Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

Kennis wordt inzicht, inzicht geeft visie
schoolbord

onzekerheid, veroorzaakt door een gebrek aan inzicht

"Een feest omgeven door ontgoocheling en verdriet" beschrijft het emotioneel herstel van Petrus, nadat hij meermaals beweerd had Jezus niet te kennen. " Kennis wordt inzicht, inzicht geeft visie" gaat over diezelfde Petrus, maar dan over de oorzaak van zijn falen en over een "intellectueel" herstel. Het falen van Petrus - en van de andere discipelen - had veel te maken met onzekerheid, veroorzaakt door een gebrek aan inzicht. "De waarheid zal u vrijmaken", zei Jezus, en daarin zit ook bevrijding van de angst en zwakheid waarmee Petrus te maken had. Maar die waarheid is pas na de verrijzenis tot hen doorgedrongen. Pas dan paste de puzzel in elkaar.

Je leest dat in een passage die zich afspeelt kort voor het laatste avondmaal, en beschreven wordt in het evangelie van Johannes . Voor de discipelen een moeilijke tijd! Ontgoocheling, verwarring en onzekerheid, ze hadden zich die Messias ook zo anders voorgesteld! Nochtans, al drie jaar lang probeerde Jezus hen duidelijk te maken dat Hij geen succes zou kennen. "De Mensenzoon moet veel lijden: Hij zal verworpen worden door de oudsten,… Hij zal gedood worden…". Maar die boodschap drong niet tot hen door. "Zij hadden de Schrift nog niet begrepen" concludeert Johannes .

kennis was nog niet omgezet naar inzicht

Jood zijnde, hadden de discipelen natuurlijk al heel wat meegekregen over Jahweh en zijn wetten. Dat werd dan aangevuld door het onderwijs van Jezus - een driejarige cyclus van intensieve studie! Maar al die kennis werd niet omgezet naar inzicht. En gebrek aan inzicht betekent ook gebrek aan visie, en dat werkt verlammend. Of het leidt tot een verkeerde visie en een verkeerde strijd.

Dat laatste typeert de impulsieve Petrus. Tegelijk krachteloos, en tegelijk doet hij verkeerde dingen. Hij belooft wel dat hij zijn leven zal inzetten. Maar dat is grootspraak van iemand die wel gewillig is, maar zichzelf overschat. Petrus mist inzicht in het gebeuren. Hij voert de verkeerde strijd en slaat het oor van Malchus af. Daarna verraadt hij Jezus en keert hij in verdriet en wanhoop terug naar zijn vissersboot. Petrus komt in de laatste hoofdstukken van de evangelies, net als Thomas en de andere discipelen, erg zwak over.

wie inzicht heeft, staat sterker

Johannes beschrijft in hoofdstuk 13 van zijn evangelie de verwarde situatie in Jezus' laatste dagen. Hij doet dat niet van horen zeggen, zelfs niet als toeschouwer. Wel als één van de meer bezonnen hoofdspelers in het drama. Blijkens zijn relaas hadden de discipelen het niet gemakkelijk. Ze begrijpen er niets van en dat maakt hen onrustig.

Wij, 2000 jaren later, hebben makkelijk spreken. Hoewel afstand natuurlijk wel vervagend werkt, kunnen we leren uit de geschiedenis. We kijken achterom naar het verleden - naar wat er allemaal gebeurd is in de weken en maanden na dat laatste avondmaal. Wij zien het ganse schema en weten waarom Jezus stierf. We hebben ook gelezen, en misschien ook wel ervaren, dat Hij verrezen is. We zien hoe Jezus' leven aansluit bij het oude testament. En dankzij het boek Openbaring, geschreven door diezelfde Johannes , weten we ook iets meer van wat de toekomst brengen zal. Wie inzicht heeft, staat sterker.

meer uitleg over de betekenis van Jezus' sterven: het slachtoffer, de dader en de vriend

maar dan lijkt het te laat …

Er is een Franse filosoof - hoe is zijn naam al weer? - die zegt dat het probleem met het leven is dat we het slechts begrijpen wanneer we achterom kijken, terwijl we het vooruit moeten leven. Velen hebben inderdaad de indruk dat ze pas op oudere leeftijd het vereiste inzicht hebben en klaar zijn voor het leven. Maar dan lijkt het wel te laat. De consequenties van de fouten van het verleden laten zich dan voelen. Een verleden dat niet kan herschreven worden.

