Einde

Tekst video

Teksten video's 2024
Teksten video's 2023
Teksten video's 2021
Teksten video's < 2021
youtube logo   Playlist met alle video's

Het kerstverhaal - Jezus krijgt spreekverbod - Een godsontmoeting - Grensoverschrijdend gedrag - Hoe hou je zo’n ervaring vast? - Dromen zijn bedrog!?! - Jezus’ meesterschap - Het (laatste) avondmaal - Waarom naar een kerk gaan? - De toren van Babel - Een ommekeer ten goede - Jona’s bijna-doodervaring - Een les godsdienstwetenschappen - De sabbat, het sabbatjaar en het jubeljaar - Gods wereldwijde belangstelling - De versmalde vraag en het verbrede antwoord - Vervreemding - Gods vzw - Pinksteren - De verzoeking in de woestijn - God als preventieadviseur - Vergeving 2.0 - Belgravia en Downton Abbey - Hemel en hel - Een sober lijdensverhaal - De Quakers - Kaïn en Abel - Godsdienst: opium van/voor het volk? - Moraliserende versjes - De hemel verdienen ... of krijgen? - We weten maar heel weinig over Jezus: Fact check - De holocaust - Magie - Herstel in eer en rechten - Caravaggio en Rembrandt - Gelukkig Nieuwjaar!


#065 Het kerstverhaal
zwangere vrouw youtube logo

… een betrouwbaar voorwoord (8')
25/12/2022

Tekst van de video

Vandaag vieren we hoe Jezus mens werd. Hij kwam om te tonen wie God is, opdat de mens de vele karikaturale voorstellingen over Hem achter zich zou kunnen laten. En om het fundament te leggen voor het herstel van de gebroken schepping door zijn kruisdood en verrijzenis. Jezus wou mens zijn zoals u en ik - en dat begon in Maria's schoot en eindigde in een graf. Hij is opgegroeid in deze wereld en kan dus met ons meeleven. Die menswording vereiste een goddelijke interventie. Gods Geest plantte goddelijk leven in Maria - een jonge vrouw uit Nazareth. Dat gebeurde nadat zij haar toestemming had gegeven met de woorden "Ik sta geheel ter beschikking van de Heer… Wat u verteld hebt, laat dat met me gebeuren." (Lucas 1:38 GNB)
Maria’s verhaal stuitte op ongeloof, in de eerste plaats bij Jozef – de aanstaande echtgenoot – want het was hem natuurlijk ook bekend hoe een vrouw zwanger raakt. Het feit dat hij in die strenge cultuur toch met haar trouwde, toont dat hij er ten volle van overtuigd was dat God wel degelijk verantwoordelijk was voor die zwangerschap. Vandaag is een inplanting van donorzaad, een eicel of een embryo in de moederschoot niet ongewoon. Waarom zou het ongeloofwaardig zijn dat ook de Schepper op die manier te werk zou gaan. Ik kan mij - eerlijk gezegd – niet indenken dat er voor God een betere manier zou zijn om mens te worden.

De evangelist Lucas besteed veel aandacht aan die bijzondere zwangerschap. Hij was geneesheer, en zoiets zal zijn interesse hebben gewekt. Maar vooraleer hij dat verhaal vertelt, accentueert hij in duidelijke bewoordingen dat hij geen sprookjes op papier zet, maar feiten die geverifieerd werden aan de hand van geloofwaardige getuigen. "Nadat reeds velen zich tot taak hebben gesteld om verslag te doen van de gebeurtenissen die zich in ons midden hebben voltrokken, en die ons zijn overgeleverd door degenen die vanaf het begin ooggetuigen zijn geweest en dienaren van het Woord zijn geworden, leek het ook mij goed om alles van de aanvang af nauwkeurig na te gaan en deze gebeurtenissen in ordelijke vorm voor u, hooggeachte Theofilus, op schrift te stellen, om u te overtuigen van de betrouwbaarheid van de zaken waarin u onderricht bent. "(Lucas 1:1-4 NBV21)

Lucas weet hoe belangrijk zijn boodschap is en wil Theofilus overtuigen, maar hij doet dat op een correcte objectieve manier. Ik veronderstel dat Theofilus inderdaad overtuigd werd, want het verslag dat hij ontving – het evangelie van Lucas - werd bewaard en vele malen gekopieerd. En zo kwam het uiteindelijk ook terecht in onze handen.
Lucas is ongetwijfeld blij met het feit dat zijn brief aan Theofilus vandaag zo ruim verspreid is, op papier en elektronisch. Zo probeert hij ook ons te overtuigen van het feit dat dit kerstverhaal en wat daar allemaal op volgt, waar is, en erg belangrijk is voor het leven hier en nu, en voor onze eeuwige bestemming. En het is niet zonder belang of we ook geloven in die bijzondere menswording. Want wanneer alles start met een leugen over die verwekking, dan heeft Jezus geen goddelijke oorsprong, en valt de rest van het verhaal als een kaartenhuisje in elkaar. Je moet het evangelie van Lucas zelf eens lezen, om je een oordeel te vormen over de geloofwaardigheid van dat verslag.

Lucas beschrijft de geboorte als volgt:
"... Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf." (Lucas 2:5-7 NBV21)
Lucas gaf Maria een prominente plaats in de eerste twee hoofdstukken van zijn evangelie. Ze werd uitverkoren om de mensgeworden God negen maanden lang te huisvesten in haar lichaam, en om Hem te begeleiden naar volwassenheid - een voorrecht dat geen andere vrouw ooit te beurt zal vallen.
Maar wanneer de volwassen Jezus op de voorgrond treedt, verdwijnt Maria naar het achterplan. Eén keer maakt Lucas nog van haar melding, en dan gaat het om een pijnlijk incident, want vrienden en familie denken dat die timmerman gek geworden is, en willen Hem het zwijgen opleggen door Hem terug naar huis te halen.
"Zijn moeder en zijn broers kwamen naar Hem toe, maar ze konden niet bij Hem komen vanwege de menigte. Zijn toehoorders zeiden tegen Hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen U spreken.’ Maar Hij antwoordde: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’" (Lucas 8:19-21 NBV21)
Lucas had die gênante situatie kunnen verzwijgen, maar hij doet dat niet, en het illustreert hoe hij Theofilus en ook ons op een correcte wijze informeert. We leren hier trouwens ook dat Maria een normaal huwelijksleven had. Jezus had broers - Hij is de eerstgeboren zoon. Maar belangrijker is de reden waarom Jezus zich distantieert van zijn familie. Hij treedt nu op als Zoon van God, en niet langer als Zoon van zijn moeder. Dat was pijnlijk voor Maria, maar afstand nemen was onvermijdelijk, en toont ook dat Maria geen bovennatuurlijke status had. Tegelijk zegt Jezus dat al wie naar het woord van God luistert en ernaar handelt, geadopteerd wordt in zijn familie.

Eigenlijk zijn Maria en Jozef, en al die andere personen in het kerstverhaal slechts figuranten, die nooit de aandacht op zichzelf hebben willen vestigen. Later in de geschiedenis hebben anderen dat wél gedaan, en werden er aan Maria goddelijke kwaliteiten toegedicht. Kunstenaars hebben haar en andere figuranten als heiligen in het centrum van de belangstelling geplaatst, en de volwassen Jezus verkleind tot een onmondige baby. Maar zo had Lucas dat kerstverhaal niet bedoeld: het geboorteverhaal van Jezus is slechts het voorwoord van zijn boek. Wie op de kerstdag Jezus recht wil doen mag niet blijven stilstaan bij dat voorwoord en bij de figuranten. Neen, hij moet verder lezen, zodat hij de volwassen Jezus kan ontmoeten.

Begin van de pagina


#064 Jezus krijgt spreekverbod
Grensoverschrijdend gedrag youtube logo

… omwille van de lieve vrede (8')
11/12/2022

Tekst van de video

In een vorige video heb ik uitgeweid over de trilogie over Jezus van Nazareth, geschreven door Joseph Ratzinger, alias paus Benedictus XVI. Ratzinger schrijft dat dit een zoektocht was naar "het gelaat van de Heer". Hij wou Jezus in de ogen kijken, en wanneer je zijn boeken leest, proef je die godsontmoeting.
Wie Jezus in de ogen wil kijken moet Hem binnenlaten, en dat doet denken aan Jezus’ woorden: "Let op: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand naar Mij luistert en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnen komen. Dan zullen we samen eten: hij met Mij en Ik met hem."
Deze passage komt uit een brief die Jezus dicteerde aan Johannes, en die bestemd was voor de kerk in Laodicea. Jezus maakt hen zware verwijten. "Was jullie geloof maar koud of heet! Maar het is lauw. En omdat jullie niet koud of heet zijn, maar lauw, zal Ik jullie uitspugen."
Die scherpe woorden wijzen op een problematische situatie, die zich doorheen de geschiedenis vaak heeft voorgedaan. Mensen die zich christen noemen en dat beter niet zouden doen, en kerken waar Jezus zich van distantieert. Elders zegt Jezus
"Want waar er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden"
maar hier geldt dat niet, want Jezus heeft die kerk verlaten. Zeer tegen zijn zin, want Hij klopt aan en vraagt of Hij terug welkom is.

Geklop en een stem zijn twee verschillende geluiden. Geklop op de deur kan voor onrust zorgen, en veel mensen ervaren een existentiële onrust, veroorzaakt door een innerlijke leegte, door Gods afwezigheid, zoals ook Augustinus schreef: "Want zo hebt U ons geschapen, gericht op U, en ons hart kent geen rust tot het rust vindt in U." Die onrust erkennen, en niet verdringen door nog meer activiteiten is een eerste stap om Jezus te ontmoeten.
Een tweede stap is op zoek gaan - aan de deur gaan staan, zodat we horen wat Hij zegt. En we hebben het gemakkelijk, want veel woorden die Jezus tot anderen gericht heeft, kunnen we raadplegen in de Bijbel en zijn ook relevant in ons leven.
De derde stap is de beslissende keuze: laten we Hem binnen en willen we ons leven met Hem delen?

Wat is nu de link met die trilogie? Wel, Ratzinger wijst op een evolutie in onze cultuur waardoor velen zich van Jezus hebben gedistantieerd, zodat Hij nu een buitenstaander is, niet enkel in de maatschappij, maar ook in kerken en bij gelovigen. In een poging om het christendom meer acceptabel te maken voor de moderne mens, zijn velen God kwijt geraakt. Eeuwenlang stond het instituut kerk centraal. Het was een apparaat dat vooral zichzelf in stand wou houden, en te weinig oog had voor zijn missie. Rond de jaren 60 groeide bij velen het inzicht dat de echte kerk een organisch lichaam van mensen is, geleid door Jezus. De echte kerk is christocentrisch. Die evolutie was een stap in de goede richting.
Maar dan werd een tweede stap gezet, ditmaal op de weg van de minste weerstand. Want wanneer Jezus het centrum is, dan scheiden we ons af van andere religies. Jezus werd daarom naar het achterplan verschoven, want God als algemene noemer roept minder weerstand op. De kerk moest dus theocentrisch worden. Maar ook dat lost het probleem niet op, want hoe moeten we ons verhouden ten aanzien van wie niet gelooft in een God. Kunnen we niet alle positieve krachten bundelen om een betere wereld uit te bouwen? Was dat niet Jezus’ opdracht? En staat godsdienst dan niet in de weg? Moet het menselijk project niet centraal worden gesteld?

Daar onderaan bevinden we ons nu. De kerk zit in het verdomhoekje en kan geen goed meer doen. Jezus kreeg spreekverbod en God is een vaag containerbegrip, dat godsbeelden herbergt die onverenigbaar zijn. Het enige wat telt, is een betere wereld. De religieuze tradities zijn slechts een verzameling gewoontes die de mensen niet moeten worden afgenomen, maar die uiteindelijk niet veel voorstellen. Godsdienst telt alleen voor zover die kan helpen om maatschappelijke en politieke doeleinden te realiseren.
Ook veel gelovigen keren zich af van de ongemakkelijke weg van Jezus. Ze maken abstractie van de betekenis van de kruisdood en de verrijzenis, weten niet wat ze moeten denken over eeuwig leven, wijzen Jezus’ exclusieve boodschap af, en reduceren geloof tot de gulden regel. Behandel de mensen zoals u door hen behandeld wilt worden. Want daar komt het volgens de wet van Mozes en volgens de profeten op neer. Die regel is, zoals Jezus zegt, van essentieel belang, en gelukkig wordt hij in tal van levensbeschouwingen gewaardeerd. Hij vormt zo een moreel platform dat samenleven in verscheidenheid mogelijk moet maken. Veel christenen hebben getoond hoe zij respectvol konden omgaan met andere overtuigingen, niet ondanks hun geloof, maar dankzij het feit dat zij de woorden van Jezus au sérieux namen. En niet toevallig konden mensenrechten gedijen in een cultuur die een joods-christelijke stempel droeg.
Maar het probleem ligt niet in het feit dat mensen niet weten wat ze zouden moeten doen, maar wel in het feit dat ze de motivatie en de kracht missen om zo te leven. Iedereen weet dat je niet mag liegen, en toch is er leugen alom. Ondermeer daarom werd Jezus mens, stierf Hij de kruisdood, verrees Hij uit de dood. Nu staat Hij aan de deur en wil Hij binnenkomen en ons innerlijk vernieuwen. De wereld vraagt ons om over Jezus te zwijgen omwille van de lieve vrede, maar op termijn is zwijgen vaak niet de juiste weg. Jezus daarentegen vraagt om te spreken als een klokkenluider en te zijn als zout, dat de wereld kan beschermen tegen bederf. Wie Jezus de toegang ontzegt, kapt de wortels door die de mens met God kunnen verbinden. Hij dooft Gods licht uit en staat straks veel verder van die ideale wereld waar hij zo naar verlangt. Wend je blik niet af van Jezus, maar ga naar Hem op zoek en kijk Hem in de ogen!

Begin van de pagina


#063 Een godsontmoeting
twee stoelen youtube logo

Jezus in de ogen kijken (8')
27/11/2022

Tekst van de video

Joseph Ratzinger, alias paus Benedicus XVI, heeft in 2007 een trilogie geschreven over Jezus van Nazareth. Op de achterzijde van deel I staat volgende uitleg.
"Ik ben innerlijk lang onderweg geweest naar dit boek. Nadat ik gekozen was tot bisschop van Rome, heb ik alle vrije ogenblikken benut om er verder aan te schrijven. Het is op generlei wijze een document van leergezag, maar enkel en alleen een uitdrukking van mijn persoonlijke zoeken 'naar het gelaat van de Heer'. Iedereen is daarom vrij mij tegen te spreken."
Ratzinger geeft geen complexe theologische beschouwingen, maar hij zoekt naar 'het gelaat van de Heer'. Hij wil Jezus in de ogen kijken, en hij doet dat door het bestuderen van de evangelies. Dat koste hem naar eigen zeggen moeite want hij is innerlijk lang onderweg geweest en benutte daartoe alle vrije ogenblikken. Maar het resultaat mag er zijn. Bij het lezen van die boeken, merk je een enthousiasme en een diepgang, die enkel verklaard kunnen worden door het feit dat zijn persoonlijke zoektocht geslaagd is, en dat hij inderdaad niet enkel kennis verworven heeft, maar God ook mocht ontmoeten. Je kan Jezus nooit in de ogen kijken wanneer je die evangelies aan de kant schuift. Dan ben je vlug uitgepraat, want er zijn over zijn leven niet veel andere bronnen. Maar neem je die geschriften au sérieux, dan heb je brood op de plank, want er valt in die 80.000 woorden van de evangeliën, veel te ontdekken. Niet enkel intellectueel. Neen, doorheen die woorden kun je Jezus ontmoeten, je kunt Hem in de ogen kijken en dat is een onschatbare rijkdom.

Je kan Jezus in de ogen kijken, maar je ontdekt dan ook wie de grote onzichtbare God is, die aan de oorsprong ligt van alles - de God waar al duizenden jaren in alle culturen over gespeculeerd wordt. Jezus omschrijft die God als Vader. Dat wijst op een familieband en suggereert dat je die God vriendschappelijk kunt ontmoeten. Maar er is meer, want Jezus zegt dat Hij en de Vader in zekere zin zelfs synoniemen zijn.
"Filippus zei tegen Hem: 'Heer, laat ons de Vader zien. Dan zijn we tevreden.' Jezus zei tegen hem: 'Nu ben Ik al zó lang bij jullie, Filippus, en ken je Mij nu nog niet? Als je Mij hebt gezien, héb je de Vader gezien. Waarom zeg je dan: 'Laat ons de Vader zien'? Geloof je dan niet dat Ik één ben met de Vader en dat de Vader één is met Mij? Wat Ik tegen jullie zeg, zijn niet mijn eigen woorden. De Vader, die één met Mij is, doet zijn werk door Mij heen. Geloof Mij als Ik zeg dat Ik één ben met de Vader en dat de Vader één is met Mij. En als je niet gelooft wat Ik zég, geloof Mij dan om wat je Mij ziet dóen." (Johannes 14:8-11 BB)
Fillipus reageerde op Jezus’ afscheidswoorden, en zijn reactie illustreert dat het niet gemakkelijk is om het echte gelaat van Jezus te zien - het goddelijke gelaat dat schuilgaat achter de mens. Filippus trok al drie jaar op met Jezus, maar hij plaatst wat hij hoort en ziet in een fout denkkader. Hij verwachtte een politieke religieuze leider en kan niet verder kijken. Voorafgaand aan de kruisdood en de verrijzenis lukte het de meeste discipelen niet om Jezus’ goddelijke oorsprong te herkennen. Jezus neemt hier afscheid van zijn leerlingen want Hij weet dat zijn einde nadert. Straks is Hij niet meer zichtbaar in hun midden, en dan zal het er op aankomen dat ze de verborgen God kunnen ontmoeten.

Fillipus lijkt in deze passage erg op zijn bekendere collega, de ongelovige Thomas. Jezus zegt dat hij een geloofsprong zal moeten maken, maar tegelijk komt Hij hem tegemoet. Want wanneer zijn woorden hem niet kunnen overtuigen, dan moet Filippus kijken naar Jezus’ daden, en die wonderen wijzen op Jezus’ goddelijke oorsprong.Ook wij kunnen de evangeliën lezen en er toch niet in slagen om dat goddelijk gelaat te zien, en om Jezus in de ogen te kijken. Ook ons denkkader kan in de weg staan om die goddelijke oorsprong te herkennen. Misschien beschouwen we religie enkel als een cultuurfenomeen. We denken we dat die evangeliën tijdsgebonden zijn en hun houdbaarheidsdatum al lang geleden hebben overschreden. Natuurlijk moeten we rekening houden met de toenmalige cultuur, en soms een tijdskloof overbruggen. Maar de meeste parabels en veel toespraken kunnen door iedereen direct begrepen worden, en Jezus zei bij zijn afscheid dat de relevantie van zijn woorden tijdloos is. Die woorden hebben eeuwigheidswaarde."Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit." (Matteüs 24:35 NBV21)

Israëlische onderzoekers zijn er in geslaagd om 2000 jaar oude zaden van dadelpalmen die gevonden werden bij opgravingen, te laten ontkiemen. Het is een veelbelovend experiment want men denkt dat die dadels groter en zoeter zijn dan de actuele variëteiten. Jezus vergelijkt zijn woorden met zaadjes die wanneer ze in goede aarde vallen, overvloedig vrucht dragen. Ook al zijn die zaadjes nu 2000 jaar oud, hun houdbaarheidsdatum is niet bereikt. Ze hebben nog steeds kiemkracht, en kunnen ook in ons nieuw leven schenken zodat we Jezus in de ogen kunnen kijken. Maar Filippus leert ons dat het aanhoren van Jezus’s woorden niet volstaat. Verstandelijk inzicht moet worden aangevuld met de geloofscomponent. Net als tegen Filippus, zegt Jezus ook tegen ons: "Geloof Mij". We moeten ons denkkader overstijgen want God behoort tot een andere dimensie, maar God wil ook ons tegemoet komen, en tekenen geven die wijzen op zijn bestaan. Bijvoorbeeld een oplossing van een probleemsituatie door een samenloop van omstandigheden die het toeval overtreft, of een emotionele ervaring van Gods liefde. Ook wij kunnen via die evangeliën komen tot een godsontmoeting en Jezus figuurlijk in de ogen zien.

Begin van de pagina


#062 Grensoverschrijdend gedrag
tekstbalonnen youtube logo

twee pijnpunten (8')
13/11/2022

Tekst van de video

Wanneer ik aan de keukentafel zit, kijk ik uit op een weide. Een deel is eigendom van Natuurpunt, een ander deel van OCMW Brussel. Waar de grens precies loopt is niet duidelijk, maar er is een staaf die als grenspaal dienst moet doen. Wil je duidelijke grenzen, dan volstaat dat paaltje niet, maar moet je een afsluiting plaatsen na raadpleging van een landmeter. Bij gebrek aan afsluiting riskeer je grensoverschrijdend gedrag, maar voor een wandeling in de weide is dat natuurlijk geen probleem. Toen ik jong was, was er een strenge moraal. In plaats van hier en daar een grenspaaltje, had je figuurlijk gesproken hoge afsluitingen en soms ook prikkeldraad. Het had het voordeel van de duidelijkheid, maar dat wil niet zeggen dat die harde grenzen altijd juist en nodig waren, noch dat ze ook gerespecteerd werden. Neen, er zijn tal van verhalen van grensoverschrijdend gedrag door mensen in een gezagspositie - ook door zij die zich opwierpen als bewakers van die grenzen - en dat heeft geleid tot veel gebroken levens, en een aversie tegen het geloof. Intussen leven we in een andere tijd, maar ook nu is er veel beroering rond grensoverschrijdend gedrag. Er wordt opgeroepen om daar iets aan te doen, bijvoorbeeld door de oprichting van een extern meldpunt. In deze video wil ik even stilstaan bij die problematiek vanuit bijbels perspectief.

Een extern meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag kan nuttig zijn, maar eigenlijk is het dan al te laat. De vraag is of zo’n gedrag kan voorkomen worden, en ik zie, wat dat betreft, twee pijnpunten. Een pijnpunt is een moeilijk onderwerp dat je liever uit de weg gaat, en het lijkt erop dat onze cultuur niet wil zien dat veel leed veroorzaakt wordt door het dogma van de vrije liefde en door het negeren van de relatie tussen het denken, het spreken en het doen.
Het dogma van de vrije liefde is synoniem voor afwijzing van duidelijke grenzen. Vandaag is alles mogelijk, zolang het door de andere niet als ongepast ervaren wordt, en minimale leeftijdsgrenzen worden gerespecteerd. Die leeftijd is vaak niet of moeilijk te controleren, maar dat even terzijde. Een jongeman die door de VRT op non-actief werd gesteld wegens grensoverschrijdend gedrag reageerde met een mea culpa:
"Ik heb te horen gekregen dat er meldingen zijn gemaakt tegen mij, die gaan over mijn gedrag dat als ongepast ervaren werd. Deze meldingen komen heel onverwachts, aangezien ik mijn contacten altijd als vertrouwelijk en met wederzijdse toestemming beschouwde. Door deze meldingen besef ik nu ook dat dit niet voor iedereen zo was, en dat de impact op de betrokkenen groter is dan ik had ingeschat."
Die jongeman maakt melding van een subjectieve grens. Maar zo’n grens is onduidelijk en biedt weinig garanties, zoals de MeToo-beweging aantoont. Het is als dat paaltje in die weide… je weet dat er grenzen zijn, maar die liggen voor iedereen elders, en ze kunnen binnen de dynamiek van de seksualiteit uit eigenbelang snel verschoven worden. Ook wordt hier slechts rekening gehouden met de gevoelens van twee personen, terwijl er vaak meer belanghebbenden zijn, zoals de bedrogen partner, de kinderen, de ouders… Het dogma van de vrije liefde houdt daar geen rekening mee, en kan een goede dekmantel zijn voor egoïsme.

"Wanneer u zich houdt aan de geboden van de HEER, uw God, zoals ik ze u vandaag heb gegeven, door Hem lief te hebben, door de weg te volgen die Hij wijst, en zijn geboden, wetten en regels in acht te nemen, dan zult u in leven blijven en in aantal toenemen, en dan zal de HEER, uw God, u zegenen in het land dat u in bezit zult nemen. " (Deuteronomium 30:16 NBV21)
God wil de mens gelukkig zien, en Hij treedt ook op als landmeter die, ten behoeve van alle partijen, aangeeft waar de grenzen liggen. Het respecteren van Bijbelse morele normen - in oprechtheid en met liefde - voorkomt veel leed. Die normen vind je onder meer in de Tien Geboden: "Pleeg geen overspel… Zet uw zinnen niet op de vrouw van een ander … " (Deuteronomium 5:18 NBV21)
De vraag is hier niet of één van beide spelers het gedrag als ongepast ervaart. Neen, deze geboden bevatten een objectieve grens, en ze verwijzen impliciet naar de huwelijksband als kader dat door God werd aangereikt. Onze cultuur heeft dat kader en die grenzen ten dele afgeschreven, maar dat belet niet dat wie Jezus wil navolgen Hem ook hierin moet gehoorzamen.

Het tweede pijnpunt is het gebrek aan inzicht in de relatie tussen het denken, het spreken en het doen. Dat probleem wordt al vermeld in de Tien Geboden. Want niet alleen de daad wordt veroordeeld, maar ook de gedachten die eraan voorafgaan. Jezus wijst op die relatie in een confrontatie met de farizeeën. "Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein." (Markus 7:21-23 NBV21)
Denken gaat vooraf aan spreken, en spreken is de voorbode van doen, en het is niet toevallig dat Jezus een hele rij zonden opsomt, want vaak zijn ze aan elkaar gerelateerd. Er is in onze cultuur een grote tolerantie in taal- en beeldgebruik wat betreft seksisme, porno en geweld. Die vervuiling leidt tot normvervaging en een maatschappij die vierkant draait. Het amuserende geweld in film en boek mondt uit in het veroordeelde geweld in het echte leven. De voorpagina van de krant schreeuwt de verontwaardiging uit over een nieuw schandaal, maar de pagina die volgt toont foto’s die niets aan de verbeelding overlaten en de schaamteloosheid in de hand werken. Jezus roept ons op om de door God gegeven grenzen te respecteren, in denken, spreken en handelen. Die grenzen zijn geen onnodige inperking van de menselijke vrijheid, leidend tot frustratie. Neen, God wil zo een vredig landschap creëren, waar je muren ziet die geen bedreiging vormen, maar bescherming bieden zodat de mens geen slaaf wordt van zijn passies, kwetsuren en trauma’s worden vermeden en iedereen kan genieten van het leven zoals God dat had bedoeld.

