Heb je de illustratie al bekeken?
Aslan

Einde

Waarom geen duidelijke breuklijn?

een vernederende positie

Eeuwenlang werden kruisdood en verrijzenis beschouwd als de kern van het christelijk geloof. Getuige hiervan in het landschap her en der, bovenop en binnenin de kerken, in elke huiskamer… de vele kruisbeelden. Ja, tot in de rechtszaal toe.

Vandaag wordt dat symbool liever opgeborgen in kerken en musea. Dat buitenstaanders met dat kruis geen raad weten, is natuurlijk te begrijpen. Waarom trouwens beeldden christenen hun Jezus steeds weer uit in zo'n vernederende positie? Hoe kan je de dood van een leider vieren alsof het een overwinning is?

Maar ook heel wat christenen voelen zich verlegen: kruisdood en verrijzenis komen eerder storend over. Laten we het accent toch maar verleggen naar de naastenliefde! Dat leunt meer aan bij andere levensbeschouwingen en heeft dus een groter draagvlak. Dat lijkt wat op de grootste gemene deler en is dus makkelijker te verdedigen. Maar zo wordt de kern verzwegen en verliest het zout zijn smaak. Het christendom wordt tot moraal herleid. De unieke remedie tot herstel blijft achterwege, wat dan weer ten koste gaat van de begeerde naastenliefde.

reiniging met dieptewerking

De bijbel zet de kruisdood duidelijk in de verf als Gods remedie tot bevrijding en herstel. Bevrijding van een diep in de mens geworteld kwaad: de gedegenereerde menselijke aard die een mens opsluit in zijn egoïsme. geïsoleerd van de Bron heeft zo'n mens geen toekomst. Wat baat het trouwens het verschil te kennen tussen goed en kwaad, wanneer de zuigkracht van het kwaad te sterk is?

Reiniging met dieptewerking lijkt hier nodig, en dat is wat Jezus aanbiedt via kruisdood en verrijzenis. Hij presenteert zichzelf als het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij maakt het mogelijk dat de mens met God verzoend kan worden en vrijuit kan gaan. Los komen van de verslaving aan de zonde wordt nu mogelijk en de vernieuwde mens kan dan met een vernieuwde levensstijl, als familielid van God gaan leven.

Er valt natuurlijk veel te zeggen over wat schuilgaat achter die mysterieuze verzoening door het Lam. De dader, het slachtoffer en de vriend probeert iets van dat mysterie te ontrafelen. Het legt uit hoe Jezus in de kruisdood afrekent met het kwaad.

Bekijk je liever de video's? youtube logo
'De dader, het slachtoffer en de vriend' (22')
'Een sober lijdensverhaal met aanwijzingen van hierboven' (8')

zichzelf redden kan hij niet

Voor Jezus' volgelingen duurde het wel even vooraleer zij de kruisdood als overwinning zagen. Op Golgota werden zij murw geslagen. Zelfs voorman Petrus - anders toch een durver - verloochende hier zijn Meester. Een omstaander daagde Jezus cynisch uit om van dat kruis te komen - misschien hoopten de discipelen toen nog op een wonder. Maar dat wonder bleef uit en even later is alle hoop vervlogen. De discipelen wisten niet meer hoe te reageren. Het enthousiasme en de trots op hun bijzondere Rabbi, was nu ver te zoeken. Hun wereld was in elkaar gestort.

"Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël? Laat hij maar van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven. Hij vertrouwt op God. Laat God hem dan redden, als hij van hem houdt! Hij heeft toch gezegd dat hij Gods Zoon is." (Matteüs 27:42 - 43)

onthaald op tegenstrijdige gevoelens

Drie dagen later komen dan de eerste verwarde berichten over een verrijzenis uit de doden. Dat nieuws wordt onthaald op tegenstrijdige gevoelens. Maar al gauw wordt voor de discipelen duidelijk dat Jezus weer tot leven is gekomen - zij het op een bijzondere wijze - en geleidelijk volgen dan de diepere inzichten. Depressie en verwarring maken plaats voor vreugde en heldere gedachten. Die evolutie zien we onder meer bij de Emmaüsgangers.

