wijst erop hoe onaangenaam zo'n bezoek is - zoals wanneer iemand fysiek je woning binnendringt. Maar de negatieve gevoelens worden versterkt doordat je de situatie rationeel niet kan plaatsen en niet onder controle hebt. Hoe kan je je verdedigen en waar kan je hulp vinden? En wordt je dan au sérieux genomen? Het woord akelig kent veel synoniemen, zoals beangstigend, griezelig, luguber, macaber … Die woorden suggereren dat iets ervaren wordt als vuil en vies.
'Interessant' toont dan weer dat die ervaringen toch een zekere aantrekkingskracht uitoefenen, juist omdat ze ongewoon en mysterieus zijn.
Er zijn ook mensen die bewust geesten van doden oproepen en ondervragen, vanuit hun alternatieve spiritualiteit. Via paranormale kanalen willen ze bijvoorbeeld informatie ontvangen over de toekomst. Wanneer dat gebeurt door overledenen te ondervragen, heet dat spiritisme. Doordat het occulte prominent aanwezig is in games en films, ontstaat er bij jongeren een ongezonde facinatie. Sommigen gaan experimenteren als een vorm van entertainment, en dat is risicovol, onder meer omdat het kan resulteren in ongewenst bezoek.
Overledenen worden ook aangesproken in de context van heiligenverering. Mensen die dicht bij God leefden en dat ook toonden in hun levensstijl, kunnen ons inspireren. Maar wanneer we die overledenen ook aanspreken miskennen we Gods vraag om zelf rechtstreeks met ons te communiceren. Waarom 'Onze Vader' links laten liggen, of waarom onze aandacht verdelen door contact te zoeken met overleden mensen? Kan die persoon ons trouwens horen? En zo ja, is die in staat om duizenden of honderdduizenden vrome mensen die om aandacht vragen, tegelijk te aanhoren. Is dat niet het toedichten van goddelijke eigenschappen aan een mens? Creëren we zo geen afgod?
We keren terug naar de Bijbel.
"U mag geen contact zoeken met de geesten van gestorvenen en geen orakels ondervragen. Daardoor zou u zich verontreinigen. Ik ben de HEER uw God. (Leviticus 19:31 WV)
U moet volledig op de HEER, uw God, gericht zijn. (Deuteronomium 18:13 NBV)
Er is een analogie tussen deze teksten en het feit dat die psychiater zijn bezoek als akelig ervoer. Ook God vindt die ervaring vuil of vies, want die praktijken baden in een sfeer van leugen en bedrog. Ze zijn als die oproepen van een vriendelijke correspondent die zich voor iemand anders uitgeeft, en jou zogenaamd zal helpen.
Identiteitsfraude kenmerkt de wereld van het spiritisme. Het feit dat we de overledene niet aan de lijn krijgen, wordt geïllustreerd door de parabel over de rijke man en Lazarus, de bedelaar. De rijke man liet de bedelaar aan zijn lot over en werd na zijn dood gekweld in het dodenrijk. Hij wou dat de overleden Lazarus zijn broers zou waarschuwen.
"Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen." Abraham zei: "Ze hebben Mozes en de Profeten: laten ze naar hen luisteren!" (Lucas 16:27-29 NBV21)
Sommigen hopen dat overledenen hen nuttige info kunnen bezorgen of kunnen waarschuwen voor gevaar. De vraag van de rijke man past in die logika en lijkt hier wel nuttig, maar zo werkt het niet. Informatieoverdracht tussen doden en levenden is niet mogelijk. Wie toch contact krijgt met de geestenwereld, is verbonden met een duister call-center, en niet met de persoon in kwestie.
De woorden "Ik ben de HEER uw God - U moet volledig op de HEER, uw God, gericht zijn" tonen ons hoe het moet. Contact met het bovennatuurlijke is nodig, maar niet via overleden mensen.
"Ze hebben Mozes en de profeten" verwijst naar de Bijbel. Want God laat zich kennen, niet via duistere rituelen, wel via zijn woord en via het gesprek met 'Onze Vader', en met Jezus die met Hem een eenheid vormt. We mogen onze aandacht niet verdelen, want we moeten volledig op God gericht zijn. Dat contact is veilig en laat geen akelig gevoel na. Het trekt niet omlaag, maar tilt op naar een hoger niveau. En wie zich toch bezondigd heeft aan vervuilende praktijken, mag beseffen dat God almachtig is en mensen wil reinigen en beschermen. Hij doet dat onder meer via een kerkgemeenschap die vertrouwd is met zijn woord. Wie hulp nodig heeft, kan daar gaan aankloppen.
#085 Oneliners en quotes
over risicovolle communicatie (8')
1/10/2023
Tekst van de video
In mijn beroepsleven werd ik soms geïnterviewd als woordvoerder van een overheidsinstelling. Meestal was de journalist gehaast, want hij wou een primeur voor het eerstvolgende journaal. Die interviews waren een beetje frusterend, want vaak is de waarheid genuanceerd, en ik wist dat mijn antwoord ingekort zou worden tot een oneliner - een quote van 5 of 10 seconden.
Communicatie die beperkt is tot oneliners, is risicovol. Ondermeer omdat de argumentatie achterwege blijft en er geen ruimte is voor nuances. Soms zijn het halve waarheden die door de spreker benadrukt worden om zijn eigenbelang te dienen. En wanneer je de regie niet zelf in handen hebt, loop je het risico dat jouw woorden uit hun context worden gehaald en in een ander verhaal worden ingepast. We noemen dat framing. Zo kan men bijvoorbeeld een uitzonderlijk incident voorstellen als een gangbare praktijk.
Een oneliner is een korte, krachtige zin - een kernachtige uitspraak - die een idee of gevoel wil overbrengen. Denk maar aan Merkels uitspraak "Wir schaffen das!". Oneliners kunnen een positieve gevoelswaarde hebben, of onderbuikgevoelens oproepen in een populistisch discours, of ze kunnen - zoals vele tweets - vooral informatief zijn. Je kan ze makkelijk onthouden en wanneer ze deel uitmaken van een groter verhaal, zijn ze een goed mnemotechnisch middel om de ganse thematiek die opgeslagen werd in het achterhoofd, terug op te roepen.
Het christelijk geloof maakt veel gebruik van oneliners en dat is al eeuwen zo. Dat de Bijbelse God vroeg om zijn openbaring neer te schrijven is daar niet vreemd aan, net als het feit dat Jezus’ onderwijs ruim gedocumenteerd werd. Er is een schat aan mooie kernachtige boodschappen, en sommigen werden overgenomen in het gewone taalgebruik, zoals "Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen".
Oneliners worden gebruikt in de liturgie van traditionele kerken. Soms zijn dat uitspraken van Jezus, of reacties daarop, of woordspelingen zoals "Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden".
Die woorden verwijzen naar een uitspraak van een Romeinse honderdman die een beroep deed op Jezus omdat zijn knecht zwaar ziek was. De man was leidinggevend, en veel van zijn collega's keken wellicht, gezeten op hun paard, misprijzend neer op die Joodse rabbi. Maar deze centurio keek op naar Jezus. Hij besefte hoe hoogstaand en uniek Jezus was, en hij geloofde in zijn almacht
… Toen Hij Kafarnaüm binnenging, kwam er een centurio naar Hem toe die Hem om hulp smeekte. ‘Heer,’ zei hij, ‘mijn knecht ligt thuis verlamd op bed en lijdt hevige pijn.’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik zal meegaan en hem genezen.’ Daarop zei de centurio: ‘Heer, ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt. Spreek slechts een enkel woord en mijn knecht zal genezen. … Tegen de centurio zei Jezus: ‘Ga naar huis. Zoals u het geloofd hebt, zo zal het gebeuren.’ Op hetzelfde moment genas zijn knecht. (Matteüs 8:5-8, 13 NBV21)
Een gelovige die bewust die oneliner uitspreekt, stapt van zijn paard af, en vraagt om genezing in de figuurlijke zin, niet voor een ander, maar voor zichzelf, want "verbeter de wereld, begin bij jezelf". Maar oneliners in de liturgie zijn ook risicovol, want het afdreunen van een formule die niet begrepen wordt, brengt niets bij en staat de godsontmoeting juist in de weg.
Ook in onze kringen - waar we het "woord van God" gebruiken als dagelijkse inspiratiebron - worden bijbelteksten vaak aangehaald als oneliners. Je hoort ze op zondag in de prediking en in tal van songs, en je vindt ze op het internet in afbeeldingen over liefde, angst, troost … en ook in deze video's, want vaak comprimeer ik een Bijbelgedeelte tot een quote, omdat ik, net als de journalist, een tijdslimiet wil respecteren.
‘Ik ben de weg, en de waarheid en het leven. Alleen door Mij heeft men toegang tot de Vader. (Johannes 14:6 WV)
Die bekende uitspraak is slechts juist als Jezus de mensgeworden God is. Voor wie dat aanvaardt zijn Jezus’ woorden incontournable, en vooral die controversiële uitspraken zijn nuttig, want zij maken het verschil uit, en tonen waarom we bij Jezus moeten zijn. Want niet de gulden regel - behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen - onderscheidt Jezus van de vele filosofen, grote denkers en profeten. Ieder weldenkend mens kon dat bedenken.
Jezus is de meest gezaghebbende bron en veel informatieve quotes vatten samen wie Hij is, hoe God over het leven denkt en hoe Hij de toekomst ziet - die van ons persoonlijk en die van de planeet.
Veel oneliners komen uit de psalmen van David of uit de pen van Paulus. Allebei werden ze door Gods Geest geïnspireerd en waren ze bevoorrechte getuigen van Gods handelen in hun tijd. Hun oneliners kunnen ons veel leren over Gods persoonlijkheid, wat Hij van ons wil en hoe Hij ons nabij is in vreugde en verdriet.
Het is spijtig dat velen negatief staan tegenover Paulus - hij zou vrouwonvriendelijk zijn, en dat moet dan blijken uit enkele controversiële uitspraken. Maar wie Paulus’ brieven leest, komt een man tegen, die heel anders over vrouwen denkt dan wat gebruikelijk was in de cultuur van toen.
… door jullie geloof in Jezus Christus zijn jullie allemaal kinderen van God geworden. Hierbij maakt het niet uit of je Jood of geen Jood bent, slaaf of vrij mens, man of vrouw. Jullie zijn namelijk allemaal één in Jezus Christus. (Galaten 3:26, 28 BB)
Het kwistig gebruik van oneliners geeft misschien de indruk dat Jezus, Paulus en David net als sommige wijsheren zich vooral in spreuken of zegswijzen hebben uitgedrukt, maar niets is minder waar. Achter die oneliners zit telkens een leerrijk discours. Oneliners zijn geen shortcut om God te leren kennen. Neen, ze zijn een samenvatting van wat we hebben geleerd of een uitnodiging om ons verder te verdiepen in het verhaal, zodat we geen stukje tekst gebruiken omdat het in ons kraam past. Anders is de kritiek terecht, dat je met de Bijbel alles kan bewijzen.
#084 Twee weduwen
een kleine symbolische geste (8')
17/09/2023
Het gewone leven is soms een beetje saai en niet de moeite waard om op papier te zetten. Kranten berichten vooral over uitzonderlijke situaties. En dat is ook zo in de Bijbel, want wonderlijke gebeurtenissen zijn daarin oververtegenwoordigd. De Bijbel beschrijft in regel niet het gewone leven. Het is goed om daar rekening mee te houden wanneer je je eigen soms saaie leven toetst aan hetgeen je daarin leest.
Vandaag bespreken we drie gebeurtenissen, die er om uiteenlopende redenen uitspringen. Twee weduwen passeren de revue. Weduwe was vaak synoniem voor de armste onder de armen, want na het overlijden van de kostwinner was het erg moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen, vooral met kleine kinderen. Steun van anderen was nodig, maar die hadden het vaak ook lastig om te voorzien in eigen onderhoud.
God heeft medeleven met mensen die zich bevinden in een moeilijke positie, en Hij vraagt van de mens hetzelfde. Daarom bevatten Gods wetten bepalingen ter bescherming van weduwen. Weduwen, wezen en vreemdelingen worden daarin vaak in één adem vernoemd.
Hij verschaft weduwen en wezen recht, bewijst vreemdelingen zijn liefde door hen van voedsel en kleding te voorzien.
En wanneer u bij de wijnoogst druiven plukt, mag u niet alles nog eens nalopen. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen.
Vervloekt is eenieder die de rechten van vreemdelingen, weduwen en wezen schendt. (Deuteronomium 10:18, 24:21, 27:19 NBV21)
Elia ontmoette een weduwe die met de hongerdood bedreigt werd.
De Here zei tegen hem (Elia): ‘Ga naar het dorp Sarfath, vlakbij Sidon. Daar woont een weduwe die u zal verzorgen. Ik heb haar daarvoor opdracht gegeven.’ Dus ging Elia naar Sarfath en toen hij bij de poorten van de stad kwam, zag hij een vrouw die bezig was hout te sprokkelen. Hij vroeg haar een beker water. Terwijl zij wegliep om het te halen, riep hij haar achterna: ‘Neem ook wat brood mee, als u wilt.’ Maar zij zei: ‘Ik zweer bij de Here, uw God, dat ik geen kruimeltje brood in huis heb. Alles wat ik nog heb, is een handvol meel en een klein bodempje olie. Ik heb net wat hout gesprokkeld om voor de laatste keer een maaltijd te kunnen maken. Daarna zullen mijn zoon en ik sterven van de honger.’ Maar Elia stelde haar gerust en zei: ‘Wees maar niet bang. Maak die laatste maaltijd van u maar klaar, maar bak eerst wat brood voor mij. Daarna kunt u voor u en uw zoon wat klaarmaken. De Here, de God van Israël, zegt namelijk dat altijd voldoende meel in de pot en olie in uw kruik zal zijn tot het moment dat de Here weer regen laat vallen.’ Zij deed wat Elia had gezegd en met zijn drieën aten zij net zo lang van de voorraad meel en olie als nodig was. Want hoeveel zij ook gebruikten, er zat steeds genoeg meel in de pot en olie in de kruik, precies zoals de Here door Elia had laten beloven. (1 Koningen 17:8-16 HTB)
Dit wonder lijkt een voorafname op de wonderbare broodvermenigvuldiging. Daar vroeg Jezus voorafgaand, om de weinige broden en visjes die de mensen nog hadden, aan Hem te geven. Eigenlijk had Hij die niet nodig, maar die kleine symbolische geste drukte het vertrouwen in Hem uit, en was het vertrekpunt voor een goddelijke interventie. Elia komt misschien arogant over, maar ook hij verwacht slechts een kleine geste, die aantoont dat de weduwe hem gelooft, en zo wordt Gods hand in beweging gezet.
De tweede weduwe bezoekt de tempel, en wordt door Jezus gadegeslaan.
Jezus ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in staken. Veel rijke mensen gaven grote bedragen, maar een arme weduwe stak er twee kopermuntjes in ter waarde van een kwadrans. Jezus riep zijn discipelen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie dat deze arme weduwe meer in de offerkist heeft gestoken dan alle anderen. Want zij gaven allen iets vanuit hun overvloed, maar deze vrouw gaf vanuit haar armoede alles wat ze had, haar hele levensonderhoud.’ (Markus 12:41-44 M.Turner-Prins)
Dat ze weduwe was bleek uit haar kledij. En uit het geluid van de vallende muntjes, kon je misschien afleiden dat het twee kopercentjes waren. Maar dat zij alles had weggeschonken wat haar restte, wist Jezus door zijn bovennatuurlijke kennis. En zo lijkt het een copy paste van het verhaal van de weduwe bij Elia. Maar hier blijven we op onze honger zitten, want we weten niet hoe het met haar verderging. En daardoor lijkt haar vrijgevigheid misschien onverantwoord.
Maar Jezus had er alle vertrouwen in, want Hij prees deze weduwe om wat ze deed. En Hij wist hoe het verhaal zou aflopen, en hoe zij ongetwijfeld geholpen werd in haar nood. Die twee centjes waren slechts een symbolische geste, want wat kon de tempel daarmee doen? Maar voor God was dat veel meer waard dan al die grote bedragen.