Dat belet natuurlijk niet dat de mens - zolang hij leeft - zijn toekomst nog kan bijsturen. Dat is het nut van een geschiedenisles: kijken naar het verleden, proberen het te begrijpen om er uit te leren, en om de fouten van het verleden niet meer te herhalen. Kennis wordt inzicht en inzicht geeft visie. Visie is weten waarheen de toekomst kan leiden, zodat we een gerichte strijd gaan voeren.

Simon Petrus vroeg Jezus: "Waar gaat u naar toe, Heer?" Hij antwoordde: "Naar de plaats waar Ik heenga, kun je me nu niet volgen. Pas later zul je me volgen." Petrus zei: "Heer, waarom kan ik u nu niet volgen? Ik ben bereid voor u mijn leven te geven!" Maar Jezus zei: "Ben je bereid je leven voor Mij te geven? Ik verzeker je: voordat de haan kraait, zul je driemaal beweren dat je Mij niet kent." (Johannes 13:38 - 38)

Petrus heeft gefaald, maar later heeft hij zijn geschiedenisles geleerd. Doorheen schade en schande werd hij wijzer. Wanneer hij enkele maanden later achterom keek, begreep hij al veel beter het verleden. Petrus zag zijn fouten in, kreeg nieuwe visie en herpakte zich. Op zijn oude dag kon hij opnieuw zeggen "Ik ben bereid voor U mijn leven te geven!". En dan was het niet langer grootspraak. Petrus was stabiel geworden, had inzicht in het leven en in Gods plannen met de mens. Anders dan bij de gevangenneming van Jezus, sprak hij nu vrijuit. Hij zou niet meer beweren dat hij Jezus niet kende, ook al zette hij zo zijn leven op het spel.

hoe reageert Jezus op al die grootspraak?

Hoe reageert Jezus op al die grootspraak? Jezus doorziet de situatie en weet dat Petrus een grote mond opzet omdat hij een klein hartje heeft. Petrus is onzeker en bang voor de toekomst. Hij begrijpt niet wat er allemaal gebeurt. Jezus weet dat en wil hem en de andere discipelen gerust stellen en sterker maken. Hij wil hen vertrouwen geven in de toekomst. Hoe doet Hij dat? Hoe die onzekerheid bekampen en het geloof versterken?

"Wees niet ongerust. Geloof in God en geloof in Mij. Er kunnen veel mensen wonen in het huis van mijn Vader. Als dat niet zo was, zou Ik het jullie gezegd hebben. Ik ga nu weg om een plaats voor jullie in orde te maken, en daarna kom Ik terug om jullie te halen. Dan zullen ook jullie zijn waar Ik ben. En jullie weten de weg naar de plaats waar Ik heenga." "Heer, we weten niet waar u naartoe gaat," zei Thomas, "hoe kunnen we dan de weg daarheen weten?" "Ik ben de weg, de waarheid en het leven," antwoordde Jezus. "Iemand kan alleen naar de Vader gaan via Mij. Als je Mij kent, zul je ook mijn Vader kennen. Van nu af aan ken je hem; je hebt hem gezien." Filippus zei: "Heer, laat ons de Vader zien; meer verlangen we niet." Jezus zei tegen hem: "Filippus, nu ben Ik zo lang bij jullie, en je kent me nog niet? Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien. Hoe kun je dan vragen: Laat ons de Vader zien? Geloof je niet dat Ik in de Vader ben, en dat de Vader in Mij is? Wat Ik tegen jullie zeg, zeg Ik niet op eigen gezag, maar op gezag van de Vader die in Mij woont en door Mij werkt. Geloof Mij, Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Geloof het anders om wat Ik doe." (Johannes 14:1 - 11)

kijk naar de geschiedenis

Jezus vat alles samen met de woorden: "Geloof in God en geloof in Mij". "Geloof in God" wijst vooral naar het verleden, naar Jahweh die het Joodse volk generaties lang heeft voorbereid op het bezoek van zijn Zoon. "Petrus, kijk eens achterom…" zegt Jezus vrij vertaald, "… naar de Schepper die alles heeft gemaakt en die, wanneer het fout ging, een Bevrijder heeft beloofd. Kijk naar de geschiedenis, hoe die God uw voorouders op opmerkelijke wijze uit Egypte heeft bevrijd. Kijk naar al die puzzelstukjes, die wanneer ze in elkaar worden gepast, inzicht geven in Vaders plannen met de mensheid en visie geven voor de toekomst. Kijk opmerkzaam achterom, zodat je beter vooruit kan leven."

