de farizeeër
Heb je de illustratie al bekeken?

Einde

De politiek correcte farizeeër

over de parabel van de farizeeër en de tollenaar

youtube logo Bekijk je liever de video? (6')

Jezus vertelde nog een gelijkenis. Deze was bedoeld voor mensen die zichzelf voor rechtvaardig hielden en die op alle anderen neerkeken. 'Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden; de een was een farizeeër, de ander een tollenaar. De farizeeër ging daar staan en bad bij zichzelf: O God, ik dank u dat ik niet ben zoals de andere mensen: hebzuchtig, oneerlijk en overspelig, of zoals die tollenaar daar! Ik vast tweemaal per week en sta het tiende deel af van al mijn inkomsten. Maar de tollenaar bleef achteraf staan en durfde zelfs zijn ogen niet naar de hemel op te slaan. Hij zei, terwijl hij zich op de borst sloeg: O God, ik ben een zondaar. Wees mij genadig! En ik zeg u: deze man, en niet de farizeeër, ging vrij van schuld naar huis. Want ieder die zichzelf verheft, zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.' (Lucas 18:9 - 14)

realistischer dan een waar gebeurd verhaal

Een parabel is geen waar gebeurd verhaal. Maar daarom is het niet minder waardevol, integendeel! Jezus vertelt hier een toneelstukje waarin twee van de meest karakteristieke Joodse figuren een hoofdrol spelen. Daardoor wordt die parabel leerrijker en in zekere zin realistischer - meer representatief - dan een willekeurig waar gebeurd verhaal.

De farizeeër en de tollenaar zijn twee uitersten die een grote symboolwaarde hadden in de Joodse cultuur. De farizeeër is het Joodse godsdienstige ideaalbeeld - de man die nauwgezet de Wet van Mozes onderhoudt. En de tollenaar is de man die zich van God noch gebod iets aantrekt, die werkt voor de Romeinse afgodendienaars en die zijn medeburgers afperst. Hij staat dus model voor Jahwehs vijand. Jezus brengt hen beide naar de tempel, laat ons meeluisteren naar hun gebed en stelt dan die Joodse beeldvorming serieus in vraag.

het lijken wel levende karikaturen

De twee personages zijn archetypes van de Joodse cultuur, waarin een bepaalde manier van leven - met nogal extreme kenmerken - is vastgelegd of gekristalliseerd. Het lijken wel levende karikaturen. Een karikatuur is sprekender dan een foto aangezien bepaalde kenmerken worden geaccentueerd. Je kan er niet naast kijken - naast die te grote ogen of die te dubbele kin.

Karikaturen zijn in de eerste plaats bedoeld als een vorm van humor. Maar vaak is er een moraliserende ondertoon. Een blanke naast een Afrikaan, houdt meestal kritiek in op de neokoloniale houding van de rijke westerling. De bedoeling is dan dat de lezer er iets uit leert. Misschien herkent hij in die karikatuur ook trekken van zichzelf. De vergelijking van de farizeeër en de tollenaar is in die zin ook moraliserend. Jezus hoopt dat zijn publiek - niet alleen de farizeeën en de tollenaars - er iets uit leert.

het verhaal komt niet moraliserend over

Het verhaal komt echter niet moraliserend over. Dat komt doordat Jezus zich beperkt tot een korte beschrijving van de feiten en het geven van een algemeen geformuleerde eindconclusie. Het meeste denkwerk - de redenering om vanuit de feiten tot die conclusie te komen ligt in zekere mate open. Jezus laat dit over aan de luisteraar. Ook die vraag "wie het schoentje past" blijft onbeantwoord. Jezus erkent zo zijn toehoorders als weldenkende personen en hij respecteert zo de menselijke vrijheid. De omstaanders blijven zelf meester over het verhaal. Zij beslissen in welke mate ze de conclusies op zichzelf toepassen. Dat is vaak zo in de Bijbel, zeker bij de parabels.

De Bijbel is een open boek dat een beroep doet op het verstand en op de vrije wil. We lezen een passage, brengen die in verband met andere teksten en andere feiten, en maken zelf keuzes en conclusies die gekleurd worden door ons eigen leven. Daarom dat je levenslang de Bijbel kan blijven lezen, en dat het altijd boeiend blijft.