Wil je door God geholpen worden, dan kan je een stap zetten in zijn richting, waaruit je vertrouwen blijkt - een symbolische geste. De weduwen gaven heel weinig, maar het was wel alles wat hen nog restte. En zij hadden een voorgeschiedenis met God. Want de ene had van Hem een opdracht ontvangen, de andere ging Hem opzoeken in de tempel. En ze waren allebei vrijgevig, ondanks hun grote nood. Wat die geste voor jou inhoudt, hangt af van de concrete situatie, maar zonder voorgeschiedenis met God, heb je - in vergelijking met die weduwen - ook nood aan een inhaaloperatie. Want volgens Jakobus moet je basisvoorwaarden vervullen. Want volgens Jakobus moet je basisvoorwaarden vervullen.
Kom nader tot God, dan komt Hij nader tot u. Reinig uw handen, zondaars; zuiver uw hart, weifelaars. (Jakobus 4:8 NBV21)
De vuile handen staan voor een foute levensstijl, en dat houdt verband met een hart dat niet op God, maar op zichzelf gericht is. Een kordate keuze voor God is nodig. Misschien lijkt die stap onoverkomelijk groot, want het vereist een omkering van waarden, maar je ontvangt dan wel een eeuwig leven!
#083 Zijn we vergeten hoe mooi sommige dingen zijn?
Zijn Jezus' woorden hun kracht verloren? (9')
3/09/2023
Tekst van de video
Wanneer Jezus ergens werd gesignaleerd, kwam daar volk op af. Telkens weer maken de evangelies melding van grote mensenmassa’s. Twee keer wordt daar een aantal op geplakt, en dat is dan wanneer Jezus op wonderlijke wijze brood vermenigvuldigt. Nadat Hij had gehoord dat Johannes de Doper was vermoord, wou Jezus alleen zijn en ging Hij naar een afgelegen plaats. Maar de mensen zochten Hem op, en Matteüs vermeldt dat er ongeveer 5000 mannen waren, vrouwen en kinderen niet meegerekend.
Toen Jezus hiervan hoorde, week Hij per boot uit naar een afgelegen plaats waar Hij alleen kon zijn. Maar de mensen kwamen het te weten, en vanuit de steden volgden ze Hem over land. Toen Hij uit de boot stapte en de grote menigte zag, voelde Hij medelijden met hen en Hij genas hun zieken. Bij het vallen van de avond kwamen de leerlingen naar Hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur de mensen weg, laat ze naar de dorpen gaan om eten voor zichzelf te kopen.’ Maar Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg, geven jullie hun maar te eten.’ …
Er hadden ongeveer vijfduizend mannen gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld. (Matteüs 14:13-16, 21 NBV21)
Hier waren er vooral mannen, want de verplaatsing naar een onherbergzaam gebied was voor vrouwen en kinderen minder evident. Maar ook zij waren uiteraard welkom, want Jezus toonde liefde en respect voor kinderen en Hij bood binnen de contouren van die cultuur gelijke kansen aan de vrouwen.
Vandaag geven organisatoren van manifestaties vaak veel hogere aantallen op dan de politie, maar Jezus had de mensen opgedragen om zich samen te zetten in groepen van vijftig of honderd. Dat maakt het tellen voor Matteüs gemakkelijk en we mogen dat getal van "ongeveer vijfduizend" dus letterlijk nemen. Wat een contrast met het gebrek aan belangstelling voor Jezus in onze cultuur!
Waarom kwamen de mensen in grote getale naar Jezus? Sommigen zochten genezing. Anderen waren sensatiebelust of wilden Jezus aanstellen als hun leider - hun Messias - opdat Hij hen zou bevrijden van de Romeinse overheersing en van de bloeddorstige Herodes-dynastie. Maar er waren zonder twijfel velen die aangesproken waren door zijn boodschap.
Toen Jezus uitgesproken was, waren de mensen erg verbaasd. Ze waren erg onder de indruk van wat Hij hun leerde. Want het was duidelijk dat Hij wist waar Hij het over had. Het was heel anders dan bij hun wetgeleerden. (Matteüs 7:28-29 BB)
Jezus’ woorden hadden een diepe impact en waren voor velen levensveranderend. Vaak verwees Hij naar de boeken van Mozes en naar de profeten, maar zijn toespraken worden niet gekenmerkt door religieus taalgebruik want Hij sprak in parabels of gelijkenissen, met beelden uit het gewone leven en uit de natuur.
Jezus bracht een ophefmakende vernieuwende boodschap. Zijn woorden veranderden individuen en later ook de maatschappij. Wanneer die woorden vandaag bij ons worden aangehaald, is dat anders. Bij ongelovigen is er weinig interesse. Bij hen komen Jezus’ woorden oubollig over en lijken ze de status quo te bevestigen. Maar ook de gelovige is niet altijd onder de indruk. Het lijkt alsof die woorden hun kracht verloren zijn. Daar zijn heel wat redenen voor, en ik vermeld er vier.
(1) Er is de gewenning. Voor wie kerkelijk is of op school een beetje van het evangelie heeft meegekregen, zijn veel uitspraken overbekend. Wanneer je die tekst dan hoort, luister je niet, want je weet het al … Het is als rondlopen in je geboortestad. Je kijkt niet meer om je heen, want je hebt alles al gezien. Pas wanneer je stiekem meeluistert naar een gids die toeristen rondleidt, merk je dat je vergeten was hoe mooi sommige dingen zijn, en dat je toch nog veel kan bijleren.
(2) Ten tweede is er de gevoelswaarde van begrippen. Jezus vergeleek zichzelf met een herder. Dat roept nu beelden op van vakanties in Schotland - maar in Israël was zorgen voor schapen een lastige job gericht op het leven en het overleven van de schapen. En dan is er de uitspraak "Ik ben de ware wijnstok". Dat doet ons misschien denken aan het warme zuiden, de streek van de Bordeaux, een terrasje met een karafje wijn … Die romantische gevoelens maken het moeilijk om de echte betekenis te vatten. Want ze zwakken die woorden af en maken ons misschien doof voor die ingrijpende boodschap. Dat is ook zo wanneer we die woorden niet ontkoppelen van onze kindertijd.
(3) Of er kleeft een religieus etiket op Jezus’ woorden en beelden, zelfs op diegene die Hij ontleende aan het gewone leven.
Dat is nadelig want het leven is opgedeeld in sectoren, zoals de politiek, de culturele sector, de financiële wereld, … allemaal met hun eigen vaktaal en publiek. Voor velen is religie een sector waar ze geen interesse in hebben en die weinig te maken heeft met het echte leven. Met "Ieder zijn gedacht" stopt het gesprek, nog voor het is begonnen.
(4) Ook het tegenovergestelde gebeurt. Uitdrukkingen zoals "De eersten zullen de laatsten zijn" of "Je oogst wat je zaait", zijn geseculariseerd. Dat geldt ook voor woorden zoals "het paradijs" of "zonde" en voor de Matteüspassie. Dat maakt nu deel uit van het cultureel erfgoed, en de originele betekenis is verdwenen.
God werd weg-gedistilleerd, en dat gebeurde niet enkel met woorden en begrippen, maar ook met de kernboodschap van het evangelie. Verenigingen die voorheen een C of K in hun benaming droegen, verwijzen nog naar de christelijke traditie als bron van zingeving, maar het is een blijde boodschap zonder Jezus. Het fundament is weg: de mens is nu aangewezen op zichzelf en zijn omgeving.
Je kan de rijkdom van Jezus’ woorden herontdekken en erdoor verfrist of vernieuwd worden. Gods Geest is als die gids die je nieuwe dingen leert en je aandacht vestigt op woorden waarvan je vergeten was hoe mooi ze zijn. Je moet abstractie maken van de romantiek en van de religieuze en de seculiere etiketten. Je moet tot rust komen, de Bijbel openen en die Gids uitnodigen om je te inspireren. Dan kunnen Jezus’ woorden ook in jouw leven een diepe impact hebben.
#082 De onderwerping (2)
door het monotheïstische godsbeeld? (9')
(review van het boek van Philipp Blom - deel 2)
20/08/2023
Tekst van de video
In een vorige video had ik het over "De onderwerping" van Philipp Blom. Hij stelt dat de Bijbel aan de mens het recht verleent om de planeet genadeloos te exploiteren. Maar de Bijbel geeft geen 'carte blanche', en de actuele dramatische situatie is het gevolg van het negeren van tal van teksten die beschrijven hoe we zorgzaam moeten omgaan met de schepping.
Vandaag bespreek ik Bloms kritiek op het monotheïstische godsbeeld. Want ook dat ligt volgens hem aan de basis van de agressieve onderwerping van de medemens en van de natuur. Ik begrijp zijn redenering want de mondiale ambities van het christendom - en van de islam - zijn het gevolg van dat godsbeeld, en wanneer je zo'n god misbruikt en voor je kar spant, is dat een instrument bij uitstel om anderen te verknechten. Wodan, de Germaanse oppergod, kon die rol niet opnemen. In zijn thuisbasis had hij misschien wel macht, maar in andere werelddelen heeft hij niets te zeggen.
Hoe universeler en krachtiger het godsbeeld, hoe meer schade het kan aanbrengen wanneer het onderdrukking leert, of wanneer de positieve boodschap wordt verdraaid. Maar die stelling zegt op zich nog niets over de vraag of het christelijk godsbeeld juist is. Blom besteedt niet veel aandacht aan die waarheidsvraag, want voor hem is het de evidentie zelf dat God een uitvinding is van mensen. Dat leidt hij af uit de wetenschap, en wie daar anders over denkt, voert achterhoedegevechten.
Ook wordt Jezus gereduceerd tot een charismatische rabbi. Daarom spreekt Blom consequent over 'Joshua ben Josef' oftewel 'Jezus, zoon van Jozef'.
Die omschrijving komt viermaal voor in de evangelies, onder meer in de volgende passage:
"' … Ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat Ik zelf wil, maar om te doen wat Hij wil die Mij gezonden heeft … Dit wil mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat Ik hen op de laatste dag laat opstaan.’ De Joden begonnen te protesteren omdat Hij zei dat Hij het brood was dat uit de hemel was neergedaald. ‘Dat is toch Jezus, de zoon van Jozef? We weten toch wie zijn vader en moeder zijn? Hoe kan Hij dan zeggen dat Hij uit de hemel is neergedaald?’ (Johannes 6:38-42 NBV21)"
Jezus omschrijft zichzelf als 'Zoon van God', komende uit een andere dimensie. De omstaanders en Philipp Blom zien Hem slechts als 'zoon van Jozef'. Hoewel dat gevaarlijk was in een cultuur die slechts één God erkende, omschreven vele getuigen van het eerste uur Jezus na zijn verrijzenis als 'Zoon van God'. Je komt die uitdrukking bijna 40 keer tegen in het Nieuwe Testament.
Veel godsbeelden komen voort uit menselijke fantasie, want mensen maken goden naar hun beeld en gelijkenis. Die beelden zijn als afbeeldingen van Superman of als Barbiepoppen met meer geprononceerde vormen, of afbeeldingen van een dier. Mythes beschrijven hoe die goden beminnen, vechten, moorden - Hollywood avant la lettre, met seksidolen, vechtersbazen en bedriegers. Jeremia zegt hoe God over die beelden denkt.
" … Ze hakken een stuk hout in het bos, een ambachtsman bewerkt het met zijn beitel, verfraait het met zilver en goud. Ze spijkeren het vast, dan valt het niet om. Het is net een vogelverschrikker, neergezet in een komkommerveld. Het kan niet spreken en moet worden gedragen, want zelf kan het geen stap verzetten. Heb voor beelden geen ontzag, kwaad doen ze niet, en goed nog minder.’ (Jeremia 10:3-5 NBV21)"
Toch hebben die ontwerpen een grote aantrekkingskracht, want zij zijn een verlengstuk van de mens en zijn cultuur, en reflecteren zijn verlangens en begeertes, zijn angsten en obsessies. Bovendien laten ze de zelfzuchtige mens vrij om te doen wat hij wil, want zij stellen weinig of geen morele eisen, vaak wordt de begeerte slechts aangewakkerd.
Die goden zijn machteloos en kunnen niet helpen wanneer je in problemen zit. Hoe zouden zij een leidraad kunnen zijn in de actuele crisis? Hoe zouden die menselijke verzinsels kunnen zorgen voor een nieuwe start van de planeet, wanneer alles vastloopt?
De Bijbel leert dat er één universele God is. Hij contrasteert in alles met die primitieve beelden, want Hij is almachtig, alwetend, rechtvaardig en liefdevol. Hij ligt aan de oorsprong van al wat is, en daarom start Johannes zijn verslag over Jezus met een mini-scheppingsverhaal.
"In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. (Johannes 1:1-3 NBV21)"
Velen geloven dat wiskunde de taal is van het universum, en genetische instructies definiëren al het leven. Taal vormt de grondslag, en dat is wat Johannes zegt, en dat Woord is natuurlijk synoniem is voor Jezus. Die beschrijving lijkt in niets op mythische verhalen. Johannes had het niet moderner kunnen formuleren. Het Genesisverhaal is natuurlijk complexer, maar ook daar start alles met woorden en met energie: "God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht."
Sinds de bekering van Constantijn was er vaak een link tussen de theologie en de overwerping of onderdrukking door wereldlijke en kerkelijke autoriteiten. Maar men had die theologie en dat godsbeeld verminkt zodat ze de machthebbers konden dienen. Niets nieuws onder de zon. Want ook Jezus reageerde al op zo'n toestanden.
"Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over jullie zal strenger worden geoordeeld dan over anderen. (Matteüs 23:14 NBV21)"
" … jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden. (Lucas 11:52 NBV21)"
Het boek van Blom is complex maar leerrijk, en de scherpe kritieken zijn vaak terecht. Maar de monotheïstische God die we beter leerden kennen via Jezus, is geen verzinsel. Hij ontwierp de taal van het universum en Hij kan hoop geven in bange dagen. Want Jezus is niet enkel de letter Alfa, die aan de oorsprong ligt, maar ook de Omega waarmee het actuele verhaal wordt afgesloten. Jezus, de 'Zoon van God' zal zorgen voor een nieuwe start.
#08 De onderwerping (1)
een vrijbrief voor genadeloze exploitatie? (9')
(review van het boek van Philipp Blom - deel 1)
6/08/2023
Tekst van de video
De historicus Philipp Blom wijst op de dramatische gevolgen van het economisch groeimodel, de klimaatverandering en de digitalisering. "De onderwerping - een geschiedenis van de verhouding van de mens tot de natuur" vermeldt op de achterflap:
"De menselijke obsessie met het overheersen van de natuur, zal leiden tot verwoesting van onze planeet.
‘Onderwerp de aarde.’ Ongeveer drieduizend jaar geleden legde de auteur van het bijbelboek Genesis deze woorden in de mond van de schepper. Zo werd het idee geboren dat de menselijke soort een bijzondere plaats op aarde inneemt en daarmee het recht heeft om de planeet genadeloos te exploiteren. Een idee dat zich de eeuwen erna ontwikkelde en verspreidde over de wereld. Wie zich ertegen verzette kreeg te maken met kolonisators en uitbuiters die zich beriepen op hogere machten die het nu eenmaal zo bepaald hadden. (citaatrecht)"
Die woorden zijn een aanklacht op het Joods-christelijk geloof. Want dat krijgt de schuld voor de actuele levensbedreigende problemen.
Blom heeft gelijk wanneer hij de dramatische situatie beschrijft, en dat linkt aan de genadeloze exploitatie van de planeet. Het westen was daarin inderdaad de voorloper, en heeft de grootste schuld aan de historische vervuiling. Maar de Bijbel gaf de mens geen 'carte blanche' om zo te handelen. Integendeel - die problemen zijn het gevolg van het negeren van tal van teksten die beschrijven hoe de mens zorgzaam moet omgaan met de schepping.
Blom staat niet alleen met zijn kritiek. Ook de Bijbelse profeten beschrijven als klokkenluiders de teloorgang van het land, maar zij leggen de schuld bij het negeren van Gods wetten.