… geloof ook in Mij

Door de woorden "Geloof in Mij" zegt Jezus "Kijk nu eens naar mijn leven. Denk na over het onderwijs dat Ik gegeven heb. En als al die woorden geen conclusies toelaten, kijk dan naar mijn daden en naar mijn wonderen." "Geloof het anders om wat Ik doe". De uitspraak "Jullie weten de weg" illustreert dat Jezus verwacht dat al die kennis werd omgezet naar inzicht. En dat ze in Hem die sterke God uit het verleden, die het volk wou bevrijden, zouden herkennen. Dat ze opzij zouden kijken, en zien dat die God nu ook in de persoon van Jezus naast hen staat, en dat er geen reden is voor ongerustheid.

Je kan het ook anders formuleren: "Petrus jij gelooft in God. Maar is dat niet een beetje vaag en algemeen. Alle Israëlieten zeggen in God te geloven. Concretiseer dat geloof in eigen leven. Niet op je eentje… Ik zal je helpen het waar te maken."

het eerlijk, maar teleurstellend antwoord

"Wij weten de weg niet… Laat ons de Vader zien" was het eerlijk, maar teleurstellend antwoord. Ze wisten het, maar ze begrepen het niet. "Hoe kun je dat vragen?" antwoordt Jezus, wetend dat ze alle informatie hebben ontvangen, en in staat moeten zijn om tot inzicht te komen. Maar tegelijk houdt Jezus rekening met hun leerachterstand en belooft Hij hun de assistentie van de Geest der waarheid, die alles op een rij zal zetten.

Ik verzeker jullie: "wie in Mij gelooft, zal doen wat Ik doe; ja, hij zal nog grotere dingen doen, want Ik ga naar de Vader. En Ik zal alles doen wat jullie met een beroep op Mij zullen vragen; dan zal de glorie van de Vader openbaar worden in de Zoon. Als jullie Mij iets vragen, met een beroep op Mij, zal Ik het voor jullie doen." "Als je Mij liefhebt, zul je je aan mijn geboden houden. Op mijn verzoek zal de Vader jullie een ander zenden om jullie bij te staan, iemand die altijd bij jullie blijft: de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, omdat ze hem niet ziet of kent. Maar jullie kennen hem, want hij woont bij jullie en zal in jullie zijn. Ik laat jullie niet als wezen achter; Ik kom bij jullie terug. (Johannes 14:12 - 18)

Hij nodigt hen ook uit vooruit te zien

Jezus vraagt hen dus niet enkel om achterom te kijken. Hij nodigt hen ook uit vooruit te zien, en inzicht om te zetten in visie. Hij heeft het over de weg, over het leven, over een woning in het huis van de Vader, … allemaal beelden voor die toekomstvisie.

Misschien spreekt het perspectief van het appartement in het huis van de Vader ons iets minder aan dan Jezus' toenmalige publiek. De meerderheid van de Belgen woont in zijn eigendom. Wonen is in het rijke westen nogal vanzelfsprekend. Maar dat was het niet voor de discipelen. Zij waren dakloos en zonder financiële reserves - geen geruststellend vooruitzicht nu er tegenwind komt opzetten en dat Koninkrijk lijkt uit te blijven. Een paar maanden rondzwerven als twintiger, liefst met een VISA-kaart op zak, kan plezierig zijn. Maar misschien verlangden de discipelen na 3 jaar rondtrekken met Jezus, toch wel naar een eigen huis. Naar bescherming tegen het gure weer en tegen dieren, naar beveiliging tegen struikrovers… Een huis symboliseert ook geborgenheid en privacy. Het vormt een rustpunt in een moeizaam leven. Jezus ziet die onrust en stelt een paleis - een comfortabel huis met vele woningen - in het vooruitzicht. Hij belooft een appartement te zullen inrichten voor Petrus en ook voor alle anderen.