Dat is de reden waarom dezelfde passage leidt tot zoveel verschillende preken. Dat is de sterkte van de Bijbel maar het houdt tegelijk ook risico's in, want de tekst kan misbruikt worden. Misschien slaat die persoonlijke interpretatie nergens op. Dat risico is het directe gevolg van het feit dat God de vrijheid van die autonome mens respecteert wanneer Hij via zijn Woord een gesprek met hem wil voeren. En wie wil, wordt in zijn denk- en zijn zoekwerk bijgestaan door anderen en natuurlijk ook door Gods Geest: Die zal je leiden naar de volle waarheid.

u sluit de deur naar het hemelse koninkrijk

Jezus beschrijft hier levende karikaturen. Dat maakt de situatie schrijnend. De schade die de farizeeën door hun extremisme en hun vertekend Godsbeeld veroorzaken bij anderen en bij zichzelf, is dramatisch groot. Jezus spaart dan ook zijn kritiek niet.

Wacht maar, schriftgeleerden en farizeeën! Huichelaars! Want u sluit voor de mensen de deur naar het hemelse koninkrijk. Zelf gaat u niet naar binnen, en u verhindert het anderen die wel naar binnen willen. (Matteüs 23:13)

Via deze parabel deelt Jezus Gods standpunt mee over deze problematische levenshouding. Hij behandelt hier geen marginaal probleem dat eens per tienduizend voorkwam - neen, de parabel betreft een ruim verspreide kwaal. Jezus gebruikt twee veel voorkomende personages, typisch voor die tijd, en Hij beschrijft een probleem dat bij schriftgeleerden en farizeeën tot een epidemie was uitgegroeid. Hij zal het positieve vooroordeel tegenover die religieuze leiders dat bij sommige toehoorders ongetwijfeld leefde, doorprikken en tonen hoe de Vader die mensen ziet. Zo vestigt Hij de aandacht op het probleem van de hoogmoed en op het bevrijdende "berouw". Door de berouwvolle bescheiden tollenaar aan te prijzen, geeft Hij een remedie tegen de ruim verspreide kwaal van misplaatste trots.

niet zozeer gebonden aan de persoon, wel aan de functie

Jezus stelt de farizeeër voor als het toonbeeld van de hoogmoed. Er waren natuurlijk uitzonderingen, maar in regel waren farizeeën verwaande mensen. Hoogmoed valt inderdaad vaak samen met iemands maatschappelijke positie. Het is dan niet zozeer gebonden aan de persoon en zijn karakter, maar wel aan de functie, aan de plaats die hij inneemt in de maatschappij. Dat is ook logisch: de kennis en de welbespraaktheid ingevolge een goede opleiding, macht en geld, een hoge positie… vormen een goed kader voor een arrogante en hautaine houding. En wie macht en geld heeft, is geneigd om alles te doen om dat te behouden. Hij zal zijn voorrechten met alle middelen verdedigen.

Wie veel heeft, is sneller geneigd tot egoïsme. Hij herschrijft dan misschien de normen in zijn voordeel en wordt dan gaandeweg gewetenloos. De meeste farizeeën gingen daar blijkbaar erg ver in. Zo werd Jezus - omdat Hij te lastig was - uit de weg geruimd. De farizeeër moet ook hypocriet zijn, want met zo'n functie en in zo'n sociaal milieu moet de buitenkant wel mooi blijven. Op het gedrag van de farizeeër viel niet veel aan te merken: hij was politiek correct - zoals we dat vandaag omschrijven.

De farizeeër kijkt neer op de tollenaar - een collaborateur die werkt voor afgodendienaars en door zijn geldzucht de Mammon dient. Maar zijn verontwaardiging is dubbelzinnig want de farizeeër loopt even fanatiek de Mammon achterna. En waar nodig onderhoudt hij achter de schermen wél goede contacten met die tollenaars.

hij toont dat openlijk en onbeschaamd

De tollenaar van zijn kant behoorde niet tot het establishment. Door iedereen gehaat, had hij geen maatschappelijk aanzien. Ook hij is gewetenloos, maar hij kan dat niet te verbergen. Hypocrisie en hoogmoed zijn niet aan hem besteed. Hij is bereid om voor geld alles te doen - hij wil zijn ziel verkopen - en hij toont dat openlijk en onbeschaamd.

En ook hier is het kwaad niet zozeer gebonden aan de persoon en zijn karakter, maar wel aan de functie, aan de plaats die zo iemand inneemt in de maatschappij… aan de voedingsbodem. De meeste tollenaars waren blijkbaar afpersers - het was geen ongerechtvaardigde veralgemening - want als je de kat bij de melk zet…

Jezus wijst in deze parabel op de misleiding van de schone schijn. Vooraan in de tempel staat de trotse farizeeër die innerlijk even diep gevallen is, maar die al dat kwaad verborgen houdt onder een dikke vacht van schone schijn. Achteraan staat de tollenaar die overweldigd wordt door schuldgevoelens. Jezus minimaliseert de schuld niet, maar Hij benadrukt de mogelijkheid om vergeving te ontvangen wanneer iemand beseft hoe diep hij gevallen is. Wie tot God roept kan dat oude leven omruilen voor een nieuwe vrijgevige levensstijl - met als bonus de vreugde van een onbelast geweten.