Begin van de pagina


#061 Jakobs droom (2)
BESCHRIJVING youtube logo

Hoe hou je zo’n ervaring vast? (8')
30/10/2022

Tekst van de video

In een vorige video bedroog Jakob zijn blinde vader, door zich voor te doen als zijn broer Esau, om zo diens voorrechten als eerstgeborene te verkrijgen. Esau wou hem daarop vermoorden en Jakob vluchtte naar zijn familie. Onderweg heeft Jakob een godservaring. Hij ziet God, en een trap die hemel en aarde verbindt, waarop engelen op en af gaan. Hemel en aarde zijn door het kwaad van elkaar gescheiden. Maar door die trap opent God de toegang. God herhaalt aan Jakob de belofte van een land en veel nakomelingen. En Hij zal hem beschermen en veilig terugbrengen. Jakob probeert die bijzondere ervaring vast te houden en dat moet, want ervaringen verliezen gaandeweg hun glans, en ze werken dan niet meer motiverend. Muziek kan bijvoorbeeld heel sterk aanspreken en inspirerend werken. Maar gaandeweg verzwakt die ervaring en dooft de verwondering uit. Ook in onze godsrelatie kunnen de felle kleuren van ervaringen, en van de liefde en het ontzag voor God, verbleken. Het nieuwe is er dan van af en wat zo bijzonder was, wordt nadien sterk gerelativeerd. We moeten godservaringen uit het verleden vasthouden en ook nieuwe ervaringen opdoen, zodat het enthousiasme en de liefde voor God niet verloren gaan. Anders is de kritiek van Jezus op zij die hun liefde voor God zijn kwijtgeraakt, ook op ons toepasselijk. "U hebt de liefde van weleer opgegeven. Bedenk van welke hoogte u gevallen bent. Kom tot inkeer en doe weer als vroeger. …" (Openbaring 2:4-5 NBV)

Hoe houdt Jacob zijn ervaring vast? Commerciële bedrijven doen dat door ‘branding’. Miele staat voor kwaliteit, A.S.Adventure voor avontuur. Bedrijven kiezen een unieke naam en een logo, en dat roept een positief gevoel op en zorgt voor klantenbinding. Jakob wil zijn bijzondere ervaring vasthouden. Hij geeft de ontmoetingsplaats een unieke naam, die hij nooit zal vergeten: Beth - El of Huis van God, want hier heeft hij God ontmoet. Maar Jakob wil iets meer doen. Grootvader Abraham had indertijd een Tamarisk geplant ter herinnering aan een bondgenootschap. (Genesis 21:33) En vader Isaak had na een godsontmoeting ruwe stenen opgestapeld tot een altaar, om God een offer te brengen. (Genesis 26:25) Jakob doet het anders en maakt een primitief monumentje. Hij zet de steen die hij als hoofdsteun had gebruikt rechtop, en wijdde hem door er olie over uit te gieten. Wanneer de steen een beetje poreus is, zal die vlek er nooit meer uitgaan, en dat is de bedoeling. Want dat drukt de hoop uit dat de herinnering aan die geopende hemel nooit zal worden uitgewist. Wanneer Jakob aan anderen hierover vertelt, zal dat niet veel indruk maken. "’t Was maar een droom" zullen sommigen zeggen. Maar Jakob weet dat het meer was, en denkt dan terug aan die steen met die olievlek die hij als souvenir in Betel heeft achtergelaten. En Jakob belooft dat Jahweh, met al die rijke beloftes van bescherming, zorg en welvaart, zijn God zal zijn. En hij zal ook een tiende van zijn bezit afstaan. Die 10% is geen cadeau, maar eerder een pacht die aan de eigenaar wordt afgedragen, want Jakob erkent God nu als eigenaar van alles wat hij bezit.

Misschien hebben ook wij bijzondere dingen meegemaakt: een situatie waarin God ons heeft beschermd, of onze levensomstandigheden heeft bijgestuurd, of ons op indringende wijze heeft toegesproken door zijn woord of door een boek of een video… De kans is groot dat die ervaring gaandeweg haar glans verliest, en niet meer motiverend werkt. Maar ook wij kunnen iets doen om die ervaring vast te houden. We kunnen wat er gebeurd is optekenen in een dagboek, of noteren op een kaartje, of een vermelding maken in onze Bijbel. Of we zouden zelfs, zoals Abraham, een boom kunnen planten. Maar we moeten er ons van bewust zijn, dat het ook na een unieke ervaring, die we op een of andere wijze vereeuwigd hebben, toch fout kan lopen. Dat zien we bij Salomo:
"De HEER werd woedend op Salomo, omdat hij ontrouw was geworden aan Hem, de God van Israël, die hem tot tweemaal toe was verschenen en hem uitdrukkelijk had verboden andere goden te vereren ..." (1 Koningen 11:9 NBV21)
Ook Salomo had eertijds een monument opgericht: geen steen met een olievlek, maar een tempel waar je niet naast kon kijken. Maar gaandeweg is zijn liefde en ontzag voor God uitgedoofd. Salomo had nieuwe ervaringen, maar niet met God… hij maakte nieuwe monumenten, maar dat waren souvenirs voor zijn buitenlandse vrouwen, ter herinnering aan hun afgoden. Grote gedenktekens zoals tempels, kathedralen of prachtige kunstwerken riskeren de ijdelheid te strelen, en als verwijzing naar God werken ze dan contraproductief. Jezus’ discipelen waren sterk onder de indruk van die immense tempelgebouwen, maar voor Jezus was die tempel geen toeristische trekpleister, maar een plaats waar zijn Vader centraal moest staan. En dat was niet zo, en die tempel zou een kleine veertig jaar later door de Romeinen gesloopt worden.

Salomo is geen na te volgen voorbeeld. Maar Maria de moeder van Jezus, toont dat het anders kan. Herders vertelden haar wat de engelen hebben gezegd over de Redder die geboren was, en er staat "… Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken." (Lucas 2:19 NBV21)
Maria hield die ervaring vast en kon gaandeweg, door wat ze zag en hoorde van haar Zoon, de betekenis ervan beter begrijpen. Ook wij moeten proberen dat te doen: de bijzondere gebeurtenissen uit het verleden vasthouden, en dat verleden verdiepen en aanvullen met nieuwe inzichten en ervaringen. Maar eigenlijk zijn inzichten en ervaringen niet de essentie. Wel dat we geregeld spreken met de Vader en de Zoon, ons voeden met zijn woord en onze liefde en respect voor God tonen in onze levensstijl. God wil ons toespreken, maar vaak doet Hij dat onopvallend, en Hij gebruikt daarbij vooral zijn Woord. Misschien had je nooit een bijzondere ervaring. Dat is ook niet nodig, want waar het op aan komt is dat we Hem eren in het gewone leven.

Begin van de pagina


#060 Jakobs droom (1)
Jakobs ladder youtube logo

Dromen zijn bedrog!?! (8')
16/10/2022

Tekst van de video

Vandaag bekijken een episode uit het leven van Jakob, waarin hij een bijzondere droom heeft. Jakob is pas op latere leeftijd gehuwd. Trouwen met iemand uit de plaatselijke bevolking was geen goed idee, want dat leidde gegarandeerd tot afgodendienst en immoraliteit. Hij moest dus iemand zoeken bij de familie, 900 km ver. Jakob was een huiselijk type, en hij zag zo’n reis niet zitten. Maar dan bedriegt hij zijn blinde vader. Hij doet zich voor als zijn oudere broer, om zo de voorrechten van de eerstgeborene te verkrijgen. Zijn broer wil hem daarop vermoorden en Jakob moet nu wel naar zijn familie vluchten, en zo komt ook de zoektocht naar een huwelijkspartner op gang. Dat Jakob een alleenstaande was, was een probleem, want uit zijn nageslacht moest Jezus geboren worden.

Jakob vlucht weg en weet niet of hij ooit zal terugkeren. Ik betwijfel of hij steun had aan zijn geloof. Hij ontving dan wel de zegen van de eerstgeborene, maar daar was nu niet veel van te merken. Jakob had de verhalen gehoord van Gods ingrijpen in de schepping, de zondvloed, de taalverwarring, de ondergang van Sodom en Gomorra. Hij kende de goede en slechte voorbeelden uit het verleden en wist wat God aan zijn grootvader Abraham beloofd had. Maar Jakob was echt geen rolmodel. Hij had zijn broer bedrogen, en Gods naam misbruikt om zijn vader te misleiden. Dat gebrek aan respect voor mens en God illustreert dat hij God slechts van naam kende. Aan een theoretisch geloof heb je niet veel: het geeft geen kracht en levensvreugde. Integendeel, het kan je overladen met schuldgevoelens want je weet dat God bestaat, maar je beseft dat je tegenover Hem tekortschiet.

Jakob is nu honderd km ver van huis en hij legt zich te slapen. Er staat hem een onrustige nacht te wachten - wellicht zit zijn broer hem achterna. Hij rekent niet op Gods bescherming. Misschien heeft hij zijn kansen wel verspeeld! Maar in die situatie van ontreddering spreekt God hem toe.
"Toen kreeg hij een droom. Hij zag een trap van de aarde naar de hemel. Hij zag engelen van God die de trap op liepen en weer naar beneden gingen. En hij zag dat de Heer bij hem kwam staan. De Heer zei: ‘Ik ben de Heer, de God van Abraham en van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen, zal Ik aan jou en je nakomelingen geven. Je zult veel nakomelingen krijgen. Zo veel dat niemand ze kan tellen.… Ik zal bij je zijn. Ik zal je beschermen, overal waar je heen gaat. En Ik zal je weer terugbrengen naar dit land. Ik blijf bij je totdat Ik gedaan heb wat Ik je beloofd heb.'" (Genesis 28:12-15 BGT)
Wat dromen precies zijn, is nog grotendeels onbekend. Want we dromen ook over dingen die we met onze zintuigen nooit hebben waargenomen. Dromen worden dan ook vaak beschouwd als een manier om bovennatuurlijke kennis te verkrijgen. Dat was zo in de antieke wereld, en dat is zo in eigentijdse esoterische stromingen. Maar het spreekwoord luidt "dromen zijn bedrog", en die kritische houding vind je ook in de Bijbel terug. God openbaart zich in de eerste plaats via historische gebeurtenissen en via profeten die mensen niet naar de mond praatten, en in het Nieuwe Testament via Jezus. Die informatie komt nu zwart op wit tot ons, via de Bijbel, en dat is Gods favoriete communicatiekanaal. Aanvullend en uitzonderlijk spreekt God ook door dromen. Soms om zich kenbaar te maken aan iemand die Hem helemaal niet kent. Of om een gelovige te waarschuwen of te bemoedigen. Meestal zijn dat dan dromen met een heldere boodschap die weinig of geen interpretatie vragen, zeker niet door droomuitleggers die zich aanbieden op het internet.

God spreekt tot Jakob via een droom. Hij ziet God, en een trap die hemel en aarde verbindt, waarop engelen op en af gaan. Eigenlijk zijn hemel en aarde door het kwaad van elkaar gescheiden. Die hemel is gesloten, en dat stemt overeen met de ervaring van veel mensen die niet weten of er een God is, of die er geen contact mee hebben. Maar door die trap opent God de toegang en de engelen zorgen voor de connectie. Die koeriers brengen onze woorden tot God, en ze bezorgen ons zijn antwoorden, zijn bescherming, zijn zegen… God herhaalt aan Jakob de belofte van een land en veel nakomelingen. En Hij zal hem ter zijde staan, beschermen en veilig terugbrengen. Zeventien eeuwen later neemt Jezus dat beeld van die engelen over in zijn gesprek met zijn discipel Natanaël:
‘Jullie zullen de hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de Mensenzoon.’
Maar hier ontbreekt de trap, want Jezus is nu zelf de trap tussen de geopende hemel en de aarde. Jakob reageert met de woorden "Op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet." (Genesis 28:16 NBV21)
God is nabij, en Hij wil ons bijstaan, maar vaak zien we dat niet. Nu is deze slaapplaats voor Jakob als een "huis van God" op deze aarde – een plaats waar hij God heeft ontmoet. En die trap is een toegangspoort naar de hemel. Die trap doet denken aan de toren van Babel. Dat was een ziggurat, of een stenen trap naar de hemel, ontworpen door mensen die als God wilden zijn. Maar via gebouwen of beelden bereik je God niet. De trap die Jakob ziet is een virtuele trap, en het huis van God is een virtueel huis dat om het even waar kan staan, want God is geest en overal bereikbaar. Willen ook wij Hem bereiken, dan moeten we dat doen via de trap die God ter beschikking stelt – en dat is Jezus. Via menselijke constructies of eigen dromen komen we nooit toe op die bestemming, wel door een geloof in God, dat gebaseerd is op de woorden en daden van Jezus, en dat in uitzonderlijke gevallen wordt aangevuld met bijzondere dromen.

Begin van de pagina


#059 Jezus’ meesterschap over natuur, geestenwereld, ziekte en dood
de wonderen van Jezus youtube logo

Het dochtertje van Jaïrus. (8')
2/10/2022

Tekst van de video

Het overlijden van een kind grijpt diep aan. Het is een bloemknop die nooit openbloeit. Vandaag gaat het over onder meer zo’n situatie, maar dan met een onverwachte wending.
"Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij Hem, … Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar Hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. Hij smeekte Hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde Hem en verdrong zich om Hem heen." (Markus 5:21-24 NBV21)
Kort voordien is Jezus het meer opgevaren. Maar er breekt een zware storm los en de discipelen vrezen voor hun leven. Jezus beveelt de storm om stil te zijn, en ogenblikkelijk wordt het rustig. Jezus is meester over de natuur. Hij meert aan en wordt geconfronteerd met een gewelddadige demonisch belaste man. Jezus bevrijdt hem en toont zo zijn medeleven én zijn meesterschap over de geestelijke wereld. Maar de boze geesten gaan in een kudde varkens die in het water stort, en Jezus is niet langer welkom en keert terug van waar Hij gekomen was.

Hier is Jezus welkom, want er verzamelt zich een grote menigte. Honderden - misschien duizenden, staan te drummen, en Jaïrus probeert zo snel als kan bij Jezus te geraken. Ongetwijfeld had hij Jezus al horen spreken in de synagoge, en was hij getuige geweest van wonderen. Jezus kan zijn dochtertje genezen, maar de situatie is heel acuut! Jezus vergezeld hem naar zijn huis. De volksmassa loopt mee, want als er een wonder gebeurt, willen zij er bij zijn. Door de smalle straatjes komen ze moeilijk vooruit - tot wanhoop van Jaïrus - want elke minuut telt.
En dan is er een incident waardoor de stoet tot stilstand komt. Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Een chronisch zieke vrouw heeft Jezus aangeraakt en is genezen. Het derde wonder in dit hoofdstuk. Dat kan het geloof van Jaïrus sterken, maar juist nu hoort hij dat het te laat is. ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’ Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’ Hij stond niemand toe om met Hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes. Die opmerking is wellicht goed bedoeld, maar doet denken aan de discipelen die wilden beletten dat kinderen bij Jezus werden gebracht. Of omstaanders die een blinde die om hulp riep wanneer Jezus passeerde, het zwijgen wilden opleggen. Men vond dat Jezus zijn programma moest afwerken. Het toont een gebrek aan inzicht in wie Hij werkelijk is. Want zijn programma houdt juist in dat Gods liefde wordt geopenbaard aan eenvoudige mensen én in hopeloze situaties. En daarvoor onderbreekt Jezus graag de routine. Mensen verschuilen zich soms achter hetgeen ingeschreven staat op hun agenda. Dat is zo in de parabel van de barmhartige samaritaan. De priester en de leviet verlenen geen hulp want zij moeten in Jeruzalem zijn, en ze verliezen zo de essentie - de liefde voor de naaste - uit het oog. We hebben het moeilijk met het doorbreken van de routine en daardoor worden slachtoffers vaak niet geholpen. Maar wanneer er zich een incident voordoet, vragen we ons beter af of dit de gelegenheid is om Gods liefde voor een mens in nood te tonen.

In de regel is de dood het einde van het verhaal, maar Jezus roept Jaïrus op om te blijven geloven. Hij stuurt de mensen weg en ze gaan naar huis want de sfeer is omgeslagen: ze geloven er niet meer in. Jezus komt dan toe bij het huis van de leider van de synagoge en zag daar
"een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. Hij ging naar binnen en zei tegen hen 'Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.’ Ze lachten Hem uit. Maar Hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij Hem waren de kamer binnen waar het kind lag. Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, Ik zeg je, sta op!’ Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen." (Markus 5:38-42 NBV21)
Omdat de begrafenis plaats vond op de dag van het overlijden, begon het rouwklagen zo snel als mogelijk, en dat gebeurde luidruchtig. Door familie, buren en vrienden, maar ook door gehuurde klaagvrouwen en fluitspelers. Zoveel volk doet vermoeden dat het meisje al even dood is en toont hoeveel tijd het koste om Jezus tot hier te krijgen. "Het kind … slaapt." Het gebeurt wel vaker dat Jezus iets zegt dat figuurlijk opgevat moet worden. Jezus zal haar terug bij de levenden brengen, en in die zin slaapt ze. Jezus wordt uitgelachen, en omdat je niet zomaar kan switchen van verdriet naar uitlachen wijst dat op onoprecht verdriet. Jezus stuurt iedereen weg. Een lawaaierige kritische omgeving is geen voedingsbodem voor een wonder. Met veel getwitter, en geswitcht tussen weeklagen en spotten, heet ook onze cultuur God niet welkom. Willen wij Hem aan het werk zien, dan moeten we het rustig maken - tv uit en smartphone stil - en afkerig zijn van spot en niet bang zijn, maar geloven.

Jezus wekt het meisje tot leven en toont zo dat Hij zelfs macht heeft over de dood. Dat is een antwoord op het onnoemelijke leed van de familie, en samen met andere wonderen bewijst het Jezus’ macht en goddelijke oorsprong. Maar het wijst ook op wat drie jaar later zal gebeuren: Jezus’ verrijzenis uit de dood, maar dan met een nieuwsoortig onsterfelijk lichaam. En dat is wat Jezus ook belooft, aan wie in Hem gelooft. "Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft." (Johannes 11:25 NBV21)

Begin van de pagina


#058 Neem en eet
avondmaal youtube logo

Het (laatste) avondmaal (8')
18/09/2022

Tekst van de video

Jezus gebruikte tijdens het "Laatste Avondmaal" brood en wijn om de diepere betekenis van zijn aanstaande dood te illustreren, en Hij sprak daarbij provocerende woorden uit. Ook vroeg Hij dat zijn volgelingen Hem zouden herdenken door te herhalen wat Hij deed. Dat gebeurt tot vandaag, maar theologisch kregen brood en wijn niet altijd dezelfde betekenis. Ook benaming en vorm verschillen naargelang de kerk. In deze video ga ik in op de betekenis van het bekendste christelijke ritueel. Straks wordt duidelijk waarom ik dat decor gekozen heb, maar eerst laat ik Jezus aan het woord.
"… Jezus nam een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie: vanaf nu zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot de dag dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader." (Matteüs 26:26-29 NBV21)
Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken." (Lucas 22:19 NBV21)

Jaarlijks werd het Pascha gevierd ter herdenking van de bevrijding uit de slavernij in Egypte. Maar nu keek Jezus niet terug naar dat verleden, maar Hij keek uit naar de meer fundamentele bevrijding die op til was. Geen bevrijding van uiterlijke dwang, maar van verslavingen die de wil, emoties en gedachten infecteren, en als onkruid woekeren in het ganse leven. Vandaag is verslaving aan drank, aan drank, drugs en porno, maar ook aan games en sociale media wijdverspreid. We kunnen ons dus wel iets voorstellen bij die verslaving aan de zonde. Maar er is ook de balk in het eigen oog: pretentie, geldzucht, egoïsme waar we niet van loskomen… en zo wordt de doelgroep van wie nood heeft aan bevrijding, uitgebreid tot de ganse mensheid. Met de symboliek van het breken van het brood en het legen van de beker voorzegt Jezus zijn dood, en het lijkt paradoxaal dat die dood kan leiden tot bevrijding. Hoe dat in elkaar zit, is niet uit te leggen, want Jezus was tegelijk mens en God, en dat drama speelt zich af in Golgotha, maar tegelijk in een eeuwige dimensie. De Bijbel gebruikt meerdere beelden opdat we de relevantie van Jezus’ dood toch zouden vatten. Jezus werd terechtgesteld om boosaardige motieven, maar zelf ziet Hij de kruisiging tegelijk als een straf die Hij in onze plaats op zich neemt. Ook wordt het vergoten bloed vergeleken met de prijs die betaald moet worden om ons vrij te kopen uit de slavernij.
"Hij werd doorstoken vanwege onze opstandigheid, vanwege onze zonden werd hij gebroken. Hij werd gestraft; ons bracht het vrede, en dankzij zijn striemen is er genezing voor ons. Wij allen zijn als schapen verloren gelopen, en ieder van ons is eigen wegen gegaan; maar de HEER heeft de schuld van ons allen op hem laten neerkomen." (Jesaja 53:5-6 WV)

Brood en wijn waren basisingrediënten in de voeding, en door zichzelf als voedsel aan te bieden, maakt Jezus duidelijk dat een nauwe verbondenheid met Hem levensnoodzakelijk is. We moeten zijn boodschap begrijpen, aanvaarden en beleven. En dat houdt ook in dat we ons die indeplaatstelling en die kwijtschelding van schuld bewust toe-eigenen, en het avondmaal is een moment bij uitstek om daar telkens weer bij stil te staan. Want Jezus vroeg dat die maaltijd herhaald zou worden en Hij is dan als Gastheer op de achtergrond aanwezig. Die herhaling lijkt op een toneelstuk waarin we nadoen wat op dat Laatste Avondmaal gebeurd en gezegd is. Het is een drama, maar het eindigt als een blijspel, want een verschrikkelijke dood wordt opgevolgd door een ongeëvenaarde verrijzenis en Jezus benadrukt dat wie nu deelneemt aan die maaltijd, Hem straks terug zal ontmoeten. Natuurlijk moeten we de volgorde respecteren: eerst kiezen we ervoor om Hem te volgen, daarna nemen we deel aan die symbolische maaltijd. Want Jezus spreekt hier niet tot het publiek, maar tot discipelen die willen leven overeenkomstig Gods leefregels. Het christendom kent geen ritueel dat - los van de levenshouding van de persoon in kwestie - enig voordeel biedt. Want dat zijn bijgelovige rituelen, en daar doe je God geen plezier mee, integendeel.

Via het zegengebed vraagt Jezus zijn Vader om medewerking of bijstand, en door het dankgebed wordt God erkend als de Bron van al wat goed is. Zo nodigen ook wij God uit in dit gebeuren, want Hij neemt hier de centrale plaats in, en het gesprek met de Vader en de Zoon mag dan natuurlijk niet ontbreken. In een toneelzaal heb je toeschouwers en acteurs, met hoofdrolspelers en figuranten. Maar die opdeling zou er niet moeten zijn wanneer Jezus’ volgelingen samenkomen voor het Avondmaal. De zaal moet leeg zijn, want het publiek is geroepen om deel te nemen aan het ritueel en zelf acteur te worden. Want God biedt aan elk van ons een hoofdrol aan. Natuurlijk is er iemand die het geheel zal leiden, maar niemand is een naamloze figurant. Deelnemen wanneer je nog een buitenstaander bent en de diepere betekenis niet begrijpt of niet aanvaardt, is niet aangewezen. Want dan devalueert dat Avondmaal, zoals hiervoor gezegd, tot bijgeloof, of tot iets wat je slechts doet uit traditie of omdat anderen het doen. Ben je een volgeling, dan ben je van harte welkom. Tenzij je geen zuiver geweten hebt, want dan blijf je beter in de zaal zitten, tot je het in orde hebt gemaakt.
"Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster jou iets verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen." (Matteüs 5:23-24 NBV21)

Begin van de pagina


#057 The place to be!
groep mensen youtube logo

Waarom zou ik naar een kerk gaan? (2')
4/09/2022

Tekst van de video

Als God overal is, waarom zou ik dan naar een kerk gaan? Ik kan Hem thuis toch ook aanspreken. En onderwijs vind ik op het internet op het moment dat het mij past, en ik kan ook online kerkdiensten volgen!
Ja, hopelijk doe je dat allemaal. Maar Jezus’ woorden "… waar er twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden." (Matteüs 18:20 WV) illustreren dat Hij op een bijzondere wijze aanwezig is bij mensen die omwille van Hem ook fysiek samenkomen. De eenstemmigheid in zo’n samenzijn doet het gebed luider klinken en Jezus’ aanwezigheid maakt de kans dat je door zijn Geest wordt aangesproken groter.
Maar eigenlijk was het uitgangspunt te ik-gericht. Want dat klinkt als een consument die bediend wil worden. Wanneer we beseffen wie God is, dan draaien we de rollen om, en vragen we ons af, hoe we Hem, en ook de anderen kunnen dienen, en dat doe je niet alleen online.
De Bijbel vergelijkt de kerk met een gebouw dat Jezus opricht, en elke christen is een steen. Samen vormen we ook een lichaam en elk lichaamsdeel heeft een unieke rol. De vraag "wat heb ik eraan" blijft zinvol. Maar net zo belangrijk is de vaststelling dat ik anderen moet helpen met de talenten die ik heb. Likes en smileys vervangen geen persoonlijke contacten en materiële steun. We moeten ons dienend opstellen en waar nodig onze comfortzone verlaten, want anderen hebben ons nodig en wij hebben anderen nodig om christen te zijn. Volmaaktheid zal je in die kerk niet vinden: dat lichaam is niet altijd zoals we het liefst zouden willen, maar het is wel wat wij het meest nodig hebben om als gelovig mens te groeien.