Toen zei hij tegen hen: "Wat zijn jullie toch dom, wat aarzelen jullie toch om te geloven wat de profeten allemaal gezegd hebben! Moest de Christus dat alles niet lijden om zijn glorie binnen te gaan?" En hij legde hun uit wat er over hem in de hele Schrift staat, te beginnen bij Mozes en al de profeten. Intussen naderden ze het dorp waar ze heen wilden. Hij deed alsof hij verder wilde gaan, maar zij hielden hem tegen en zeiden: "Blijf bij ons; de dag is bijna om en het wordt al donker." Hij ging mee en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel was, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood in stukken en gaf het hun. Toen gingen hun ogen open en ze herkenden hem; en toen zagen ze hem niet meer. En ze zeiden tegen elkaar: "Brandde ons hart niet in ons toen hij onderweg met ons praatte en de Schrift voor ons opende?" (Lucas 24:25 - 32)

Jezus stoort zich aanvankelijk toch een beetje aan hun onbegrip. Maar dan geeft Hij hen uitleg over de geschiedenis. Moest de Christus dat alles niet lijden? Jezus herhaalt wat Hij sinds drie jaar vruchteloos probeerde duidelijk te maken. Dat lukte voorheen niet want die lijdensvisie viel niet te rijmen met de joodse Messiasgedachte, noch met de herhaaldelijke manifestaties van zijn bovennatuurlijke kracht. Jezus herhaalt nu dat zijn kruisdood het doel was van zijn komst. Het is de ultieme offerdienst, de climax van een vervolgverhaal in tal van episodes, met in de hoofdrol Jahweh en het Joodse volk. Het oude verbond en de raadselachtige profeten geven nu pas hun geheimen prijs.

het opzet om Hem uit te schakelen is mislukt

Jaren later is het Paulus die deze visie in diverse brieven verder uitwerkt. Als schriftgeleerde is hij goed geplaatst om de relatie met het geloof der voorvaderen te onderstrepen en de kern van het evangelie te verwoorden. En wanneer hij het vertrouwde gebied verlaat en geconfronteerd wordt met andere culturen die noch over die Jezus, noch over de Joodse offerdiensten hebben horen spreken, voelt Paulus zich genoodzaakt bewijsmateriaal aan te reiken. Paulus wijst op meer dan 500 getuigen van Jezus' opstanding, waarvan het merendeel nog in leven. Die opstanding is het bewijs dat de ogenschijnlijke nederlaag in feite een overwinning is.

Jezus werd gedood, maar het opzet om Hem uit te schakelen is mislukt, want drie dagen later blijkt Hij weer te leven, en dan nog met een nieuwsoortig onkwetsbaar lichaam, dat niet meer onderworpen is aan de normale natuurwetten. Niet dus zoals Lazarus, uit de doden opgewekt, doch jaren later toch weer overleden. Bij nader toezien heeft die kruisdood dus een weergaloos bevrijdende werking: indien dit herhaald kan worden, kan een mens verlost worden van zijn sterfelijk lichaam en met een onsterfelijk lichaam worden bekleed.

Want dit vergankelijk lichaam moet bekleed worden met onvergankelijkheid, dit sterfelijk lichaam met onsterfelijkheid. (I Korintiërs 15:53)

Jezus zorgt voor de primeur

Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. (1 Korintiërs 15:20)
Er kunnen veel mensen wonen in het huis van mijn Vader. Als dat niet zo was, zou ik het jullie gezegd hebben. Ik ga nu weg om een plaats voor jullie in orde te maken. (Johannes 14:2)

De opstanding bewijst dat er leven mogelijk is na de dood. Paulus noemt dat in zijn eerste brief aan de Korintiërs een primeur of een precedent. Hij verwacht dus dat die gebeurtenis zich ontelbare keren zal herhalen, dat er heel veel mensen zullen volgen. En dat sluit aan bij het bouwproject dat bij Vader in de steigers staat - een woningproject zonder wachtlijst - met plaats voor ieder die op de uitnodiging ingaat.