een underdog positie

Kunnen we die parabel overplaatsen naar onze tijd? Ja en neen. De personages die Jezus beschrijft stemmen niet meer overeen met hun collega's van 2000 jaren later. Het uiterlijk vertoon en de hypocrisie van de farizeeën is niet meer typerend voor de kerkelijke leiders in West-Europa in de 21e eeuw. Godsdienst bezorgt je in onze cultuur geen maatschappelijk prestige meer, integendeel. Wie vandaag gelooft, zit in een underdog positie. En de immoraliteit van de meeste tollenaars kunnen we evenmin betrekken op de Belgische belastingontvanger.

elkeen probeert het op zijn manier

Maar we komen in onze cultuur het kwaad, kenmerkend voor de farizeeër en de tollenaar, natuurlijk ook wel tegen. Er is nogal wat hypocrisie in onze maatschappij, en men is niet verlegen om een leugentje: feiten die nadien bewezen worden, worden eerst met grote stelligheid in alle toonaarden ontkend. En komt het kwade aan het licht dan lukt het de advocaat misschien om - via een procedureslag - de schade te beperken.

Achter de deftige façade van de politiek, het bedrijfsleven, de gezondheidszorg… schuilen er ook leugens. In bepaalde kringen is corruptie aan de orde van de dag. Er is veel bedrog en te veel goedheid is gecamoufleerde zelfzucht.

de eisen van het politiek correct zijn

Wie leidinggevend is of behoort tot de media moet politiek correct zijn. Maar dat rolpatroon is nogal dubbelzinnig. Het heeft - vanuit het standpunt van de christelijke moraal - ten dele een positieve inhoud. Maar het houdt ook de eis in, dat je niet te moeilijk doet over bepaalde materies, zoals seksualiteit, abortus en euthanasie… En dat je met een grote boog rond sommige andere problemen heen gaat, om niemand voor het hoofd te stoten. De eisen van het politiek correct zijn vormen de ongeschreven limieten van onze open-debat-cultuur. Sommigen gaan daar tegenin, en verdedigen zich dan met de uitspraak "ik zeg tenminste wat de mensen denken".

Politiek correct biedt zich aan als de nieuwe norm die in de plaats kan treden van klassieke ouderwetse woorden zoals eerlijkheid, rechtvaardigheid, waarheid… Dat begrip is meer kneedbaar, want het houdt vooral rekening met het te bereiken doel. Permissief waar nodig, maar tegelijk meedogenloos hard wanneer de tegenstander wordt geviseerd. Politiek correct houdt in dat men zich in zijn handelen en spreken houdt aan modieuze normen. Normen die rekening houden met de opportuniteit of de wenselijkheid om in die omstandigheid principieel te handelen. Dat rolpatroon is dus niet toepasselijk op de gewone man - die mag zeggen wat hij denkt, ook al choqueert het soms een beetje. Neen, het heeft betrekking op mensen met een zekere status. Politici, werkgevers, professoren, kerkleiders, woordvoerders, … van hen wordt verwacht dat ze het goede voorbeeld geven en kunnen zwijgen of schipperen in functie van het te bereiken doel.

geen monopolie van een bepaalde klasse

Ook de tollenaar is vandaag ruim vertegenwoordigd. De Mammon en andere idolen worden overal geëerd. Er is financieel gesjoemel van de top tot aan de basis. Velen proberen op hun manier en op hun niveau een graantje mee te pikken. Sommigen zijn er zelfs fier op en komen er openlijk voor uit.

De zonde die Jezus in de parabel aanklaagt is, anders dan 2000 jaar geleden, geen monopolie van een bepaalde klasse. Het is een kenmerk van een tijdsgeest die een voedingsbodem vormt voor vele soorten onkruid. Bepaalde vormen van kwaad - vroeger het terrein van de welgestelden - zijn nu gedemocratiseerd.

De parabel kan dus zonder moeite overgeplaatst worden naar onze tijd. We kunnen anderen - en als we goed kijken misschien ook onszelf - herkennen in die levende karikaturen. Ook wij kunnen heel wat leren uit de kritiek die Jezus had op de arrogantie en we kunnen kiezen voor die andere weg, die Hij aanbeveelt.