Begin van de pagina


#056 De toren van Babel
toren van Babel youtube logo

een les economie (8')
28/08/2022

Tekst van de video

Je ziet hier Geert Noels, Pieter Bruegel en Bob Goudzwaard. Goudzwaard kennen jullie wellicht niet. Hij is een christelijke Nederlandse econoom en politicus die bijna 50 jaar geleden de aandacht trok met zijn boeken over "De economie van het genoeg". Voor hem moest het voorzien in de basisbehoeften van elkeen, voorrang krijgen op een toename van rijkdom. En niet het vervullen van verlangens, maar het voldoen van noden is prioritair. Dat moet gebeuren met respect voor de natuur. Goudzwaard werd niet au sérieux genomen. Maar intussen is het duidelijk welke schade werd aangericht door een economie die begeerte, macht en groei vooropstelt. Dat wordt duidelijk bij het lezen van het boek "Gigantisme" van de econoom Geert Noels. Hij wijst op de gevaren van concentratie van macht en rijkdom, op de grote systeemfouten in het actuele economische en politieke bestel en op de prijs die we betalen: milieuschade, obesitas, burn-out, een groeiende kloof tussen arm en rijk, criminaliteit, politieke instabiliteit, enzovoort… Maar waarom staat Bruegel hier. Wel, door het verhaal van de toren van Babel in de verf te zetten wees ook hij op het gevaar van economische arrogantie. In 1554 braken er in Antwerpen trouwens rellen uit toen Gilbert van Schoonbeke de bierindustrie wou monopoliseren.

Over de toren van Babel lezen we het volgende: "… Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Zo vestigen we onze naam, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.' Maar toen daalde de HEER af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren. ‘Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal,’ zei de HEER, ‘en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. Laten Wij naar hen toe gaan en verwarring brengen in hun taal, zodat ze elkaar niet meer verstaan.’ De HEER verspreidde hen van daar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. "(Genesis 11:4-8 NBV21)
God heeft er natuurlijk geen probleem mee dat mensen samenwerken aan grote projecten die het algemeen welzijn dienen. Maar een megalomane toren die tot in de hemel reikt om voor zichzelf eeuwige roem te verwerven, diende dat welzijn niet… Het doet denken aan de bouw van de stadia voor het wereldkampioenschap voetbal in Qatar… Aan duizenden arbeiders die lang van huis weg zijn en leven in slechte omstandigheden. De mens staat hier in dienst van de economie, in plaats van omgekeerd. Zo zag God het leven niet en daarom veroorzaakte Hij het eerste faillissement in de geschiedenis.

De toren van Babel is geen alleenstaand verhaal. Hij maakt deel uit van een ruimere boodschap, waarin God zegt hoe we moeten omgaan met de schepping en met elkaar. Arbeid is een middel en geen doel, we moeten respect en ruimte geven aan elkaar, en er is nood aan bescheidenheid. God vraagt de schepping te bewaren, Hij introduceert de sabbatsrust en feestdagen, en vraagt bijzondere aandacht voor wie kwetsbaar is. Hij is gekant tegen concentratie van bezit en macht en wanneer zijn wetten worden genegeerd, dan zegt Jesaja:
"Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht, Hij zocht rechtsbetrachting, maar vond rechtsverkrachting. Wee degenen die zich huis na huis toe-eigenen, die akker na akker samenvoegen, tot er voor niemand meer ruimte is en zij alleen het land bewonen." (Jesaja 5:7-8 NBV21)
Jezus bracht dezelfde boodschap in de volgende parabel:
"Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. Maar God zei tegen hem: 'Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?' Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God." (Lucas 12:16-21 NBV21)
Het voorbeeld dat Jezus geeft lijkt op de succesverhalen van mensen die het gemaakt hebben en met hun rijkdom geen blijf weten, en dan vooral aan zichzelf denken. Zij worden vaak als rolmodel naar voor geschoven, maar Jezus noemt hen dwaas.

Met het Engels als voertaal hebben we de taalverwarring van Babel achter ons gelaten en dankzij wetenschap en techniek kunnen we nu torens bouwen die letterlijk en figuurlijk nog zoveel hoger zijn. En we zijn dan wel over de aardbol uitgestrooid, maar dat is niet langer een hinderpaal, want het internet heeft een wereldwijd bereik. En megacontainerschepen brengen ons bergen koopwaar die veelal in slechte omstandigheden worden geproduceerd. Vaak zijn het dingen die we niet echt nodig hebben, en die liefst zo snel als kan, weer belanden op een afvalberg om plaats te maken voor iets nieuws. De mens is een middel en geen doel. Het economisch systeem is uit evenwicht. Het gaat niet om het welzijn van de mens, en het zorgt voor een onleefbare wereld. Onze economie moet - zoals Geert Noels ook aantoont - kleiner, trager en menselijker. Maar die reuzetanker kan heel moeilijk van koers veranderen. Er worden verdragen afgesloten, en doelstellingen geformuleerd, maar in werkelijkheid gaat het verder de slechte kant uit. In een andere video is uitgelegd dat wij als christen zelfs in die omstandigheden hoopvol mogen uitkijken naar de toekomst, niet omdat de mens dankzij nog hogere torens, eruit zal raken, wel omdat God beloofd heeft dat Hij zal tussenbeide komen. Maar in deze video hebben we geleerd dat de wereld er beter zo uitzien indien we de mammon - de God van het geld - niet zouden aanbidden, en respect voor Gods wetten en bescheidenheid zouden vooropstellen. Die matigheid wordt - ter afsluiting - mooi uitgedrukt in de volgende spreuk: "Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb." (Spreuken 30:8 NBV21)

Begin van de pagina


#055 Jona (4)
Jona in Nineve youtube logo

een ommekeer ten goede (8')
28/08/2022

Tekst van de video

Het boek Jona is een geschrift dat amper drie pagina’s telt. Je moet daar lang naar zoeken, wanneer je niet vertrouwd bent met die dikke Bijbel. Toch is dat korte verhaal heel leerrijk, zoals we in de drie vorige video’s al zagen. Vandaag is Jona eindelijk toegekomen op zijn bestemming: de stad Nineve. Want nadat hij door dat zeemonster werd uitgespuwd trok hij 900 kilometer naar het oosten - een reis van ongeveer een maand. Jahweh had hem daarheen gestuurd om die Assyriërs te waarschuwen dat ze ten onder zouden gaan wanneer ze zich niet zouden afkeren van hun immorele levensstijl.

We lezen hoe het verhaal verder gaat.
"Jona trok de stad in, één dagreis ver, en riep: Nog veertig dagen, dan wordt Nineve weggevaagd!’ De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed. Toen de profetie de koning van Nineve bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af en ging, gehuld in een boetekleed, op de grond zitten. En hij liet in Nineve omroepen: ‘Volgens bevel van de koning en zijn edelen is het niemand toegestaan te eten of te drinken, mens noch dier, rund noch schaap of geit. De dieren mogen niet grazen of water drinken. Iedereen, mens en dier, moet zich hullen in een boetekleed en luidkeels God aanroepen. Laat iedereen breken met zijn kwalijke praktijken en met het onrecht dat hij doet. Misschien dat God dan van gedachten verandert en afziet van zijn voornemen; wie weet zal Hij zijn woede laten varen, zodat wij niet te gronde gaan.’ Toen God zag dat zij inderdaad braken met hun kwalijke praktijken, zag Hij ervan af hen te treffen met het onheil dat Hij had aangekondigd, en Hij deed het niet." (Jona 3:4-10 NBV21)
Ik veronderstel dat Jona veel meer gezegd heeft dan dat ene zinnetje. Misschien heeft hij verteld over zijn bijna-doodervaring. En natuurlijk over de reden van de aanklacht, en wat God van hen verwachtte. Maar wat daarop volgt, lijkt voor ons thuis te horen in een sprookje. Dieren laten vasten is inderdaad heel vreemd. En zo’n massale belangstelling, en positieve reactie op een preek, zie ik niet gebeuren in Brussel of in Antwerpen. Wat moeten we daarvan denken?

Wij kunnen ons zo'n collectieve bekering in antwoord op een oproep van een buitenlander niet voorstellen. Maar toen geloofde iedereen in het bestaan en in de macht van goden. Assyrië was nog geen wereldrijk en het bevond zich in een turbulente tijd. Geschiedschrijvers leren ons dat ze te maken hadden met zonsverduisteringen, aardbevingen, hongersnoden en pest. Dat waren tekenen van goddelijke toorn en hun goden waren blijkbaar niet in staat om hen te beschermen. En er was een burgeroorlog die zes jaar duurde.
Handelskaravanen reisden op en af doorheen Israël naar Egypte. De Assyriërs hadden dus weet van die bijzondere Joodse godsdienst met een immense lege tempel zonder afgodsbeelden gebouwd door Salomo. En van Jahweh - de God van de hemel die de zee en het land gemaakt heeft - die de Israëlieten had bevrijd van de machtige Egyptenaren. Jahweh was anders dan hun goden, want hij was er niet om de machthebbers te dienen. Neen, Jahweh wou een rechtvaardige samenleving waar iedereen baat bij heeft, en zijn profeten durfden koningen tegen te spreken. En dan komt een Joodse profeet hen zeggen dat die God weet heeft van het onrecht, maar hen wil helpen, wanneer zij zich afkeren van het kwaad. In een tijd waarin elk volk zijn eigen goden had, en er geen sprake was van missionering, was de komst van een profeet uit het verre Israël ongetwijfeld groot nieuws. De inwoners van Nineve willen af van de ontreddering, voelen aan dat Jona de waarheid spreekt en gaan in op Gods aanbod. Het start als een burgerbeweging, maar ook de koning en de adel sluiten er zich bij aan, en nemen de oproep van Jona over.
Zo’n collectieve cultuuromslag met het afzweren van de afgoden en een keuze voor God, is voor ons ondenkbaar. Want in onze individualistische samenleving kiest elkeen zijn eigen weg - vaak tegen de 'mainstream' in, en tegen het politiek gezag. Maar in primitieve samenlevingen is er vaak een grote onderlinge verbondenheid, en een crisis kan leiden tot radicale veranderingen. Met de val van de Berlijnse muur en met de coronacrisis zagen we trouwens dat ook in onze tijd, op heel korte tijd veranderingen mogelijk zijn die voorheen ondenkbaar waren.

Wat onthouden wij uit dit verhaal? Sommigen religies leren dat alles al bij voorbaat vast ligt. Dat leidt tot fatalisme of de gedachte dat de mens weinig invloed heeft op zijn lot. Die overtuiging zet niet aan tot actie, en dat tekent het persoonlijk leven en de maatschappij, want men is dan geneigd om de zaken op zijn beloop te laten. De oproep van Jona en van de andere profeten, toont dat de mens zijn lot grotendeels in eigen handen heeft. Hij kan en moet kiezen voor verandering ten goede. Jona kondigt een oordeel aan, maar die woorden zijn voorwaardelijk. Wanneer de inwoners van Nineve zich afkeren van het kwaad, vervalt dat oordeel, en worden ze door God gezegend. ‘Inshallah’ of ‘Als God het wil’ kan leiden tot fatalisme of berusting, maar Jezus gebruikt de woorden "uw wil geschiede" (Matteüs 6:10 WV) in het Onze Vader op een wijze die activerend is. Het feit dat we moeten bidden wil zeggen dat Gods wil heel vaak niet geschiedt – net zoals in Nineve vóór de komst van Jona. "
Uw wil geschiede"
houdt in dat we willen dat verwrongen situaties worden rechtgezet, en we ons daar waar mogelijk ook zelf voor inzetten. Dat was ook wat Jona deed, en zijn verhaal illustreert dat dit soms een moeilijke weg is, die gepaard kan gaan met vallen en opstaan, en met veel innerlijke strijd. Maar het is zoals Jezus zegt, een smalle weg die ten leven leidt!

Begin van de pagina


#054 Jona’s bijna-doodervaring (3)
vis spuwt Jona uit youtube logo

(8')
14/08/2022

Tekst van de video

Jona is een profeet die per boot wegvluchtte voor Gods opdracht om de stad Nineve te waarschuwen. Maar hij werd in een storm overboord gegooid en door een zeemonster opgeslokt. Na drie dagen werd hij levend uitgespuwd, waarna hij toch naar Nineve trok. Want, zoals we in een vorige video over Jona leerden, Jahweh heeft een wereldwijde interesse en zond Jona naar Nineve met een boodschap die een einde zou maken aan veel onrecht. Vandaag gaat het opnieuw over Jona en wel over zijn bijna-doodervaring.

Jona’s belevenissen werden op schrift gezet, en ze lijken op een bijna-doodervaring van iemand die ziet wat er zich allemaal afspeelt rond zijn sterfbed.
"… Kolkend water heeft mij omgeven, zwaar sloegen uw golven over mij heen. … Het water sneed mij de adem af. Muren van water hebben mij omgeven, met wier is mijn hoofd omwonden. Ik zonk naar de bodem, waar de bergen oprijzen, naar het rijk dat zijn grendels voorgoed achter mij sloot. Maar U trok mij levend uit de dood omhoog, o HEER, mijn God! Toen mijn levensadem mij verliet, riep ik U aan, HEER, en mijn gebed kwam tot U in uw heilige tempel." (Jona 2:4,6-8 NBV21)
Velen twijfelen aan het feit dat een mens drie dagen in een zeemonster kan overleven. Maar wanneer we dat verhaal goed lezen hoeft dat niet, want het lijkt erop dat Jona zijn eigen verdrinkingsdood beschrijft. Jona zakte tot de bodem van de zee, hij wordt door een zeemonster opgeslokt en door God uit de dood omhoog getrokken naar het leven. Dat maakt het verhaal voor kritische geesten natuurlijk niet geloofwaardiger, want een verrijzenis uit de dood kan je natuurwetenschappelijk niet verklaren. Dat vereist een externe interventie. Daar heb je een almachtige God voor nodig, die in de mensenwereld tussenbeide komt.

Die bijna-doodervaring wordt door Jezus aangehaald in een discussie met de farizeeën. Jezus had iemand genezen op de sabbat, en een demonisch belaste man bevrijdt. De farizeeën vonden dat Hij de sabbat geschonden had, en mensen bevrijdde met medewerking van Beëlzebub. Nadat Jezus hen verweten had dat ze door en door slecht zijn, vroegen de farizeeën Hem een onweerlegbaar bewijs dat Hij door God gezonden was.
"'Meester, we zouden graag willen dat U een teken voor ons deed ‭om ons te bewijzen wie U bent‭.' Maar Hij antwoordde: 'Alleen ongelovige en ongehoorzame mensen willen een teken zien ‭dat moet bewijzen wie Ik ben‭. Maar ze zullen geen ander teken te zien krijgen dan het teken van de profeet Jona.‭ Jona was drie dagen en drie nachten in de buik van de vis. Net zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde zijn.‭'" (Matteüs 12:38-40 BB)
De farizeeën waren ooggetuigen van Jezus’ wonderen, ze erkenden dat die timmerman die nooit gestudeerd had, al op jonge leeftijd de knapste geleerden van zijn tijd in wijsheid overtrof, en ze wisten dat Jahweh beloofd had een bijzondere profeet te sturen. Met een beetje goede wil hadden zij in Jezus de Messias kunnen herkennen, maar ze waren te kwader trouw, en dat kan niet verholpen worden door nog meer bewijsmateriaal te geven. Jezus gaat dus niet in op hun vraag – God laat zich niet dicteren - maar Hij zegt dat ze later wel dat onweerlegbaar bewijs zullen krijgen, in de vorm van een gebeurtenis die lijkt op wat Jona heeft meegemaakt. Want Jezus zal de derde dag na zijn dood door de Vader tot leven worden gewekt. Maar ook dat bewijs werd door de meeste farizeeën genegeerd, want het geloof in Jezus vraagt een verandering van levensstijl waartoe zij niet bereid zijn.

Ook Johannes de Doper had zich afgevraagd of Jezus wel de Messias was. Maar Hij leefde in afzondering en zat nu in de gevangenis. Hij had Jezus weten starten, maar Hem niet echt aan het werk gezien, en daarom stuurde hij Hem boodschappers.
"Johannes de Doper stuurt ons om U te vragen: 'Bent U degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?'… Hij antwoordde: 'Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben: blinden zien en verlamden lopen, mensen die onrein zijn door een huidziekte worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’" (Lucas ‬ ‭7:20, 22-23‬ NBV)‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬
Jezus geeft hier een indirect antwoord, want Hij verkiest dat Johannes zelf, op grond van de feiten, tot de juiste conclusie komt. De boodschappers moeten vertellen wat ze gezien en gehoord hebben, en voor Johannes die geen aanstoot nam aan Jezus en dus te goeder trouw was, was die uitleg ongetwijfeld voldoende om te besluiten dat Jezus meer was dan een profeet.

Onze situatie lijkt wat op die van Johannes de Doper. Ook wij kunnen Jezus niet rechtstreeks observeren en zijn dus aangewezen op boden die ons vertellen wat ze gezien en gehoord hebben. Wij hebben als nadeel dat het lang geleden is, maar als voordeel dat we de geschriften van negen boodschappers – de schrijvers van het Nieuwe Testament - kunnen raadplegen. We overzien gans het leven van Jezus en profiteren van de reflectie van heel veel mensen over wat er toen gebeurd is. We weten hoe de voorgeschiedenis - het Oude Testament – op tal van plaatsen indicaties geeft over de beloofde Messias. En we zien de weerslag in individuele levens en in culturen, van het geloof in Jezus. We hebben dus veel informatie waaruit ook wij conclusies moeten trekken.
Jezus vraagt geen blind geloof dat het verstand opzij zet. Neen, Hij vroeg Johannes om de feiten te beoordelen. En ook aan ons vraagt Hij om met een open geest te luisteren naar de getuigen. Dat vergt inspanning want die informatie vinden we niet in de populaire media. Vandaag lijkt het meer op een verborgen schat. Maar wat mij betreft is de conclusie duidelijk. Het leven van Jezus is een bezoek van God aan deze wereld. Hij wil ons nieuw leven schenken en de deur openen naar een eeuwig leven.

Begin van de pagina


#053 Jona (2)
Jona en de kwade kapitein youtube logo

Een les godsdienstwetenschappen (8')
31/07/2022

Tekst van de video

Jona is een profeet die per boot wegvluchtte voor Gods opdracht om de stad Nineve te waarschuwen. Maar hij werd in een storm overboord gegooid en door een zeemonster opgeslokt. Na drie dagen werd hij levend uitgespuwd, waarna hij toch naar Nineve trok. In een vorige video over Jona leerden we God kennen als iemand die niet enkel oog heeft voor het Joodse volk. Neen, Hij heeft een wereldwijde interesse. En Hij is mild en tegemoetkomend, wanneer mensen zich afkeren van het kwaad.

Vandaag gaan we dieper in op wat zich afspeelde op die boot.
"Maar de HEER wierp een hevige storm op de zee, en de zee werd zo wild dat het schip dreigde te breken. De zeelieden werden bang, en ieder riep tot zijn eigen god om hulp. Ook gooiden ze, om het gevaar af te wenden, de lading in zee." (Jona 1:4-10 NBV)
In het Nieuwe Testament lezen we hoe Jezus met een eenvoudig bevel een levensbedreigende storm stilt. Hier gebeurt het omgekeerde: God creëert een storm zodat Jona’s reis voortijdig wordt stopgezet. Zo’n interventie is uitzonderlijk want gewoonlijk laat God het leven zijn beloop en vaak wordt Hem dat ook verweten. Maar God respecteert de menselijke vrijheid, en pas na de dood beoordeelt Hij het leven. Hier bij Jona is dat anders en komt God onmiddellijk tussenbeide. Waarom hier wel en anders niet? Dat heeft te maken met de relatie tussen Jona en God, want Jona is Gods woordvoerder en dan is de kans dat God tussenbeide komt wanneer het fout gaat, natuurlijk groter. Ik heb zelf ook al - in de figuurlijke zin - zo’n storm ervaren in mijn leven. Alles zat dan tegen, en dat was echt niet meer normaal. Aangenaam was dat niet, maar eigenlijk is het een voorrecht wanneer God je duidelijk maakt dat je de foute kant opgaat. Wanneer je een relatie met Hem hebt en Hem uitnodigt om je leven bij te sturen, mag je verwachten dat Hij dat ook zal doen.

"Maar Jona was in het ruim van het schip afgedaald, was daar gaan liggen, en in een diepe slaap gevallen. De schipper ging naar hem toe en zei tegen hem: ‘Wat lig jij hier te slapen! Sta op, roep je God aan! Misschien dat Hij zich om ons bekommert, zodat we niet vergaan.’ Intussen overlegden de zeelieden: ‘Laten we het lot werpen om te weten te komen wiens schuld het is dat deze ramp ons treft.’ Ze wierpen het lot, en het lot viel op Jona. Toen zeiden ze tegen hem:‘Vertel ons: Hoe komt het dat deze ramp ons treft? Wat doe je hier aan boord? Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je? Bij welk volk hoor je?’" (Jona 1:4-10 NBV)
Jona heeft een bezwaard geweten, en dat heeft een weerslag op zijn functioneren: hij mijdt sociale contacten, zondert zich af en moet worden aangemaand om zijn verantwoordelijkheid op te nemen, en ook te bidden tot zijn god. In die tijd was geloven in de goden evident. Mensen zagen in alles Gods interventie, en dat werd in de hand gewerkt door het ontbreken van wetenschappelijk inzicht in de natuurlijk oorzaak van tal van fenomenen. Maar die matrozen waren gewoon aan stormen. Ik denk niet dat ze bij elke storm het lot wierpen, maar wat nu gebeurde was echt niet meer normaal. Ze zoeken en vinden de schuldige.

"Jona antwoordde: Ik ben een Hebreeër en ik vereer de HEER, de God van de hemel, de God die de zee en het droge gemaakt heeft." (Jona 1:4-10 NBV)
Jona omschrijft Jahweh als de God van de hemel en de Schepper van alles. In de godsdienstwetenschappen wordt onderscheid gemaakt tussen etnische en universalistische godsdiensten. Een etnische godsdienst richt zich op mensen die wonen in een bepaald gebied, of die een cultuur of afkomst gemeen hebben. De volken rondom Israël hadden een etnische godsdienst en ze waren ervan overtuigd dat hun goden slechts macht hadden in een beperkt gebied. Een universalistische godsdienst daarentegen staat open voor iedereen. Het Joodse geloof is daar tussenin gesitueerd, want de Joodse godsdienst betreft een bepaalde familie: de afstammelingen van Abraham, en dat wijst op een etnisch geloof. Maar Jona omschrijft zijn God als de God van de hemel, de God die de zee en het droge gemaakt heeft, en niets is universeler dan het hemelblauw dat de aarde omringt, en niemand heeft zoveel macht als de God die alles gemaakt heeft. Dat geloof van Jona heeft dus alles in zich om losgekoppeld te worden van een bepaalde cultuur en om uit te groeien tot een universalistisch geloof. En de missie van Jona in Nineve is een stap in die richting. Zij wijst op wat Jezus zeven eeuwen later zou vragen: de ganse wereld laten weten wie de Vader is, en de Zoon en de Heilige Geest. De eerste die daar echt werk van maakt is Paulus, hij koppelt het geloof in Jezus los van de Joodse cultuur en opent het voor alle culturen. In een van zijn brieven formuleert hij dat als volgt:
"Het doet er niet meer toe of u Jood bent of Griek, slaaf of vrij mens, man of vrouw. Want samen vormt u een eenheid in Christus Jezus. Als u Christus toebehoort, bent u nakomelingen van Abraham en deelt u in de beloofde erfenis. Nu werden de mannen nog veel banger, want ze hadden van hem gehoord dat hij was weggevlucht van de HEER. Ze zeiden tegen hem: 'Hoe heb je dat kunnen doen?’" (Galaten 3:28-29 GNB)

Er is iets ironisch in die reactie. Blijkbaar nemen zij die universele God meer au sérieux dan Jona, en begrijpen zij beter dat je van zo’n alomtegenwoordige God eigenlijk nooit kan wegvluchten. Dat is een van de vele lessen uit het boek Jona.

Begin van de pagina


#052 Over de sabbat, het sabbatjaar en het jubeljaar
de sabbat, het sabbatjaar en het jubeljaar youtube logo

& kwijtschelding van schuld (8')
24/07/2022

Tekst van de video

Wie een sabbatical neemt, stopt zijn gewone professionele bezigheden en gaat er een jaartje tussenuit. Op adem komen en herbronnen kan nodig zijn in onze gejaagde wereld. Maar je moet dan wel beschikken over voldoende inkomsten. Misschien ontvang je verder je loon, maar dat is weinigen gegeven. Op onze arbeidsmarkt is zo’n sabbatjaar een recent begrip, maar in Israël werd het 3400 jaar geleden ingevoerd via wetten die God gaf. Dat sabbatjaar paste in een ruimer kader, want je had de sabbat als wekelijkse rustdag, het sabbatjaar als jaar van herbronning na zes jaar arbeid, en het jubeljaar als een jaar van kwijtschelding van schuld eens om de 49 jaar. Vandaag is een sabbatical een privilege voor wie het zich kan permitteren en het beoogt in de eerste plaats het welzijn van die persoon. Maar in de Bijbel waren die regelingen structureel voorzien en kwamen ze vooral ten goede aan de sociaal zwakkeren.

"Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en al uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u." (Deuteronomium 5:13-14 NBV21)
Met een verwijzing naar het scheppingsverhaal, waar God de zevende dag rust, bepaalt Jahweh hier dat mens en dier zullen rusten na hun arbeid. De rust geldt voor iedereen, ook voor de vreemdeling, de slaaf en de slavin. Slavernij bestond in de oudheid in vrijwel alle culturen. Meestal had de slaaf weinig of geen rechten, maar hier worden er rechten toegekend. Maar de negatieve formulering "niet werken" schiet tekort. Want de tekst begint met de woorden dat de sabbat "gewijd is aan God". Zoals sommige mensen met een druk beroepsleven hun zondag wijden aan hun familie, zo wijdt de hardwerkende Jood de sabbat aan zijn God. Dat wijden is veel meer dan een eredienst waarin God centraal staat, want God verbindt zijn eer aan het welzijn van de sociaal zwakke in de maatschappij. Hem eren kan niet wanneer men de zwakke niet respecteert en helpt. Christenen hebben de rustdag verplaatst naar de zondag – de dag waarop Jezus verrees uit de dood. En vandaag maakt die rustdag deel uit van de arbeidswetgeving, al moet die rust vaak wijken voor economische belangen.