" … de Here heeft een proces aangespannen tegen u als bewoners van dit land. Zijn aanklacht luidt: ‘Er is geen trouw, liefde of kennis van God in uw land. Vloeken, liegen, moorden, stelen en echtbreken is aan de orde van de dag! Overal wordt geweld gepleegd. Het ene bloedbad volgt op het andere. Daarom ligt het land er treurig bij en kwijnen alle levende wezens erin weg. De wilde dieren, de vogels en zelfs de vissen beginnen te verdwijnen. (Hosea 4:1-3 HTB)
De aarde lijdt onder de zonden van haar inwoners. De grond verarmt, de gewassen verdorren en de machtigen kwijnen weg. De wereld is ontwijd door misdaden, haar bewoners hebben Gods wetten verdraaid en zijn eeuwige geboden niet gehoorzaamd. (Jesaja 24:4-5 (HTB)"
Blom schrijft dat de Bijbel gebruikt werd om roofbouw en onderdrukking te rechtvaardigen, en hij heeft gelijk. Maar dat gebeurde volgens Jesaja op grond van een verdraaide lezing.
Via de Tien Geboden en tal van andere bepalingen werd gevraagd om met respect om te gaan met de kwetsbare medemens inclusief de vreemdeling, met de dierenwereld en met de aarde. En het bleef niet bij woorden, want er werden structurele maatregelen voorzien om armoede, misbruik van mens en dier, en uitputting van de grond te voorkomen, bijvoorbeeld door de sabbatsrust, het gebod om landbouwgrond één jaar op zeven te laten rusten en de kwijtschelding van schulden. Maar de Israëliet legde veel geboden naast zich neer, en vandaag doen wij hetzelfde.
In de Bijbel neemt de mens inderdaad een bijzondere plaats in, maar niet als degene die alles aan zich onderwerpt, wel als diegene die van God een opdracht ontving waarvoor hij rekenschap verschuldigd is.
Wanneer je 'onderwerp de aarde' samen met de andere opdrachten van het boek Genesis leest, dan zie je dat er geen vrijbrief werd gegeven.
"De HEER God bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Hij legde hem het volgende verbod op: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ (Genesis 2:15-16 NBV21)"
De tuin moet bewaakt worden en dat is het tegendeel van roofbouw. En die boom wijst op het gevaar dat de mens goed en kwaad definieert in functie van zijn eigen profijt. De eerste mens negeerde Gods verbod, en dat gebeurt telkens weer, en gaat ten koste van de schepping. De algoritmes en de artificiële intelligentie verhogen nu het risico dat zij die aan de knoppen zitten, anderen onderwerpen door hun eigen definitie van goed en kwaad op te leggen - net zoals de kolonisators deden.
In Genesis hoofdstuk 4 gaat het opnieuw mis. Kaïn vermoordt zijn broer en God roept hem ter verantwoording: " ‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Kaïn. ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ (Genesis 4:9 NBV21)"
'Waken over' kan je vervangen door 'bewaren, zorgen voor of beschermen'. Kaïn wil niet zorgen voor zijn broer en dat is eufemistisch uitgedrukt want hij zal hem vermoorden. In de uitdrukking 'de tuin bewerken en erover waken' komen we datzelfde woord tegen. God roept de mens op om de schepping te bewaren, maar net als Kaïn vernietigen we haar.
In een boekbespreking las ik als conclusie:
"Kan de onderwerping (ook van het eigen zelf) vervangen worden door een ander idee van het goede leven?" vraagt Blom zich af op de laatste pagina van zijn boek. Ja dat kan, want dat was het doel van Jezus’ komst naar deze wereld. Hij verving ’heersen’ consequent door ’dienen’, en dat lees je in de Bergrede en in de passage waarin hij een kind als voorbeeld plaatste tegenover zij die willen heersen.
Wie op zoek gaat naar richtlijnen om anders te gaan leven, kan inspiratie vinden in de Bijbel. Want die bevat veel wetten en leefregels die gericht zijn op respect voor Gods schepping. Ze dateren uit een ander tijdperk, maar de principes blijven geldig. Niet voor niets waren de Tien Geboden een belangrijke inspiratiebron voor de universele verklaring van de rechten van de mens.
Om af te sluiten wil ik met Jezus’ woorden het positieve uitgangspunt van die geboden in de verf zetten.
"‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’(Matteüs 22:37-40 WV)"
Wie zo leeft, is niet gericht op onderwerping, maar op het welzijn van de medemens en op het verzorgen van Gods tuin zodat die tot bloei komt. En hij kan, wanneer the point of no return wordt overschreden, uitkijken naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
#080 De cloud
over wolken en hemelse sferen (8')
23/07/2023
Tekst van de video
Veel mensen hebben een backup in de cloud. Wanneer hun portable tot as herleid wordt, zijn ze niet alles kwijt. Want hun gegevens kunnen zo weer gedownload worden. ‘Cloud’ is figuurlijk bedoeld, want alles wordt ergens ter wereld op servers opgeslagen. Maar symbolisch lijken die computers op geconnecteerde wolkjes. Die cloud is een eenvoudig beeld om een complexe realiteit voor het publiek toegankelijk te maken. Tegelijk is die cloud een beetje mysterieus, want zoals wolken hemellichamen aan het oog onttrekken, zo heeft de eindgebruiker geen zicht op de infrastructuur waarin zijn gegevens worden bewaard en wat er mee gebeurt. Dat is ook niet nodig, maar toch moeten we beseffen dat bedrijven en totalitaire overheden persoonlijke gegevens misbruiken, dat leugens en bedrog over het internet verspreid worden en dat kwaadwillige hackers inbreken in systemen. Waarom die uitleg? Omdat die cloud ons inzicht kan geven in het christelijk wereldbeeld. Straks meer daarover.
Veel wetenschappers hebben een naturalistische overtuiging. Volgens hen bestaat er niets bovennatuurlijks en kan de werkelijkheid, en ook het menselijk bewustzijn met zijn emoties, morele overtuigingen en godsbesef, uiteindelijk gereduceerd worden tot de materie. We zijn dan een heel complexe machine, bestuurd door onze hersenen, maar ook niet meer dan dat. Eens die hersenen dood zijn, is alles voorbij, en dan neem je je ervaringen en kennis mee in je graf want 'dood is dood'.
Die opvatting gaat in tegen de overtuiging van een groot deel van de mensheid, in het verleden en ook nu.
Alle godsdiensten kennen in een of andere vorm leven na de dood, waarbij een oordeel over het doen en laten uitmondt in vreugde of verdriet. Dat is slechts mogelijk wanneer er sprake is van:
(1) een menselijk bewustzijn dat niet opgesloten zit in de hersenen, zodat het de dood van het lichaam kan overleven;
(2) een opslag van ons denken en spreken, ons doen en laten, in het bewustzijn of in de cloud, met het oog op dat oordeel;
(3) een vrije wil in de plaats van machinale handelingen door elektronische impulsen, zodat een mens ter verantwoording kan geroepen worden.
"God weet alles over iedereen. Alles in en om ons ligt open en bloot voor zijn ogen, niets kan verborgen blijven voor Hem aan wie wij verantwoording moeten afleggen voor alles wat wij hebben gedaan." (Hebreeën 4:13 HTB)
"Onthoud dit: op de dag van het grote oordeel zult u zich moeten verantwoorden voor ieder nutteloos woord dat u hebt gezegd." (Matteüs 12:36 HTB)
De westerse mens heeft grote twijfels over een leven na de dood. Dankzij de wetenschap weet hij veel over alles en nog wat, en dat kan hem hoogmoedig maken. Maar de relativiteitstheorie en de kwantumfysica leren ons nu, dat het allemaal oneindig veel complexer en genialer is, en dat er heel veel is dat we nog niet weten. Tijd en ruimte zijn relatief en men veronderstelt nu dat er andere dimensies zijn dan onze vierdimensionale tijd-ruimte. Zo heeft de rationele mens vandaag opnieuw veel meer redenen om te geloven dat het mogelijk moet zijn om zijn lichaam te overleven, en al zijn gegevens eeuwig te bewaren en te reproduceren.
"De Here kijkt uit de hemel neer en let op de mensen. Vanuit zijn woning kijkt Hij naar de bewoners op aarde. Hij die hen zelf heeft gemaakt, weet precies waarom zij doen wat zij doen." (Psalmen 33:13-15 HTB)
"Ben Ik soms een God die maar op één plaats tegelijk is en die niet van veraf kan zien wat zij uitvoeren? Kan iemand zich voor Mij verbergen? Ben Ik niet overal tegelijk, in de hemel en op de aarde?" (Jeremia 23:23-24 HTB)
Er bestaat een God die niet gebonden is aan de natuurwetten en die alwetend en almachtig is. En er zijn ook andere dimensies met een geestelijke wereld die interfereert met de onze, maar die grotendeels is afgeschermd. En zo komen we weer bij die cloud, want de Bijbel plaatst God in de hemel - verheven boven mens, natuur en geestenwereld - en wanneer God contact heeft met de mensenwereld, wordt Hij vaak omgeven door wolken.
"De Heer ging voor hen uit. Overdag was Hij in een grote, hoge wolk om hen de weg te wijzen. 's Nachts was Hij in een wolk van vuur om hen te verlichten. Zo konden ze dag en nacht verder reizen." (Exodus 13:21 BB)
"Toen de priesters uit de heilige kamer kwamen, kwam er een wolk die de hele tempel van de Heer vulde. De priesters konden door die wolk niet blijven staan om dienst te doen. Want in de wolk was de machtige aanwezigheid van de Heer. De hele tempel werd ermee gevuld." (1 Koningen 8:10-11 BB)
"Toen kwam er een wolk, die hen overdekte, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’" (Marcus 9:7 NBV21)
Die hemel en die cloud zijn eenvoudige beelden om de complexe realiteit van andere dimensies voor het brede publiek weer te geven. Wolken geven regen en beschermen tegen de zon. Ze illustreren Gods zorg en bescherming. Maar tegelijk is die cloud een beetje mysterieus. De wolken verbergen Gods grootheid, want die confrontatie kunnen we niet aan.
God woont in de hoogste hemel, maar er zijn ook lagere hemelse regionen met medestanders en tegenstanders. Karikaturale voorstellingen maakten dat wereldbeeld ongeloofwaardig, maar we moeten beseffen dat er in die Bijbelse cloud ook een geestelijke wereld schuilt met een totalitaire overheid die onze persoonlijke gegevens misbruikt, leugens en bedrog verspreidt en kwaadwillige hackers aanstuurt.
"Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen." (Efeziërs 6:12 NBV21)
Het goede nieuws is dat God ons instructies gaf hoe we ons kunnen beveiligen, en daarvoor moeten wij geen computerspecialist worden, want Hij wil ons beschermen. We moeten Hem dus uitnodigen en we mogen die hackers geen kans geven door een foute levensstijl.
"De Here heeft u laten weten wat goed is en wat Hij van u verwacht. Hij wil niet anders dan dat u eerlijk en rechtvaardig bent en uw best doet liefde te bewijzen en als een nederig mens leeft met uw God." (Micha 6:8 HTB)
#079 Jezus verandert water in wijn
Waarom? (8')
9/07/2023
Tekst van de video
Jezus veranderde water in wijn. Het is een wonder waarnaar soms verwezen wordt als voorwendsel om nog wat bij te schenken. Maar wie dit wonder au sérieux neemt, stelt zich misschien wat vragen. Want dit wonder was geen goddelijk antwoord op uitzichtloos leed. Waarom heeft Jezus dit wonder dan verricht?
We lezen eerst het verhaal. "Op de derde dag werd er een bruiloft gevierd te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. Ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn opraakte, wendde de moeder van Jezus zich tot Hem en zei: ‘Ze zitten zonder wijn.’ Jezus antwoordde: ‘Wat hebben ik en u daarmee van doen, Vrouwe? Mijn uur is nog niet gekomen.’ Zijn moeder zei tegen de dienaren: ‘Wat Hij u ook beveelt, doe het maar.’ Nu stonden daar zes stenen waterbakken ten behoeve van het Joodse reinigingsgebruik, elk met een inhoud van twee tot drie metreten. ‘Doe die bakken vol water,’ beval Jezus hun. Ze deden ze vol water, tot de rand toe. Vervolgens zei Hij: ‘Schep er nu wat uit en breng het naar de tafelmeester.’ En ze deden het. De tafelmeester proefde het water dat wijn was geworden, maar wist niet waar die vandaan kwam … ‘Iedereen schenkt toch eerst de beste wijn, en de gewone pas wanneer er al flink gedronken is. Maar u hebt de beste wijn bewaard tot het laatst!’ Dat was het begin van Jezus’ tekenen, te Kana in Galilea. Hij openbaarde zijn heerlijkheid en zijn leerlingen geloofden in Hem." (Johannes 2:1-11 WV)
Waarschijnlijk is de familie niet kapitaalkrachtig, maar wel erg geliefd, en is er meer volk opgedaagd dan verwacht. Een trouwfeest duurde toen een week, en we weten niet hoeveel dagen er nog te gaan waren. Het personeel ziet de wijnvoorraad slinken en raakt in paniek. Maria is eerst op de hoogte. Misschien kende ze het personeel. Discreet informeert ze Jezus van die erg gênante situatie, die deze familie nog lang zou kunnen achtervolgen. Ze weet dat Jezus vanaf nu in de openbaarheid treedt als de door God gezonden Bevrijder. Er staat veel te gebeuren, maar ze weet niet goed wat!
Maar Jezus antwoordt zijn moeder, alsof zij een onbekende is, en Hij zegt dat zijn uur nog niet gekomen is. Die reactie lijkt in strijd met het respect van kinderen voor hun ouders, waar Hij elders op aandringt. Maar Jezus schept afstand en maakt duidelijk dat de familiale afkomst nu moet wijken voor de goddelijke agenda. Jezus’ agenda wordt voortaan bepaald door de Vader, en niet door de wensen van zijn omgeving want "… de Zoon kan niets uit zichzelf doen, Hij kan alleen doen wat Hij de Vader ziet doen" (Johannes 5:19 NBV21).
In eerste instantie lijkt het dat Maria wordt afgewezen, maar fatalisme is niet aan haar besteed. Ze zet door want ze weet dat er onderhandelingsruimte is in de relatie tussen God en mens. Jahweh is aanspreekbaar, en Hij is een God van wonderen, en ik veronderstel dat ze in stilte de Vader aanspreekt en toestemming krijgt voor verdere actie. Ook voor Jezus staat het licht nu op groen. We kennen het vervolg: circa zeshonderd liter wijn - uitstekende kwaliteit - meer dan genoeg om de acute nood te lenigen, maar misschien ook om die familie er financieel bovenop te helpen na een te dure bruiloft.
"Wat Hij u ook beveelt, doe het maar" zijn Maria's laatst gekende woorden want vanaf dan blijft ze op de achtergrond.
In de loop van de geschiedenis heeft God slechts eenmaal, gekleed als mens, de wereld bezocht, en het is niet verwonderlijk dat Hij overvloedig bewijs wou leveren van Jezus’ goddelijke afkomst. Als ooggetuige wil Johannes niet dat die unieke gebeurtenis tussen de plooien van de geschiedenis verdwijnt. Want de betekenis van dat wonder is veel meer dan een goddelijke antwoord op de nood van een vrijgevige familie die verder anoniem gebleven is. Johannes vermeldt dit wonder als "het begin van Jezus’ tekenen" en een openbaring van zijn heerlijkheid of zijn hemelse grootheid.
De Griekse taal kent verschillende woorden om een wonder aan te duiden. Sommige woorden accentueren de spectaculaire aard van de gebeurtenis. Maar Johannes gebruikt het woord ‘sēmeion’ dat neutraler is en de focus legt op de Auteur van het wonder. Want dit wonder is een door God gegeven teken, of bewijs, dat toont wie die Joodse Rabbi eigenlijk is. Het zal gevolgd worden door veel andere tekenen, die telkens Jezus’ meesterschap over andere natuurwetten tonen. En ook hier, bij die bruiloft in Kana, ligt de focus niet op het mirakel, en op de bijzondere kwaliteit van die wel heel jonge wijn, maar wél op de onvergelijkbare goddelijke kwaliteiten van Jezus. De leerlingen geloven nu dat Hij werkelijk de door God gezonden Messias is, en dat is oneindig veel belangrijker dan het feit dat het feest kon doorgaan, en die gastvrije familie bespaard bleef van publieke schande.