De dood luidt zo een nieuw begin in. Wie verrijst zoals Jezus, gaat een leven tegemoet vol van licht en liefde, vol van vreugde en waarheid en met het unieke vooruitzicht van een lichaam met nieuwe bijzondere mogelijkheden - want niet meer gebonden aan de materie. Paulus presenteert zo'n toekomst aan de Korintiërs en vraagt hen te kiezen voor de smalle weg van Jezus, nu hij heeft aangetoond dat die naar eeuwig leven leidt.

waarom geen duidelijke breuklijn?

Lees ook "Waarom nog verse wonden"

En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. (Matteüs 28:18)

Na zijn opstanding claimt Jezus de totale overwinning. Maar die uitspraak creëert een nieuw probleem: Als in de kruisdood, het kwade overwonnen werd, als in de verrijzenis een nieuwsoortig leven werd geboren, als Jezus alle macht heeft… waarom is er dan zo weinig te zien van die overwinning? Waarom is er geen duidelijke breuklijn in de geschiedenis, voor en na de opstanding van Jezus? Waarom nog zoveel ellende? Waarom wordt dat bouwproject van de Vader niet onmiddellijk in gebruik genomen? Waarom?

Het zou aanmatigend zijn het laatste woord te willen zeggen over zo'n fundamentele vragen. Laten we wat volgt veeleer beschouwen als het brainstormen over dit moeilijke onderwerp.

God heeft de overwinning behaalt en heeft nu alles in huis om dat te vieren. Maar Hij wil die overwinning niet opdringen, wel aanreiken. Het lijkt wat op een vonnis dat uitgesproken werd en nu uitgevoerd moet worden. Zoiets gebeurt liefst op vrijwillige basis, doordat de partijen spontaan doen, wat beslist werd. Zoniet, dan komt het tot een dwanguitvoering. Maar zover zijn we nu nog niet: we leven in "de tijd van genade" - de periode waarin vrijwillige uitvoering mogelijk is.

Waarom verkiest God die manier van werken? Omdat het anders allemaal voor niets was. Het is Hem inderdaad niet te doen om de macht - die heeft Hij sowieso - maar om de liefde. En liefde vereist toenadering in vrijheid. Hij wil mensen voor zich winnen en dat doet Hij met respect van de principes van de schepping. Welke principes zijn dat?

Ik moet komen zeggen dat het mij spijt…

Vooreerst is er de mens als vrije persoonlijkheid. Vrijheid is de conditio sine qua non voor de liefde. Zonder vrijheid, geen liefde… en om de liefde is het Hem allemaal te doen. Dat geldt trouwens niet alleen voor Hem: zet de radio even op, en je merkt hetzelfde bij de mens. Ondanks alle ontgoochelingen, ondanks alle pijn, ondanks een realiteit die steeds weer de dromen stuk breekt. Altijd weer wordt de liefde bezongen als datgene waarvoor om het even wat moet wijken. Dat verlangen kan niet worden uitgedoofd.

Dwang heeft voor de mens een bittere bijsmaak. Heeft een kind iets fout gedaan en wordt het verplicht het goed te maken, dan verontschuldigt het zich met tegenzin: "Ik moet komen zeggen dat het mij spijt!". Pedagogisch kan het zinvol zijn dat zo'n kereltje leert rekening te houden met anderen. Maar wie benadeeld werd, heeft niet veel aan afgedwongen excuses. Wat heeft God, voor wie de verborgen wereld net zo reëel is als de façade, aan een menigte van mensen die tegen hun zin in de pas lopen? De geforceerde glimlach wordt teniet gedaan door het bittere hart. Mensen die zich religieus correct gedragen en binnenin vijandig zijn - dat moet Hem toch dubbel kwetsen! De liefdevolle geste daarentegen, niet uitgaande van enige verplichting of morele dwang en niet gericht op direct of indirect voordeel, dat doet pas deugd!