"Nog even, en dan ziet de wereld Mij niet meer. Maar jullie blijven Mij zien, omdat Ik leef en ook jullie zullen leven. Dan zullen jullie weten dat Ik in mijn Vader ben, en jullie in Mij en Ik in jullie. Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, die heeft Mij lief, en als iemand Mij liefheeft, zal mijn Vader hem liefhebben. Ook Ik zal hem liefhebben en Mij aan hem doen kennen." Judas niet Judas Iskariot vroeg: "Heer, hoe komt het dat u zich wel aan ons zult doen kennen en niet aan de wereld ?" Jezus antwoordde: "Wie Mij liefheeft, zal zich aan mijn woorden houden. Mijn Vader zal hem liefhebben, en mijn Vader en Ik zullen naar hem toegaan en wij zullen bij hem wonen. Wie Mij niet liefheeft, houdt zich niet aan mijn woorden. Wat jullie Mij horen zeggen, zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de Vader die Mij gezonden heeft. Ik heb jullie dit gezegd, nu Ik nog bij jullie ben. Maar de heilige Geest die de Vader in mijn naam zal zenden, die zal jullie bijstaan; Hij zal je alles leren en je alles weer in herinnering brengen wat Ik je heb verteld. Vrede laat Ik bij jullie achter; mijn vrede geef Ik jullie, een andere vrede dan de wereld geeft. Maak je niet ongerust en wees niet bang. Jullie hebben Mij horen zeggen: Ik ga weg en Ik kom weer bij jullie terug. Als jullie van me hielden, zou je blij zijn dat Ik naar de Vader ga, want de Vader is meer dan Ik. Ik vertel het je nu al, nog voor het gebeurt; als het dan gebeurt, zul je geloven." (Johannes 14:19 - 29)

Jezus vraagt hen tenslotte om niet alleen achterom, en opzij, en naar voor te kijken, maar ook naar binnen, naar die God die hen zo nabij wil zijn - dichter kan niet. De Geest der Waarheid zal hen begeleiden zodat zij die moeilijke weg niet alleen moeten gaan. God komt in zijn volheid wonen bij wie van Hem houdt. Dat is een troostende en bemoedigende boodschap. Jezus was zijn uitleg begonnen met de woorden "Wees niet ongerust." Hij sluit nu af met dezelfde woorden "Maak je niet ongerust en wees niet bang".

Hebben die woorden een onmiddellijk effect?

Hebben die woorden een onmiddellijk effect gehad? Neen, Petrus zal kort hierna Jezus verloochenen. Thomas is evenmin overtuigd, en van de andere discipelen horen we niet veel. Zo gemakkelijk werkt het dus niet. Die woorden zijn voor hen niet meer dan theorie. Er is geen relatie tot het echte leven. Schoolse kennis, moet eerst verwerkt worden. Dan pas gaan die woorden leven en worden ze bouwstenen voor de toekomst.

Jezus reikt door zijn onderwijs puzzelstukjes aan. De discipelen moeten die kunnen plaatsen. Pas dan begrijpen ze de boodschap. En ze staan er niet alleen voor: Gods Geest is op de achtergrond aanwezig en geeft desgevraagd wat assistentie bij het maken van de puzzel. "Hij zal je alles leren en je alles weer in herinnering brengen wat Ik je heb verteld." Hier in dit hoofdstuk vóór het laatste avondmaal, is het nog één en al verwarring. Ze begrijpen de woorden van Jezus niet. Ze zien een massa puzzelstukjes, maar ze hebben nog geen idee hoe het geheel er zal uitzien.

Enkele weken later is het dan zo ver. De verrijzenis is het ontbrekende stukje van de puzzel die maakt dat ook alle andere stukjes op hun plaats komen. Dan verandert de situatie ingrijpend. Jezus had gezegd "Ik vertel het je nu al, nog voor het gebeurt; als het dan gebeurt, zul je geloven". En eindelijk komt nu het inzicht. Nu begrijpen ze de diepere betekenis van Jezus' lijden. Nu zien ze hoe de nederlaag omgezet werd in een triomf. Woorden die voorheen niet begrepen werden, zijn nu een bron van motivatie. Kennis wordt inzicht. Inzicht geeft visie. Visie wordt kracht.