Johannes beschrijft ook vele andere wonderen die Jezus deed in de drie jaar voorafgaand aan zijn terechtstelling. En Hij beschrijft ook de verrijzenis als hét wonder bij uitstek. Door zijn leven te geven heeft Jezus - op een voor ons niet te vatten wijze - de weg naar de hemel vrijgemaakt. En al die tekenen bewijzen dat zijn boodschap waar is en de mens mag hopen op een door God georganiseerd hemels bruiloftsfeest.
Jezus’ aardse missie is voltooid, en Johannes laat ons kennis nemen van veel tekenen die Jezus heeft verricht. Wanneer wij Jezus’ boodschap geloven, kunnen we leven in harmonie met God, en dat voorbij de grenzen van de dood. Zo luidt de conclusie van Johannes. "Jezus heeft in het bijzijn van zijn leerlingen nog veel meer tekenen verricht, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leven ontvangt door zijn naam." (Johannes 21:30-31 NBV21)
#078 Iedereen influencer!?
Over influencers en volgers (8')
25/06/2023
Tekst van de video
In de oudheid had je in Israël een aantal influencers met een groot bereik. Ze traden niet op voor de centen of voor naamsbekendheid. Neen, mensen zoals Mozes, David, Elia, Daniël, Jesaja … en vele anderen werden door God aangesteld om uitleg te geven over de juiste manier van leven. In een vorige video zagen we hoe die mannen en vrouwen door hun woorden en levensstijl een voorbeeldfunctie hadden. Ze waren erg bekend en hadden een groot bereik, maar dat was geen garantie voor succes. Neen, vaak keerden de Israëlieten hen de rug toe.
De motivatie, de boodschap en de stijl van die influencers contrasteert nogal met die van vandaag. Want zij probeerden niet in te spelen op de wensen van hun publiek. Hun optreden was geen illustratie van de ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Je kreeg niet te horen welke kledij je moest dragen om mee te zijn met de laatste trend. Neen die influencers brachten door God geïnspireerde boodschappen van algemeen nut met een eeuwigheidswaarde, die haaks stonden op zelfzuchtige verlangens. Wie hun woorden toepaste in de praktijk, kon een leven uitbouwen waar je in eeuwigheid geen spijt van krijgt.
Maar in deze video kijken we naar dé influencer aller tijden, en die wordt beschreven in het Nieuwe Testament. Het is Jezus, en de inleiding van het Bijbelboek Hebreeën belicht zijn prominente plaatst in de geschiedenis:
"In het verleden heeft God op vele manieren door de profeten tot onze voorouders gesproken. Maar nu, in onze tijd, heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon, aan wie Hij alles heeft gegeven en door wie Hij de wereld heeft gemaakt. Gods Zoon straalt van Gods heerlijkheid en uit alles wat Hij is en doet, blijkt dat Hij in wezen God is. Hij beheerst alles met zijn machtig woord. Door voor ons te sterven, heeft Hij ons gereinigd en al onze zonden uitgewist. Daarna is Hij gaan zitten aan de rechterhand van de Almachtige God in de hemel." (Hebreeën 1:1-3 HTB)
Spreken doe je vaak omdat je iets weet dat nuttig is voor de andere, en waarmee die aan de slag kan gaan. Om de boodschap ingang te doen vinden kiezen influencers voor herhaling. God heeft veel te zeggen waar wij gebaat mee zijn, en dat we in de praktijk zouden moeten brengen. Hij spreekt ons op vele manieren en herhaaldelijk toe. Er is een rode draad doorheen de Bijbelboeken van Genesis tot Openbaring. Concepten, ideeën, geboden en oproepen tot actie … worden telkens herhaald met nieuwe woorden en beelden, in een gewijzigde context. En tal van gebeurtenissen illustreren hoe dat uitwerkt in de praktijk. Zo wordt de sérieux van de boodschap benadrukt en wordt de impact van Gods liefde, en van zijn verontwaardiging over onrecht duidelijk. Het is dan ook niet vreemd dat veel mensen zich telkens weer herkennen wanneer ze de Bijbel openslaan.
Je leest dat influencers authentiek moeten zijn, goede content moeten aanbieden, en niet op een leugen betrapt mogen worden. De influencer die daaraan voldoet, en torenhoog verheven is boven alle anderen, is natuurlijk Jezus. Zijn goddelijke afkomst garandeert dat zijn boodschap juist is en dat je zijn adviezen best zou opvolgen. Die afkomst blijkt uit vele wonderen en uit zijn verrijzenis en hemelvaart. Jezus had een perfecte levensstijl, zonder enige leugen of bedrog. Hij heeft het leven van ontelbaar veel mensen, en de loop van de geschiedenis ten goede veranderd. Er was natuurlijk ook veel onrecht in naam van de godsdienst, maar dat was juist het gevolg van het negeren van zijn woorden.
Maar Jezus was veel meer dan een influencer met goede content, die probeerde om ons levenslessen bij te brengen. Hij zei niet alleen hoe we zouden moeten leven, maar door zijn leven op te offeren kan Hij ons nieuw leven schenken. Stemmen we daarmee in, dan maakt Hij ons helemaal clean. Hij geeft ons dan goddelijke bijstand zodat we een goed leven kunnen leiden, en ook zelf een influencer kunnen worden.
"Jullie zijn het licht voor de wereld. … Laat … jullie licht schijnen voor de mensen. Laat hun de goede dingen zien die jullie doen. Dan zullen ze jullie hemelse Vader ervoor prijzen." (Matteüs 5:14-16 BB)
Influencers doen alles voor een toename van het aantal volgers en het aantal likes, want dat geeft hogere inkomsten. Die belangenvermenging maakt dat je hun boodschap kritisch moet aanhoren. Jezus deed het niet voor het geld of voor de macht, en Hij zwakte zijn boodschap niet af om volgelingen te winnen. Integendeel, Hij sprak de waarheid, ook wanneer die voor Hemzelf of voor zijn toehoorders ongemakkelijk was. Lucas beschrijft hoe Jezus heel populair was en veel volgers had - niet verwonderlijk met die genezingen en de broodvermenigvuldiging - maar Jezus’ reactie is ontnuchterend.
"Er kwamen heel veel mensen naar Jezus toe. Op een gegeven ogenblik draaide Hij Zich om en zei: ‘Wie bij Mij wil horen, moet meer van Mij houden dan van zijn vader, moeder, vrouw, kinderen, broers en zusters. Ik moet hem zelfs meer waard zijn dan zijn eigen leven. Anders kan hij mijn leerling niet zijn. …" (Lucas 14:25-27 HTB)
Die straffe woorden zijn maar terecht, wanneer Jezus werkelijk God is, want geen mens mag zo'n toewijding eisen. Jezus’ uitspraak is een toepassing van het spreekwoord: "Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen". We moeten prioriteit geven aan het belangrijkste, en als mens zijn we in relatie tot God op gelijk welk vlak lichter dan een pluimpje. Die wolken wegen natuurlijk ook niets, maar ze symboliseren de voor ons verborgen God die het universum draagt, en de reden is van ons bestaan.
Jezus wil geen afbreuk doen aan de liefde voor vader en moeder, vrouw en kinderen, broers en zussen, want God kent een hoge waarde toe aan goede relaties. Maar zelfs hetgeen in de mensenwereld het meest waardevol is, mag Gods plaats niet innemen en een juiste relatie met God zou aan de grondslag moeten liggen van alle andere relaties want "Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen".
#077 Een natie met een voorbeeldfunctie?
Gods zorgenkind (8')
11/06/2023
Tekst van de video
Een natie met een voorbeeldfunctie is een idee dat ons niet vreemd is. Enige jaren terug werd Nederland genoemd als gidsland, omwille van goed bestuur en zogenaamde progressieve wetgeving. Maar intussen is er de toeslagenaffaire, de stikstofcrisis, het drugsgeweld, … Westerse landen beschouwden zichzelf als voorbeelden wat betreft democratie en mensenrechten. Maar die democratie werkt niet naar behoren. Er is onmacht en geruzie op bestuursniveau, geweld op straat … en justitie kan niet volgen. Mensenrechten zijn in internationale relaties vaak ondergeschikt aan economische belangen. Bovendien is het begrip gecontamineerd, want woke gaat gepaard met intolerantie, en sommige gedragingen die vroeger laakbaar waren, worden nu als mensenrecht omschreven. Normen en waarden worden geherdefinieerd, en dat gaat vaak in tegen wat God wil.
"Wee degenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad, die het licht tot duisternis maken en het duister tot licht, …" (Jesaja 5:20 NBV21)
Natuurlijk heeft het westen nog veel te bieden, en wie elders vervolgd wordt omwille van politieke overtuigingen, geloof of inzet voor de goede zaak, … vindt hier misschien nog een veilig onderkomen. Maar toch zijn we op heel wat punten niet echt geloofwaardig. Die problemen heb je vandaag ook in Israël, en ook in het verre verleden was Israël Gods zorgenkind. God wou een volk met een voorbeeldfunctie, maar het negeren van Gods leefregels veroorzaakte veel ellende en dat is gênant, want daardoor bevat de Bijbel vreselijke verhalen, die er niet hoefden te zijn. We moeten niet met de vinger wijzen, want die verhalen kom je bij elk volk tegen, maar God wou het anders.
De Israëlieten waren Egypte ontvlucht om een nieuwe natie te vormen onder Gods leiding. Ze waren bevoorrecht, want Jahweh, die als geen ander weet hoe de mens in elkaar zit, gaf hun instructies en wanneer ze die naleefden, zouden niet alleen zelf gespaard blijven van ellende, maar ook anderen tot zegen zijn. In een vorige video zagen we hoe Mozes de Israëlieten opriep om in te stemmen met het verbond met God. Ze kenden Gods wetten en die waren niet moeilijk toepasbaar. Maar ze maakten de foute keuzes, want ze hielden niet van Jahweh, maar van zichzelf, en van hun afgoden. Dat veroorzaakte veel leed en ging ten koste van hun voorbeeldfunctie.
Israël was het uitverkoren volk. Niet dat God de andere volken was vergeten. Neen, in Psalm 117 wordt de ganse wereld uitgenodigd kennis te maken met Jahweh.
"Loof de HEER, alle volken, prijs Hem, alle naties: zijn liefde voor ons is overstelpend, eeuwig duurt de trouw van de HEER. Halleluja!" (Psalm 117 NBV21)
Dat ideaalbeeld wordt verwoord door Salomo bij de inwijding van de tempel. Het had een hoogdag kunnen zijn voor Joods nationalisme. Maar Salomo klopte zichzelf niet op de borst en keerde zich niet tegen vreemdelingen. Integendeel: Hij erkent dat zijn volk telkens weer tekortschiet, en hij heet de ganse wereld welkom in Jeruzalem.
"Wanneer uw volk Israël door de vijand is verslagen omdat het tegen U gezondigd heeft, en wanneer zij dan naar U terugkeren, uw naam prijzen en tot U in deze tempel bidden en smeken, aanhoor hen dan vanuit de hemel, vergeef uw volk Israël wat het heeft misdaan en breng hen terug naar het grondgebied dat U aan hun voorouders hebt gegeven. …
Ook wanneer een vreemdeling, die niet tot uw volk Israël behoort en die uit een ver land hierheen is gekomen om U te vereren – want ook daar is de faam van uw sterke hand en opgeheven arm doorgedrongen –, wanneer een vreemdeling hierheen komt en een gebed richt naar deze tempel, aanhoor hem dan vanuit de hemel, uw woonplaats, en doe wat hij U vraagt. Dan zullen alle volken op aarde uw naam leren kennen en ontzag voor U tonen, zoals uw volk Israël dat doet, en zij zullen weten dat uw naam verbonden is aan deze tempel die ik heb gebouwd." (1 Koningen 8:33-34, 41-43 NBV21)
Salomo brengt een mooie boodschap, en dat illustreert de goede sfeer op dat moment. En ook God getuigt hier van zijn aanwezigheid, want: "De priesters konden hun dienst niet meer verrichten, want de majesteit van de HEER vulde de hele tempel." (1 Koningen 8:11 NBV21) Wanneer God op een intense wijze aanwezig is, dan wordt een mens bescheiden en legt hij de juiste accenten. God wil in majesteit aanwezig zijn, als mensen Hem erkennen en gehoorzamen.
God is de andere volken niet vergeten. Maar wanneer je een project wil uitrollen op wereldschaal, dan moet je ergens starten, een hoofdkantoor kiezen, personeel in dienst nemen en opleiden. God koos een volk dat niet in tel was. Hij toont zijn medeleven door uit de slavernij te leiden, lang voordat de afschaffing van de slavernij een politiek thema was. Hun samenleving moet gekenmerkt worden door liefde voor de Schepper en voor elk mens. Om dat te bereiken gaf God de Tien Geboden. Die grondregels werden aangevuld met regels voor eerlijke rechtspraak, zorg voor de zwakke inclusief de vreemdeling, zorg voor de natuur en voor de dieren, enz. … De principes die hieraan ten grondslag liggen, hebben een universele gelding.
Het goede voorbeeld had aanstekelijk kunnen werken. Want Israëls buren zagen hoe het eraan toeging, het land werd doorkruist door karavanen en de boodschap van sommige profeten werd buiten de landsgrenzen gehoord. En wanneer Israëlieten gedeporteerd werden naar Assyrië, dan behielden ze hun geloof in Jahweh. Maar het Oude Testament toont ons vaak hoe het niet moet. Die verhalen hebben een negatieve voorbeeldfunctie, en ook daar kunnen we uit leren, zodat we niet dezelfde fouten maken. Maar er zijn ook tal van positieve voorbeelden. Noach, Abraham, Mozes, Ruth, Samuël, David, Ezra, Nehemia, Ester, Jesaja, … en vele anderen bleven God trouw in moeilijke omstandigheden.
Wat was hun geheim? Zij dachten bescheiden over zichzelf en groot over God. Ze wisten dat ze zijn bijstand nodig hadden en zij werden door zijn Geest gesterkt. Hem gehoorzamen was geen opgelegd programma, maar een innerlijk verlangen. Wanneer je het Oude Testament leest, kan je leren uit de negatieve verhalen. Maar je wordt vooral wijzer van die vele prachtige personen die door hun trouw aan God in moeilijke omstandigheden hun voorbeeldfunctie hebben waargemaakt.
#076 Pinksteren
een diepere (gods)ervaring (8')
28/05/2023
Tekst van de video
Vandaag herdenken we het Pinksterfeest. Dat we daar een vrije dag aan overhouden illustreert dat dit voor christenen een mijlpaal is. Wat op die dag gebeurde vormt een antwoord op meerdere basisnoden. Ik noem er twee.
(1) Er is een nood aan correcte info. Veel mensen voeren een "verkeerde strijd". Ze zijn ervan overtuigd dat ze het goede doen, en zetten zich daar 100 procent voor in. Maar misschien zijn ze niet goed geïnformeerd of misleid. We zien dat bij maatschappelijke thema's, maar ook op religieus gebied, want in de kerkgeschiedenis was "verkeerde strijd" nooit ver weg.
Er is een nood aan correcte info over God, en die info zou tot bij de gewone man en vrouw moeten geraken en dus gedemocratiseerd moeten worden. Want God wil de God zijn van alle mensen.
(2) En er is ook nood aan kracht. Vaak is er een verschil tussen theorie en praktijk, tussen woorden en daden. Men weet hoe het zou moeten, maar handelt er niet naar.
Die kloof kan het gevolg zijn van wel willen, maar niet kunnen. Men wil slechte gewoontes afleren, maar mist de kracht om goede intenties vol te houden. Of men wil iets doen, maar laat zich weerhouden door wat anderen zouden denken. Het is een ervaring die iedereen wel kent.
Honderdtwintig leerlingen waren samen op retraite in Jeruzalem, want Jezus had beloofd dat ze daar Gods Geest zouden ontvangen. Natuurlijk had Gods Geest hen de voorbije jaren ook al bijgestaan. Misschien hadden ze dat ervaren als een moment van bijzondere inspiratie of grote vrijmoedigheid en durf. Maar straks zouden ze in die Geest ondergedompeld worden, en die Geest zou hen nadien permanent vergezellen. Dat is een diepere godservaring die tegemoetkomt aan die basisnoden, en aan veel andere behoeften van de mens.