Zal ook die opdracht hem niet vormen?

Het tweede principe is het gezag van de mens over de schepping. In Genesis vertrouwde de Schepper het beheer van deze aarde toe aan de mens.

En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. (Genesis 1:28)

De hiervoor vermelde tekst bevat een culturele opdracht of een cultuurmandaat. De mens krijgt de opdracht om aan 't werk te gaan en hij werd toegerust met alles wat daartoe nodig is. Binnen de krijtlijnen bezit hij een grote artistieke vrijheid om het allemaal waar te maken. Al doende vormt hij niet alleen de wereld, maar ook vooral zichzelf. Sluimerende talenten komen aan het licht en wat eens een hulpeloze zuigeling was, en daarna een wispelturige puber,… kan uitgroeien tot een sterke en unieke persoonlijkheid die de medemens ten diepste kan beroeren. Een vrouw of een man, met een persoonlijkheid zo mooi en zo uniek,… soms grenzeloos geliefd, levenslang onmisbaar en niet vervangbaar door een ander. Zou ook de Schepper zich niet in spanning afvragen hoe elke nieuw geboren mens, er straks zal uitzien, gevormd door de leerschool van het leven? Zou Hij niet belangstellend uitkijken naar wat die mens er van zal maken en of zij of hij Zijn liefde zal ontdekken en beantwoorden?

Evenzo, ligt het niet voor de hand dat God, wat betreft het geestelijk herstel, op analoge wijze werkt en de realisatie van zijn herstelproject toevertrouwt aan de mens? De aarde werd toch aangewezen als diens actieterrein! God volgt die logica en geeft de mens daarom het zendingsmandaat en ook de nodige toerusting om die opdracht uit te kunnen voeren. Ook dat werk kan hem vormen en in hem of haar een unieke rijkdom naar boven halen.

Trek erop uit en maak alle volken tot mijn leerlingen en doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. Leer hun alles onderhouden wat ik jullie heb opgedragen. En, wees er zeker van: ik ben bij jullie, van dag tot dag, tot aan de voltooiing van de wereld. (Matteüs 28:19 - 20)

Hij neemt niet alles van ons over

Het derde principe - tegelijk een verdere uitwerking van de voorgaande principes - betreft de taakverdeling tussen God en mens. God neemt het zwaarste werk voor eigen rekening. Hij neemt de eindverantwoordelijkheid op zich, maar kan ook delegeren en zorgt dan voor de nodige bijstand. Hij gunt zijn kinderen bovendien hun eigen dromen.

Jezus' godsbeeld brengt ons in de familiale sfeer: God is in de eerste plaats een meelevende Vader. Hij is persoonlijk begaan met elk mens en zoekt nadrukkelijk contact. Bij de geboorte van Jezus mocht dat blijken uit zijn bijnaam "Emmanuel" of "God met ons". En na zijn opstanding maakt Jezus duidelijk dat afscheid - anders dan gewoonlijk - geen afwezigheid inhoudt. Hij belooft, ook na zijn vertrek aanwezig te blijven, maar nu op een andere wijze.

Nabijheid en afstandelijkheid vonden we reeds in Genesis, waar God, om met te mens te praten, een avondwandeling maakt in de tuin en daarna weer op het achterplan verdwijnt. Zo was het ook bij Jezus' wandeling met de Emmaüsgangers na zijn opstanding: even aanwezig om hen op dreef te helpen, en dan plots weer onzichtbaar… En dat lijkt vandaag ook zo te zijn: soms is die aanwezigheid van God duidelijk voelbaar, maar wat later lijkt het alsof men er weer alleen voor staat, en moet men verder werken in vertrouwen.