"Zes jaar achtereen mogen jullie je land inzaaien, je wijngaard snoeien en de oogst binnenhalen. Maar het zevende jaar moet het land volstrekte rust hebben. Het is een sabbatsjaar, dat aan de HEER gewijd is. Je mag dan je land niet inzaaien, je wijngaarden niet snoeien, het koren dat vanzelf opkomt niet als oogst binnenhalen [om te verkopen] en niet de druiven oogsten van je ongesnoeide wijnstokken. ... Wat er in dat jaar op het land groeit is voor jullie allen. Je mag er zelf van eten, maar ook je slaven en slavinnen, je loonarbeiders en de vreemdelingen die bij je te gast zijn." (Leviticus 25:3-6 NBV21)
Jahweh voorziet om de zeven jaar een sabbatical voor zijn volk. Dat jaar werden de velden niet bewerkt, en intussen weten we dat dit ook voor de bodem weldadig is. Want die wordt verrijkt wanneer het veld braak ligt, en ook ongedierte en ziektes worden zo bestreden. Wat de natuur vanzelf opbracht, mocht niet verhandeld, maar wel geplukt worden door iedereen, inclusief slaaf en vreemdeling. Want ook hier is "aan God gewijd" gelinkt aan de zorg voor de zwakkeren. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus vermeldt dat sabbatjaar, maar hij schreef met een dosis cynisme dat het Joodse volk de sabbatsrust zo waardeerde, dat het zelfs elk zevende jaar aan de luiheid had gewijd. Maar lui zijn hoefde niet, want doordat arbeid om den brode werd gestaakt, was er tijd voor andere bezigheden. Meer tijd voor relaties. Maar ook opbouwen en herstellen van woningen en werktuigen. En onderwijs en herbronning, want eens om de zeven jaar moesten Gods wetten voorgelezen worden.

"Lees deze voorschriften elk zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, tijdens het Loofhuttenfeest voor aan alle Israëlieten." (Deuteronomium 31:10 NBV21)
Het sabbatjaar was bovendien een jaar van kwijtschelding van schuld, zodat blijvende armoede vermeden werd. Ook bij andere volken was er soms een kwijtschelding. Dat was dan geen structurele maatregel, maar hing af van de welwillendheid van de vorst. In het Belgisch recht werd pas in 1998 de collectieve schuldenregeling ingevoerd, waarbij de rechter onder strenge voorwaarden de schulden van een privépersoon kan kwijtschelden, maar die regeling werkt niet preventief en voorkomt dus niet dat mensen in armoede belanden.

"Elk vijftigste jaar zal voor jullie een heilig jaar zijn, waarin kwijtschelding wordt afgekondigd voor alle inwoners van het land. Dit is het jubeljaar, waarin ieder naar zijn eigen grond en zijn eigen familie kan terugkeren." (Leviticus 25:10 NBV21)
Ons woord jubileum heeft een Joodse origine. Een of twee keer in zijn bestaan beleefde de Jood een gouden jubileum. Niet ter ere van hemzelf, maar ter ere van zijn God. Dat werd gevierd met een verregaande kwijtschelding: lijfeigenen werden vrijgelaten en onroerend goed, dat men de voorbije 49 jaar door armoede was kwijtgeraakt, keerde terug naar de oorspronkelijke familie. Die regel had tot doel om een toenemende kloof tussen arm en rijk door accumulatie van bezit te voorkomen. Maar uit de aanklachten van de profeten blijkt dat het Joodse volk het sabbatjaar en jubeljaar heel vaak heeft genegeerd. De focus van deze video lag op sociale bescherming. Maar de sabbat was in de eerste plaats een reminder dat mens en dier God toebehoren, het sabbatjaar toont dat Hij eigenaar is van al het land, en het jubeljaar wijst op Gods belofte van een Messias die kwijtschelding van schuld en herstel zal brengen. De sociale bepalingen waren gekaderd in een agrarische economie, maar ze zijn ruimer toepasbaar en ten dele ook in onze arbeidswetgeving opgenomen. Wat kwijtschelding van schuld betreft, liggen de zaken anders. Want ons rechtssysteem is vooral gebaseerd op het Romeinse recht dat geen kwijtschelding voorzag. Veel ellende had voorkomen kunnen worden indien we meer rekening hielden met wat God zegt over accumulatie van rijkdom, kwijtschelding van schuld en de noodzaak om op tijd te rusten.

Begin van de pagina


#051 Jona (1)
Jona wordt door de vis uitgespuwd youtube logo

Gods wereldwijde belangstelling (8')
17/07/2022

Tekst van de video

Jona is een profeet die door een grote vis werd opgeslokt en na drie dagen werd uitgespuwd. Het verhaal gaat als volgt: In een eerste fase zegt God aan Jona dat Hij naar Nineve moet reizen om hen te waarschuwen. Die Assyrische stad zal ten onder gaan wanneer de bevolking zich niet afkeert van het kwaad. Maar Jona wil niet, en hij neemt een boot in de andere richting. Hij komt in een storm terecht, wordt overboord gegooid, opgeslokt door een zeemonster en drie dagen later weer levend uitgespuwd. In een tweede fase vertrekt Jona dan toch naar Nineve. Hij wordt goed onthaald want de inwoners keren zich af van hun immorele levensstijl. God spaart de stad, maar dat is niet naar de zin van Jona, die verkoos dat deze vijand van Israël ten onder zou gaan.

Het boek Jona begint als volgt:
"De HEER richtte zich tot Jona, de zoon van Amittai: ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want Ik heb gezien hoe haar inwoners zich misdragen.’ En Jona maakte zich gereed, maar vluchtte naar Tarsis, weg van de HEER." (Jona 1:1-3 NBV)
Jona is geen fictief personage. Neen, hij was de zoon van Amittai, hij was afkomstig van Gat-Hachefer, en trad op in Israël ten tijde van Jerobeam II. (2 Koningen 14:25 NBV21) Het verhaal van Jona bevat tal van thema's die het uitdiepen waard zijn omdat zij ons veel leren over God en over de mens, en dat blijkt al uit de eerste zinnen van dat Bijbelboek. Want we zien Gods belangstelling voor wat zich afspeelt in Nineve, en zijn medeleven met de slachtoffers van al dat kwaad. Voor ons is Gods wereldwijde interesse evident, maar voor de Jood lag dat moeilijk, want Jahweh had hén toch uitverkoren. Later in het verhaal leren we God ook kennen als een milde tegemoetkomende God die nieuwe kansen geeft: Jona krijgt een tweede kans, en ook de bevolking van Nineve mag herkansen. En een karakterstudie van Jona en de Assyriërs leert ons dat de mens soms erg onwillig is om Gods opdracht uit te voeren, en soms anderen geen geluk gunt. Jona kon het niet verkroppen dat God de Assyriërs zegende en dat leidde tot een depressie. Maar we worden in dit verhaal ook aangenaam verrast, en dan wel door de houding van de Assyriërs. Want ze zijn verrassend bereidwillig om hun immorele levensstijl achter zich te laten, en zich tot God te keren.

Die ommekeer is er niet vanzelf gekomen, maar vereist medewerking van een mens, die de vinger op de wonde legt. Natuurlijk wisten de Assyriërs ook wel wat er mis ging in hun maatschappij, maar vaak is de analyse van een buitenstaander nodig vooraleer men de zaken helder ziet. Jona lijkt op een geneesheer die zegt dat de patiënt dringend anders moet gaan leven, omdat hij ziekte en dood over zich afroept. De aankondiging van dat oordeel en het inzicht in de oorzaken en in de remedie, zet de patiënt aan tot actie. Maar Jona’s boodschap heeft meer diepgang dan een moraliserende vinger. Je kan het vergelijken met een drugsverslaafde. Die moet breken met zijn slechte vriendenkring, en een nieuwe stimulerende omgeving opzoeken. Nineve moet breken met zijn afgoden, want dat zijn slechte vrienden die hen niet weerhouden van immoraliteit, integendeel. Voor morele regels en mensenrechten moesten ze bij Jahweh zijn, met zijn Tien Geboden. En Hij kon hen motiveren en kracht geven om te breken met het kwaad.

De profeet Jona vormt in het Oude Testament een uitzondering, want Joden waren er niet op uit om anderen te bekeren. Het Nieuwe Testament is anders. Als mens kon Jezus God niet openbaren in alle continenten, maar Hij vroeg zijn volgelingen om dat wél te doen.
"Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld." (Matteüs 28:19-20 NBV)
De geschiedenis toont dat die opdracht werd uitgevoerd, maar vaak gebeurde dat niet zoals het hoort, want er was ook sprake van intolerantie, gebrek aan respect voor andere culturen, dwang, machtsmisbruik en linken met kolonialisme. Vandaag roept die missionering bij velen negatieve gevoelens op, die je kan samenvatten in het woord zieltjeswinnerij. De vele mooie verhalen uit het verleden komen niet aan bod, en het heden wordt gekenmerkt door een ‘Verkondigingsschaamte’. Jona helpt om te zien hoe die verkondiging best verloopt. Ook hij moest schaamte overwinnen, maar wanneer hij ging, werd hij niet vergezeld door een krijgsmacht of een handelsmissie, en hij deed niet aan cultuurexport. Hij kwam als een kwetsbaar man en zijn optreden was 'low profile'. Zijn boodschap ging over de essentie: de woorden van God en niet meer dan dat.

‘Verkondigingsschaamte’ heeft ook te maken met een te romantische voorstelling van oude culturen en een onderwaardering van het christendom.
Daniël Vangroenweghe (historicus en antropoloog - gasthoogleraar aan de Ugent) schrijft in zijn boek 'Kannibalisme en mensenoffers':
"… het is een verschijnsel van alle streken en van alle tijden, tot in de twintigste eeuw. Wat bezielt mensen om lotgenoten te offeren en mensenvlees te eten? … Welk wereldbeeld en welke godenleer schuilt daar achter? … … alleen de monotheïstische godsdiensten hebben kannibalisme en mensenoffers altijd streng verboden. Daar waar het christendom verspreid werd kwam er een einde aan kannibalisme."

Net als in Nineve, zijn we ook vandaag op heel veel vlakken niet goed bezig. In tal van landen worden mensenrechten systematisch geschonden en ook de democratieën staan zwaar onder druk. Achter die problemen schuilt een wereldbeeld en een godenleer, of een leer over het niet-bestaan van God. De wereld zou er anders uitzien indien de woorden van Jezus in de praktijk werden gebracht. Het christelijk geloof is niet iets waarover we ons moeten schamen. Neen, het is de moeite waard om gehoor te geven aan Jezus’ oproep, en dat geloof door te geven, in eigen omgeving en ook wereldwijd.

Begin van de pagina


#050 De versmalde vraag en het verbrede antwoord
De versmalde vraag en het verbrede antwoord youtube logo

Hoe reageert Jezus op dilemma's (8')
3/07/2022

Tekst van de video

Jezus kreeg geregeld moeilijke vragen, en vandaag kijken we hoe Hij die beantwoordt. Een eerste voorbeeld betreft een vraag van de farizeeën. Zij confronteren Jezus met een dilemma, hopend Hem in moeilijkheden te brengen. De vraag luidt "Is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet?" (Matteüs 22:17 NBV21) Zegt Hij ja, dan komt Hij in diskrediet bij het Joodse volk, zegt Hij nee, dan wordt Hij gearresteerd. Die vraag houdt verband met thema's die ook ons bezighouden, zoals vijandelijke overheersing, collaboratie, hoge fiscale druk, de legitimiteit van het optreden van de overheid… dat alles wordt samengebald in één venijnig vraagje. Hoe zal Jezus daarop reageren?

Die vraag zou een voorzet kunnen zijn voor een brede uiteenzetting van Jezus' visie op de politiek. Maar de ondervragers zijn daarin niet geïnteresseerd, want dat blijkt uit wat voorafgaat:
"Nu trokken de farizeeën zich terug om te overleggen hoe ze Hem met een uitspraak in de val konden lokken." (Matteüs 22:15-16 NBV21)
Iets later komen ze dan bij Jezus: "… Meester, wij weten dat U oprecht bent, en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. U trekt u niets aan van het oordeel van anderen, want U ziet niemand naar de ogen."
Jezus wordt hier door zijn tegenstanders mooi beschreven: Hij is een oprechte en onpartijdige leraar die zich niet laat intimideren. Maar ondanks de vleiende woorden, hebben zijn gesprekspartners zich bij voorbaat afgesloten, en in zo'n context kan je geen antwoorden geven op complexe vragen - dat zien we vandaag ook in sommige debatten. Wat doet Jezus? Hij versmalt de vraag tot het concrete probleem van de belastingbetaler, en aangezien de munt toebehoort aan de keizer, moet die aan de keizer worden teruggegeven.
"Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort." (Matteüs 22:21 NBV21)
zegt Jezus. Maar tegelijk verbreedt Jezus het antwoord. Want de mens moet ook God geven, wat Hem toekomt. En wat die politieke problemen betreft doet Jezus een appèl op de verantwoordelijkheid van elk mens. De grote politieke vragen blijven hier onbeantwoord, maar Jezus suggereert dat de mens, met Gods hulp, in eer en geweten zelf het antwoord kan vinden.

Het tweede voorbeeld van zo'n moeilijke vraag komt van de discipelen. Net als wij hebben zij een hele reeks "waarom-vragen". Waarom is er ziekte en lijden? Waarom wordt de onschuldige vaak gestraft en gaat de schuldige vrijuit?
"Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?" (Johannes 9:2 NBV21)
Jezus versmalt de vraag tot de tragedie van die blindgeboren man en zegt
"Hij (heeft) niet (gezondigd) en zijn ouders ook niet … maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden. … Zolang Ik in de wereld ben, ben Ik het licht voor de wereld." (Johannes 9:3, 5 NBV21)
Jezus gaat ook hier niet in op de grote achterliggende waarom-vragen, maar Hij verbreedt het antwoord door in die grote nood Gods almacht te openbaren: Jezus brengt licht in die concrete situatie en geneest de man. Er was geen beter antwoord denkbaar voor de persoon in kwestie. Maar voor de discipelen blijft "het lijden" een open vraag.

En nu een derde situatie. Opnieuw willen de farizeeën Jezus in het nauw drijven, ditmaal door Hem als rechter aan te stellen over een vrouw, betrapt op overspel. Want daarop stond de doodstraf, en ze weten dat Jezus vol medeleven is en graag vergeving schenkt.
"Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt U daarvan?" (Johannes 8:4-5 NBV2)
Ook deze pijnlijke situatie roept heel wat vragen op. Vragen over de morele normen, over schuld en straf, over een repressieve of een permissieve maatschappij. En hoe zit het met de privacy? Jezus gaat niet in op de vraag van de farizeeën, noch op de achterliggende problematiek. Neen, Hij draait de rollen om en maakt de aanklagers tot rechter, toetsend aan hun eigen levensstijl.
"Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen." (Johannes 8:7 NBV21)
Geen van de omstaanders voelt zich geroepen om het vonnis te voltrekken, en Jezus zet het sein op groen voor een nieuw begin. &qout;Ik veroordeel u ook niet," zei Jezus. "Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer." (Johannes 8:11 NBV21)
Ook hier verbreedt Jezus het antwoord, want Hij leert dat de mens die klaarstaat met een oordeel, naar zichzelf moet kijken. En wat die vrouw betreft mogen we ervan uitgaan dat zij na haar ontmoeting met Jezus anders is gaan leven.

Wat leren uit die gebeurtenissen? Wanneer mensen aan Jezus een vraag stellen, antwoordt Hij niet als een filosoof met abstracte algemene antwoorden. Neen, Hij versmalt de vraag, en Hij verbreedt het antwoord naar het echte leven, en Hij geeft spontaan ook antwoorden op vragen die we, in de gegeven situatie hadden moeten stellen. Jezus' reactie is niet bedoeld om onze intellectuele nieuwsgierigheid te bevredigen, wel om ons leven te vernieuwen, zodat we in een juiste verhouding komen te staan tegenover God en tegenover andere mensen. De farizeeën willen bij het oude blijven en ervaren die verbrede antwoorden als bedreigend. Maar zij die open staan voor God, zijn aangenaam verrast omdat ze zien dat Jezus authentiek is en de nadrukt legt op hetgeen er echt toe doet. Ook wij worden door Jezus uitgedaagd. Het belangrijkste is niet welke vragen we Hem stellen: grote waarom-vragen die moeilijk te beantwoorden zijn, of kleine vragen die verband houden met directe noden. Neen, belangrijk is dat we in gesprek gaan, met een open geest. Want wanneer wij dichter bij God komen, zal Hij dichter bij ons komen, en zo nodig de gespreksonderwerpen bijsturen. En ook wij kunnen dan verrassende antwoorden ontvangen, die ons leven misschien een nieuwe wending geven.

Begin van de pagina


#049 Vervreemding
vervreemding youtube logo

... wat Marx en Piranesi gemeen hebben (8')
26/07/2022

Tekst van de video

Vandaag heb ik het over vervreemding, en ik zal mijn uitleg illustreren met etsen van Giovanni Battista Piranesi. Piranesi wordt "de papieren architect" genoemd, want slechts één bouwwerk draagt zijn naam. Maar met een ongebreidelde fantasie maakte hij meer dan 1000 etsen, waarvan de afdrukken als souvenir verkocht werden aan de vele buitenlandse reizigers die Rome bezochten in de 18e eeuw.
Als amateur-archeoloog was Piranesi gefascineerd door het oude Rome, en via zijn etsen transformeerde hij ruïnes in imposante gebouwen, gevangenissen en labyrinten. Omdat die constructies slechts op papier bestonden, kon hij zijn fantasie de volle vrijheid geven, met tal van bruggen en galerijen, en met trappen die nergens toe leiden.
Piranesi werd vooral beroemd met zijn etsen over kerkers of gevangenissen. Hij tekende een donkere benauwende onderwereld waarin een mens zich nooit kan thuisvoelen. De kleine figuurtjes benadrukken hoezeer de mens vervreemd is van zijn omgeving. De marteltuigen die hier en daar zijn opgesteld, illustreren hoe vijandig en destructief mensen kunnen zijn tegenover elkaar. Piranesi's verbeelding heeft veel kunstenaars en schrijvers geïnspireerd, en sommige beelden uit de Harry Potter film zijn overgenomen uit zijn werk.
Het woord "vervreemding" doet natuurlijk denken aan Karl Marx. Hij ontwikkelde zijn denkbeelden in een tijd waarin de aandacht van de kerk vooral uitging naar de eredienst in majestueuze gebouwen. Priesters waren vrijgesteld van loonarbeid en hadden geen voeling met het gewone leven. De kerk wist dan ook weinig te zeggen over de gewijzigde werkomstandigheden en arbeidsrelaties. Marx heeft dat morele vacuüm opgevuld. Hij zag de mens in de eerste plaats als een werkende mens, die zich door zijn arbeid ontplooit. Maar kapitalisme en industrialisatie leidden tot een tweedeling in de maatschappij tussen bourgeoisie en proletariaat, en tot ontmenselijking. De arbeider werd gedegradeerd tot koopwaar. Marx leefde honderd jaar na Piranesi, maar met een beetje fantasie zie je gelijkenis tussen de imaginaire constructies van Piranesi en de grote fabriekshallen ingevolge de industriële revolutie.
Door massaproductie en repetitief monotoon werk vervreemdde de mens van zijn arbeid. Er stonden geen marteltuigen in die fabriekshallen, maar de werkomstandigheden waren slecht en de arbeid gevaarlijk en ongezond. De arbeider vervreemde ook van de medemens, want zijn belangen waren strijdig met die van de bazen en de collega's. Hij kon zo weer ontslagen worden, en verruild voor een ander. Marx dacht dat die vervreemding kon opgeheven worden door revolutie. Maar de geschiedenis toont dat de klassenloze maatschappij, en het einde van de vervreemding, er niet gekomen is. Vervreemding tussen mensen wordt niet opgeheven door klassenstrijd. Jezus geeft een ander principe:
"Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht, en … Heb uw naaste lief als uzelf." (Markus 12:30-31 HTB)

Onze cultuur kent vandaag nieuwe vormen van vervreemding. De sociale media brengen anderen voortdurend heel dichtbij, maar tegelijk drijven ze mensen uit elkaar als nooit tevoren. Het leven speelt zich nu deels af in een virtuele wereld, waarin leugens moeiteloos wereldwijd worden verspreid. We raken de controle kwijt en verliezen onze voeling met het gewone leven. Internetgiganten en totalitaire overheden zijn in staat om de menselijke geest en zijn verlangens te manipuleren.

Genesis - het eerste Bijbelboek - beschrijft de primaire vormen van vervreemding. Die worden veroorzaakt door de verbroken relatie met God. De mens wou aan Hem gelijk zijn, en heeft zich zo van zijn wortels afgesneden. Het resultaat is vervreemding in elk aspect van het menszijn, en dat wordt pijnlijk duidelijk in deze kunstwerken over Adam en Eva, en over de vlucht van Kaïn na de broedermoord. De mens heeft het moeilijk met zichzelf, met zijn medemens en met zijn biotoop. Hij schaamt zich voor zijn naakte lichaam - een lichaam dat niet altijd mee wil. De man-vrouwrelatie wordt conflictueus en vaak beheerst door machtsmisbruik en begeerte. En die vijandigheid bedreigt alle menselijke relaties. Ook de natuur werkt tegen. Arbeid wordt lastig en de mens moet vechten om te overleven, terwijl de dood als een donkere schaduw over het leven hangt.
De industriële en de digitale revolutie kunnen de mensheid dienen. Maar ook nu willen sommigen aan God gelijk zijn. Zij doen aan roofbouw en verstoren de evenwichten in Gods schepping. Zij negeren de leefregels die God ons gaf en creëren nieuwe instrumenten om anderen te verknechten, waardoor de mens nog meer vervreemd raakt van zijn ideaalbeeld.
Elk mens ervaart vervreemding, maar voor wie God heeft leren kennen voelt dat anders aan. Enerzijds wordt de vervreemding geaccentueerd, want de Bijbel vergelijkt de christen met een vreemdeling die leeft in een wereld die niet functioneert zoals God dat wil. De christen voelt zich daardoor niet goed thuis in het land waar hij tijdelijk verblijft: hij spreekt in zekere zin een andere taal en heeft andere leefgewoonten, en wordt daarom misschien ook scheef bekeken. Maar de vervreemding wordt ook afgezwakt, want de christen voelt zich in God geborgen, en hij wordt door Hem gesterkt. En hij weet dat hij niet eeuwig als vreemdeling op de dool is, maar na dit leven thuiskomt, en dan vernieuwd wordt en mag leven in een nieuwe schepping.
Piranesi tekent de mens als een onbeduidend figuurtje in een vijandige wereld. Misschien stemt dat overeen met jouw ervaring en voel je je vervreemd van je eigen lichaam, je familie, je werk of je omgeving. Weet dan dat God je anders ziet: niet als een onbeduidend figuurtje, maar als iemand van wie Hij een echte vriend wil zijn. Niet als iemand die gevangen zit in een labyrint, maar als iemand die straks bij Hem mag wonen, in een nieuwe omgeving waar je je volledig thuis kan voelen.

Begin van de pagina


#048 Gods vereniging zonder winstoogmerk
vzw youtube logo

… de vrijgevigheid van de eerste christenen (8')
19/06/2022

Tekst van de video

Jaren geleden was ik in de Filipijnen op een eilandje, verbonden met het vasteland via een kramakkele hangbrug. De mensen leefden daar armoedig in hutten zonder elektriciteit. Maar je kon daar Coca-Cola kopen - in plastic zakjes, want flesjes transporteren via die hangbrug was te moeilijk. Coca-Cola is erin geslaagd om alle volken te bereiken, met een product dat we niet echt nodig hebben en dat niet eens gezond is. Het doet mij denken aan een parabel van Jezus:
"De heer prees de gewiekste aanpak van de onrechtvaardige rentmeester. De kinderen van deze wereld gaan onderling immers handiger te werk dan de kinderen van het licht." (Lucas 16:8 WV)
Jezus deed die uitspraak met pijn in het hart. Hij zag dat overleg, inzet en ijver bij gelovigen vaak ontbreken, terwijl velen in de wereld er alles voor over hebben om hun doel te bereiken. En vandaag moeten wíj met pijn in het hart vaststellen dat multinationals erin geslaagd zijn om producten die de gezondheid of het milieu schaden wereldwijd aan de man te brengen, terwijl Gods aanbod vaak onbekend of onbemind is.
Ook Jahweh wil de ganse wereld bereiken, en daartoe heeft Hij een multinátional opgericht: de kerk of de gemeenschap van de gelovigen. Dat begon in Jeruzalem met de bedoeling gaandeweg elk volk te bereiken. Hoe die gelovigen moeten handelen, wat hun missie en visie is, en hun waarden, lezen we in het boek Handelingen, en die uitleg staat haaks op de werking van commerciële bedrijven, want de kerk is bedoeld als een vereniging zonder winstoogmerk. Multinátionals willen de wereld veroveren voor financieel profijt. Geld en macht staan voorop, en ook de werknemers zijn vaak daarop gefocust. Jezus wou niet dat zijn volgelingen zich, in het kader van Gods missie zouden verrijken, en de wereld zouden zien als een wingewest, dat economisch geëxploiteerd moet worden. Toch is dat vaak gebeurd, en het gebeurt nog steeds…

Paulus omschrijft de missie van de gelovigen als volgt:
"Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken, om redding te brengen tot aan de uiteinden van de aarde." (Handelingen 13:47 NBV21)
Die wereldwijde missie doet denken aan het Rode Kruis, en aan vzw’s zoals Artsen zonder Grenzen en Mercy Ships. Die vzw’s worden gekenmerkt door een gematigd loonbeleid, veel vrijwillige inzet en vrijgevigheid, en dat was ook zo bij de eerste christenen – bij Gods vereniging zonder winstoogmerk.
"Allen die tot geloof gekomen waren, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Ze verkochten hun eigendommen en bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde." (Handelingen 2:44-46 NBV21)
"Niemand onder hen leed gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld." (Handelingen 4:34-35 NBV21)

Er was een grote onderlinge solidariteit en een hecht sociaal leven, en ze hielpen elkaar niet tegen hun zin, maar vol vreugde, en zonder erover op te scheppen. De eerste christenen toonden wat het in concreto beduidt om de naaste lief te hebben als zichzelf. Die onderlinge steun was meer dan nodig. Bejaarden, weduwen, wezen en gehandicapten, waren afhankelijk van hulp van familie en vrienden, en van aalmoezen. En ook de Joodse synagoge ondersteunde mensen in nood. Maar toen christenen uit de synagoge werden geweerd, waren ze uitsluitend aangewezen op elkaar. Al vrij snel zouden de apostelen de hulpverlening organiseren, en later – toen er door mislukte oogsten voedseltekorten waren in Jeruzalem – werd er tot in Griekenland geld ingezameld. Het was het begin van ontelbaar veel christelijke initiatieven doorheen de geschiedenis en tot op vandaag de dag, om mensen in nood bij te staan – denk maar aan Mercy Ships.