We lezen eerst wat Jezus beloofde.
"Jezus zei: Als jullie echt van Mij houden, doe dan ook wat Ik zeg. En Ik zal aan de Vader om een andere Helper voor jullie vragen. Hij zal voor eeuwig bij jullie blijven. Hij is de Geest van de waarheid. De mensen die niet in Mij geloven, kunnen Hem niet ontvangen. Want ze zien Hem niet en kennen Hem niet. Maar jullie kennen Hem, want Hij blijft bij jullie en Hij zal in jullie zijn. …
Omdat jullie bij Mij horen, zal de Vader jullie straks de Helper sturen. Hij is de Heilige Geest. Hij zal jullie alles leren en alles helpen herinneren wat Ik tegen jullie heb gezegd." (Johannes 14:15-17, 26 BB)
Er is een basisnood aan correcte info over God, zodat we geen verkeerde strijd gaan voeren. We kunnen een spirituele en intellectuele zoektocht ondernemen, maar zonder de Geest van de waarheid riskeren we foute zoekresultaten over God te vinden. Jezus belooft externe goddelijke hulp, in de vorm van een Persoon, die ons helpt in het leerproces. Die info over God borrelt niet zomaar op, want zij ligt vervat in Jezus’ woorden. Je moet er dus de Bijbel bijnemen. En aangezien ook anderen die Geest ontvangen, moeten die zoektocht samen ondernemen.
Maar aan het ontvangen van Gods Geest zijn voorwaarden verbonden. Wie niet houdt van Jezus en doet wat Hij vraagt, kan de Geest van de waarheid niet ontvangen, maar misschien wel een andere religieuze geest, die hem op een dwaalspoor leidt.
God wil de God zijn van alle mensen. De info over Hem moet dus ook tot bij de gewone man en vrouw geraken. En dat is wat er ook gebeurt met de gave van de Geest, zoals Petrus op de Pinksterdag verduidelijkt.
"Wat hier nu gebeurt, is aangekondigd door de profeet Joël: "Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik mijn Geest uitgieten over al wat leeft. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen dromen dromen. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal Ik in die tijd mijn Geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren." (Handelingen 2:16-18 NBV21)
Het was in het verleden nog wel gebeurd dat Gods Geest over mensen kwam, bijvoorbeeld bij profeten die Gods boodschap moesten doorgeven, en bij Israëlieten die tot koning werden gezalfd. Maar nu kan ieder mens Gods Geest ontvangen.
Die democratisering was er al toen Jezus zijn medewerkers koos: geen priesters, wetgeleerden of farizeeën. Niet dat zij uitgesloten werden, want later vervoegt Paulus de apostelen, en hij was farizeeër. Maar Jezus koos in de eerste plaats gewone mensen. Iedereen heeft nood aan correcte info over God, en hier zegt Petrus dat jong en oud, man en vrouw, vrij of slaaf de Geest van de waarheid kan ontvangen, en dus persoonlijke begeleid kan worden. Velen waren ongeletterd, maar Gods Geest gaf toelichting bij het gepredikte woord.
En dan is er die basisnood aan kracht, zodat de tegenstelling tussen theorie en praktijk, tussen woorden en daden kleiner wordt. "Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde." (Handelingen 1:8 NBV21)
We zien dat gebeuren bij Petrus. Hij ondergaat een metamorfose op de Pinksterdag, en dat is geen voorbijgaande bevlieging, maar het tekent zijn verdere leven. Een bange Petrus die Jezus verloochende, gaat vanaf nu levensbedreigende publieke optredens niet meer uit de weg.
In de latere kerkgeschiedenis werden de voorwaarden om die bijstand te ontvangen heel vaak niet vervuld, en de resultaten waren er ook naar. De Geest van de waarheid werd al te vaak verruild voor leugen, en het democratiseringsproces werd teruggedraaid. Dienstbaar leven werd verruild voor macht en rijkdom. Al die problemen illustreren dat we als mens de Geest van de waarheid zo hard nodig hebben, om ons te onderwijzen, te corrigeren en energie te geven. Wanneer wij de voorwaarden vervullen en vragen om Gods Geest, dan zal God dat ons niet weigeren. Want ook dat zien we in de kerkgeschiedenis: heel veel mensen die, door God bekrachtigd, bijzondere dingen doen.
#075 De 10 beste speeches ooit
over grote en kleine keuzes (8')
14/05/2023
Tekst van de video
Op het internet vind je lijsten met de beste speeches ooit: toespraken van Martin Luther King, Kennedy, Roosevelt, Churchill, enzovoort. Maar er zijn opvallende afwezigen, zoals de Bergrede van Jezus die tot op vandaag velen inspireert. In deze video bekijken we een andere speech: Mozes sprak de Israëlieten toe, net voor ze het beloofde land binnentrokken. Het is een toespraak die wat mij betreft in de top 10 mag staan.
De geboden die ik u vandaag heb gegeven, zijn niet te zwaar voor u en liggen niet buiten uw bereik. Ze zijn niet in de hemel, dus u hoeft niet te zeggen: "Wie stijgt voor ons op naar de hemel om ze daar te halen?" Ook zijn ze niet aan de overkant van de zee. Nee, die geboden zijn heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart; u kunt ze volbrengen. Vandaag stel ik u voor de keuze tussen voorspoed en tegenspoed, tussen leven en dood. Wanneer u zich houdt aan de geboden van de HEER, uw God, door Hem lief te hebben, door de weg te volgen die Hij wijst, en zijn geboden, wetten en regels in acht te nemen, dan zult u in leven blijven en in aantal toenemen, en dan zal de HEER, uw God, u zegenen.
Maar als u Hem de rug toekeert en weigert te luisteren, als u zich ertoe laat verleiden neer te knielen voor andere goden en die te vereren, dan zeg ik u op voorhand dat u te gronde zult gaan. U staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen, door de HEER, uw God, lief te hebben, Hem te gehoorzamen en Hem toegedaan te blijven.
De speech gaat over keuzes maken. Je hebt in het leven enkele grote keuzes en heel veel kleine keuzes. Een grote keuze is bijvoorbeeld de beslissing om te trouwen. Maar daarna maken die man en vrouw elke dag opnieuw kleine keuzes die de kwaliteit van het huwelijk tekenen, en op termijn ook bepalen of het zal standhouden. Een juiste grote keuze wordt tenietgedaan door opeenvolgende kleine foute keuzes.
Mozes roept hen op om vandaag de grote beslissing te nemen tot vernieuwing van het verbond met God. Maar Hij vraagt ook dat ze nadien consequent de weg volgen die God aanwijst, door in het leven van elke dag de juiste kleine keuzes te maken.
Bijna 40 jaar voordien had de vorige generatie Egypte verlaten, om een nieuwe natie te vormen waarin Jahweh centraal zou staan. Jahweh gaf hun goede wetten en leefregels en als ze die zouden naleven, zouden zij gezegend worden. De Israëlieten hadden ingestemd met dat verbond. Maar na die juiste grote keuze volgden er veel foute kleine keuzes: ontevredenheid, rebellie, immoraliteit en afgodendienst.
Nochtans waren er meerdere redenen waarom de Israëlieten het goed hadden moeten doen. Want "De geboden liggen niet buiten uw bereik". De Israëlieten moesten niet via een mystieke zoektocht opstijgen naar de hemel, of zoals de held Gilgamesh een zoektocht ondernemen over de zeeën. Neen God gaf hun op een presenteerblaadje een uitleg over de juiste levensstijl, die iedereen kan vatten, denk maar aan de Tien Geboden. Die wetten dienden niet het belang van de leider en zijn entourage, maar het algemeen belang. Nu de ganse bevolking geïnformeerd werd, kon Mozes zeggen: "… die geboden zijn heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart". Het is een uitspraak die ook voor ons geldt.
"De geboden zijn niet te zwaar voor u … u kunt ze volbrengen." Sommige opdrachten zijn onmenselijk zwaar. Denk maar aan die waanzinnige ultramarathon van honderdzestig kilometer met een hoogteverschil van tweemaal de Mount Everest, die onlangs door een Belg werd uitgelopen. Maar God vroeg geen onredelijke dingen. Neen, niet liegen en bedriegen en mensen in nood helpen - dat kan iedereen.
Ook vandaag zijn er veel zaken die mensen zouden moeten doen, maar niet doen. Niet omdat ze het niet weten of kunnen, of omdat het te moeilijk is, maar uit gemakzucht, persoonlijk profijt, ijdelheid of schrik voor wat anderen denken.
Wanneer je bijvoorbeeld in België je portefeuille verliest, is de kans klein dat je je geld terugziet. De vinder weet dat hij alles moet teruggeven, en dat is niet moeilijk, maar toch gebeurt het zelden. Geld overschrijven aan een hulporganisatie is voor velen echt niet moeilijk. Maar heel wat Belgen doen daar niet aan mee. Mensen weten dat een te grote auto slecht is voor het milieu en gevaarlijk voor de zwakke weggebruiker, en meer bescheidenheid is echt niet moeilijk, maar toch maken velen de foute keuze.
Hoe komt het dat de Israëlieten ondanks de juiste grote keuze, nadien zoveel foute kleine keuzes maken? Niet omdat ze niet wisten hoe het moest, niet omdat ze er niet toe in staat waren, maar gewoon omdat ze liever hun eigen zin deden. En dat vormt een illustratie van wat filosofen noemen "la condition humaine" of het feit dat de mens steeds weer worstelt met goed en kwaad. De Israëlieten hielden meer van zichzelf dan van God, terwijl liefde voor God het fundament moest zijn.
"Wanneer u zich houdt aan de geboden van de HEER … door Hem lief te hebben, door de weg te volgen die Hij wijst, en zijn geboden, wetten en regels in acht te nemen, dan zal de HEER u zegenen."
Wanneer eigenliefde overheerst, dan maakt men de foute keuzes, en komt men in een negatieve spiraal terecht. Maar wanneer mensen van elkaar houden, dan valt het niet moeilijk om dag in dag uit de juiste kleine keuzes te maken. Integendeel, dan schept men er vreugde in om datgene te doen wat de andere graag heeft. En dan wordt men daar ook voor beloond, en zo wordt het nadien nog gemakkelijker om de juiste keuzes te maken.
Die logica geldt ook in de godsrelatie. God liefhebben is de eerste en belangrijkste opdracht, en die relatie start door Hem aan te spreken.
#074 De ultieme bekoring
over transhumanisme en het paradijs … (8')
30/04/2023
Tekst van de video
De ultieme bekoring voor de mens is om als God te zijn en een paradijs te creëren volgens zijn eigen normen. Dat is een bekoring waarvoor de eerste mens bezweek, en die verleiding is er telkens weer, op een wijze aangepast aan cultuur en kennis.
De Farao's beschouwden zichzelf als zonen van de zonnegod, en Romeinse keizers lieten zich als god vereren. Hitler zou een duizendjarig rijk creëren voor een veredeld mensenras. Vandaag dwingen miljoenen slimme camera's de Chinezen om in de pas te lopen.
Die toekenning van goddelijke status aan een persoon of een regime gaat gepaard met machtsmisbruik. Het paradijs is gereserveerd voor de elite - anderen worden een gebruiksvoorwerp. Het is een les uit de geschiedenis die we best niet vergeten nu de bekoring om een paradijs te scheppen nieuwe vleugels krijgt door de fenomenale mogelijkheden van techniek en artificiële intelligentie. Vroeger rekenden we erop dat God zou zorgen voor dat paradijs. Maar God is dood, en de mens zou het resultaat zijn van toevallige mutaties. Misschien kunnen we die mens gelukkiger en slimmer maken door gelukshormonen, door implantaten in te brengen, het DNA aan te passen en door straks de herseninhoud te uploaden in een andere drager. Dat heet dan 'transhumanisme'.
"Transhumanisme wordt door sceptici beschouwd als de diepgewortelde behoefte van de mens, en ook de wetenschappelijk georiënteerde en materialistische mens, om toch het paradijs te scheppen met behulp van supertechnologie waarbij de mens boven zijn grenzen uitstijgt en zichzelf tot God transformeert." (Wikipedia, transhumanisme, maart 2023)
We hebben onvoldoende competenties om een grassprietje te ontwerpen. Maar los daarvan is de mens niet geschikt als ontwerper voor het opbouwen van een paradijs, omdat hij de vereiste morele kwaliteiten mist. Wetenschappelijke vooruitgang ging niet gepaard met vooruitgang in beschaving en morele kwaliteiten. Dat leert de geschiedenis, maar ook de kranten van vandaag. De moderne mens is net zo goed of kwaad, liefdevol of meedogenloos, als de mens in de antieke wereld. Met dat verschil dat hij nu beschikt over exponentiële kennis en kracht, zodat hij zelfs de wereld kan onleefbaar maken, ofwel met een druk op 'de rode knop', ofwel geleidelijk door zijn vervuilende levensstijl. En dat brengt ons bij een tweede reden voor ongeschiktheid voor die job: de mens gaat niet duurzaam te werk. Zijn werken gaan gepaard met de afbraak van zijn biotoop, terwijl een paradijs de eeuwigheid moet trotseren.
Die vereisten ontbreken bijvoorbeeld in het project om de mensheid op Mars een nieuwe start te geven. En stel dat alle technische problemen worden opgelost en proper wordt gewerkt, dan nog kan Elon Musk niet beletten dat er straks op Mars - zoals op Twitter - een burgeroorlog uitbreekt.
Het verbeteren van het lot van de mens of het streven naar het paradijs is uiteraard een goede zaak, waarvoor we ons moeten inzetten, maar de mens moet 'zijn plaats kennen', en grenzen respecteren. Anders monden die projecten uit in een debacle. Dat zien we in de geschiedenis, en gebeurde bij de zondeval.
"‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw, ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. ... doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, en dat jullie dan als God zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan." (Genesis 3:2-6 NBV21)
God stelt grenzen, maar het zijn geen natuurwetten die dwingend toepasselijk zijn. Neen, God respecteert de menselijke vrijheid en Hij geeft geboden die de mens naast zich neer kan leggen. Niet alles wat kan, mag, en dat besef leeft ook bij tal van wetenschappers. Tegelijk is het aanlokkelijk om de grenzen af te tasten en te overschrijden.
De Bijbel bevat de geboden en de leefregels die God ons gaf en het vraagt studie en wijsheid om die teksten te vertalen naar onze tijd, en te bepalen wat "Je plaats kennen en grenzen respecteren" inhoudt bij al die complexe vraagstukken. Maar we zetten stappen in de goede richting wanneer we Gods zeggenschap en morele normen erkennen, bescheiden zijn en onze eigen eer niet zoeken. Wanneer we de waarheid liefhebben, het zorgvuldigheidsbeginsel respecteren en rekening houden met mogelijke langetermijngevolgen … en wanneer we anderen willen dienen in plaats van gebruiken.
Mensen hebben een ingebouwd verlangen naar een paradijs, en dat doet vermoeden dat iemand daarin kan voorzien. De Bijbelse God is liefde, Hij is heilig en integer en heeft de morele kwaliteiten om dat paradijs uit te bouwen. Zijn technische competentie blijkt uit het voorontwerp: een universum dat getuigd van een superintelligente Maker. En door Jezus op te wekken uit de dood, toonde God zijn vermogen om de sterfelijkheid te overwinnen. Dat is de gebeurtenis die de eerste discipelen een boost gaf, nadat hun Rabbi was terechtgesteld.
Het laatste Bijbelboek beschrijft dat paradijs:
"Ik (Johannes) hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen … Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ …‘Alles maak Ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ … Wie overwint vallen deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn." (Openbaring 21:3-7 NBV21)
We mogen binnentreden in dat paradijs, maar dat gebeurt op Gods voorwaarden en gaat niet vanzelf. Leer Jezus kennen - Hij is de weg naar God en naar dat paradijs. Buig voor Hem en respecteer de grenzen die Hij oplegt, en wees voor eeuwig welkom in zijn nieuwe wereld!