Wees niet ongerust

Met de woorden "Wees niet ongerust. Geloof in God en geloof in Mij" vraagt Jezus dat zijn discipelen zouden geloven dat Hij nu garant staat voor hun toekomst. Sommige politici brengen een gelijkluidend evangelie: "We leven in één van de meest welvarende landen ter wereld… Wees niet ongerust, geloof in mij… we zitten op de goede weg". Die Goed Nieuwsshow is nogal selectief gericht op eigen profijt en gaat grotendeels over andere thema's dan die waarin Jezus geïnteresseerd was. Het alternatieve evangelie van deze wereld draait vooral rond de verpakking en rond geld. Mensen moeten geloven in een zorgeloze toekomst, want dan sparen ze niet veel en dat is goed, want geld moet rollen. Er moet geproduceerd worden, de economie moet groeien… dat is de essentie. Jezus bekritiseert die houding. Voor Hem telt vooral de binnenkant. Wie overmoedig rekent op het menselijk vermogen en op de bankreserves wordt vergeleken met de man die zijn huis bouwt op het zand.

Als Jezus zegt "Wees niet ongerust", is dat om andere redenen. Jezus weet dat zijn discipelen zijn binnengetreden in een eeuwig Koninkrijk en goede tijden tegemoet gaan. Intussen blijft het nog wel even moeilijk, maar in die storm wil Hij nabij zijn.

als dat niet zo was, zou Ik het jullie gezegd hebben

Johannes heeft in de voormelde hoofdstukken enkele markante uitspraken genoteerd, waar we te snel overheen gelezen hebben. Woorden die toch wel essentieel zijn en commentaar behoeven. We keren dus op onze stappen terug.

Iedereen weet wel dat je als getuige voor een rechtbank een eed moet afleggen. De getuige belooft de waarheid te vertellen, maar meer dan dat: de "gehele" waarheid. Niets dat kan bijdragen tot een correct oordeel, mag verzwegen worden.

Met de woorden "Als dat niet zo was, zou Ik het jullie gezegd hebben", legt Jezus ook zo'n eed af. Niet dat dit van invloed was op zijn spreken. Maar voor de discipelen wordt de boodschap des te duidelijker. Jezus zegt hen dat Hij niets achter houdt en geen verborgen agenda heeft. Alles wat zij moeten weten om te kunnen slagen, heeft Hij hen verteld. Voor Jezus' vrienden zal het toekomende leven geen onaangename verrassingen inhouden. Wie zijn vertrouwen op Hem stelt, komt niet bedrogen uit.

En mogen we niet veronderstellen dat zijn navolgers die traditie hebben gerespecteerd en alle belangrijke dingen op papier hebben gezet in de evangelies en de vele brieven? En is het niet vanzelfsprekend dat Hij die de bijstand van Gods Geest belooft, ook garant staat voor een correcte informatie van de latere generaties?

de volle waarheid vertellen, komt niet altijd gelegen

De volle waarheid vertellen, komt niet altijd gelegen. Sommigen verkiezen dat er gezwegen wordt en dat de waarheid verborgen blijft. En wanneer te grote belangen op het spel staan, wordt de getuige onder druk gezet of zelfs het zwijgen opgelegd. Jezus doet als getuige van de Vader geen concessies. "Die woorden zijn te hard om te aanhoren" was de conclusie van een deel van de discipelen. Zij keerden Jezus de rug toe.

Met de woorden "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Iemand kan alleen naar de Vader gaan via Mij." draait Jezus er niet om heen. Elke onzekerheid omtrent de te volgen weg, elke aarzeling of het nu wel de moeite loonde, Jezus te volgen, was misplaatst. Jezus neemt alle twijfel weg.

"Jezus kan zoiets niet gezegd hebben"

Sommigen menen - misschien vanuit een terechte bezorgdheid voor de vele anders-gelovigen - dat Jezus die woorden niet heeft uitgesproken. "Jezus kan zoiets niet gezegd hebben". Wie het evangelie wil verzoenen met de tijdsgeest, komt best tot die conclusie. Want ieder wordt zalig in eigen geloof. Waarom per sé toch Jezus?

Maar als Hij die woorden niet heeft uitgesproken, en alleen maar "goed" was, waarom werd Hij dan als te lastige Getuige uit de weg geruimd? Vormt dat schijnproces en die terechtstelling niet juist het bewijs van zijn verregaande aanspraken - niet te verzoenen met de "hogere" belangen? Slechts drie jaar tolereerde men die harde waarheid. Toen werd de Getuige op de beklaagdenbank gezet, en vandaar ging het naar het schavot… Zo werd Hem het zwijgen opgelegd - toch voor even.