In België lijkt die persoonlijke hulpverlening vaak overbodig, want in een verzorgingsstaat zorgt de overheid voor het welzijn van de burger. In de voorbije generatie is dat ook vrij goed gelukt. Maar dat heeft ervoor gezorgd dat de Belgen, ondanks hun rijkdom, niet vrijgevig zijn. Slechts 12% van de belastingaangiftes bevat fiscaal aftrekbare giften - gemiddeld iets meer dan 20 euro per maand. Belgen zorgen doorgaans goed voor hun kinderen, maar verder gaat de vrijgevigheid meestal niet. We helpen de andere niet, zoals we zelf geholpen zouden willen worden wanneer wij in nood zijn.
Maar je moet geen profeet zijn om te weten dat we er niet goed voor staan. Er komt meer armoede. Het gebod om elkaar lief te hebben, en dat te tonen door vrijgevigheid zal in de komende tijd echt belangrijk worden. We kunnen ons laten inspireren door het pleidooi van Paulus. Hij vraagt niet om alles te verkopen, maar wel om vrijgevig te zijn.
"Het is niet de bedoeling dat u door anderen te helpen zelf in moeilijkheden raakt. Er moet evenwicht zijn. Op dit moment lenigt u met uw overvloed de nood van de heiligen in Jeruzalem, zodat zij later met hun overvloed uw nood kunnen lenigen. Zo is er evenwicht, zoals ook geschreven staat: Hij die meer had, had niet te veel; hij die minder had, had niet te weinig." (2 Korintiërs 8:13-15 NBV21)

Misschien zien we die donkere wolken enkel als een bedreiging, maar ze zijn ook een opportuniteit. Want moeilijke tijden zijn een persoonlijkheidstest. Helpen wij om de nood te lenigen? Of sluiten we ons af? Vrijgevigheid kan zijn als een detox-kuur, om los te komen van moderne afgoden zoals materialisme en overdaad. Het is ook een opportuniteit om God beter te leren kennen. Want door onze rijkdom niet voor onszelf te houden, kunnen we duidelijk maken dat we voor onze toekomst eerder rekenen op Gods zorg, dan op onze eigen centen. Maar dit pleidooi moet geplaatst worden in de juiste context. Want die vrijgevigheid kwam er nadat de inwoners van Jeruzalem Jezus hadden leren kennen, en Gods Geest hadden ontvangen. Daardoor konden zij angst verruilen voor vrijgevigheid, blijdschap en vertrouwen.

Begin van de pagina


#047 Jezus geeft de fakkel door
youtube logo

over Pinksteren (8')
29/05/2022

Tekst van de video

Ik ken een ingenieur die vaak op buitenlandse missie ging om nieuwe projecten op te starten. Na enkele jaren gaf hij de fakkel door en keerde hij weer naar huis. Soms bleek dan dat de werknemers ter plaatse, ondanks de jarenlange begeleiding, niet de vereiste bekwaamheid of inzet hadden, en dan raakte het project helemaal in het slop. Jezus kwam in opdracht van de Vader op buitenlandse missie om een project op te starten. Hij noemde dat "het Koninkrijk van God", en koos twaalf plaatselijke medewerkers, die Hij intensief begeleidde. Dat duurde ongeveer drie jaar, maar dan werd Jezus gearresteerd en terechtgesteld. Dat project leek uit te lopen op een complete mislukking, maar dan gebeurde iets wat niemand had verwacht: Jezus werd weer levend! Maar Hij was nu getransformeerd: niet langer een kwetsbaar mens, gebonden aan de aarde. Neen, Hij kon plots verdwijnen, want Hij bewoog zich nu ook in een andere dimensie. Dat was voor Jezus het moment om de fakkel door te geven en terug te keren naar zijn plaats van herkomst. Want kort voor zijn dood had Jezus duidelijk gemaakt dat Hij niet langer op aarde zou blijven, en dat Hem daarboven een nieuw project wachtte.
"Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers. … Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben." (Johannes 14:1-3 NBV21)

Jezus had de contouren van het Koninkrijk uitgezet, maar het aantal burgers was nog te beperkt, want Jahweh is de God van alle mensen, wereldwijd en van alle tijden. Jezus gaf dan ook bij zijn vertrek de opdracht om het project verder uit te rollen.
"Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb." (Matteüs 28:19 NBV21)
Jezus delegeerde zijn opdracht en zijn macht, en zei elders ook dat zijn volgelingen net als Hij zelfs wonderen zouden doen ter illustratie van Gods almacht en zijn liefde voor de mens in nood. Maar die projectverantwoordelijken waren niet erg assertief - de angst zat er diep in - en ze waren traag van begrip - ze snapten het allemaal niet zo goed. Ook waren er in het verleden spanningen in het team, en onenigheid over wie de baas was. Bovendien zaten de omstandigheden tegen, want de politiek zag het niet zitten en het project werd gesaboteerd door mensen die hun privileges dreigden te verliezen. Normaal gezien had de opdracht moeten mislukken, zoals sommige projecten van die ingenieur. Want je moet medewerkers hebben die opgewassen zijn tegen hun taak, en daar wrong het schoentje. Er moest dus iets speciaals gebeuren, iets wat lijkt op een boosterprik, waardoor de weerstand wordt opgebouwd tot een hoger niveau.

De vergelijking met de boosterprik loopt natuurlijk mank. Want de discipelen hebben nood aan een persoon: iemand, iemand met de kwaliteiten van Jezus - moest hen verder begeleiden, vernieuwen, corrigeren, bemoedigen en bekrachtigen, EN dat is wat Jezus hen beloofde.
"… het is in uw belang dat Ik wegga; want als Ik niet wegga zal de Gids-en-Helper nooit tot u komen; als Ik vertrokken ben, zal Ik Hem naar u toe sturen; Nog veel heb Ik u te zeggen, maar het is u nu onmogelijk dat te verdragen; maar wanneer Hij komt, de Geest, de Waarachtige, zal Hij u leiden naar de volle waarheid ..." (Johannes 16:7, 12, 13 NaB)
Die tekst zegt veel over de Heilige Geest. Hier wordt hij omschreven als Gids en Helper, de Waarachtige die ons leidt naar de waarheid. Je kan Hem ook benoemen als raadgever, beschermheer, verdediger, coach of begeleider, enzovoort … En omdat Hij Geest is, kan Hij in ons komen, en werken in ons verstand, onze emoties, onze wil, ons geweten… God weet dat we van nature uit niet de vereiste kwaliteiten hebben en Hij laat ons niet aan ons lot over. Daarom zond Hij zijn Geest. Dat gebeurde voor het eerst op het Pinksterfeest en ging niet onopgemerkt voorbij, want laaiend enthousiasme verbrak de gewijde stilte.
"Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven." (Handelingen 2:1-4 NBV21)
Daarstraks heb ik gezegd dat Jezus de fakkel doorgaf aan zijn leerlingen. En hier zien we dat het woord fakkel goed gekozen is want de discipelen staan nu in vuur en vlam. De verdere geschiedenis toont hoe bange discipelen werden getransformeerd in mensen die met grote vrijmoedigheid Jezus' opdracht uitvoerden in een vaak vijandige omgeving.

Pinksteren is een boodschap voor wie zich heeft ingeschreven in Jezus' project "het Koninkrijk van God". Je moet dus al de eerste stappen gezet hebben: je moet erkennen dat je via Jezus' kruisdood vrijgepleit wordt van alle schuld, en met God een nieuw leven starten. Daarna kan je Hem aanspreken en vragen dat Hij je vervult met zijn Geest. Maar meestal is die vervulling een groepsgebeuren, dat plaats vindt in een enthousiaste kerkgemeenschap, waar anderen voor je bidden. Die vervulling met Gods Geest kan ervaren worden als een overstap van een theoretische kennis van God naar een doorleefde ervaring van Gods aanwezigheid en betrokkenheid. Ook vandaag zitten de omstandigheden vaak tegen en hebben we echt wel nood aan Gods nabijheid en bijstand!

Begin van de pagina


#045 De verzoeking in de woestijn
Jezus in de woestijn youtube logo

Wat kunnen wij daaruit leren? (8')
22/05/2022

Tekst van de video

Vandaag gaat het over de verzoeking van Jezus in de woestijn. Ik doe dat aan de hand van een stripverhaal. We beginnen met de inleidende zin.
"Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht om door de duivel op de proef gesteld te worden." (Matteüs 4:1 WV)
Is het niet vreemd dat God Jezus in de moeilijkheden leidt? Eigenlijk niet. Jezus had naar deze wereld kunnen komen in een tijd zonder oorlog of vijandelijke overheersing. Maar dan was zijn ervaring niet representatief voor wat de meeste mensen ervaren. Neen, Jezus kwam in een turbulente tijd, waarin veel fout liep. En hier in de woestijn ontmoet Hij de grote tegenstander, die mensen opzet tegen elkaar en tegen God. Jezus is slechts geloofwaardig als Hij die confrontatie kan doorstaan. Bovendien kwam Jezus juist om die tegenstander te overwinnen - en dat gebeurt in meerdere fases. We bevinden ons bij de aanvang van Jezus' openbaar leven, en de confrontatie bestaat uit drie verzoekingen.

De eerste test gaat over prioriteiten. We luisteren naar het stripverhaal.
"'Je hebt honger' … fluisterde hij… 'Maar als je de Gods Zoon bent, zeg dan dat deze stenen broden worden!'. Ik wees de verleiding af om een Messias te zijn die niet zou lijden - zelfs lijden door honger - want een mens zal niet alleen van brood leven, maar van ieder woord dat God spreekt."
Jezus wijst het voorstel af om zijn goddelijke macht te gebruiken voor eigen profijt, en om zo zijn comfort voorop te stellen. Ook voor ons is er de vraag of we in moeilijke omstandigheden de juiste keuzes maken. Jezus maakt duidelijk dat comfort niet voorop mag staan. Veel mensen zoeken hun geluk in lekker eten en drinken, mooie kleren en chique auto's … Maar dan blijven we op onze honger zitten. Goede relaties binnen de familie en vriendenkring zijn bijvoorbeeld veel belangrijker. Maar het belangrijkste is die relatie met de Schepper. En die wordt geconcretiseerd door woorden die God tot ons richt, en de antwoorden die wij geven. Onze honger moet in de eerste plaats daarnaar uitgaan. Want de relatie met God is de moeder van alle relaties: daar ontvangen we herstel en levenskracht, en worden we bijgestuurd. Jezus vergelijkt die relatie met de verbondenheid van de ranken aan de druivelaar. Zijn we verbonden met Jezus - de wijnstok - dan kan ons leven vruchtbaar zijn, over de grenzen van de dood. Zoniet, dan verdorren we als een afgesneden rank.

In de tweede test wordt Jezus uitgedaagd om mensen te overbluffen.
"En daarna nam de duivel Me mee naar het hoogste punt van de tempel en fluisterde: 'Spring naar beneden, want als je Gods Zoon bent, zal Hij je beschermen en de mensen zullen je bejubelen!' Ik weerstond ook deze verzoeking om een Christus te zijn die de mensen inpalmt door sensationele evenementen."
Wat zou het spectaculair zijn, indien de Messias uit de lucht op het tempelplein zou landen. De duivel wil van die tempel een amfitheater maken en vraagt dat Jezus daarin meespeelt. Jezus wijst dat voorstel af en Hij gebruikt als argument dat we God niet mogen op de proef stellen. Jongeren dagen soms een leerkracht uit om te kijken hoever ze kunnen gaan, en vandaag zijn er heel wat mensen die door hun levensstijl en hun taalgebruik zoiets doen tegenover God. Jezus waarschuwt om dat niet te doen: "Stel God niet op de proef!".
Spektakel brengt niet het goede in de mens naar boven. Wij dragen vandaag met onze smartphone allemaal een amfitheater op zak. Wie dat wil ziet en verspreidt de ganse dag extreme beelden. De woorden van Jezus zijn een oproep om dat niet te doen, en te kiezen voor een gewoon deugdzaam leven!

In de derde test krijgt Jezus alle macht en eer van deze wereld aangeboden, op voorwaarde dat Hij de tegenstander aanbidt.
"Daarna stond Ik op een zeer hoge berg en de Satan toonde Mij alle koninkrijken en hun pracht. Hij fluisterde: 'Dit alles zal ik je geven, indien je je neerwerpt en mij aanbidt!' Ik wees deze verzoeking af, om een Messias te zijn die door geweld en door de macht van geld zou regeren. Ik antwoordde: 'Er staat geschreven: Aanbid alleen de Heer uw God, en dien Hem!'"
Ja, wanneer je de god van het geld aanbidt, dan kan je de praal en pracht van deze wereld krijgen. Maar dat is slechts de helft van het verhaal. Met geld koop je geen echte vrienden en wie sterft, kan niets meenemen. Jezus zegt: "Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen." (Matteüs 6:20) Waar liggen onze prioriteiten? Hebben wij een langetermijnvisie?

Het Bijbelverhaal eindigt met de woorden "Daarna liet de duivel Hem met rust, en meteen kwamen er engelen om voor Hem te zorgen." (Matteüs 4:11 NBV)
Vele mensen worden geplaagd door allerlei negatieve gevoelens en gedachten. Willen we met rust gelaten worden, dan moeten we zoals Jezus die verzoekingen resoluut afwijzen. Zo reageer je toch ook op een ongewenst telefoontje. Wanneer je duidelijke grenzen stelt, dan wordt de kans veel groter dat je met rust gelaten wordt. We moeten God de eerste plaats geven en met zijn hulp de juiste keuzes maken, dan zal Hij ons in de moeilijkheden bijstaan, vaak via andere mensen, soms op een bovennatuurlijke manier - zoals hier gebeurde. En het goede nieuws is dat, wanneer we in het verleden wel zijn ingegaan op die verzoekingen, er een uitweg uit de moeilijkheden is… want dat is net wat Jezus kwam doen: zorgen voor een uitweg...

Begin van de pagina


#044 God als preventieadviseur
waarschuwingsbord met vallende man youtube logo

Liever voorkomen dan genezen (8')
15/05/2022

Tekst van de video

"Als u een huis bouwt, moet u het dak voorzien van een balustrade; anders bent u aansprakelijk wanneer iemand eraf valt en sterft." (Deuteronomium 22:8 NBV21)
Die tekst lijkt wel een uittreksel uit de Welzijnswet. Want die bevat voorschriften over de veiligheid op de arbeidsplaatsen, waaronder de verplichting om balustrades te plaatsen. Maar neen, die tekst komt uit de Bijbel en het is een verplichting die God aan Mozes doorgaf, samen met veel andere bepalingen, die soms minder vanzelfsprekend lijken dan deze instructie.

Bij de start van een natie worden een grondwet en andere wetten opgesteld, en dat gebeurde ook bij het Joodse volk. Dat was niet evident want zij leefden voorheen in slavernij en hadden geen ervaring met het opstellen van wetgeving. Maar hier was God aan zet. Hij koos een familie uit, die Hij liet uitgroeien tot de natie. Hij gaf Mozes een grondwet - de Tien Geboden - en tal van andere instructies. Wie die regels respecteerde, vermeed problemen en kon rekenen op Gods hulp: Hij werd door Hem gezegend. Want God wil liever voorkomen dan genezen, en Hij lijkt zo op een preventieadviseur. Die wetten werden gegeven aan het Joodse volk, maar de Tien Geboden hebben een universele en tijdloze strekking, en Mozes verduidelijkt met enige fierheid dat ook die overige wetten een inspiratiebron kunnen vormen voor de andere volken.
"Als de volken om jullie heen deze wetten horen, zullen ze jullie wijs en verstandig vinden. Ze zullen zeggen: 'Wat is dat grote volk toch wijs en verstandig!’ …‭ En geen ander volk, hoe groot het ook is, heeft zulke rechtvaardige wetten als wij ... ‬‬" (Deuteronomium 4:6, 8 BB‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬)

Die wetten betreffen alle aspecten van het leven, inclusief de veiligheid op bouwwerven. Natuurlijk is er intussen heel veel veranderd, maar Gods instructies bevatten algemene principes die het mogelijk maken om regels uit te werken voor latere problemen. Deze tekst bijvoorbeeld gaat over het zorgvuldigheidsbeginsel en over burgerlijke aansprakelijkheid. Ook de Belgische wetgeving is deels gebaseerd op dat beginsel, en die aansprakelijkheid ligt aan de basis van veel verzekeringscontracten.

Je moet geen goddelijke wijsheid bezitten om te weten dat je bij dakwerken best een balustrade aanbrengt. Daarvoor volstaat gezond verstand. Maar de boeken van Mozes bevatten ook instructies die toen minder voor de hand lagen, bijvoorbeeld over hygiëne. Want een Israëliet die een kadaver had aangeraakt, moest zichzelf en zijn kleren wassen. Wie een huidziekte had, moest een week in quarantaine en hield het probleem aan, dan moest hij apart gaan wonen. Naar het toilet gaan, deed je buiten de bebouwde kom, en met een schupje om alles te begraven. Poreus vaatwerk, gebruikt door iemand met een besmettelijke ziekte, moest worden weggegooid. Kledij en andere voorwerpen werden gewassen, of even in het vuur gehouden.

De logica van die hygiënische wetten werd pas in de 19e eeuw ontdekt. De Hongaarse arts Semmelweis (1818 - 1865) stelde vast dat het aantal overlijdens aan kraamkoorts sterk verminderde wanneer hij zijn handen voor de bevalling ontsmette. Maar hij werd niet au sérieux genomen. Rond 1877 ontdekten Robert Koch (1843 - 1910) en Louis Pasteur (1822 - 1895) onafhankelijk van elkaar hoe bacteriën ziektes kunnen veroorzaken, en tegen het einde van de 19e eeuw werd het belang van goede hygiëne algemeen erkend. Het is spijtig dat het zolang geduurd heeft, want 3400 jaar eerder had God die regels over goede hygiëne al aan de mens meegedeeld en veel ellende had vermeden kunnen worden.

Maar misschien denk je dat die regels gewoon volgden uit de cumulatieve ervaring van vorige generaties. Die verklaring wordt tegengesproken door het feit dat het Joodse volk de voorafgaande eeuwen in Egypte leefde, waar andere regels golden. Die wetten van Mozes vormden een breuklijn met het verleden. Er was geen copy paste van Egyptische voorschriften, integendeel. En ook eigen ervaring, of gezond verstand volstonden niet. Neen, die instructies vereisten een goddelijke auteur die inzicht heeft in de verborgen oorzaken. Het oude Egypte was beroemd om zijn geneeskunde en er waren zelfs oogartsen die cataract verwijderden. Maar geneeskunde was gekoppeld aan de tempeldienst en Egyptenaren dachten dat ziekte veroorzaakt werd door kwade geesten die men moest weren, niet door hygiëne, maar onder meer door amuletten. Volgens recente studies bevatten 72% van de 260 preparaten beschreven in Papyrus 'Hearst' geen werkzame stoffen. Zieken werden soms behandeld met preparaten, gemaakt van uitwerpselen, hopend dat de boze geest hiervan een afkeer zou hebben, en het lichaam zou verlaten. Daarnaast werd gebruik gemaakt van tal van bezweringsformules. De Bijbelse instructies over hygiëne vind je niet terug in Egyptische bronnen. Nee, die wetten zijn origineel en wijzen op goddelijke inspiratie.

Circa 1400 jaar na Mozes komt Jezus naar deze wereld. Over Hem lezen we:
"… ze waren stomverbaasd … ‘Hoe komt Hij aan die wijsheid en hoe kan Hij die wonderen doen? Hij is toch de zoon van de timmerman? … Waar heeft Hij dat alles dan vandaan?’ En ze namen aanstoot aan Hem." (Matteüs 13:54, 55, 57 NBV21)
Wijsheid en wonderen. De tekst illustreert hoe Jezus optrad als preventieadviseur én als geneesheer. Zijn wijsheid toont ons hoe we moeten leven om moeilijkheden te vermijden, en zijn woorden betreffen niet zozeer de gezondheid van het lichaam, maar van de totale mens, en dat rekening houdend met de eeuwige dimensie. Zijn wonderen tonen bovendien dat Hij, wanneer het toch fout loopt, vergeving en herstel wil geven. Net als bij Mozes luidt ook hier de vraag "Hoe komt Hij aan die wijsheid en die kracht?", en Jezus zei daarover:
"De Zoon kan niets uit zichzelf doen, Hij kan alleen doen wat Hij de Vader ziet doen… De Vader heeft de Zoon immers lief en laat Hem alles zien wat Hij doet." (Johannes 5:19, 20 NBV21)
Jezus duidt zijn Vader aan als bron, en Hij vermeldt liefde als motief. Liefde voor de Zoon en natuurlijk ook liefde voor de mens, naar wie de Zoon gezonden werd. Als die mens Gods leefregels wil volgen, zal hij door God gezegend worden en zal het Hem wel gaan.

Begin van de pagina


#043 Het feestmaal en de vuilnisbelt
feestmaal en vuilnisbelt youtube logo

over hemel en hel (8')
28/04/2022

Tekst van de video

We zien hier de cyclus van het leven. De bloesem, het fruit en de afbraak die eindigt op de composthoop. Voor sommigen geldt dat ook voor de mens. Je bent dan straks alleen maar grondstof voor ander leven. Menselijk bewustzijn is dan slechts een heel complexe communicatie tussen verschillende hersengebieden. Sterven die af, dan is alles voorbij.
Christenen geloven dat de mens een geest of een ziel heeft die dat sterfelijke lichaam overstijgt. De dood is geen eindstation, maar een halte met een wissel, gevolgd door uiteenlopende wegen.
Eén spoor leidt naar de Gehenna of de vuilnisbelt van Jeruzalem en het andere spoor leidt naar een feestmaal - dat zijn de beelden waarmee Jezus zijn boodschap illustreert. Dat is geen bouwplan voor de toekomst, maar het zijn stukjes van een puzzel, want andere uitspraken van Jezus tonen dat het veel complexer is dan alleen een stortplaats en een feestmaal. Jezus geeft beelden omdat we geen woordenschat hebben om accuraat uit te drukken wat er in andere dimensies gebeurt zoals ook blijkt uit de woorden van Johannes.
"Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is. Ieder die dit vol vertrouwen van Hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is." (1 Johannes 3:2-3 NBV)

De puzzelstukjes die we vandaag bekijken werden door Jezus uitgekozen. Ze beantwoorden niet al onze vragen, maar ze illustreren dat we nu de basis leggen voor wat later komt. Jezus dringt erop aan om zijn woorden serieus te nemen, want het is nu te doen, in dit leven! Er is geen sprake van nieuwe kansen door reïncarnatie in een hogere of lagere levensvorm. We lezen eerst twee uitspraken over de vuilnisbelt.
"Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Dan kun je beter bang zijn voor Hem die beide, ziel en lichaam, kan laten omkomen in de Gehenna. Brengt je oog je ten val, ruk het dan uit en werp het weg: je kunt beter met één oog het leven binnengaan dan in het bezit van twee ogen in het vuur van de Gehenna geworpen worden." (Matteüs 10:28 NBV21)
De vuilnisbelt is de plaats waar al het vuil terechtkomt, en daar wil je echt niet zijn. Jezus vergelijkt een mens die vuil is, en zich niet door God laat reinigen, met iemand die terechtkomt op een vuilnisbelt. Dat geldt in de figuurlijke zin, maar dat dit geen aangename ervaring wordt, is het minste wat je uit die symboliek kan afleiden. Gehenna is het Griekse woord voor het 'dal van Hinnom', gelegen ten zuiden van Jeruzalem. Nu is dat een mooi stukje natuur, maar ten tijde van Jezus wekte die plaats afschuw op, niet alleen omdat het een stortplaats was, maar ook omdat hier voorheen kinderoffers werden gebracht. Later werd Gehenna in het Nederlands vertaald door het woord 'hel'. Dat is een oud-Germaans woord dat onderwereld of dodenrijk betekende. In de Noordse mythologie is de godin 'Hel' de koningin van de onderwereld. En vandaag gebruiken we het woord vooral om vreselijk ellendige situaties te beschrijven, maar dan in de wereld van de levenden.

Het andere spoor leidt naar een onvergelijkbaar feestmaal - de bruiloft van Jezus - en daar willen we natuurlijk bij zijn!
"Laten we blij zijn en jubelen, laten we Hem de eer geven! Want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn bruid staat klaar. Zij mag zich kleden in zuiver, stralend linnen.’ Want dit linnen staat voor al het goede dat gedaan is door de heiligen. Toen zei hij tegen mij: ‘Schrijf op: Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd.’ En hij vervolgde: ‘Wat God hier zegt, is betrouwbaar.’" (Openbaring 19:7-9 NBV21)
De vriendelijke woorden van Jezus worden vaak aangehaald, de harde woorden zitten in de taboesfeer. Maar het is niet eerlijk om slechts de aangename kant van de boodschap te vertellen, want dat wekt de indruk dat - als er leven is na de dood - iedereen het straks goed zal hebben, en dat is niet zo. Die harde woorden worden beschouwd als een achterhaald primitief denken. Dat is begrijpelijk want de hel werd vaak misbruikt om mensen onder druk te zetten, en dankzij de aflaten werd er eeuwenlang heel veel geld verdient. Kunstenaars zoals Jeroen Bosch lieten hun fantasie de vrije loop en plaatsten het thema in de spektakelsfeer, met veel bloot en horror en een hoge amusementswaarde... Een beetje zoals vandaag de gruwel in de games en de horrorfilms. Die benadering brengt slechts het slechte in de mens naar boven en toont niet de weg naar God. Jezus daarentegen waarschuwt dat een mens zal oogsten wat hij heeft gezaaid, en dat is geen primitief denken, maar een universele wet.