#073 De doop van Achilles ...
of de christelijke doop? (8')
16/04/2023
Tekst van de video
De Joodse godsdienst kende heel wat rituelen, maar bij Jezus lag het zwaartepunt niet op de rituelen, maar op de relatie met de Vader, en op de levensstijl. Toch vroeg Hij om zijn volgelingen te dopen.
Jezus … zei tegen hen: "God heeft Mij alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Trek eropuit en maak alle volken tot mijn leerlingen en doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. Leer hun alles onderhouden wat Ik jullie heb opgedragen. En, wees er zeker van: Ik ben bij jullie, van dag tot dag, tot aan de voltooiing van de wereld." (Matteüs 28:18 - 20)
Waarom gaf Jezus de opdracht om te dopen, en wat houdt dat ritueel eigenlijk in? Ik heb het dan niet over de doop als een familiefeest met een religieus accent, kort na de geboorte van een kind, maar wel over de doop zoals die plaats vond bij de eerste christenen.
Maar eerst geef ik uitleg over de doop van Achilles. Achilles is een held in een Griekse mythe. In die godenwereld werd veel gevochten, en Achilles’ moeder wou haar zoontje onkwetsbaar maken. Daarom doopte ze hem in de Styx - een mythische rivier die negenmaal rond de onderwereld vloeit! Maar ze hield Achilles vast aan zijn enkel, zodat er op die plaats geen toverwater kwam, en hij daar kwetsbaar bleef. We kunnen het vervolg al raden: vele jaren later kreeg Achilles een pijl in zijn hiel, en stierf. Die mythe illustreert wat de doop waarover Jezus spreekt niet is. Het is geen ritueel met bijzonder water dat bovennatuurlijke bescherming biedt. Zo’n rituelen vind je ondermeer bij sjamanen… Zegen en vloek zijn bij hen te koop en ze worden geactiveerd via een amulet, ritueel of toverspreuk. Vandaag vind ik in mijn mailbox publiciteit voor helderzienden die liefde en rijkdom beloven, maar die occulte weg staat haaks op de smalle - soms lastige - weg die Jezus aanbeveelt. Wie relationele problemen heeft, doet er beter aan om in alle openheid aan zijn relatie te werken, zijn problemen te bespreken en zich in te spannen om het goede te doen.
De doop was geen inwijdingsritus. Het water van Jeruzalem of van de Jordaan had geen toverkracht. Die doop veranderde ook niets aan het feit dat het moeite kost om christen te zijn en goed te leven. "Leert hun alles onderhouden …" illustreert dat de doop gevolgd wordt door een leerproces, en die levenslessen krijg je niet zo gauw geleerd. De doop is evenmin een ritueel dat het innerlijke zuivert. Voor Hindoes heeft de doop in de Ganges wél die betekenis. De hindoe wil, vóór zijn vertrek uit deze wereld, bevrijd worden van een negatief karma zodat hij in een volgend leven hogerop geraakt. Bij de eerste christenen was de volgorde anders: niet het water zuiverde de mens van kwaad. Dieptereiniging en eeuwig leven ontving hij door Jezus’ boodschap te aanvaarden, want door zijn kruisdood wast Jezus al wat vuil is weg, en opent Hij de weg naar eeuwig leven. De eerste christenen zich dus dopen ter bevestiging van die keuze voor Jezus.
Eigenlijk is de doop een statussymbool. Niet in de betekenis van dure wagens en grote villa's. Neen, het is een symbool dat wijst op de nieuwe status die de mens, dankzij God, kan verwerven. Wie zijn ja-woord geeft wordt door de drie-ene God geadopteerd. "Doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest" houdt in dat God in zijn volheid uitkijkt naar die relatie. De mens mag genieten van de vaderlijke zorg, het wegwassen van alle vervuiling door de Zoon, en de begeleiding en de kracht van Gods Geest … Die nieuwe status heet "kind van God". Je mag fier zijn op die adoptie. Maar bescheidenheid is ook gepast, want je ontvangt een erfenis waar je niet voor hebt gewerkt, en je moet levenslang blijven leren, want Jezus legt de lat zeer hoog … Die status brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, want je moet je talenten nu gebruiken zoals God dat wil, en je rijkdom ook delen met de ander.
Maar waarom ondergaan in water? Ook al kan water de innerlijke mens niet reinigen, toch staat het symbool voor een gezuiverd innerlijk. De joden en de moslims kennen rituele reiniging, de Hindoes hebben hun heilige rivier, en Pilatus waste zijn handen in onschuld… Bij de christelijke doop symboliseert het 'onder water gaan' het sterven van de op zichzelf gerichte vervuilde mens. Terug boven water komen, staat voor reiniging of vergeving van zonden, en de start van een nieuw leven. Een doop duurt slechts enkele seconden, maar wordt levenslang herinnerd. De doop bevestigt zo de soms te goedkope woorden. Want de belofte om Jezus na te volgen kan gemakkelijk uitgesproken worden, maar publiekelijk onder water gaan, vereist een moedige keuze, zeker in culturen die vijandig staan tegenover het christelijk geloof.
Jezus zegt hier ook dat zijn volgelingen kunnen genieten van een bijstandsverzekering: "Wees er zeker van: Ik ben bij jullie, van dag tot dag, tot aan de voltooiing van de wereld." ‘Wees er zeker van’ laat geen ruimte voor enige twijfel. Jezus is er - onzichtbaar maar reëel - om zijn volgelingen bij te staan … elke dag opnieuw. En dat geldt tot aan de voltooiing van de wereld. Vandaag zijn er grote vragen over het voortbestaan van de mensheid. Maar hier maakt Jezus duidelijk dat die geschiedenis voltooid zal worden. Niet door het uitsterven van de menselijke soort. Neen, elders belooft Jezus dat Hij zijn volgelingen zal binnenleiden in een nieuwe schepping, en zal bekleden met een nieuwsoortig lichaam. En Hij kan dat zeggen, want de God die boven tijd en ruimte staat, en alle dimensies overtreft, gaf Hem alle macht in de hemel en op aarde. Wie ja zegt tegen Jezus zal deel hebben aan die mooie toekomst, en staat dus aan de goede kant van de geschiedenis.
#072 Lazarus, kom naar buiten!
de trigger van het lijdensverhaal (8')
2/04/2023
Tekst van de video
Volgende week herdenken we de arrestatie, het sterven en de verrijzenis van Jezus. Maar vandaag heb ik het over de gebeurtenis die de concrete aanleiding vormt voor dat schijnproces. Arrestatie is meestal het gevolg van een misdrijf, maar in een politiestaat wordt men gearresteerd wanneer men zich inzet voor de goede zaak. En dat was zo bij Jezus en Lazarus’ opwekking uit de dood, was de trigger die alles in stroomversnelling bracht.
Wanneer een actievoerder handelt in een uithoek van het land, zal dat weinig reactie uitlokken. Maar een actie in Moskou op het Rode plein, zorgt gegarandeerd voor problemen. Jezus was vooral actief in het verre Galilea. Maar wanneer Hij verneemt dat zijn goede vriend Lazarus zwaar ziek is, begeeft Hij zich naar zijn woonplaats op 3 kilometer van Jeruzalem. Wat daar gebeurt zal weerklank vinden in de hoofdstad. Zijn bezoek is zeer tegen de zin van zijn discipelen. Maar wat zegt Jezus?
"Jezus hield veel van Marta en haar zus, en van Lazarus. Maar toen Hij gehoord had dat Lazarus ziek was, bleef Hij toch nog twee dagen waar Hij was. Daarna zei Hij tegen zijn leerlingen: ‘Laten we teruggaan naar Judea.’ ‘Maar rabbi, protesteerden de leerlingen, de Joden wilden U stenigen, en nu wilt U daar toch weer naartoe?’ … Toen zei Hij hun ronduit: ‘Lazarus is gestorven, en om jullie ben Ik blij dat Ik er niet bij was: nu kunnen jullie tot geloof komen. Laten we dan nu naar hem toe gaan.’" (Johannes 11 NBV21)
Jezus kon Lazarus op afstand genezen, zoals de knecht van de centurion, maar neen, Jezus wachtte zelfs tot Lazarus was overleden. Meestal vermijden we dat een probleemsituatie escaleert, maar soms zoeken mensen bewust de moeilijkheden op. Ik denk dan aan Aleksej Navalny die terugkeerde naar Rusland om het regime te trotseren.
Jezus wacht tot Lazarus overleden is. De situatie lijkt uit de hand gelopen. Maar als Jezus kan bewijzen dat Hij meester is over de dood, zal ontegensprekelijk blijken dat Hij meer is dat een Joodse rabbi. Ook kiest Jezus nu voor een confrontatie met de Joodse leiders, want Hij weet dat zijn uur gekomen is. Hij zal zijn leven geven voor de goede zaak.
"Toen Jezus daar aankwam, hoorde hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. Betanië lag dicht bij Jeruzalem … en er waren dan ook veel Joden naar Marta en Maria gekomen om hen te troosten … Marta zei tegen Jezus: ‘Als U hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat U vraagt.’ Jezus zei: ‘Je broer zal uit de dood opstaan.’ ‘Ja,’ zei Marta, ‘ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan.’ Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je dat?’ ‘Ja Heer,’ zei ze, ‘ik geloof dat u de Messias bent, de Zoon van God die naar de wereld zou komen.’" (Johannes 11 NBV)
Vrienden betuigden hun medeleven. Misschien kwamen er ook vijanden op bezoek uit leedvermaak, want Jezus’ beste vriend was gestorven, en Hij had zich zelfs niet laten zien. Was Hij zijn kracht kwijtgeraakt? Martha heeft gemengde gevoelens. Haar broer zal uit de dood zal opstaan … bij het laatste oordeel. Jezus bevestigt dat wie in Hem gelooft eeuwig zal leven, en Martha reageert een beetje ontwijkend.
"Diep bewogen vroeg Hij: ‘Waar hebben jullie hem neergelegd?’ Ze zeiden: ‘Kom maar kijken, Heer.’ Jezus begon ook te huilen, en de Joden zeiden: ‘Wat heeft Hij veel van hem gehouden!’ Maar er werd ook gezegd: ‘Hij heeft de ogen van een blinde geopend, Hij had nu toch ook de dood van Lazarus kunnen voorkomen?’ Ook dit ergerde Jezus. " (Johannes 11 NBV)
Lazarus was bijzonder geliefd en ook Jezus huilt. Maar Jezus was ook "diep bewogen". Je kan dat ook vertalen als "hevig verontwaardigd". Waarom? Ik denk dat Jezus een existentiële woede ervaart over alles wat misgaat in deze wereld, en uitmondt in de dood. Ongeloof, vijandigheid, ziekte en dood … kenmerken het leven, en dat is niet zoals God het wil. Mensen relativeren vaak de dood, door haar te omschrijven als een normaal aspect van het leven dat we maar moeten aanvaarden. Maar Jezus ziet de dood als een vijand die Hij zal overwinnen.
"Hij liep naar het graf … ‘Haal de steen weg.’ Marta, de zuster van de dode, zei: ‘Maar Heer, de stank! Hij ligt er al vier dagen!’ Jezus zei tegen haar: ‘Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft?’ Toen haalden ze de steen weg. Daarop keek hij omhoog en zei: ‘Vader, ik dank u dat u mij hebt verhoord. U verhoort mij altijd, dat weet ik, maar ik zeg dit ter wille van al die mensen hier, opdat ze zullen geloven dat u mij gezonden hebt.’ Daarna riep hij: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ De dode kwam tevoorschijn, zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, en zijn gezicht bedekt door een doek … " (Johannes 11 NBV)
Een stukje schepping wordt in miniatuur herdaan. Die opwekking bewijst Jezus’ goddelijke missie en het feit dat er leven is na de dood. Kort nadien voltooit Jezus die missie door te sterven. Hij verrijst, maar dan met een andersoortig lichaam om nooit meer dood te gaan.
"Veel Joden die naar Maria toe gekomen waren en gezien hadden wat Jezus deed, kwamen tot geloof in Hem. Maar enkelen gingen naar de Farizeeën om hun te vertellen wat Jezus gedaan had." (Johannes 11 NBV)
De opwekking van Lazarus was de trigger om de moordplannen van de Farizeeën concreet te maken, want Jezus is nu incontournable. Maar de leerlingen en velen die te goeder trouw waren, weten nu met zekerheid wat ze over Jezus moeten denken, en zo haalt Lazarus veel twijfelaars over de brug.
#071 Een vrijetijdsbesteding voor behoudsgezinde mensen?
(8')
19/03/2023
Tekst van de video
Ik denk dat veel mensen godsdienst beschouwen als een vrijetijdsbesteding voor behoudsgezinde mensen - een soort van hobby voor wie niet helemaal mee is met zijn tijd. Een hobby die vooral beoefend wordt op zondagochtend, wanneer de gemiddelde Belg nog aan de ontbijttafel zit. In deze video vragen we ons af of die beschrijving klopt.
Dat samenkomen op zondagochtend hoort erbij, maar voor wie God au sérieux neemt worden ook alle andere dagen van de agenda ingekleurd. Want als er echt een God bestaat, die die naam waard is, dan heeft dat consequenties voor alle aspecten van het leven. God is dan geen figurant die erbij geroepen wordt op zondagochtend, en soms ook tijdens de week wanneer het grondig mis loopt.
Neen, eens we erkennen wie God is, dan wordt Hij een fulltime God. Niet enkel op zondagochtend, maar elke dag wil Hij ons denken, voelen, spreken en handelen kleuren. Hij wordt het fundament en de bestemming van ons bestaan.
En dan worden de rollen omgekeerd. De vraag is niet langer "Wat heb IK eraan?", maar wel "Hoe kan ik U, mijn God, van dienst zijn?". Want wanneer God zichzelf voorstelde aan de Israëlieten, en hen leefregels gaf, ging dat vaak gepaard met de woorden "Ik ben de Heer, uw God", oftewel "Ik ben uw Baas". Om die volkomen toewijding uit te drukken gebruikt Paulus een beeld dat herkenbaar is: hij vergelijkt de christen met een atleet - geen liefhebber, maar een prof die er alles voor over heeft om te winnen.
"Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen. U weet toch dat van de atleten die in het stadion een wedloop houden er maar één de prijs kan winnen? Ren als de atleet die wint. Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke. Daarom ren ik niet als iemand die geen doel heeft, vecht ik niet als een bokser die in de lucht slaat. Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd. (1 Korintiërs 9:23-27)"
De vergelijking met die atleet loopt een beetje mank, want christen zijn is vooral een groepssport en gelukkig is er meer dan één winnaar. Maar Paulus benadrukt hier de persoonlijke inzet, en maakt duidelijk dat het geen vrijetijdsbesteding is, maar een opdracht die invloed heeft op het ganse leven. Ook bij een groepssport is de persoonlijke inzet van de atleet van vitaal belang. Bij de christen kan die persoonlijke band met God elke dag opnieuw het leven kleuren.
En dan is er die behoudsgezindheid. Het is natuurlijk waar dat veel gelovigen vasthouden aan tradities, maar Jezus’ houding was tweeledig. Hij behield de leefregels uit de boeken van Mozes, en Hij scherpte die zelfs aan. Maar Hij verwierp tradities die mensen, veelal uit eigenbelang, hadden toegevoegd. Gods leefregels waren revolutionair en gingen uit van de waardigheid van elk mens. Die leefregels zijn niet achterhaald en dat kan ik illustreren met enkele Bijbelse richtlijnen over de sociale media. Wat zou het een verademing zijn wanneer we daarmee rekening hielden, en God dus ook over dit aspect van het leven de baas lieten zijn!
"Lieg niet … Jullie mogen geen praatjes rondstrooien over andere mensen en het leven van andere mensen niet bedreigen. Ik ben de Heer. (Leviticus 19:11, 16 BB)"
"Blijf geen wraakzucht of wrok koesteren, maar heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER. (Leviticus 19:18 NBV21)"
Paulus begreep dat het bestaan van God, consequenties had voor alle aspecten van het leven. Sinds Hij Jezus had ontmoet, ging hij vaak de baan op. Want als God echt bestaat, dan is Hij er voor iedereen, en dan geldt zijn boodschap niet enkel voor Joden, maar ook voor Grieken en Romeinen, voor vrije burgers en voor slaven, voor mannen en voor vrouwen… en dat was echt een revolutionaire visie in een cultuur met tweederangsburgers en paria’s.