Schrappen we de tekst "Iemand kan alleen naar de Vader gaan via Mij", dan schrappen we tegelijk de uitleg omtrent de kruisdood als "de overbrugging", het feit dat Hij de mensgeworden God is en als Enige verrees uit de doden, de vele wonderen die bewijzen dat Hij toch wel uniek is, … Van de twaalfhonderd bladzijden bijbel hou je dan niet veel meer over.

het westerse stukje van de "eenheidsworst"

Uit die unieke puzzel - de hoop voor een verloren mensheid - halen we dan de centrale stukjes weg, de stukjes die voor de discipelen het verschil uitmaakten en synoniem werden voor visie en voor kracht. We zien dan het omgekeerde van daarstraks. Nemen we de puzzelstukjes "kruisdood" en "verrijzenis" nu weer weg, dan ontnemen we die godsdienst zijn essentie. Voor Paulus verliest een christendom zonder kruis zijn kracht. Alle stukjes in het midden van de puzzel zijn dan weg. Wat overblijft is bladvulling.

Wie die weg volgt, erkent Jezus niet als Eniggeboren Zoon van God, en herleidt Hem tot een uitzonderlijk mens, zoals er nog wel meer geweest zijn. Het kruisoffer is dan de terechtstelling van een onschuldig idealist, die het iets te ver wou drijven - de verrijzenis niet meer dan een illusie. Het evangelie wordt zo het westerse stukje van de "eenheidsworst". Toegegeven, wanneer Gods Openbaring wordt genegeerd, staat elke godsdienst weer op gelijke hoogte. Maar het probleem wordt zo alleen maar groter. Godsdienst biedt dan geen antwoord meer op de vraag hoe een mens met God verzoend kan worden. En zonder verrijzenis is het na de dood met ons gedaan. Tegenslag en verdriet, onrechtvaardig lijden… kan niet meer worden goed gemaakt. Of blijft alles bij het oude en gaat de ellende ook na de dood nog verder? Of hebben we weer nood aan een nieuwe openbaring, die dan om dezelfde reden opnieuw verworpen wordt?

Maar is Jezus wél de "volle" waarheid - God die zich aan de mens komt openbaren - dan zijn al zijn sterke uitspraken rechtmatig, en in zekere zin veel te bescheiden. Zijn boodschap is dan niet aanmatigend, maar simpelweg de waarheid. De zelfzekerheid heeft dan niet te maken met misplaatste trots, maar wel met een grootheid en een waarachtigheid die wij mensen niet gewoon zijn.

ook Johannes legt hier de eed af

Johannes van zijn kant, heeft ook zijn best gedaan om ons ervan te overtuigen dat hij woord en daad correct heeft weergegeven. Hij sluit zijn boek af met de woorden "Ik Johannes heb dit geschreven. Alles wat ik verteld heb, is waar." Ook Johannes legt hier de eed af. Toegegeven, papier is verduldig… iedereen kan zoiets schrijven. Maar hebben we gegronde redenen om te twijfelen aan die woorden? Johannes ' boek leest niet als een reclamespotje waarin je alleen maar mooie dingen ziet. Het hoofdstuk dat we gelezen hebben, is wat dat betreft erg duidelijk. Johannes brengt een eerlijk verhaal en verzwijgt de mislukkingen van collega's niet. Het evangelie was in die tijd, noch in de daaropvolgende generaties, een boodschap waarmee succes behaald kon worden. Integendeel, wie zoiets schreef, ondertekende zijn doodvonnis. Uit de mond van Johannes komt "Alles wat ik verteld heb, is waar" dus geloofwaardig over.

Zwakheid, gebrek aan visie, onzekerheid en ontgoocheling… zijn ook voor ons geen onbekenden. Net als toen reikt God ons - onder meer via zijn woord - ontbrekende puzzelstukjes aan. De Geest der waarheid wil ons bijstaan. Hij wil dat we leren uit het verleden, zodat kennis wordt omgezet naar inzicht. Inzicht naar visie. Visie naar kracht. Zo wordt onrust en onzekerheid verruild voor vrede en levenskracht, en voor zelfzekerheid, ontdaan van trots.

C.S. Van Audenard
oktober 2002
mei 2003

Heb je de illustratie al bekeken?
Begin