De hel is en blijft een moeilijk thema, maar je kan niet verwachten dat een mens die verbitterd sterft, aan de andere kant in Gods gezelschap wakker wordt met mooie gedachten, gevoelens en verlangens. Want de geest of de ziel is als drager van de persoonlijkheid ten diepste getekend door het voorbije leven. Natuurlijk is God bij machte om eenzijdig dat verleden uit te wissen en Hij kan in elk mens nieuwe software downloaden, maar dan heb je straks alleen maar robotten, die slechts kunnen knikken en de grote leider toejuichen zoals in Noord-Korea. Willen we dat? Neen, want dan is ook alle liefde uitgestorven en heeft die hemel geen enkele zin. Bovendien moet recht geschieden en wie bijvoorbeeld verantwoordelijk is voor al dat oorlogsleed, en niet ingaat op Gods aanbod tot vergeving, zal gestraft worden. Of willen we dat God dit blauwblauw laat?
Om te eindigen keer ik terug naar Johannes. Want hij vraagt dat we ons hier en nu voorbereiden op de toekomst door ons te zuiveren van alle kwaad. Dan zijn we klaar zijn om Jezus te ontmoeten in een nieuwe context die al onze verwachtingen te boven gaat.

Begin van de pagina


#042 Vergeving 2.0
vergeving 2.0 youtube logo

(8')
8/05/2022

Tekst van de video

Elke psycholoog zal wijzen op het belang van mildheid en vergeving. Want wanneer we de fouten van anderen en van onszelf niet kunnen loslaten door vergeving, dan dragen we een zware last, en dan wordt het moeilijk leven. Gebeurtenissen uit het verleden werpen dan een donkere schaduw. Ze zuigen levenskracht en vreugde weg. Bitterheid maakt ons vleugellam en ziek. We dreigen opgesloten te worden in de rol van slachtoffer of dader, terwijl het beter is dat we gaandeweg die rol verlaten, om terug gewoon mens te zijn. Een echte terugkeer naar hoe het vroeger was, zit er wellicht niet in, want vaak moet je verder leven met een groot verlies, en vergeving leidt niet noodzakelijk tot verzoening.

Natuurlijk vragen misdaden om een correcte bestraffing. Want we willen dat recht geschiedt. En wanneer die bestraffing gepaard gaat met schuldinzicht en een vraag om vergeving, dan is het gemakkelijker om die pijnlijke bladzijde om te slaan. Maar de vraag om vergeving klinkt pas overtuigend wanneer de dader werd geconfronteerd met de scherpe pijn van het slachtoffer. Pas dan komt ook voor hem de volle waarheid aan het licht. Het gewone "sorry", dat je zegt wanneer je per ongeluk iemand aanstoot, volstaat niet. Want dat woord dreigt wat er gebeurt is, te minimaliseren, en dat voelt dan aan, als natrappen. In assisenzaken voel je soms dat spanningsveld tussen de roep om wraak en de wens om vergeving. Journalisten vinden het steeds het vermelden waard, wanneer de dader spijt betuigt of wanneer de familie van het slachtoffer vergeving schenkt. Dat wordt nooit beschouwd als een teken van zwakheid. Neen, het kan rekenen op bijval - hoewel niet altijd op de sociale media.

Vergeving is een thema waar je goede boeken over vindt. En ook de dienst slachtofferhulp bij Justitie, en veel psychologen doen mooie dingen om mensen te helpen in het proces van verwerking en herstel. Waarom dan deze video? Omdat je bij het zoeken naar de roots van het concept vergeving uitkomt bij het christendom. Want hoewel vergeving een universeel thema is, is het geen basisingrediënt van alle levensbeschouwingen. Maar het behoort wel tot het DNA van het christendom. Hoe komt dat? En wat kan de christelijke visie toevoegen aan de humanistische benadering?
Jezus leert ons om te bidden "Onze Vader in de hemel, vergeef ons onze schulden." De christen moet dus het goede voorbeeld geven en vergeving vragen, niet enkel aan de medemens, maar ook aan God. Want de relatie tot God moet hersteld worden, initieel, en en cours de route wanneer we zijn leefregels schenden. Dat herstelproces is de essentie van de Bijbelse boodschap en we komen dat overal tegen, ook in het volgend lied dat het trauma beschrijft, en ook het herstel.
"Ik bleef mijn schuld maar verzwijgen en was aan het eind van mijn krachten, omdat ik wenen moest, de hele dag… Toen heb ik mijn zonden bekend, niet langer mijn schuld toegedekt, ik dacht: ‘Ik ga mezelf beschuldigen en mijn misstappen aan de Heer belijden’, en zonder uitstel hebt U al mijn schulden en al mijn zonden vergeven." (Psalm 32:3, 5 WV)
Het herstel van de relatie met God is het fundament, en het komt onze andere relaties ten goede. Dat we God vergeving vragen, houdt ook verband met het feit dat Hij de primaire of de eerste wetgever is. We horen dat niet graag, want we accepteren niet dat anderen zeggen wat we wel en niet zouden moeten doen. Maar God geeft instructies voor alle domeinen van het leven, denk maar aan de Tien Geboden.

Je moet "vergeving" ook vanuit een andere hoek benaderen want "God is liefde" - geen onpersoonlijke kracht, die je niet kunt kwetsen, maar een persoonlijkheid met gevoelens, die aangesproken wil worden als "Vader". De band tussen God en mens wordt zo een familieband en dat heeft zijn gevolgen, ook voor het thema "vergeving". Want wanneer je je misdragen hebt tegenover een collega, en je het goed wil maken, dan zal je daar niet de grote baas bij betrekken, want die heeft daar geen zaken mee. Maar dat is anders met de familie van het slachtoffer, want ook zij hebben geleden onder de situatie. En dat geldt ook voor God, want Hij is nauw betrokken bij elk mens. We moeten dus niet alleen het slachtoffer om vergeving vragen, maar ook God die met hem of haar mede-lijdt.

Vergeving is dus geen louter horizontaal gebeuren. Neen ook verticaal moet die donkere schaduw worden weggenomen. De relatie tussen de horizontale en de verticale lijn blijkt uit de woorden
"Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is. … Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven." (Matteüs 6:14 NBV21)
En Jezus zegt niet enkel wat we zouden moeten doen, maar Hij wil ons ook sterker maken en ons laten delen in zijn liefde, zodat we in staat zijn om vergeving te schenken in situaties waarin dat menselijk gezien te moeilijk is. Ons rechtvaardigheidsgevoel vraagt om een correcte bestraffing van de dader. Zo dacht God daar ook over, maar Hij kwam ons tegemoet door die straf op zich te nemen. De kruisdood opende de weg voor de "Vergeving 2.0", en die neemt niet enkel de donkere schaduw over het actuele leven weg, maar heeft ook een weerslag die veel verder reikt, en van invloed is op onze relatie met God, en onze eeuwige bestemming.

Begin van de pagina


#041 Belgravia en Downton Abbey
foto's Belgravia en Downton Abbey youtube logo

Wat we hieruit kunnen leren. (8')
1/05/2022

Tekst van de video

Onlangs heb ik een boek gelezen van Julian Fellowes, Belgravia. Dit boek werd als serie verfilmd, net als Downton Abbey - een reeks waarvoor dezelfde schrijver het scenario schreef.
Beide series schetsen niet alleen het wel en wee van aristocratische families rond het begin van de twintigste eeuw, maar vooral ook de veranderende tijdsgeest. Je leest hoe het dienstpersoneel van downstairs, de heren van upstairs diende… hoe zij zich geleidelijk aan bewust werden van nieuwe mogelijkheden die voor hen ontstonden, en hoe de rol die zij in het leven van hun werkgevers speelden, evolueerde. De reeks Downton Abbey - maar ook het boek Belgravia - zijn niet alleen interessant omwille van het boeiende tijdsbeeld, maar ook omwille van de typering van de karakters. Je ziet hoe mensen handelen wanneer ze het risico lopen om hun machtspositie kwijt te raken, of wanneer ze beseffen dat ze, door te liegen en te bedriegen, hogerop kunnen geraken, of rijkdom kunnen vergaren.

Maar er is nog iets anders dat mij in het boek Belgravia echt heeft gegrepen. Ik zag hoe mensen, wanneer hen iets overkomt waarvan ze - al dan niet terecht - vinden dat ze onheus behandeld werden, al snel de speelbal dreigen te worden van negatieve gedachten die ze alsmaar moeilijker kunnen beheersen. Soms worden het waanbeelden die hen uiteindelijk overmeesteren. Het deed mij denken aan de moordzucht die in het hart van Kaïn binnensloop, nadat hij jaloers werd op zijn broer Abel. In Genesis lezen we daarover:
"De Heer zei tegen Kaïn: ’Waarom bent u woedend, en waarom staat uw gezicht zo grimmig, als u het goede doet, is er opgewektheid, maar doet u het goede niet, dan loert de zonde als belager aan uw deur, klaar om u te grijpen. Zult u hem de baas kunnen blijven?" (Genesis 4:6-7 WV)

Door het lezen van de roman Belgravia, werden deze woorden van God voor mij veel duidelijker. Ik zag hoe het kwaad ons kan overmeesteren wanneer we hebzucht of jaloezie in onze gedachten toelaten. We lopen het gevaar dat we onze gevoelens niet meer onder controle kunnen houden, en misschien vreselijke dingen gaan bedenken, of zelfs… doen. Ik besef nu ook veel beter wat het met een mens doet wanneer hij geen vergeving kan schenken - wanneer hij niet in staat is om alles over te laten aan Gods rechtvaardige oordeel - wanneer hij het niet uit eigen handen kan geven, om het in Gods hand te leggen. Figuren in romans zoals Belgravia of in reeksen zoals Downton Abbey, kunnen ons helpen om het belang van Gods Woorden beter te begrijpen. En om Hem ook gehoorzaam te worden - om effectief te doen wat Hij van ons verlangt.

Begin van de pagina


#040 Een sober lijdensverhaal...
Een sober lijdensverhaal met aanwijzingen van hierboven youtube logo

... met aanwijzingen van hierboven (8')
10/04/2022

Tekst van de video

Vandaag zien we hoe God zijn stempel heeft gedrukt op een sober lijdensverhaal. Jezus' kruisoffer is hét thema van het christelijk geloof, want zo kan de mens met God verzoend worden. Toch beschrijven de evangeliën die kruisdood op een sobere wijze. Ze vermelden de feiten, zonder commentaar, en proberen niet om de lezer te overtuigen. Op de sociale media zie je uitroeptekens om het eigen gelijk te accentueren. De evangelisten daarentegen gedragen zich als getuigen voor een rechtbank. Die beperken zich tot de feiten - tot wat zij hebben zien gebeuren, zonder daar conclusies aan te verbinden. Doordat het lijdensverhaal niet vol uitroeptekens staat, is het geloofwaardiger, want de boodschap wordt niet overschaduwd door emoties, die vaak leiden tot overdrijving, en een gebrek aan objectiviteit.
Maar die sobere beschrijving maakt dat je het kan lezen als een gewone terechtstelling, zonder te beseffen wat er eigenlijk gebeurt. Toch bevat het verslag tal van aanwijzingen van hierboven die erop wijzen dat er meer aan de hand is en die uitnodigen tot diepere studie. Het is juist door die zoektocht dat we persoonlijk overtuigd raken, temeer omdat God ons in dat proces - in de figuurlijke zin - kan toespreken.

Er waren veel mensen aanwezig bij de kruisdood. Onder meer twee misdadigers die ook werden terechtgesteld, de soldaten, het volk en de leiders. (Lucas 23) In het begin maakten zij de spottende opmerking: "Jij bent toch de Messias! Red jezelf dan!" Maar gaandeweg komen sommigen tot inzicht. Een van de misdadigers, de officier en het volk hebben de aanwijzingen dat er meer aan de hand is, begrepen. Met de woorden "Denk aan mij wanneer U in uw Koninkrijk komt" erkent de moordenaar Jezus als de Messias. De officier beschrijft Jezus als "een rechtvaardige", en volgens andere evangeliën ook als "een zoon van God", en het volk keerde berouwvol huiswaarts.
Wat zijn dan de aanwijzingen die tonen dat er iets bijzonders gaande is? Vooreerst zien we hoe de voorspellingen van de profeten worden vervuld, en dat is als een watermerk. Verder zijn er bijzondere natuurfenomenen, die klinken als een proteststem van hierboven. Ten slotte zijn er de welkomstwoorden die Jezus uitspreekt.

Een eerste aanwijzing dat er meer aan de hand is, ligt in de voorspellingen. Want dat lijdensverhaal werd eeuwen voordien voorspeld door de profeten. Dat is het watermerk in het verhaal. Een watermerk garandeert de echtheid van een bankbiljet. Want slechts overheden beschikken over de middelen om zoiets aan te brengen.
Wat hier vermeld staat werd eeuwen voordien al door David, Jesaja, Amos en Joël neergeschreven. En ook andere feiten in het leven van Jezus werden voorspeld door de profeten. Die voorspellingen zijn als een door God aangebracht watermerk. Want zij vereisen een bijzondere kennis waarover mensen niet beschikken. Via paranormale gaven zien sommigen misschien iets van de toekomst, maar dat gaat gepaard met veel vergissing en bedrog. Een watermerk is minder zichtbaar dan de gedrukte tekst - we moeten dus moeite doen om het te zien, maar dan toont het aan dat de Bijbel een uniek boek is met boodschappen van God. Andere geschriften bevatten veel wijsheden, maar zo'n watermerk zal je daarin niet vinden. Ook toont het watermerk dat Jezus' dood geen mislukking was, maar een voorziene gebeurtenis passend in Gods plan. Want op een manier die wij niet kunnen vatten wordt in die verschrikkelijke kruisdood afgerekend met het kwaad.
En wanneer wij die geschriften naast elkaar leggen, vinden we dat watermerk op vele pagina's in de Bijbel. Het biedt de garantie dat ook de beloften of voorspellingen over de toekomst zullen uitkomen.

Een tweede aanwijzing dat er iets bijzonders aan de hand was, ligt in natuurfenomenen. Want het werd drie uur lang donker, en er was een aardbeving. Een totale zonsverduistering duurt nooit langer dan enkele minuten. Ze wordt veroorzaakt doordat de maan tussen de zon en de aarde staat, maar dat kan niet bij volle maan. En de kruisdood vond plaats op het Pascha, dat altijd samenvalt met volle maan. Wat dan wel de oorzaak was, weten we niet, maar dat het een signaal was van de Vader - een proteststem van hierboven - is wel duidelijk. Duisternis is het beeld voor afgescheiden zijn van God. Het kan wijzen op Gods woede om het vermoorden van zijn geliefde Zoon, maar ook op Gods oordeel over de zonde van de wereld, waarmee Jezus op dat moment beladen werd.

Een derde aanwijzing dat er iets bijzonders gaande is, ligt in de houding van Jezus en in het welkomstwoord dat Hij uitspreekt. Want dat veroorzaakt wellicht die ommekeer bij de officier en bij één van de misdadigers. Jezus gedraagt zich niet als verliezer. Neen, Hij spreekt met autoriteit en kent geen doodstrijd in de gewone betekenis. Er is geen onzekerheid. Neen, Jezus weet dat Hij straks het paradijs binnenstapt en Hij legt zijn geest bewust in de handen van zijn Vader. Jezus wordt niet beheerst door zijn eigen leed, want zelfs nu is Hij gericht op het welzijn van anderen. In een context van wreedheid en spot vraagt Hij vergeving voor wie Hem belagen. Ondanks de folterende pijn gaat Hij in op de vraag van de misdadiger die zijn hulp inroept.
Eigenlijk zien we hier waar de kruisdood echt om gaat. Jezus opent de weg naar vergeving en Hij spreekt daarbij het welkomst-woord uit. En de eerste die daar gebruik van maakt, hangt naast Hem. Hij mag mee dat paradijs binnengaan. Niet omdat hij zich aan de Joodse wet gehouden heeft. Neen, Hij ontvangt het eeuwig leven als een geschenk dat mogelijk werd gemaakt door Jezus' kruisdood. Dat welkomst-woord is ook aan ons gericht - wij die leven in een donkere wereld, waarin de proteststem van de natuur voor het overtreden van Gods wetten te horen is. Ook wij kunnen vragen "Jezus, denk aan mij" en dankzij dat watermerk zeker zijn van die goddelijke beloftes.

Begin van de pagina


#039 Wat heeft havermout met geloof te maken?
Havermout en een Quaker youtube logo

Over George Fox, William Penn en de Quakers (6')
3/04/2022

Tekst van de video

Wil je een gezond ontbijt, dan moet je havermout op tafel zetten. Misschien kom je dan oog in oog met deze man te staan, want hij is al bijna 150 jaar symbool voor havermout. In 1877 werd Quaker gedeponeerd als een merk voor ontbijtgranen, samen met deze figuur, die een man afbeeldt in de klederdracht van een Quaker.
Die beweging van christenen ontstond in de 17e eeuw in Engeland, rond de persoon van George Fox. De zogenaamde Society of Friends of "Genootschap van vrienden" keerde zich af van het formalisme van de Anglicaanse staatskerk om terug te keren naar de wortels van het christelijk geloof: het persoonlijk contact met God.
Het is vreemd dat een commercieel bedrijf de naam van een christelijke beweging koos als merknaam, en dat die naam behouden bleef tot op vandaag. Hoe komt dat? Wel, de naam werd gekozen toen de bedrijfsleider in een encyclopedie een artikel las over de Quakers. Hij vond dat hun kwaliteiten - integriteit, eerlijkheid, zuiverheid - zouden passen als identiteit voor de ontbijtgranen van zijn bedrijf. Maar waarom identificeerde een Amerikaans bedrijf zich met een beweging die in Engeland ontstaan was? Daarvoor moeten we bij George Fox en William Penn zijn.

In een tijd waarin kerk en staat nauw verweven waren en waarin gelovigen elkaar niet enkel met Gods Woord, maar ook met de wapens bestreden, voerde Fox een eigen koers. Hij stond afzijdig van de kerkelijke hiërarchie en van rituelen. Hij was ook gekant tegen een woordenstrijd over de juiste interpretatie van de Bijbel. Fox verkoos de stilte, van waaruit Gods Geest de mens kan toespreken. Want elk mens is gemaakt naar Gods beeltenis en kan dus rechtstreeks God ervaren. Maar die godservaring was het vertrekpunt om naar anderen uit te reiken. Zijn beweging werd dan ook gekenmerkt door een grote tolerantie tegenover andersdenkenden en door hulpverlening aan mensen in nood. Want de Quakers voegden steeds de daad bij het woord.
Omwille van hun atypische geloofsbeleving werden de Quakers door de staatskerk beschouwd als ketters. Ze werden ook vervolgd door de overheid, want Fox had radicale standpunten: hij was tegen de legerdienst, hij wou geen eed afleggen, was tegen de slavernij en verdedigde de gelijkheid van man en vrouw… Hij en zijn echtgenote werden vele jaren gevangen gezet, maar zijn beweging bleef groeien en kende na 8 jaar al 50 000 leden. In 1689 - 37 jaar na de oprichting van het genootschap - kwam er dankzij de "Toleration Act" een einde aan de vervolging, maar intussen waren tienduizenden al gevlucht naar Noord-Amerika en de Caribische eilanden.

Een van de volgelingen van George Fox was William Penn. William was door zijn vader - een Engelse admiraal - voorbestemd voor een carrière aan het hof. Maar hij sloot zich op 23-jarige leeftijd aan bij de Quakers en werd zelf ook meermaals gevangengezet. Toch kreeg hij in 1681 van koning Charles II een enorm stuk land in Noord Amerika, als betaling van een grote schuld die de koning tegenover zijn vader had. Het was een bosrijk gebied en werd daarom Pennsylvania genoemd, want sylviania is het Latijnse woord voor bossen. William wou daar een maatschappij uitbouwen overeenkomstig de principes van zijn geloofsovertuiging en hij omschreef dat als "een heilig experiment". Zijn uitspraak "Let us then try, what love can do" illustreert zijn vredelievende benadering. In plaats van de Indianen te bestrijden, beschouwde hij hen als zijn gelijken en sloot hij er vredesverdragen mee. Later keerde hij naar Engeland terug en voerde daar een strijd voor gewetensvrijheid. Penns ideeën waren maatschappelijk van grote betekenis en ze werden ten dele vertaald in de eerste Amerikaanse grondwet.
Ook in latere tijden lieten de Quakers zich opmerken in positieve zin, bijvoorbeeld in hun strijd tegen de slavernij en het verstrekken van onderwijs aan Indianen en zwarten. In 1947 kregen de Quakers de Nobelprijs voor de vrede als erkenning van hun inspanningen sinds 300 jaar om de vrede te bevorderen en als waardering voor hun humanitaire hulpverlening bij rampen en conflicten. De Quakers organiseerden voedselbedeling bij hongersnoden. Zij namen het op voor de Japanse Amerikanen tijdens de tweede wereldoorlog, zetten zich in de naoorlogse jaren in voor de verzoening van het Duitse volk met zij die geleden hadden onder hun geweld. Die beweging bestaat vandaag nog, maar het draait nu - in Europa toch - veel minder om de persoon van Jezus. Wanneer je nog eens havermout eet, of wanneer deze man jou in de supermarkt nog eens in de ogen kijkt, dan zal je misschien terugdenken aan de echte Quakers, aan George Fox en William Penn. En misschien denk je dan ook terug aan die andere man waar het allemaal mee begonnen is toen Hij tweeduizend jaar geleden deze wereld bezocht. Want integriteit, eerlijkheid, zuiverheid en eerbied voor elk mens... is iets wat we van Jezus kunnen leren.

Begin van de pagina


#038 Kaïn en Abel
Kaïn vermoordt Abel youtube logo

De strijd tussen goed en kwaad (8')
27/03/2022

Tekst van de video

Het eerste mensenpaar keerde zich van God af, en bij de tweede generatie is er die dramatische broedermoord. Kaïn vermoordde Abel en dat verhaal heeft een universele betekenis want het betreft de strijd tussen goed en kwaad. Misdaad en moord worden een constante in de geschiedenis, met ontelbaar veel slachtoffers. Adam en Eva verruilden een harmonieus leven in een idyllisch paradijs, voor pijn en strijd in een onvriendelijke wereld. Veel kunstwerken tonen het paradijs, maar hier zien we moeite en verdriet. Je proeft de gespannen sfeer bij het eerste mensenpaar. Wat hebben zij aan hun kinderen verteld over die misstap met zo'n dramatische gevolgen? En hoe hebben die kinderen gereageerd? Konden ze vergeving schenken aan hun ouders? De bijbel vertelt daar niets over. Wel lezen we dat Kaïn zijn broer vermoordde, en dat doe je niet zomaar. De oorsprong van zo'n misdaad ligt in een koud verbitterd hart, en in een vijandigheid tegenover God - de bron van liefde.

We zoomen eerst in op Abel, want hij wordt door Jezus omschreven als "de rechtvaardige".
"Al het onschuldige bloed dat op aarde is vergoten zal jullie worden aangerekend, vanaf het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zecharja, …" (Matteüs 23:35 NBV21)
"De rechtvaardige" zegt alles over Abels karakter. Abel heeft Gods reactie op de zondeval aanvaard, en hij schonk zijn ouders vergeving. Hij besefte wellicht dat hij dezelfde fout had kunnen maken. God had het leven lastig gemaakt, maar Abel ziet dat als een onvermijdelijke haltuitroep, die moet voorkomen dat de mens zijn capaciteiten gebruikt om zich aan hoge snelheid de vernieling in te rijden. Moeite en pijn illustreren de gevolgen van het doorknippen van de band met God, en ze kunnen de mens terug in Gods armen drijven.
Dat is zo bij Abel. Hij gelooft in een goede, rechtvaardige en betrouwbare God. Hij "gelooft" dus in de rijke Bijbelse betekenis van dat woord. Zijn geloof gaat gepaard met liefde en vergevingsgezindheid, het biedt hoop, en het laat een mens openbloeien. Vanuit die positieve ingesteldheid, komt Abel in actie.
"Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op…" (Genesis 4 NBV)
Abel koos het mooiste dier uit, en dat typeert zijn karakter. Zijn offer is een vriendelijk eerbetoon aan God - het is een dankwoord.

Kaïn heeft een andere ingesteldheid.
"Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die het kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig." (1 Johannes 3:10-12 NBV)
Die moord werd dus voorafgegaan door een indrukwekkend strafblad. Kaïn gelooft ook in God, maar hij is het archetype van de onoprechte religieuze mens.
"Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst ... voor Kaïn en zijn offer had Hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker." (Genesis 4 NBV)
Kaïns heeft zichzelf door zijn negatieve houding gediskwalificeerd en daarom wordt zijn offer afgewezen. De rook van Kaïns offer slaat neer op de grond. Maar dan gaat God met Kaïn in gesprek.
"Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij." (Genesis 4 NBV)
Het kwaad is als een roofdier dat Kaïn in zijn greep wil krijgen. Want wie het kwaad herhaalt, raakt eraan verslaafd. Eerst kiest de mens nog in volle vrijheid om kwaad te doen. Maar gaandeweg komt hij in een negatieve spiraal en is er steeds minder vrijheid om neen te zeggen. Kaïn wordt opgeroepen om zich daartegen te verzetten nu het nog kan, maar hij luistert niet, integendeel. Kaïn zei tegen zijn broer Abel:
"Laten we het veld in gaan. Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood."

Hoe gaat het verder? God spreekt Kaïn opnieuw aan. "Waar is Abel, je broer?" "Dat weet ik niet," antwoordde Kaïn. "Moet ik soms waken over mijn broer?"
Kaïn heeft geen schuldinzicht. Hij liegt en heeft slechts medelijden met zichzelf. Hij is niet ontvankelijk voor inkeer en herstel, zodat bestraffing volgt, en dat wordt een levenslange verbanning en een gevecht om te overleven.
"Ook al bewerk je het land, het zal je niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan."
"Dolend en dwalend" wordt hier aangrijpend in beeld gebracht. Een verbitterde Kaïn sleurt in zijn val zijn familie mee. Elke vorm van welzijn, harmonie en vrede - de shalom die God wil schenken - is nu weg. "Dolende en dwalende mensen" - dat is wat ook Jezus zag.
"Toen hij uit de boot stapte, zag Hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en Hij onderwees hen langdurig." (Markus 6:34 NBV)
De geschiedenis herhaalt zich want ook vandaag is er liefdeloosheid en geweld, verslaving aan de zonde en ronddolende mensen. Maar de reden waarom Jezus mens werd is juist om die verslaving te verbreken, om het kille hart te vervullen met Gods liefde en om de berouwvolle mens uitzicht te geven op een terugkeer naar het verloren paradijs, en daarover gaan volgende teksten:
"Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn." (Johannes 8:3 NBV21)
"Wie overwint, hem zal Ik geven te eten van de boom des levens, die in het paradijs Gods is." (‭‭Openbaring‬ ‭2:7‬ ‭NBG51‬‬)‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬

Geef Jezus de eerste plaats, verdiep u in zijn onderwijs, deel in die beloofde vrijheid en in dat hoopvol toekomstperspectief. Dat is wat we jullie toewensen!