"want door dit geloof bent u allen kinderen van God, in Christus Jezus. U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. (Galaten 3 NBV21)"
Die boodschap viel in goede aarde bij de paria’s - de slaven, maar ook bij sommige godvrezende notabelen. Want wanneer zij hun slaven in de ogen keken beseften ze dat daar een mens stond zoals zij, en dat werd in die nieuwe godsdienst volmondig erkend. Paulus zet trouwens een pleidooi op papier om te pleiten voor de vrijlating van de weggelopen slaaf Onesimus. Die brief is opgenomen in de Bijbel. En ook de vrouwen waren echt van tel: Paulus noemt er meerdere in zijn brieven met naam en toenaam.
Is het christendom een vrijetijdsbesteding? Wel, voor sommigen is dat zo. Maar dat geldt niet voor zij die het geloof beleven zoals Jezus dat heeft opgedragen. Die fulltimers beschouwen het geloof misschien wel als een hobby, maar dan zoals mensen die met fierheid zeggen dat ze van hun hobby hun beroep hebben gemaakt.
Is het christendom een geloof voor behoudsgezinde mensen die niet helemaal mee zijn met hun tijd? Wel, er is in de loop van de geschiedenis heel veel fout gelopen, door een kerk die tal van privileges opeiste. Die hebzuchtige behoudsgezindheid kan niet rekenen op goedkeuring van hierboven. Behoudsgezindheid die betrekking heeft op de Bijbelse waarden daarentegen, ligt helemaal in de lijn van "Ik ben de Heer, uw God". Een consumptiemaatschappij waarin ieder zijn eigen God is, biedt daar weinig ruimte voor en het overboord gooien van het geloof en van traditionele waarden, heeft - voorzichtig uitgedrukt - niet geleid tot een betere mens en maatschappij. We moeten de Bijbelse waarden behouden en koesteren, en net als Paulus, fulltime voor onze Baas gaan werken - elk met zijn talenten - om ook anderen te laten delen in die rijkdom.
#070 Troost bestaat (niet)!?
(8')
5/03/2023
Tekst van de video
Vandaag heb ik het over verdriet en troost. En ik begin bij Herodes (Herodes de Grote, ° ca. 73 v.Chr., Koning van Judea). Nadat hij hoorde dat er in Betlehem een toekomstige koning geboren was, beval hij alle jongentjes onder de twee jaar te doden. Men schat dat er tussen de 15 en de 40 peuters werden vermoord. Josephus (Titus Flavius Josephus, 37 - ±100, Joodse geschiedschrijver) maakt daar geen melding van, misschien omdat dit onbeduidend was vergeleken met honderden andere mensen die Herodes ter dood liet brengen, waaronder familieleden, hofbeambten en leden van de Hoge Raad.
We vinden het verslag van die kindermoord bij Matteüs, en hij beschrijft dat een profetische uitspraak van Jeremia (profeet Jeremia, ca. 645 - ca. 570 v.Chr.) over het mateloze verdriet van moeders, hier opnieuw van toepassing is.
"In Rama wordt gehuild en geschreeuwd. Rachel huilt om haar kinderen. Ze wil niet dat iemand haar komt troosten, want haar kinderen zijn er niet meer. "(Matteüs 2:18 BGT)
Die tekst beschrijft ook het extreme verdriet in Oekraïne, en in Rusland, en in vele andere landen…
De weigering om getroost te worden kwam nadat een geliefd kindje brutaal voor altijd ontnomen werd. Het doet mij denken aan een interview met een socialistisch politicus, die vertelde hoe hij als tiener opstandig reageerde op het overlijden van zijn broer.
Ik heb ook altijd geweigerd om getroost te worden. … Troost, dat bestaat eigenlijk niet. Je kunt daar niets op zeggen … Of het is valse troost. Wat kan men nu iemand troosten van achttien wanneer zijn broer van vierentwintig dood is … ik geloof niet dat men kan troosten ... Het is iets dat doorleefd moet worden, wat je moet ondergaan, wat geleidelijk aan kan verdwijnen doordat je dat hele stuk van je leven … opnieuw gaat invullen.
Maar het was een dubbel interview. En volgens de andere spreker was de politicus die stelde dat troost niet bestaat, zelf de beste trooster. Want zo iemand voelt de diepgang van het verdriet, wanneer hij met weinig woorden aanwezig is. Hij zal de pijn niet minimaliseren en geen clichés gebruiken, want hij weet dat - ondanks alle bijstand - een mens het zwaarste deel zelf moet dragen.
Zo’n nabijheid is troostend omdat de mens zich begrepen voelt - zijn lijden en dus ook zijn persoon wordt au sérieux genomen. Troost bestaat dus, maar kan niet de leegte vullen die door het verlies ontstaan is. Wel helpt het om beter met de leegte om te gaan, zodat het geen open wonde blijft die alle leven wegzuigt. Ware troost kan worden aangereikt door iemand die zelf grote pijn doorleefd, en overleefd heeft zonder bittere bijsmaak. Die persoon vormt het levende bewijs dat ook na een tragedie, het leven zinvol blijft. Zo’n troost bevat een ondertoon van hoop die de moed geeft om straks de draad weer op te nemen.
De uitleg over troost, is natuurlijk niet compleet wanneer God buiten beschouwing wordt gelaten. Maar hoe kan het geloof iets toevoegen aan die uitleg?
Gelovigen zijn soms slechte troosters. Want de mededeling dat er een eeuwig leven is, en een rechtvaardige liefdevolle God, is juist, maar zij werkt averechts wanneer ze de pijn van het verlies hier en nu, minimaliseert of wanneer ze de ander schuldgevoelens aanpraat. Dat was zo bij Job. Nadat die alles was kwijtgeraakt komen drie zogenaamde vrienden, en ze doen hun uiterste best om overtuigend over te komen.
"… samen gingen ze naar hem toe om hun medeleven te tonen en hem te troosten. Toen ze Job vanuit de verte zagen herkenden ze hem niet, en ze barstten uit in luid geweeklaag, ze scheurden hun kleren en wierpen stof omhoog over hun hoofd." (Job 2:11 NBV21)
Gevormd door een vertekende theologie vinden ze dat Job de oorzaak van al die ellende bij zichzelf moet zoeken, en ze gebruiken daarbij heel veel woorden - bladzijdenlang.
"Hierop antwoordde Job: ‘Dit soort dingen heb ik al zo vaak gehoord, niets dan ellende brengt mij jullie troost. Een eindeloze stroom van lege woorden!’" (Job 16:1-3 NBV21)
Een belerend religieus betoog is niet het juiste antwoord op een grote emotionele nood.
Maar toch heeft authentiek christelijk geloof een hoog troostgehalte. Paulus had een erg zwaar leven en had nood aan troost om telkens weer de draad op te kunnen nemen.
"Vijf keer hebben de Joden mij zwaar gestraft, met 39 zweepslagen. Drie keer hebben Romeinse bestuurders mij stokslagen laten geven. Eén keer hebben mensen geprobeerd mij met stenen dood te gooien. Drie keer zat ik op een schip dat zonk, en ben ik bijna verdronken. Eén keer heb ik zelfs 24 uur lang in zee gedreven." (2 Korintiërs 11:24-25 BGT)
De opsomming gaat nog even door, maar Paulus beschrijft ook hoe God hem in dit alles overvloedig troost.
"Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. Want zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft." (2 Korintiërs 1:3-5 NBV21)
God heeft in de persoon van Jezus veel leed ervaren, los van alles wat Hem door de eeuwen heen pijn doet, want Hij heeft weet van alle leed. "God is liefde" schrijft Johannes, en Hij staat mensen bij die op Hem beroep doen, en willen leven zoals Hij dat vraagt. Hij helpt persoonlijk, of hij gebruikt daar mensen voor. Want wie grote pijn kan overleven zonder bittere bijsmaak, is klaar om net als die politicus, anderen echt te troosten.
En dan is er de troost van het vooruitzicht op een eeuwig leven, die Karl Marx omschreef als opium van het volk. Opium verdooft, maar Paulus zegt dat dit perspectief veerkracht geeft voor het leven hier en nu.
"Want we hebben gehoord over jullie geloof in Jezus Christus... Jullie zijn zo vol geloof en liefde, doordat jullie vol verwachting uitkijken naar wat er in de hemel voor jullie klaarligt." (Kolossenzen 1:4-5 BB)
Dat uitzicht op eeuwig leven is een onvergelijkbare troost in de uitzichtloze situaties waarmee velen worden geconfronteerd. Dat ontvang je als bonus wanneer je God de plaats geeft die Hem toekomt.
#069 Waarom laat God zoveel lijden toe?
oorlog, ziekte, honger ... (8')
19/02/2023
Tekst van de video
God is alwetend, "almachtig" en liefdevol. Maar volgens Etienne Vermeersch valt dat niet te rijmen met de ellende in de wereld. Het kan niet, dat God zowel liefdevol als almachtig is, want dan zou Hij al dat lijden niet toelaten. Ook gelovigen zitten met die vraag en ik zal enkele gedachten geven die mij helpen. Eerst over Jezus, dan over het Rode Kruis. Daarna over de noodzaak om het totaalplaatje van Gods project in rekening te brengen.
"Nog nooit heeft iemand God gezien. Maar de enige Zoon, die zelf God is, kent de Vader van dichtbij. Gods Zoon is bij ons gekomen. En door hem kennen wij God. " (Johannes 1:18 BGT)
Johannes beschrijft Jezus als Het beeld van de onzichtbare God. Jezus bezit goddelijke almacht en liefde, en hoewel hij meeleeft met de mens in nood, greep Hij slechts in uitzonderlijke situaties in, meestal in antwoord op een vraag van iemand die in Hem gelooft. Jezus verrichtte wonderen, maar niet om zijn wil op te leggen aan vijandig gezinde mensen. Hij bracht liefde, en dat kan je niet afdwingen. Hij respecteerde de menselijke vrijheid, en er was veel ellende waar Hij niet direct iets aan deed. Meer nog: Hij deelde zelf volop in dat lijden en ook zijn volgelingen krijgen het moeilijk.
Lang voor Etienne Vermeersch had ook Job kritiek op God. "Het gekerm van stervenden stijgt op uit de stad, hartverscheurend roepen gewonden er om hulp, maar God bekommert zich niet om hun ellende." (Job 24:12 NBV21)
Het boek Job eindigt met een godsontmoeting en persoonlijk herstel, maar de grote vragen blijven onbeantwoord.
Ook Jezus beantwoordt die vragen niet, bijvoorbeeld de vraag waarom iemand blind geboren werd. (Johannes 9:2 NBV21) Alleen de waarom-vraag omtrent zijn eigen lijden, krijgt een duidelijk antwoord, dat wijst op een bijzonder mooie toekomst. "Ook Christus immers heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen." (1 Petrus 3:18 NBV21)
Het Rode Kruis werd opgericht op initiatief van Henri Dunant, een overtuigd christen die geshockeerd was door de ellende na een veldslag, en omwonende vroeg om de duizenden slachtoffers te helpen. Hij staat symbool voor een God die wil ingrijpen, maar daar in regel mensen voor gebruikt. Dankzij hun inzet worden tal van noden gelenigd. Veel van die projecten werden in de loop der eeuwen door christenen opgezet. Want vaak kan de vraag "Waarom komt God niet tussenbeide", vervangen worden door "Waarom komen wij niet tussenbeide?".
Naast de aanbodzijde, is er de vraagzijde. Er zijn landen die bij een humanitaire crisis om ideologische redenen geen hulporganisaties toelaten. Toch zijn die organisaties veelal op de hoogte van de noden, in staat om te helpen, en daartoe bereid vanuit een diep medeleven. Maar ze respecteren het soevereiniteitsbeginsel, en helpen slechts wanneer ze worden toegelaten. Anderzijds zijn er naties die met geweld tussenbeide komen om de orde te herstellen en de nood te lenigen. Vaak is er dan een dubbele agenda, en spelen economische belangen een cruciale rol. De geschiedenis leert dat de slaagkans van gedwongen interventies klein is.
Dat soevereiniteitsbeginsel speelt ook in de relatie tussen God en mens. Wanneer wij er voor openstaan kan God ons helpen.
"… wat is de mens, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U voor hem zorgt? U hebt van de mens bijna een God gemaakt, omkranst met glorie en pracht. U laat hem heersen over het werk van uw handen, alles hebt U aan zijn voeten gelegd, … (Psalm 8:5-7 WV)
Vereer de HEER, jullie God, dan zal hij je voedsel en je water zegenen en jullie vrijwaren voor ziekten." (Exodus 23:25 NBV21)
God ontwierp de mens als een vrij persoon met zeggenschap over zijn eigen leven en gezag over de aarde. Hij heeft alles wat nodig is om er iets goeds van te maken, inclusief moreel besef en leefregels. En God beloofde ook verregaande hulp. Maar die wordt vaak afgewezen, en de mens handelt tegen zijn geweten in, en tegen Gods leefregels, en maakt zo ook onschuldige slachtoffers. Jezus stelt vast dat dit een constante is in de geschiedenis.
"Och, Jeruzalem, Jeruzalem! De stad die de profeten vermoordt. De stad die stenen gooit naar de mannen die gestuurd zijn om haar te helpen. Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen als kuikens onder de vleugels van de moeder? Maar u wilde niet. Daarom wordt u nu aan uw lot overgelaten." (Lucas 13:34-35 HTB)
Een land dat mensenrechten schendt en geen hulporganisaties toelaat, heeft veel ellende aan zichzelf te wijten. Dat is ook zo wanneer mensen Gods leefregels negeren en zijn hulp afwijzen, en dat gebeurt vandaag op grote schaal.
God had het anders kunnen doen. Hij had onze vrijheid kunnen inperken en het leven reguleren via het instinct. Dat zou veel ellende hebben voorkomen. Of Hij had de mens gevoelloos kunnen maken, maar dan zou er evenmin vreugde zijn. Ik denk dat iedereen zo’n downgrading afwijst. Neen, mensen verwachten dat God optreedt zoals die naties die het soevereiniteitsbeginsel negeren en met dwang tussenbeide komen om onrecht te stoppen. Maar omdat we toch allemaal in meerdere of mindere mate schuldig zijn, betekent dit wellicht het einde van de geschiedenis. Had God daartoe tweeduizend jaar geleden beslist, dan zou veel ellende voorkomen zijn, en dan waren wij er nooit geweest. Net zoals zoveel bekende of onbekende bijzondere mensen die sindsdien hebben geleefd, en die God er in eeuwigheid bij wou hebben.
Willen we een oordeel uitspreken, dan moeten we het totaalplaatje van Gods project in rekening brengen.
"Ik weet zeker dat, wat voor lijden wij hier ook doormaken, het in het niet valt bij de schitterende heerlijkheid die God ons straks zal laten zien." (Romeinen 8:18 HTB)
God zal tussenbeide komen, en dankzij Jezus kan lijden later worden goedgemaakt. Waarom het allemaal zo moeilijk verloopt weten we niet, maar we moeten vermijden dat we de situatie nog erger maken. We moeten dus Gods leefregels respecteren, zelf hulp verlenen voor zover dat kan, God uitnodigen om tussenbeide te komen en Gods hulp en troost aanvaarden.
#068 Het godsbeeld en de olifant
God openbaart zichzelf (8')
05/02/2023
Tekst van de video
In een vorige video zagen we dat God, hoewel Hij ook werkzaam is in deze wereld, toch in de eerste plaats boven het universum verheven is. Niet voor niets plaatst Jezus in het Onzevader God in de hemel - in een bovennatuurlijke dimensie. (Matteüs 6:9 NBV21) Die transcendente God wil als Vader aangesproken worden, en Hij verlangt de mens te helpen. God hecht blijkbaar veel belang aan die microscopisch kleine streek met opstandige mensen in dat onmetelijk universum. Hij wil de individuele mens en de mensheid met zich verzoenen, en Hij verlangt ernaar dat de mens Hem erkent en zijn leefregels toepast. Maar God als Vader aanspreken is slechts mogelijk wanneer we Hem in voldoende mate kennen, en daar wringt het schoentje. Want hoe kan je spreken met een transcendente persoonlijkheid die je niet kan zien of horen, en hoe weet je wat die "Gans andere" van je wil? Hoe kunnen we die God leren kennen?