God is betrokken. Hij is geïnteresseerd in een gesprek en wil ons laten delen in zijn wijsheid. Maar de mens moet ook op eigen benen leren staan en hij kan Hem niet verantwoordelijk stellen voor wat in eigen bereik ligt. Wat wij niet kunnen - onszelf verlossen van het kwade - doet Hij in onze plaats. Maar Hij neemt niet alles van ons over: God en mens hebben elk hun plaats. Wat in onze mogelijkheden ligt, wordt aan ons overgelaten. Ook daarom moeten wij die verlossing uitwerken in eigen leven en doorgeven aan anderen.

juist daarin vinden we nog het meest voldoening

Een vierde principe is de sociale verbondenheid - de sterke onderlinge afhankelijkheid van mensen. Onvolmaakt en verschillend van de medemens, heeft hij zijn naaste nodig. Die nood aan solidariteit is inherent aan het wezen van de mens. Dat is zo in de familiale en sociale sfeer, in de economie en politiek… En juist in die relaties vindt de mens nog het meest voldoening.

Voor gelovigen zou dit nog sterker moeten gelden: zij zijn aangewezen op elkaar en vormen samen een kerk waarin ze elkaar aanvullen en bijstaan. En het lijkt dat God ook rekening houdt met de sociale roeping van de mens: via die kerk wil hij zijn herstelproject uitwerken. Wie geestelijke rijkdom heeft, is geroepen om dat door te geven aan wie geestelijk in nood is.

niet opgedrongen, maar aangeboden

Dus, al die principes respecterend, wordt de overwinning niet opgedrongen, maar door God aangeboden aan de mens , die het dan verder doorgeeft. Wie mee wil, gaat mee. Maar dan liefst uit liefde en uit overtuiging, anders heeft het weinig zin. En wie mee wil doen, aanvaardt dat hij als een innerlijk vernieuwde mens onder gezag zal werken. Hij gedraagt zich niet als een zelfstandige, maar hij wordt een medewerker belast met de uitvoering van een ambitieuze missie. Gelukkig staat hij er niet alleen voor: het is grotendeels groepswerk en de chef is voortdurend aanwezig - zij het meestal op de achtergrond - om zijn strategie te verduidelijken en te helpen waar nodig. "Ik ben met u, tot aan het einde der tijden."

de vraag of het allemaal de moeite loont

Misschien helpen die gedachten ons om te aanvaarden waarom er geen duidelijke breuklijn is, voor en na de opstanding van Jezus… en waarom dat bouwproject van Vader niet onmiddellijk in gebruik genomen wordt. Maar als pijn en moeite generatie na generatie verder opgestapeld worden, loont het dan allemaal wel de moeite?

Die vraag is midden in het noodweer moeilijk te beantwoorden. Het contrast tussen mooie woorden en de pijn is dan te groot. Maar wanneer de storm gaat liggen is de vraag of we niet, ondanks alle pijn en leed, het "zijn" verkiezen boven het "niet-zijn". Prefereert de grote meerderheid niet voor het eerste?

De mensheid heeft het moeilijk met de manier waarop God omgaat met de wereld. Maar zou de mens het op prijs stellen indien Hij voorbij zou gaan aan de menselijke vrijheid, en aan zijn verlangen om zich waar te maken in deze wereld? Hoe zou hij reageren indien God al de principes die de mens maken tot wie hij is, zou negeren?

Het antwoord op de vraag of het allemaal de moeite loont, vereist - rationeel gesproken - eerst een akkoord over de te meten waarde. Gaat het om "levensvreugde", dan volgt het antwoord uit het resultaat van een optelsom van positieve en van negatieve waarden. Onnoemelijk veel pijn moet dan vergeleken worden met de soms heel diepe levensvreugde. Met de uitdrukking "het lijden van de tegenwoordige tijd" geeft Paulus de indruk dat de balans doorslaat in de verkeerde richting. Maar lezen we verder, dan voegt hij bij die optelsom nog een enorm gewicht aan vreugde en voldoening, gelegen in de toekomst. En dan ziet Paulus de balans weer doorslaan in de goede richting.

Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. (Romeinen 8:18)

C.S. Van Audenard
februari 2006

Heb je de illustratie al bekeken?
Begin