Begin van de pagina


#036 Godsdienst = opium voor het volk?
het kind en het badwater youtube logo

Het kind en het badwater (8')
13/03/2022

Tekst van de video

Je kent zonder twijfel het spreekwoord "Het kind met het badwater weggooien." Dat komt al voor in een Duits boek uit 1512. De illustratie laat niets aan de verbeelding over. Een verwijzing naar dat spreekwoord vind je in een boek van Carolus Tuinman uit 1726. Maar daarin staat ook een variant op hetzelfde thema: "Men moet de vloer niet met de vuiligheid uitvagen". En de uitleg luidt dat men wat verwerpelijk is, niet op zo'n manier mag wegdoen, dat ook het goede wordt weggesmeten. Vandaag is de zegswijze "Het kind met het badwater weggooien" ingeburgerd in heel wat talen, en dat zal ermee te maken hebben dat de uitdrukking erg tot de verbeelding spreekt en een probleem beschrijft, dat in elke cultuur bestaat.
Die spreekwoorden doen mij denken aan een cursus logica uit mijn studententijd. Die ging over denkfouten - of fouten in de logica van een redenering, die leiden tot een onterecht oordeel. Zo is er de niet gerechtvaardigde veralgemening. Zo'n denkfout kan ertoe leiden dat je de vloer wegveegt samen met het vuil. Een andere denkfout heeft te maken met het onterecht leggen van een oorzakelijk verband. Zo wordt het Joodse volk tot op vandaag vaak onterecht als zondebok aangewezen.

Voor Karl Marx was godsdienst "Opium van het volk" of een drug die het volk verkoos om het leven draaglijker te maken. Lenin verlegde het accent naar "Opium voor het volk", want godsdienst werd gebruikt door machthebbers om het volk te verknechten. De filosoof Dirk Verhofstadt ziet godsdienst als "een agressief makende drug die de grendels van het persoonlijk geweten opzij schuift waardoor mensen tot alles in staat zijn."
Wanneer we kijken om ons heen, en naar de geschiedenis, dan zien we veel kwaad, verricht in naam van God, maar de uitspraken zijn natuurlijk een foute veralgemening. Godsdienst kan gebruikt worden om mensen onder de duim te houden, en ze kan mensen gewetenloos en gevaarlijk maken, maar vaak zien we het tegendeel. En die kritiek geldt niet alleen voor godsdienst, maar ze kan gelden voor elke levensbeschouwing en ideologie.
Of een godsdienst in werkelijkheid die kwalijke effecten heeft, hangt af van het godsbeeld, de inhoud en de voorschriften van het geloof, en van de manier waarop dit alles in de praktijk wordt gebracht. Soms is het probleem inherent aan de godsdienst, maar soms wordt het veroorzaakt door mensen die godsdienst misbruiken voor eigen voordeel, en wanneer zoiets stelselmatig gebeurt, dan verhardt zich dat tot structurele onrechtvaardigheid.

Om een godsdienst te beoordelen moet je in de eerste plaats nagaan of het wangedrag gerechtvaardigd of veroordeeld wordt door de betreffende leer. Als het voortvloeit uit de leer, dan ziet het er niet goed uit. Maar wanneer het wangedrag flagrant in strijd is met die leer, en door die leer omschreven wordt als zonde, dan wordt het wangedrag niet veroorzaakt door gods-dienst, maar door het dienen van het ego. Dat is dan het gevolg van "la condition humaine" zoals de filosoof dat zegt, of "de aard van het beestje." Maakt men dat onderscheid niet, dan is er sprake van een tweede denkfout, namelijk het onterecht leggen van een oorzakelijk verband. De reden waarom het water zo vuil is, ligt dan niet in de dienen van God, maar in het egoïstisch dienen van zichzelf.
Het juiste antwoord op het vuile water ligt dus niet in de kritiek op het christelijk geloof, maar wel in het aanklagen van de mens die dat geloof misbruikt. En wanneer het misbruik verband houdt met onrechtvaardige structuren en tradities, dan moeten die afgewezen worden en moeten we terugkeren naar de bron, in plaats van het kind met het badwater weg te gooien. Wanneer we samen met het vuil, ook de vloer naar buiten vegen, dan ondergraven we het fundament waarop we staan, want veel van onze westerse waarden zijn nauw verbonden met het christendom. En het is juist Jezus, die ons kan verlossen van dat vuile water. En het zijn Gods wetten die ervoor zorgen dat het water proper blijft.

Het feit dat het geloof in God in diskrediet wordt gebracht door toedoen van gelovigen, is van alle tijden, en ook Jezus werd geconfronteerd met religieuze leiders die misbruik maakten van de godsdienst.
"De schriftgeleerden en de farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden… Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Zelf gaan jullie er niet binnen, maar jullie houden ook degenen die er willen binnengaan tegen. … jullie reinigen de buitenkant van bekers en schalen, maar de binnenkant blijft vol roofzucht en onmatigheid. … Slangen zijn jullie, addergebroed…" (Matteüs 23:2-5, 13, 25, 33 NBV21)

Hoe reageerde Jezus hier? Hij klaagde de misbruiken aan. Hij nam afstand van de onrechtvaardige structuren en foute tradities van de Joodse religie. Hij wees op de dramatische gevolgen van dat foutief gedrag. Maar tegelijk riep Hij mensen op om Gods wet te respecteren. Jezus vroeg dus om wel de vuiligheid, maar niet de vloer - of het fundament - weg te vegen.

Er is vandaag veel kritiek op godsdienst, en vaak maakt men daarin denkfouten. Aan ons om kritisch te zijn over die kritieken, zodat we niet het kind met het badwater weggooien. Want een kind is het meest waardevolle dat we kennen, en het is onze toekomst. Ook in deze video is dat zo, want dat kind staat hier voor de persoon van Jezus, en Hij wil onze toekomst zijn.

Begin van de pagina


#035 De moraliserende versjes van Jan Luyken
Jan Luyken youtube logo

(7')
6/03/2022

Tekst van de video

Vandaag heb ik het over Jan Luyken. Hij leefde in de 17e eeuw in de noordelijke Nederlanden en was toen een bekend dichter en tekenaar. Deze portretten met een rijmdicht van een tijdgenoot zijn een eerbetoon aan hem. Ik veronderstel dat Jan Luyken al overleden was toen hij zo in de bloemetjes werd gezet. Ik lees dat gedicht eens voor:

Dit is Jan Luiken. Neen, 't is maar de schets van 't wezen! Zijn geest, op God gevest, bestraald met hemels licht. Door sterk geloof en hoop van de aarde omhoog gerezen - leeft in zijn heilzaam werk van prentkunst en gedicht. Nog speelt zijn zedigheid en aandacht in de trekken van dit gelaat, om elk tot Godsvrucht op te wekken.

Die hommage klinkt in onze oren ongewoon. Want in onze tijd worden mensen vooral geprezen omwille van hun uitzonderlijke prestaties in de sport, de cultuur, de wetenschap of de politiek, maar niet omwille van hun geloof in God.
De etsen van Jan Luyken hebben een sterk moraliserend karakter, want hij combineert zijn tekeningen vaak met een commentaar, waarin hij anderen vertelt hoe ze zich zouden moeten gedragen. Dat zie je ook in de reeks waarin hij honderd verschillende beroepen heeft uitgebeeld, waaronder ook de uurwerkmaker, die toen de 'Orlosiemaaker' werd genoemd.
Moraliseren heeft een negatieve bijklank. Van Dale online definieert moraliseren als "voortdurend wijzen op morele maatstaven". Het woord 'voortdurend' impliceert een drammerig gedrag, waarbij iemand te pas en te onpas zijn mening geeft over wat anderen zouden moeten doen. We denken daarbij in de eerste plaats aan de gebruiken in vorige generaties, maar de nadruk die vandaag soms gelegd wordt op politieke correctheid, is een eigentijdse vorm van moraliseren. Moraliseren is van alle tijden, maar de inhoud van de boodschap wijzigt.

De negatieve bijklank heeft meerdere redenen.
(1) Het feit dat iemand anders ons zegt wat we moeten doen, kan een beknotting zijn van de persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid.
(2) Moraliseren is vaak synoniem van een liefdeloze harde toepassing van regels, zonder rekening te houden met verzachtende omstandigheden en zonder vergevingsgezindheid.
(3) Vaak werden ook zware nutteloze regels opgelegd, zoals ook Jezus de farizeeën verweet.
(4) En misschien spreekt de moralist slechts uit eigenbelang, om zijn eigen positie te versterken, terwijl hij zelf niet volgens die principes leeft.

Geen van die kritieken was van toepassing op Jan Luyken, want hij stond bekend als een minzaam man, die nadat hij op 26-jarige leeftijd een godservaring had, zich zijn ganse leven heeft ingezet om anderen te helpen. Hij behoorde ook tot een kerkelijke stroming die tolerant was en uiteenlopende meningen accepteerde.

Moraliseren heeft soms niets te maken met eigenbelang. Het kan erop wijzen dat je met de andere inzit. Wanneer het lot van de medemens je onverschillig laat, zal je hem niet zeggen hoe hij zich moet gedragen. Maar wanneer je wil dat hij of zij gelukkig is, en bespaard blijft van moeilijkheden, dan moet je misschien wel je mening geven, zeker wanneer je ervan overtuigd bent dat je het antwoord hebt.
Die positieve vorm van moraliseren gebeurt ook in onze tijd, maar we noemen het dan anders. We hebben het over een sensibiliseringscampagne. Ik denk aan overheidscampagnes voor verkeersveiligheid of gezonde voeding, en aan de ontradende teksten en de gruwelfoto's op de sigarettenpakjes. Dat zijn moraliserende boodschappen, gericht op een gezond lichaam. Dat is natuurlijk ook zo bij de adviezen van onze huisarts.
Luyken was maatschappelijk erg actief en betrokken met mensen in moeilijkheden. Zijn moraliserende boodschappen passen niet echt in onze tijd, maar ze zijn wat mij betreft onverdacht.

De Bijbel bevat veel moraliserende boodschappen die Jan Luyken in zijn werken opneemt. Die Bijbel neemt in Gods bewustmakingscampagne een prominente plaats in, want hij bevat woorden van God over hoe we ons moeten gedragen, hoe we de andere moeten behandelen en omgaan met de schepping, wat we best doen, en wat we moeten nalaten. Maar belangrijker nog dan die moraliserende boodschappen, is het feit dat Gods boek uitlegt hoe je met God verzoend kan worden, hoe een mens die ten dode is opgeschreven, nieuw leven krijgt. Zo kom ik terug bij die hommage waarmee ik ben begonnen. Jan Luyken wordt daar voorgesteld als een man wiens geest op God gericht is en die bestraald wordt met hemels licht. Iemand die omhoog geheven wordt door sterk geloof en hoop. Daar vond hij zijn levenskracht!

Begin van de pagina


#034 De hemel verdienen?
De hemel verdienen youtube logo

Of krijgen? (8')
27/02/2022

Tekst van de video

Niet lang geleden had ik een gesprek met een hoogbejaarde dame - een 90-plusser die reflecteerde over haar voorbije leven, én tegelijk onzeker naar de toekomst keek.
"Ik heb mijn hemel niet verdiend." zei ze, "Ik ga daar nooit geraken. Ik ben niet goed genoeg."

Wat kan je daarop antwoorden? Want op die leeftijd is het leven grotendeels geleefd. Een mens is dan aangekomen in het laatste seizoen van zijn aardse leven. In die winter kan je niet meer ploegen, zaaien en oogsten. Het is dan te laat om nog iets te doen om de hemel te verdienen. Je bent dan niet meer in staat om goede werken te verrichten.
Maar wie God kent, kan in die winter wel uitkijken naar een nieuwe lente en een nieuwe zomer. Want ik heb ook gesprekken met een andere 90-plusser die vol verwachting uitkijkt naar die zomer, wetend dat ze voor eeuwig vernieuwd zal worden, en alle zwakheid en pijn zal kunnen achterlaten. Door haar geloof is zij een getuige voor haar omgeving. Dat geloof is niet gebaseerd op wat zij allemaal goed gedaan heeft, maar op haar vriendschap met God.

Ik heb met die eerste dame gesproken over de zogenaamde goede moordenaar - je weet wel: een van die mannen die samen met Jezus werden gekruisigd. Je ziet hem hier, met het hoofd richting Jezus. Geen 90-plusser, maar ook immobiel - genageld aan een kruis. Hij was de dood nabij en kon letterlijk niets meer doen. Maar hij kon nog spreken met de man die naast hem hing. We lezen het verhaal:
"Boven Jezus was een opschrift aangebracht: ‘Dit is de koning van de Joden’. Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen Hem: ‘Jij bent toch de Messias? Red jezelf dan en ons erbij!’ Maar de ander wees hem terecht met de woorden: ‘Heb jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? Wij worden terecht gestraft: het is ons verdiende loon. Maar die man heeft niets verkeerds gedaan.’ En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer U in uw koninkrijk komt.’ Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn.’" (Lucas 23:38-43 NBV21)
Die man was de tegenpool van zij die denken de hemel te verdienen. Hij leidde een gewelddadig leven. Hij wist dat hij de doodstraf had verdiend. En nu was het te laat: het leven was geleefd en de balans was uiterst negatief. Maar hij ziet de man naast zich. Misschien had hij Hem eerder al gezien, of over Hem horen spreken. Nu ziet hij het bordje met de reden van de executie: 'koning van de Joden'. De andere misdadiger spot hiermee: "Jij bent toch de messias? Red jezelf dan en ons erbij!". Met de woorden "Jezus denk aan mij" stelt de goede moordenaar eigenlijk dezelfde vraag, maar vanuit een andere instelling. En Jezus reikt hem de hand en leidt hem binnen in het paradijs.

Het verhaal van de goede moordenaar is de duidelijkste illustratie van het feit dat de hemel niet verdiend moet worden, maar een geschenk van God is. En dat is goed nieuws, want we schieten allemaal tekort en de afstand tussen God en ons is eigenlijk onoverbrugbaar, ware het niet dat Jezus ons kan zuiveren van alles wat ons heeft bevuild, en optillen naar dat hogere niveau. En zo komt elk mens op gelijke voet te staan: mensen met veel talenten of met weinig, van goede komaf of met een problematische achtergrond, de succesvolle burger of de dakloze: allemaal kunnen we vragen: "Jezus denk aan mij, reik mij de hand", en allemaal kunnen we die hand blijven vasthouden gedurende het verdere leven, tot hij ons het eeuwige leven binnenleidt. Dat hangt dan niet af van onze offers, want Jezus bracht het ultieme offer. De goede moordenaar wordt zo de eerste die het voordeel van die kruisdood mocht ontvangen.
Het eeuwige leven krijg je niet op grond van je verdiensten, neen, het is als een erfenis die je toekomt dankzij de familieband. Dat principe wordt in de Bijbel telkens weer herhaald met andere woorden, bijvoorbeeld in de volgende tekst:
"Door uw geloof in Hem bent u gered en dat komt door zijn genade. Dat is niet uw eigen verdienste, maar een geschenk van God. Niemand zal zich erop kunnen beroemen het zelf gepresteerd te hebben." (Efeziërs 2:8-9 HTB)

Dit verhaal mag ons niet op het verkeerde been zetten. Want Jezus heeft natuurlijk heel veel gesprekken gevoerd met mensen die niet aan handen en voeten gebonden waren, en die gesprekken verliepen anders. Jezus' antwoord had dan niet zozeer betrekking op het paradijs, maar op wat God nu van hen verwachtte. Zo was er die rijke jongeman. Hij vroeg Jezus hoe hij toegang kreeg tot Gods Koninkrijk. En Jezus legde de lat zeer hoog: "verkoop alles, geef het geld aan de armen en volg Mij." Er waren natuurlijk veel mensen aan wie Jezus niet dat radicale advies gaf. De woorden "Volg Mij" werden dan in de figuurlijke zin ingevuld, en waren bepalend voor de verdere levensstijl. En God apprecieerde uiteraard hun inzet en hun goede werken, maar dat was niet het entreeticket voor het eeuwige leven. Dit verhaal is evenmin een vrijbrief voor uitstelgedrag in de stijl van "Dan wacht ik maar tot op mijn sterfbed". Zo'n opportunistische houding riskeert uit te monden in het cynisme van die andere misdadiger. Zijn vraag om redding werd door Jezus niet beantwoord, want zij was aanmatigend en niet oprecht, ging niet gepaard met schuldinzicht, met liefde en oprecht geloof.

Wanneer wij oprechte navolgers van Jezus worden, gebruik makend van onze mogelijkheden en talenten op onze levensweg, dan zal Hij ook ons optillen op dat andere niveau. Niet omdat we de hemel hebben verdiend, maar op grond van zijn goedheid.

Begin van de pagina


#033 We weten maar heel weinig over Jezus
Fact check youtube logo

Fact check (8')
13/02/2022

Tekst van de video

Soms lees je "We weten maar heel weinig over Jezus. Want er is slechts een 'minimale historische kern'". Hoe komt men aan die stelling? En is die ook correct?

"Jezus was een Joodse Rabbi met leerlingen die ten tijde van Pilatus de kruisdood is gestorven, waarna zijn volgelingen beweerden dat Hij uit de dood verrezen was." Dat is wat vrijwel alle historici aanvaarden. Voor het overige is Jezus voor sommigen de grote onbekende. Dat is vreemd, want er zijn weinig of geen figuren uit de oudheid waarover zoveel geweten is. Heel veel daden en woorden van Jezus en van zijn apostelen zijn via vier evangelies en drieëntwintig brieven bewaard gebleven. Maar sommigen vinden dat je geen rekening mag houden met die christelijke auteurs. Want in geschiedschrijving wordt de waarheid soms geweld aangedaan. Negatieve informatie over historische feiten of fouten van leiders, worden dan weggelaten of verbloemd. En de werkelijkheid wordt soms herschreven en aangevuld met fantasie. Dat kan gebeuren vanuit politieke motieven. Maar ook religies maken zich daaraan schuldig: religieuze figuren worden vaak mooier voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn. Daarom zoek men naar informatie uit andere bronnen.
Men probeert zo ook de authenticiteit van de Bijbel te toetsen, bijvoorbeeld via archeologie of via andere geschriften. Die oefening is niet eenvoudig, want archeologie leert ons veel over culturen en leefgewoonten, maar veel minder over daden en woorden van een rabbi. En er zijn niet veel andere geschriften uit die oudheid bewaard gebleven, laat staan over een profeet die leefde in een uithoek van het Romeinse Rijk. Bovendien kwamen Jezus en zijn volgelingen in aanvaring met de gevestigde orde, zodat die hen liever doodzweeg.

In een artikel in EOS over de historische Jezus lezen we het volgende:
"Aangezien we van de antieke historici niet veel wijzer worden, moeten we te rade gaan bij christelijke auteurs. Dat heeft zo zijn nadelen. De christelijke literatuur is in de eerste plaats gericht op geloofsverkondiging en verheerlijking van Jezus, en heeft dus weinig met biografie of verslaggeving te maken. Een flinke dosis scepsis is hier dus niet overbodig."
Die conclusie toont enig wantrouwen tegenover christelijke auteurs. Hebben zij informatie over fouten van hun leiders, weggelaten of verbloemd? En hebben zij de realiteit aangevuld met fantasie? Wie dat denkt, doet dat onder meer omdat hij in de Bijbel wonderlijke verhalen leest, die normaal gezien onmogelijk zijn. Jezus geneest zieken, vermenigvuldigt brood, stilt de storm en wekt zelfs de dode Lazarus na vier dagen weer tot leven. En Hij verrijst zelf ook uit de dood. Wanneer Jezus inderdaad God is, dan is het logisch dat dit allemaal gebeurt. Maar wie wonderen bij voorbaat uitsluit, kan niet anders dan die geschriften afwijzen als fantasie, en dan stopt het gesprek, want dan zijn de evangelies inderdaad één grote leugen.

Ik denk dat die afwijzende houding tegenover de auteurs van het Nieuwe Testament echt niet gerechtvaardigd is. Wie vertrouwd is met de Bijbel, ziet geen opgepoetste verhalen, geschreven vanuit een zeker opportunisme. Want ook de kleine kantjes en de grove fouten van de apostelen worden vermeld. Dat moet gênant geweest zijn, want meerdere van die hoofdspelers waren nog in leven, toen die geschriften al de ronde deden, zodat iedereen daarvan op de hoogte was. Maar de auteurs wilden de waarheid recht doen, ook wanneer die pijnlijk was. Want was Jezus niet gekomen voor de zondaars?
Ik lees hierna drie teksten die dat illustreren.

Eerst een ruzie tussen de apostelen. "... Toen ze in huis waren, vroeg Jezus hun: ‘Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?’ Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was." (Markus 9:33-34 NBV21)

Dan hebben we de passage, waar Petrus tot driemaal toe Jezus verloochent. "Toen het meisje hem daar weer zag, zei ze opnieuw, nu tegen de omstanders: ‘Hij is een van hen!’ Maar hij ontkende het weer. En algauw zeiden ook de omstanders tegen Petrus: ‘Je bent wel degelijk een van hen, jij komt immers ook uit Galilea.’ Maar hij begon te vloeken en zwoer: ‘Ik ken die man over wie jullie het hebben niet!’" (Markus 14:69-71 NBV21)

En na de verrijzenis en de hemelvaart van Jezus, gaat Petrus opnieuw in de fout, zoals Paulus schrijft in een brief aan de Galaten.
"Maar toen Kefas (Petrus) in Antiochië was, heb ik me openlijk tegen hem verzet, want zijn gedrag was verwerpelijk. Hij at altijd mee met de niet-Joden, maar toen er afgezanten van Jakobus kwamen, trok hij zich terug en at hij apart, uit angst voor de kring van de besnedenen. De andere Joden gedroegen zich net zo schijnheilig als hij, en zelfs Barnabas deed mee met hun huichelarij." (Galaten 2:11-13 NBV21)

Die teksten getuigen van een grote eerlijkheid, en zo zijn er nog tal van andere passages. Sommige hebben betrekking op de hoofdspelers, andere op figuranten of op plaatselijke kerken die openlijk bekritiseerd worden voor foutief gedrag.

In het EOS-artikel lazen we: "De christelijke literatuur is in de eerste plaats gericht op geloofsverkondiging en verheerlijking van Jezus, … Een flinke dosis scepsis is hier dus niet overbodig."
Geloofsverkondiging en verheerlijking van Jezus wil niet zeggen dat er aan de waarheid afbreuk wordt gedaan, integendeel Het Nieuwe Testament kan de toets doorstaan en we weten dus veel meer over Jezus dan een "minimale historische kern".
Die liefde voor de waarheid vinden we trouwens ook in het Oude Testament waarin Gods profeten aan het woord zijn. Wat zij zeggen is nooit propaganda, maar vaak vlijmscherpe kritiek op het eigen volk en zijn leiders, en ook daar worden grote namen zoals David en Salomo niet gespaard. Ja, de Bijbel is een eerlijk boek, met woorden die je mag vertrouwen!

Begin van de pagina


#032 De holocaust
prikkeldraad youtube logo

(8')
6/02/2022

Tekst van de video

De Holocaust is een van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van het westen… en ook uit de geschiedenis van het historische christendom, want het is duidelijk dat de antisemitische of de zwijgende houding van de kerken een klimaat creëerde dat de Holocaust mogelijk maakte.
In het Holocaustmuseum in Jeruzalem wordt deze volkerenmoord herdacht. Dat gebeurt onder meer in de hal der namen met zijn plafond in de vorm van een tien meter hoge kegel met 600 foto's van slachtoffers. Eigenlijk heb je 10.000 van die zalen nodig om alle Joodse slachtoffers in beeld te brengen en wellicht nog eens 10.000 zalen voor de andere slachtoffers die op een gelijkaardige wijze door de Nazi's zijn omgebracht.
Het museum heeft ook een verzameling van meer dan 200 schilderijen en etsen die verband houden met de Holocaust. De Joods-Poolse kunstenaar Moshe Rynecki schilderde in 1939 "De vluchtelingen". Het tafereel speelt zich af in de Joodse wijk in Warschau waar de Joden werden samengedreven, en waarheen ook Moshe met zijn gezin moest verhuizen. Het schilderij toont wellicht een berooid Joods gezin dat toekomt in het getto.

Eind 1940 werd de wijk door hoge muren met prikkeldraad en glasscherven van de buitenwereld afgesneden. Er woonden in dat getto ongeveer 400.000 mensen op een oppervlakte van 3,5 km2 in erbarmelijke omstandigheden. Moshe is blijven schilderen en tekenen met de materialen die hij vond, en uit die periode zijn er slechts drie werken bewaard gebleven. Velen kwamen in het getto om door ondervoeding of ziekte, of ze werden gedeporteerd naar concentratiekampen en daar vermoord. Ook Rynecki overleefde de Holocaust niet.

Helmut Bachrach-Barée (1898-1969) was een Duitse artiest die graag paarden schilderde. Maar vanaf 1936 mocht hij geen kunstwerken meer maken omdat de Nazi's zijn werk niet geschikt vonden om de Duitse cultuur te promoten. In november 1944 werd hij naar Buchenwald gestuurd, en in april 1945 moest hij deelnemen aan de dodenmars richting Dachau. Terwijl de geallieerden oprukten wou het terugtrekkende Duitse leger de vernietigingskampen inderhaast ontruimen om de sporen van de gruwel uit te wissen. Gevangenen werden naar andere kampen overgebracht - deels of volledig te voet. Onderweg kwam een kwart miljoen gevangenen om het leven. Velen stierven van ontbering of werden onderweg geëxecuteerd. Helmut overleefde het, en via zijn tekening zien we een momentopname van die ellendige tocht voor 7 gevangenen. Om elke gevangene in zo'n dodentocht in beeld te brengen, heb je ongeveer 100.000 van die tekeningen nodig.