Er is een beeld dat vaak gebruikt wordt om de kennis van het godsbeeld aan te duiden. Het is een oosters verhaal van blinde mannen die elk een ander lichaamsdeel van een olifant betasten: de poot, de staart, de slurf, de slagtand, enzovoort… Elk komt vanuit zijn persoonlijke ervaring tot een ander besluit. Die olifant wordt dan vergeleken met het godsbeeld en de conclusies van die blinden stellen de wereldgodsdiensten voor. De moraal van het verhaal is dat elk een complementair deeltje van het godsbeeld ziet. Dat spreekt westerlingen aan want het sluit aan bij hun open geest en hun tolerantie. Maar door die vergelijking wordt het waarheidsgehalte en de maatschappelijke relevantie van het christelijk geloof sterk gerelativeerd, en wanneer die gelijkenis zou kloppen, dan heeft het niet veel zin om je geloof met anderen te delen.
Dat blind betasten sluit aan bij de oosterse godsdiensten, waarin spirituele ervaringen voorop staan, ten nadele van een verstandelijke analyse. Die mystieke ervaringen zijn niet eenduidig en moeilijk te communiceren. De vergelijking klopt echter niet wat betreft godsdienst in het algemeen. Want wanneer je al die puzzelstukjes samenvoegt krijg je, anders dan bij die olifant, geen coherent geheel… maar wel een mengelmoes van onverenigbare elementen. Reïncarnatie is tegengesteld aan eenmalig leven, en uitdoven van de mens is tegengesteld aan eeuwig leven met een nieuwsoortig lichaam, enzovoort… Die parabel is hoe dan ook erg zwak. De blinden doen niet eens de moeite om zich te verplaatsen voor verder onderzoek. Je mag verwachten dat ze dat in werkelijkheid wél zouden doen, en dan zouden overleggen om tot gemeenschappelijke conclusies te komen.
Willen we de existentiële God vinden, dan moet zowel het onderzoeksobject, als de onderzoeksmethode daaraan zijn aangepast. Je moet je dan niet verdiepen in de spirituele wereld, en zoals die blinden slechts betasten en het verstand opzijzetten. Want dan ontmoet je jezelf, en de spirituele wereld van "moeder aarde", en niet de Vader in de hemel. In het christendom is niet de mystieke ervaring het uitgangspunt. Je moet eerst naar buiten kijken, want God is een buitenstaander. Maar Hij is een buitenstaander die zichzelf openbaart, en het is in de eerste plaats met ons verstand dat we daarvan kennis kunnen nemen. Jezus zegt niet "Aanschouw Mij", maar wel "Leer van Mij".
Die goddelijke openbaring is impliciet en expliciet. De volgende tekst betreft Gods impliciete openbaring doorheen de natuur.
"Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken: zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is dus niets waardoor zij te verontschuldigen zijn. Want hoewel ze God kennen, hebben ze Hem niet de eer en de dank gebracht die Hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas geworden en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren." (Romeinen 1:19-23 NBV21)
Paulus schrijft dat je met je verstand kan concluderen dat er een transcendente God is. Maar hij stelt vast dat de mens liever zelf voor God speelt, en zo dwaas en blind wordt. Die mens lijkt dan op zo’n blinde man die niet zijn verstand gebruikt en zijn persoonlijke ervaring vergoddelijkt. Hij spreekt dan niet over de Vader in de hemel, maar over moeder aarde, terwijl de aarde slechts Gods werkstuk is. Maar die impliciete openbaring doorheen de natuur volstaat niet om God als Vader aan te spreken, en om zijn visie op het leven te kennen. Neen, moet God zichzelf op een duidelijke wijze openbaren, en dat deed Hij, zoals hierna beschreven wordt:
"Op velerlei wijzen en langs velerlei wegen heeft God in het verleden tot de voorouders gesproken door de profeten; nu, aan het einde van de tijd, heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon, die Hij heeft aangesteld als erfgenaam van alles wat bestaat, en door wie Hij het heelal geschapen heeft. Hij straalt Gods luister uit, Hij is zijn evenbeeld, met zijn machtig woord draagt Hij alles wat bestaat. Hij heeft, na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, plaatsgenomen aan de rechterzijde van Gods hemelse majesteit, …" (Hebreeën 1:1-3 NBV21)
Die boodschap werd bevestigd door de hemel, onder meer door de wonderen die Jezus heeft verricht, en natuurlijk door zijn verrijzenis. Want die vormt de enige valabele verklaring voor het feit dat het christendom niet samen met zijn Stichter is gestorven. Die boodschap wordt ook bevestigd door de mensheid, want velen erkennen dat de wereld er heel anders zou uitzien indien iedereen de woorden van Jezus in de praktijk zou brengen. Dank zij die woorden weten we nu wie God is en wat Hij van ons vraagt. Natuurlijk zijn er ook andere heilige boeken en andere profeten. Aan ons om na te gaan welke woorden geloofwaardig zijn. Aan ons de keuze om Jezus’ Vader al of niet als onze Vader aan te spreken!
#067 God als buitenstaander en als insider
… transcendent en immanent (8')
22/01/2023
Tekst van de video
Er een unieke relatie tussen God en het universum, en daarvoor bestaan technische termen. God is als een buitenstaander, verheven boven de aarde en zelfs boven het universum. Hij is dus transcendent. Maar Hij is ook een insider, die werkzaam is in zijn schepping, en dat heet dan immanent.
Wanneer Paulus in Athene het christelijk geloof verdedigt, beschrijft hij die twee aspecten.
"De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, Hij die Heer is van hemel en aarde, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels. Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat Hij nodig heeft, Hij die zelf aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt.
… Het was Gods bedoeling dat ze Hem zouden zoeken en Hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien Hij van niemand van ons ver weg is. Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij…" (Handelingen 17:24, 25, 27, 28 NBV21)
Het feit dat God transcendent en immanent is, is niet zomaar een weetje voor de godsdienstles. Neen, dat godsbeeld heeft een grote invloed op de cultuur en het kan ook ons geloofsleven beïnvloeden, én ons leven in het algemeen. In deze video gaan we in op Gods verhevenheid en nabijheid, maar omdat die woorden veel te zwak zijn om Gods persoonlijkheid te beschrijven, gebruik ik toch die moeilijke termen.
Volgens de theorie van de oerknal zijn tijd en ruimte ontstaan vanuit een uiterst explosief puntje in een heel ver verleden. Dat veronderstelt een externe oorzaak, en volgens christenen is dat de transcendente God. Hij is dus niet afhankelijk van het universum, en wordt er niet door beperkt. God maakt geen deel uit van het universum - neen, Hij heeft dat universum geschapen en staat er dus boven. Hij is er niet afhankelijk van, en wordt er niet door beperkt. Die transcendentie blijkt al uit de naam waarmee God zichzelf aan Mozes openbaart. Onze naam en identiteit verwijst naar onze ouders, leefomgeving, opleiding, wat we doen, onze leeftijd…
God daarentegen omschrijft zichzelf kortweg als "IK BEN die IK BEN" want Hij heeft geen oorsprong of leeftijd, en er is niets waarmee Hij zichzelf kan vergelijken.
In een ontmoeting met Johannes gebruikt God iets meer woorden, maar het idee blijft hetzelfde. "Ik ben de alfa en de omega … Ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige." (Openbaring 1:8 NBV21)
Heel wat mensen geloven in een transcendent goddelijk beginsel. Maar dat is anoniem en heeft geen directe invloed op het leven. Bij Paulus was dat anders, omdat die transcendente God zich aan hem had geopenbaard. Dat had zijn leven diepgaand verandert. Paulus wil dat doorgeven en beschrijft enthousiast sommige van Gods kenmerken in een van zijn brieven.
"Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? Wie heeft Hem iets gegeven dat door Hem moest worden terugbetaald?’ Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. …" (Romeinen 11:33-36 NBV21)
God valt niet onder de beperkingen van het systeem, want Hij staat erboven. Hij is niet onderworpen aan de tijd, Hij is almachtig en alwetend. Hij kan de wetten van het systeem overstijgen, en dat is wat Jezus vaak gedaan heeft. Een God die opgesloten zit in het systeem kan niet zorgen voor fundamentele veranderingen. Maar een transcendente eeuwige God biedt hoop, want Hij kan ook aan een mens dat eeuwige leven schenken. En Hij kan zijn schepping straks vervangen door een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Hoop is een typisch christelijke deugd en die hoop hangt samen met het feit dat God transcendent is. Want daardoor zijn "out of the box" oplossingen voor onoplosbare problemen mogelijk.
Onze God is ook immanent. Hij is niet enkel een almachtige God die aan de oorsprong ligt van een universum, en die nu zijn schepping gadeslaat. Neen, God is tegelijk een insider, die werkzaam is in dat universum, en Hij is als insider actief op meerdere niveau’s. Sinds wetenschappers het Higgsdeeltje hebben ontdekt, weten we dat het heelal op een ondeelbaar ogenblik kan ophouden te bestaan… en die gedachte wordt ook in het boek Job verwoord. God ligt niet enkel aan de oorsprong, maar Hij houdt zijn schepping ook in leven.
"Als Hij zijn aandacht alleen op zichzelf zou richten en zijn geest en adem voor zichzelf bewaart, dan zou al wat leeft onmiddellijk ten onder gaan en de mens zou terugkeren tot stof." (Job 34:14-15 NBV)
Wanneer Paulus in Athene zei dat wij mensen in God leven, bewegen en zijn… dan gaat het over immanentie op dat basisniveau. Gelukkig is God ook op een niveau, hoger dan de kwantummechanica, betrokken bij ons leven. Jezus zegt daarover het volgende: "Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen." (Matteüs 5:45 NBV21)
Natuurlijk zijn er natuurwetten die een uitleg vormen voor de weerfenomenen, maar Jezus ziet daarachter de hand van zijn Vader, die dit alles aanbiedt als een daad van liefde. En wanneer Jezus tot de Vader bad "Geef ons heden ons dagelijks brood", wist Hij ook wel dat er door mensen gezaaid en geoogst moet worden, gemalen, gekneed en gebakken… maar toch ziet Hij de onzichtbare hand van de Vader die dit alles mogelijk maakt.
En dan is er een derde niveau in Gods betrokkenheid.
"… heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen; alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel." (Matteüs 5:44-45 NBV21)
Die hoog verheven God die alles in stand houdt en die de mensheid zegent, wil onze Vader worden, en als immanente God bij ons inwonen. Maar dat is geen automatisme zoals Oosterse religies leren, want Jezus vermeldt niet enkel kinderen, maar ook vijanden. Van nature uit zijn wij vijanden van God, maar Jezus stapte onze wereld binnen en stierf de kruisdood om die vijandschap weg te nemen. Aanvaarden we dat, en leven we vanuit die nieuwe gezindheid, dan zal God zich ook aan ons openbaren, en kunnen ook wij delen in die bijzondere hoop.
#066 Het kerstverhaal
… drie geboortekaartjes (8')
8/01/2023
Tekst van de video
Ik heb een grote familie en ik ontvang dus geregeld geboortekaartjes. De geboorte van een kindje is een bijzondere gebeurtenis. De ouders nodigen familie en vrienden uit om te delen in de vreugde. Een cadeautje geven is dan gebruikelijk. Wanneer Jezus geboren wordt, gebeurt er iets gelijkaardigs. De goddelijke Vader nodigt een aantal mensen uit, en doet dat via de bovennatuurlijke middelen die Hem ter beschikking staan. Drie soorten mensen worden geïnformeerd, elk op een andere wijze. Dat lijken wel geboortekaartjes waardoor Jahweh zijn vaderschap over Jezus erkent.
De Joodse herders krijgen de primeur. Dat zet al direct de toon, want zij stonden niet hoog aangeschreven. Zij zien een indrukwekkend klank-en-lichtspel en een hemelse boodschapper inviteert hen. Ze gaan op de uitnodiging in, en wellicht zijn ze de eerste die de mensgeworden God bezoeken.
"Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, … Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk: vandaag is in de stad van David jullie Redder geboren. Hij is de Messias, de Heer." (Lucas 2: 8-11 NBV21)
Ouders dromen over de toekomst van hun kind, maar wat ervan zal geworden is afwachten. Hier is dat anders, want Jezus’ levenspad is reeds in eeuwigheid uitgestippeld, en dat blijkt uit de informatie die deze engel geeft. Op Jezus’ geboortekaartje staat geen gewicht en lengte, wel dat Hij de Redder is, de Messias, de Heer. Ik denk dat dit bezoek het mooiste cadeau is dat het koppel kon krijgen. Want wanneer je zelfs op de nacht van de bevalling geen onderkomen vindt, dan vraag je je toch af waar God wel is. Voor een dak boven het hoofd had Hij toch kunnen zorgen! Maar door wat die herders nu vertellen is het duidelijk dat God wel aanwezig is, en zijn die moeilijkheden helemaal vergeten.
Circa veertig dagen later worden de rollen omgekeerd. Ditmaal gaan Jozef en Maria met Jezus op huisbezoek bij Jezus’ Vader. God woont in een ontoegankelijk licht, maar de tempel was zijn buitenverblijf, en daar wordt Jezus aan zijn Vader toegewijd. In die tempel ontmoeten ze niet de grote namen van die tijd, maar wel twee gepensioneerden die niet lang meer zullen leven. De bejaarde Simeon en de honderdjarige Hanna. Zij werden door Gods Geest geïnformeerd dat ze de Messias waar ze zo naar uitkeken, nu kunnen ontmoeten.
"Gedreven door de Geest kwam hij (Simeon) naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten … nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden: ‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals U hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’ Zijn vader en moeder waren verbaasd over wat er over Hem werd gezegd. … Er was daar ook een profetes, Hanna, … Op dat moment kwam ze naar hen toe, bracht hulde aan God en sprak over het kind met allen die uitzagen naar de bevrijding van Jeruzalem." (Lucas 2:27-38 NBV21)
Jozef en Maria hadden die belangstelling van onbekenden niet verwacht. Simeon zegt dat Jezus’ komst relevant is voor de ganse wereld. Maar wie de volledige passage leest, verneemt dat dit gepaard zal gaan met veel pijn en controverse.
Het gezin keert terug naar Bethlehem, vindt een woning en krijgt een jaar later hoog bezoek. Want ook enkele astrologen - we weten niet hoeveel - ontvingen een uitnodiging om die Koningszoon te bezoeken.
"Toen Jezus geboren was, … kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. … Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre." (Matteüs 2:1-3, 9-11 NBV21)
Sommigen catalogeren dit verhaal bij de legendes, maar wetend dat de Schrift paranormale praktijken en het aanbidden van hemellichamen categoriek afwijst, is het ondenkbaar dat Matteüs in dit kerstverhaal een rol verzint voor magiërs. Waarschijnlijk komen die mannen uit Babylonië. Eeuwen daarvoor waren veel Joden naar dat land gedeporteerd en sommigen - zoals Daniël - hadden daar een hoge positie. Het is dus niet vreemd dat er bij die volken interesse was voor die Joodse godsdienst - een atypische godsdienst zonder afgodsbeelden, met een onzichtbare God, verheven boven de sterrenhemel. Wellicht hadden zij vernomen dat die God een hemelse gezant - een Messias - zou sturen, en hebben zij Hem gevraagd een teken te geven wanneer het moment gekomen was. Enkele maanden later staan ze voor de deur. Wat eeuwen voordien was gestart als een interreligieuze dialoog, leidt nu tot de erkenning van Jezus als de mensgeworden God.
En dan zijn er die cadeautjes. Voor ons zijn dat de franjes van het verhaal. Maar na het vertrek van de magiërs moeten Jozef en Maria met Jezus op de vlucht, want Herodes wil die Koningszoon elimineren. Als vluchteling heb je bestaansmiddelen nodig, en daarin wordt nu voorzien.
En hiermee worden die bijzondere bezoekjes naar aanleiding van Jezus’ geboorte afgesloten, en zo maakt Jahweh duidelijk dat Hij de Vader is van Jezus.
Teksten video's 2024
Teksten video's 2022
Teksten video's 2021
Teksten video's < 2021
Playlist met alle video's
Begin