De Holocaust was voor velen - met name onder het joodse volk - de aanzet voor een geloofscrisis. Als God bestaat, als Hij almachtig en goed is, waarom laat Hij dit dan allemaal toe? Velen hebben door de ellende hun geloof in een almachtige goede God die in de mens geïnteresseerd is, verloren.
De vraag naar Gods betrokkenheid bij het lijden is universeel en van alle tijden. Ze dringt zich op bij elke oorlog, bij elke ramp en bij elk diep menselijk lijden, en ook nu in de coronacrisis.
Het onbegrip en het zich door God verlaten voelen, wordt ook in de Bijbel beschreven. Het boek Job is er zelfs volledig aan gewijd. Ook koning David schrijft in Psalm 22 "Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten. U blijft ver weg, en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit.". Die woorden werden eeuwen later ook door Jezus tijdens zijn doodstrijd uitgeschreeuwd - toen Hij op jonge leeftijd gruwelijk werd gedood.
We blijven met onze waarom-vragen op onze honger zitten, en dat is ook zo in het boek Job. Maar tegelijk zien we dat God niet koud en afstandelijk is, want Hij werd zelf ook mens en deelde in dat lijden. Sommigen - zoals de Nederlandse vrouw Corrie ten Boom - hebben de gruwel van de concentratiekampen meegemaakt en toch ervaren dat God in de moeilijkheden nabij was. Zij heeft de kampen overleefd, en hoewel ze haar vader en zus en neef verloor, heeft ze het geloof behouden en haar verdere leven gewijd aan het uitdragen van Jezus' boodschap van liefde en vergeving, en van eeuwig leven.
Want de vraag omtrent het onrecht en het lijden komt in een ander perspectief te staan wanneer de dood niet het einde is van alles, wanneer elk mens rekenschap zal moeten afleggen en wanneer we de woorden van Jezus au sérieux nemen, waaronder ook de belofte "Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden… Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel." (Matteüs 5:4, 10 NBV21)

Begin van de pagina


#031 Simon de tovenaar
Simon de tovenaar youtube logo

De wereld van de magie (8')
30/01/2022

Tekst van de video

Onlangs zag ik op mijn smartphone een berichtje: "Met oude Afrikaanse rituelen herstel ik voorgaande relaties door genezing van het hart en van de geest… Occulte remedie bij problemen… Waarzegger over de liefde. Met voorouderlijke kennis begeleid ik je… "
En zo ging het nog even door. Magie of toverij is de vermeende kunst van het manipuleren van de werkelijkheid met behulp van speciale objecten, spreuken en rituelen, op basis van verborgen krachten. Mensen die in magie geloven, zijn ervan overtuigd dat het een oplossing biedt voor problemen met bijvoorbeeld vruchtbaarheid, gezondheid, veiligheid en het liefdesleven, en dat het meer controle geeft over de natuur en het menselijk leven.
Het paranormale komt vandaag uitgebreid aan bod in boeken en films en dat wijst op een grote interesse. Je vindt horoscopen in bijna alle kranten, mantra's in de yoga-sessies, alternatieve medische therapieën, bijgelovige praktijken in het christendom… Het illustreert dat magie in onze cultuur goed is ingeburgerd.
Sommigen zijn ervan overtuigd dat het werkt, of ze denken "Baat het niet, het schaadt ook niet". Want iedereen verlangt naar liefde en naar oplossingen voor zijn problemen, en wanneer je echt geholpen wordt door een eenvoudig ritueel, lijkt dat wel aantrekkelijk. De wetenschap staat erg kritisch tegenover die praktijken, maar hoe bekijken we dat door de bril van de gelovige?

De Egyptenaren waren erg bedreven in magie, en ook het Joodse volk kwam in verleiding om die gebruiken over te nemen - denken we maar aan 'het gouden kalf'. Maar Jahweh waarschuwt bij monde van Mozes in niet mis te verstane bewoordingen om dat niet te doen, en daarbij is geen onderscheid tussen zogenaamde witte en zwarte magie.
"Het mag bij u niet voorkomen dat iemand zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, zich inlaat met waarzeggerij, met geestenbezwering, voorspellingen of toverij, zich met bezweringen inlaat, geesten en orakels ondervraagt of de doden oproept. Want van iedereen die dergelijke dingen doet heeft de HEER uw God een afschuw." (Deuteronomium 18:10-12 WV)
Die praktijken waren verbonden met afgodendienst en God verduidelijkt hier de Tien Geboden, want daarin staat "Gij zult geen godenbeelden maken, gij zult voor hen niet buigen." God wil ons beschermen tegen onheil en zegt dat omdat Hij het goed met ons voor heeft.
De reclame op mijn smartphone beloofde herstel, genezing van het hart en van de geest, liefde, … Maar de God die liefde is, en dat bewees door mens te worden, zegt dat Hij van die magische praktijken een afschuw heeft. Gods domein en het domein van de magie zijn niet compatibel, en wanneer we aan Jahwehs kant willen staan, mogen we ons niet inlaten met die alternatieve wereld.
Magie was ten tijde van Jezus zo goed als onbestaande in Israël. Maar de discipelen dragen Jezus' boodschap ook uit buiten Israël. De Samaritanen aanvaarden het evangelie, en door het gebed van Filippus worden velen genezen. En dan lezen we het volgende.
"Daarover ontstond grote vreugde in die stad. Al eerder had een zekere Simon in die stad magie bedreven en de bevolking van Samaria versteld laten staan. Hij zei van zichzelf dat hij een groot man was, en iedereen van groot tot klein was op zijn hand. Ze zeiden: ‘Dit is nu de grote kracht van God.’ Ze waren op zijn hand omdat ze telkens weer versteld stonden van zijn magische kunsten." (Handelingen 8:8-11 WV)
Simon de tovenaar trok alle aandacht naar zich toe en kon mensen boeien door zijn spectaculaire acts. En die occulte krachten werden beschouwd als een gave van God. Maar Filippus toont hen nu de echte God.
"Maar toen ze Filippus gingen geloven, die hun de goede boodschap bracht van Gods koningschap en de naam van Jezus Christus, lieten ze zich dopen, mannen zowel als vrouwen. Ook Simon zelf kwam tot geloof en bleef na zijn doop voortdurend bij Filippus; hij stond versteld van de tekenen en machtige daden die hij zag gebeuren." (Handelingen 8:12-13 WV)
Het lijkt een happy end, maar dat is het niet, want Simon heeft niet goed begrepen waarover het eigenlijk gaat. Hij stelt zijn ego weer centraal en biedt geld aan om ook de gave te ontvangen om voor anderen te bidden met dezelfde resultaten. En dan zegt Petrus hem:
"Naar de verdoemenis met je geld, als je denkt Gods geschenk met geld te kunnen kopen." (Handelingen 8:20 WV)
Die scherpe woorden doen denken aan die tekst van Mozes waarin God zegt dat Hij een afschuw heeft van magische praktijken. Wat is nu het verschil tussen die twee werelden, en waarom zijn ze niet compatibel?
--------------
* De magie is een gesloten wereld, gehuld in een waas van geheimzinnigheid. We kennen de gesprekspartner niet, noch zijn bedoelingen.
* Gods koninkrijk is synoniem voor Jezus. Zijn woorden en bedoelingen zijn openbaar en duidelijk, en na te lezen in de Bijbel.
--------------
* De magische wereld draait om onszelf. Het belang van de ander komt meestal niet in beeld.
* In Gods domein schikken we ons naar de Schepper, en Hij beoogt welzijn voor onszelf, én voor de naaste.
--------------
* De magische wereld stelt geen morele eisen. Je kan oplossingen kopen, zonder dat je aan jezelf moet werken. Het ritueel werkt in jouw plaats.
* God stelt hoge morele eisen. Hij vraagt een diepgaande verandering van levensstijl en een grote persoonlijke inzet.
--------------
* Magische rituelen hebben vaak tot doel om anderen te manipuleren, en dus in te breken op hun keuzevrijheid.
* God vraagt respect voor de menselijke vrijheid. We kunnen bidden om Gods zegen, maar wanneer we relationele problemen hebben, moeten we zelf ook in alle openheid aan verzoening werken, in plaats van de ander te betoveren.

Er valt hierover natuurlijk veel meer te zeggen, maar op grond van dit overzicht kunnen we misschien al besluiten: kiezen we het domein van de magie? Of buigen we voor Jezus en kiezen we voor Gods domein?

Begin van de pagina


#030 Herstel in eer en rechten
herstel in eer en rechten youtube logo

(7')
16/01/2022

Tekst van de video

Wie solliciteert voor bepaalde jobs moet een blanco strafblad voorleggen, en dat lukt niet wanneer uit het strafregister blijkt dat die persoon strafrechtelijk veroordeeld werd. Maar wie zijn leven gebeterd heeft, kan herstel in eer en rechten verkrijgen. De rechtbank kan dat toekennen nadat de dader de gevangenisstraf heeft uitgezeten, en de boetes en de schadevergoedingen heeft betaald. Is er schuldinzicht en de vaste wil om anders te gaan leven, dan is eerherstel iets moois. Nadat zijn eer hersteld is, krijgt die ex-gevangene opnieuw zijn volle rechten, bijvoorbeeld het recht om jobs uit te oefenen die vereisen dat je te vertrouwen bent.
Woordenboeken definiëren het woord "eer" als volgt: wat je een goede naam geeft, waarom je bewonderd wordt, alles wat bijdraagt aan het gevoel dat iemand respect verdient…
Eerherstel houdt in dat een mens die persoon wordt, die hij behoort te zijn - iemand van goed gedrag en zeden. Vandaag weten we niet zo goed wat dat begrip moet inhouden. Het lijkt wat op de grootste gemene deler van de individuele overtuigingen. Maar eigenlijk moeten we daarvoor bij God te rade, want Hij geeft ons een tijdloos referentiekader, dat leven brengt wanneer het wordt gerespecteerd.

Herstel in eer en rechten en goed gedrag en zeden is iets wat God zeer belangrijk vindt. Hij wil dat het de mens goed gaat en dat we gelukkig zijn, als volk en als individu… en dat kan wanneer we door Hem hersteld worden in eer en rechten en zijn referentiekader gebruiken.
In het Oude Testament zien we hoe het grondig misgaat met dat goed gedrag en zeden van het Joodse volk. Immoraliteit, bedrog, onderdrukking, geweld, … leidden tot burgeroorlogen en een ineenstorting van de samenleving. Het Joodse volk werd weggevoerd in ballingschap en dat lijkt wel een collectieve gevangenisstraf. Maar God belooft vrijlating en eerherstel nadat die straf van zeventig jaar ballingschap werd uitgezeten. Hij doet dat onder meer via een brief van de profeet Jeremia aan de Joodse ballingen in Babel.
"Want Ik weet wat mijn plannen voor jullie zijn, zegt de Heer. Ik heb mooie plannen voor jullie. Plannen vol vrede, niet vol ellende. Want Ik heb een hoopvolle toekomst voor jullie. Dan zullen jullie Mij aanbidden. Jullie zullen naar Mij toe komen en tot Mij bidden. En Ik zal naar jullie luisteren. Jullie zullen Mij zoeken en Mij ook vinden, als jullie met je hele hart naar Mij verlangen. Ik zal Mij door jullie laten vinden, zegt de Heer. Ik zal een einde maken aan jullie gevangenschap. …. " (Jeremia 29:11-14 BB)
God belooft hier een hoopvolle toekomst. Maar de boodschap is niet moraliserend in de zin dat opgelijst wordt wat het volk daartoe allemaal wel en niet mag doen. Neen, het antwoord ligt dieper… dat eerherstel is het resultaat van een hechte warme verbondenheid met God. Er is sprake van aanbidden, God zoeken… en dat gebeurt niet met tegenzin, maar van ganser harte. Daar ligt de sleutel: het fundament moet hersteld worden… en dat is ten dele gebeurt toen de Joden terugkeerden naar Jeruzalem.

Vijfhonderd jaar na die terugkeer naar Jeruzalem komt Jezus. Zijn boodschap is er een van eerherstel en dat blijkt onder meer uit deze toespraak bij de aanvang van zijn missie.
"… volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat: De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen." (Lucas 4:16-19 NBV)
Jezus komt om mensen te herstellen: Hij verleent slachtofferhulp, maar ook eerherstel voor gevangenen. Hij heeft oog voor mensen die arm zijn, gevangen, ziek, onderdrukt… Iedereen die door anderen werd onteerd, of die zichzelf heeft onteerd, en die zijn nood erkend, was welkom en werd geholpen.

Uit het latere onderwijs van Jezus leren we dat die woorden niet alleen slaan op materiële armoede, ziekte, onderdrukking.
"Daar probeerden een paar mensen een verlamde bij Hem te brengen die op een draagbed lag. Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Wees gerust, uw zonden worden u vergeven.’" (Matteüs 9:2 NBV)
De omstaanders zagen vooral de lichamelijke nood, en Jezus heeft die man uiteraard genezen! Maar Jezus zag in de eerste plaats dat zijn relatie met God beschadigd was, en hij nood had aan eerherstel zodat het fundament - de hechte warme band met God - hersteld werd.
In de inleiding zagen we hoe de rechtbank herstel in eer en rechten kan toekennen aan een dader die schuldinzicht heeft en de vaste wil om anders te gaan leven, op voorwaarde dat de gevangenisstraf werd uitgezeten, en de boetes en de schadevergoedingen werden betaald. Die logica geldt ook bij God, maar wij zijn niet in staat om het goed te maken. Jezus nam de straf op zich en betaalde de prijs zodat wij herstel in eer en, zoals ook blijkt uit volgende tekst, herstel in rechten kunnen krijgen:
"… aan alle mensen die wél in Hem geloven, heeft Hij het recht gegeven om kinderen van God te worden." (Johannes 1:12 BB)

Herstel in eer en rechten leidt tot een nieuwe identiteit en een familieband. Die kleuren het leven hier en nu, en openen de weg naar het eeuwige leven.

Begin van de pagina


#029 Caravaggio en Rembrandt
Caravaggio en Rembrandt youtube logo

Over goddelijke inspiratie (8')
09/01/2022

Tekst van de video

Christenen beschouwen de Bijbel als het geïnspireerde woord van God. Sommige schilderijen gaan over dat thema. Maar hoe kan je met een penseel uitdrukken wat inspiratie is?
Caravaggio deed meer dan eens een poging. In het eerste tafereel staat een engel Matteüs bij, wanneer hij zijn evangelie schrijft. Hij houdt Matteüs' hand vast en bepaalt zo wat wordt neergeschreven. Dit werk werd door de opdrachtgever niet aanvaard, want Matteüs lijkt op een werkman die nauwelijks kan schrijven, terwijl hij toch een gewezen tolbeambte was. Bovendien komt de engel te prominent in beeld, en doet hij zo afbreuk aan de deskundigheid van Matteüs. De opdrachtgever verkoos wellicht een meer idealiserende voorstelling van de beroemde heilige.
Het werk moest ook passen bij de twee schilderijen die Caravaggio enkele jaren eerder had gemaakt: de roeping van Matteüs, en zijn marteldood. De eenvoudige kledij en de blote voeten reflecteerden wel de levensstijl van de eerste christenen. Maar dat contrasteerde fel met de Romeinse clerus ten tijde van Caravaggio. Het afgewezen schilderij werd dan maar aan een Romeinse overbuur verkocht, en het verhuisde later naar Berlijn. Daar werd het tijdens de tweede wereldoorlog door brand vernietigd, zodat we enkel nog over zwart-wit foto's beschikken. Caravaggio werd teruggestuurd naar zijn schildersezel.
In de tweede versie van "De inspiratie van Matteüs" is de klederdracht voornaam en heeft Matteüs meer comfort, want hij beschikt nu over een echte schrijftafel. Zwevend boven Matteüs, blijft de engel meer op afstand. Hij fluistert woorden in. Maar de lichaamstaal - het opsommen met de vingers - benadrukt dat hij een rationele, wel doordachte boodschap geeft. Dit schilderij werd door de opdrachtgever aanvaard, en het hangt sinds 1602 als altaarstuk in een kapel in Rome.

Ook Rembrandt bracht het thema van de goddelijke inspiratie in beeld, en - hoewel hij nooit in Italië was - lijkt zijn werk op dat van Caravaggio. Rembrandt schildert Matteüs als een oude man, wiens blik het leven lijkt te doorgronden. Geen euforie, geen spectaculaire openbaring, geen zweverig gedoe… Wel een expressieve kop, getekend door het leven. Iemand die als ooggetuige alles heeft gezien, en niet door wilde ideeën op sleeptouw wordt genomen. Iemand die veel ongeloof en tegenkanting heeft ervaren, en zuinig is met woorden. Maar je kan er wel op aan: wanneer hij iets zegt of schrijft, boezemt dat vertrouwen in.
Ook hier komt Gods bode op bezoek, maar Matteüs kan geen persoonsbeschrijving geven, want de engel blijft, achter hem, buiten het gezicht. Matteüs denkt na over alles wat Jezus heeft gezegd en gedaan. Hij herinnert zich opnieuw alle details en ziet ook het verband met de oude Geschriften. En wanneer hij de pen ter hand neemt, lijken de woorden als vanzelf te komen… Hij hoort ook wel een stem, maar dan in de figuurlijke zin. Had Jezus hem niet beloofd dat Hij zijn Geest zou zenden om die woorden weer in herinnering te brengen?
"Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, jullie alles duidelijk maken, en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb." (Johannes 14:26 NBV21)
Het nadeel van composities met engelen is dat de moderne mens dan geneigd is om het thema 'inspiratie' te verplaatsten naar Plopsaland, te midden van kabouters. Het roept het beeld op van God de Vader met de lange baard, de duivel met de bokkenpoten, de vrome musicerende engelen van de gebroeders van Eyck, … Die symboliek was eeuwenlang hét middel om de boodschap in beeld te brengen in een cultuur waar boeken zeldzaam waren.
Ook vandaag worden die taferelen nog gesmaakt, want men geniet van de schoonheid en de virtuositeit. Maar een boodschap over wie God is, gaat er niet van uit. Of misschien wel: de taferelen bevestigen de gedachte dat godsdienst gebaseerd is op fantasie, en niet behoort tot het normale leven.

Elk mens ervaart wel eens wat inspiratie is, want soms ben je verwonderd over nieuwe ideeën die uit het niets geboren worden. Zou het vreemd zijn dat de onzichtbare God zich ook op dit terrein beweegt, en zijn ideeën overdraagt aan mensen die Hem eren? De compositie van Rembrandt met die engel op de achtergrond rond de gedachtewereld, is dus niet zo slecht gekozen. Want het illustreert dat God een mens wil toespreken en dat Hij dit vooral doet wanneer die mens zich even afzondert en ervoor kiest om Gods nabijheid op te zoeken. Afzondering is nodig, want wanneer de TV opstaat, wanneer we gefocust zijn op de sociale media, of druk in de weer zijn met de stofzuiger… dan zullen we die inspirerende zachte stem niet horen.

Om af te sluiten, nog het volgende: die engelen kunnen ons op het verkeerde been zetten. Want onze aandacht moet niet gericht zijn op goddelijke inspiratie, ontvangen via bovennatuurlijke weg, maar wel op die woorden die neergeschreven werden door Matteüs en door andere getuigen van het eerste uur. In de Bijbel vind je betrouwbaar onderwijs over Gods persoon en over zijn instructies. Die inspiratiebron is objectief en veilig, want zij is niet gekleurd door onze persoonlijke voorkeuren en belangen, en door de waan van de dag.
Willen we God kennen, dan moeten we dat boek ter hand nemen. Nadat we het geopend hebben, volgt het gebed om inspiratie. We vragen dat we zullen begrijpen wat die woorden in concreto voor ons betekenen. Want God wil ons vooral via die weg toespreken en inspireren.

Begin van de pagina


#028 Gelukkig Nieuwjaar!
Gelukkig Nieuwjaar youtube logo

Mag het iets meer zijn? (8')
02/01/2022

Tekst van de video

Gelukkig nieuwjaar iedereen! Nieuwjaar is dé gelegenheid om elkaar en ook onszelf het goede toe te wensen. We zeggen 'Gelukkig Nieuwjaar!' en bekrachtigen dat, binnen onze bubbel, met drie kussen. Elk jaar herhalen we dat ritueel, maar die herhaling hoeft de boodschap niet af te zwakken, want we zeggen toch ook elke dag opnieuw 'Goeie morgen!'. 's Middags wordt het 'Smakelijk eten!' en wanneer we van het werk naar huis vertrekken 'Goeie avond'. We worden dat niet moe! Elkaar het goede toewensen zit ons blijkbaar in de genen. Eén keer per jaar is het dan tijd voor 'Gelukkig Nieuwjaar'. Die nieuwjaarswensen zijn ambitieuzer, want ze zijn niet begrensd tot de komende 24 uren, of tot de maaltijd die wordt geserveerd. Ze hebben betrekking op het ganse jaar, en viseren het leven in al zijn aspecten, privé en professioneel. Een gelukkig jaar gaat trouwens niet alleen over onszelf, maar ook over onze kinderen, onze ouders, onze vrienden en buren… onze werksituatie, onze carrière of pensioen.

Wensen zijn maar oprecht wanneer we zelf ook doen wat in onze mogelijkheid ligt om die wensen waar te maken. Het welzijn van onze collega's, onze vrienden en familie hangt niet zozeer af van onze woorden, maar wel van hoe wij ons gedragen, zeker wanneer die andere in nood is. Beperken we ons dan tot wensen, of mag het iets meer zijn? Jakobus vermeldt in zijn brief iets wat lijkt op een nieuwjaarswens. Want hij heeft het over mensen die zeggen 'Het ga je goed!', en hij vraagt of het iets meer mag zijn…
"Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood." (Jakobus 2:15-17 NBV21)

Ik ken een dame die in Brussel woont. Ik noem ze Anne, maar dat is niet haar echte naam. Onlangs ontmoette ze in de metro een jongeman. Hij zag er moe en angstig uit en had een document met als hoofding POLITIE. Ze vroeg hem of hij in moeilijkheden was, en of ze kon helpen. Ryan had twee dagen vastgezeten, en durfde zijn ouders niet onder ogen te komen. Hij is achttien en niemand had hen verwittigd... Anne heeft die ouders opgebeld en gevraagd of ze Ryan naar huis mocht begeleiden. De ouders waren uitermate opgelucht en dankbaar. Maar hier stopt het niet, want Anne is de dag daarop met Ryan op zoek gegaan naar een beroepsopleiding, en enkele dagen later werd de opleiding gestart. Ook de moeder die analfabeet is, zal binnenkort wellicht een opleiding starten. Anne is nog eens op bezoek gegaan en zegt dat die ouders er nu twintig jaar jonger uitzien…
Het verhaal illustreert dat iemand het goede toewensen niet altijd volstaan. Anne helpt vaak daklozen, en dat is niet aan iedereen gegeven, maar denk niet dat het voor haar altijd zo gemakkelijk is. Geregeld ontmoet ze iemand in nood, en dan zegt ze 'O God, 't is toch niet weer van da!' Maar dan zet ze een eerste stap, en ziet hoe God de situatie verder leidt. Soms is die ene stap genoeg opdat ook anderen in beweging komen, en datgene doen, waartoe Anne niet in staat is…

Buitenstaanders beschouwen zo'n gebeurtenissen als een gelukkig toeval, maar Anne ziet hoe God telkens opnieuw werkzaam is op de achtergrond. Hij leidt ontmoetingen, zorgt ervoor dat mensen medeleven tonen en in actie schieten, opent de deuren voor een opleiding… Anne wenst mensen in nood het goede toe, en waar ze kan helpt ze, en ze nodigt God ook uit om haar wensen voor Ryan en zijn familie waar te maken. Haar wensen zijn dus tegelijk een gebed of een zegen. Want ook al zetten wij ons in, er is zoveel waar wij geen greep op hebben, en God verlangt om tussenbeide te komen, zoals ook de profeet Chanani zegt.
"De HEER laat immers voortdurend zijn ogen over de aarde rondgaan, en biedt iedereen hulp, die Hem met heel zijn hart is toegedaan." (2 Kronieken 16:9 NBV)
Misschien beperken we onze nieuwjaarswensen tot de familie en tot een kleine kring van gelijkgezinden. Maar eigenbelang is dan niet ver te zoeken. Opnieuw is er de vraag: 'Mag het iets meer zijn?'. Kunnen we zoals Anne ook buitenstaanders betrekken in onze nieuwjaarswensen, en er ons voor inzetten? Dat ligt in de lijn van Gods vraag om ook aandacht te schenken aan wie in nood is, en aan de vreemdeling.

Bij gebrek aan inspiratie of uit schroom beperken we onze wensen misschien tot gemeenplaatsen. We zeggen dan 'Een goede gezondheid, want dat is het belangrijkste!'. Een goede gezondheid is echt een zegen, zeker in deze coronatijd, net als een dak boven je hoofd, en voldoende inkomen. Maar er zijn veel mensen die dat alles hebben, en toch niet gelukkig zijn omdat ze de essentie missen: de verbondenheid met God en alles wat daaruit voortvloeit. Daarom opnieuw de vraag 'Mag het in 2022 iets meer zijn?'. Net zoals het beter is om iemand te leren vissen, dan om hem een vis te geven, is het beter om God te leren kennen als de bron van alle gaven, dan om een wonderlijk antwoord te ontvangen wanneer we in moeilijkheden zitten. Voor Paulus mocht het in elk geval iets meer zijn, want wat hij zijn lezers toewenst gaat veel verder dan de klassieke nieuwjaarswensen.
"God heeft de macht u te overstelpen met al zijn gaven, zodat u altijd en in alle opzichten voldoende voor uzelf hebt, en ook nog ruimschoots kunt bijdragen aan allerlei goed werk." (2 Korintiërs 9:8 NBV)
Met die mooie woorden van Paulus in gedachten, zeg ik opnieuw 'Gelukkig nieuwjaar!', maar dan in de rijke volle betekenis van die woorden! Ja, voor mij mag het iets meer zijn!


Teksten video's 2024
Teksten video's 2023
Teksten video's 2021
Teksten video's < 2021

youtube logo   Playlist met alle video's
Begin