Hoewel het onrecht geen monopolie is van een bepaalde klasse, zijn er ook vandaag maatschappelijke groepen die we kunnen bestempelen als risicogroepen voor arrogantie. Ze hebben meer macht en geld, en klampen zich daaraan vast. In zo'n milieu gedijt de zonde van de arrogantie.

een onvolgroeid stukje farizeeër

De meeste mensen behoren niet tot die risicogroep. Als zij de parabel horen concluderen ze al dadelijk dat het hen niet aanbelangt. De farizeeër en de tollenaar zijn inderdaad twee uitersten. Maar het feit dat dit kwaad zo groepsgebonden is, moet bij ons een lampje doen branden. Het doet vermoeden dat om het even wie veel kans maakt dezelfde fouten te begaan als hij bij toeval in zo'n risicogroep terecht komt. Het toont dus aan dat het onkruidzaad aanwezig is in elk mens, ook al bleef het bij gebrek aan kansen onvolgroeid.

Wie afgunstig naar die machthebbers staat te kijken, is ook zelf een onvolgroeid stukje farizeeër. Veel mensen kappen op de politiekers en op de rijken. Op zich is die kritiek natuurlijk vaak terecht. Maar de veroordeling is onoprecht wanneer zij voortkomt uit de frustratie zelf aan de verkeerde kant te staan en niet ook een deel van de koek te kunnen pakken. En wie de sjoemelaars benijdt, of zich als ramptoerist verkneukelt in de misdaad - Hollywood geeft ons daar alle kansen toe - is zelf een onvolgroeide tollenaar. Het slechte zaad is aanwezig en wil maar al te graag ontkiemen.

De gelijkenis is dus niet alleen toepasselijk op mensen die hautain zijn of corrupt. De parabel geldt voor de ganse mensheid: elkeen zit ergens tussen die twee uitersten - tussen de farizeeër en de tollenaar. Elkeen moet de weg van de tollenaar gaan: inzien dat hij met een levensgroot probleem zit, dat enkel door Gods welwillendheid kan worden opgelost.

zou ik anders ook een lied doen horen?

We doen er goed aan ons af te vragen hoe wij ons zouden gedragen, moesten we tot de risicogroep behoren. Wanneer wij macht en geld hadden, zouden wij dan de uitzondering zijn die roeit tegen de stroom in, of gedragen wij ons dan net zo als onze omgeving?

Herman van Veen heeft een song over de tweede wereldoorlog. "Als Hitler toch de oorlog had gewonnen". Het is een prachtig pijnlijk lied. Hij vraagt zich af hoe alles geëvolueerd zou zijn indien Hilter de oorlog had gewonnen. Hoe zouden wij dan leven? Naar het einde toe gaat het niet meer over "wij". Wel over hoe IK mij zou gedragen "Zou ik anders ook een lied doen horen - een bloed en bodem lied of juist één van verzet? Zou er in zulke uitzichtloze tijden nog iets bestaan als hier en daar een sprank, van moed en hoop die boeken doet verspreiden… zou dan het goede, ware nog bestaan…"

het parcours van de klokkenluiders is niet hoopgevend

Sommigen staan beroepshalve voor een keuze tussen goed en kwaad. Sluiten ze de ogen en houden ze hun mond, dan delen ze in de koek. Verbreken ze de solidariteit dan worden ze een outcast. Het parcours van de klokkenluiders - mensen die gesjoemel aanklagen - is niet hoopgevend. Het eindigt meestal op een zijspoor… op veel applaus moeten ze niet rekenen.

Wie de evolutie in onze cultuur gade slaat en oog heeft voor het opportunisme dat in toenemende mate regeert, wie de risico's inziet van een eenzijdige economische benadering die er toe kan leiden dat slechts het rendement nog telt… maakt zich wel eens zorgen over de toekomst. Zeker wanneer hij tegelijk te maken heeft met grote informaticaprojecten - databanken waar miljoenen mensen inzitten. De daaraan verbonden risico's, zijn niet te onderschatten. En allerlei commissies vormen slechts een garantie zolang de rechtstaat werkt. Sta je echt in de weg, dan mag je al die waarborgen wel vergeten - in vele landen is dat de regel.

zelfs Petrus heeft zich vergaloppeerd

Er kan een moment komen waarop een mens moet kiezen. Onder het nazi-regime was het een keuze op leven en dood. In onze landen is de keuze minder scherp. Maar zelfs dan is de vraag of we de prijs willen betalen? Hebben wij de moed om ons te distantiëren van het kwaad?

Zo'n vraag wordt best beantwoord met de nodige bescheidenheid - of ze wordt misschien beter niet vooraf beantwoord. Wie durft van zichzelf te zeggen dat hij op zo'n moment sterk genoeg zal zijn? Zelfs Petrus heeft zich 2000 jaar geleden op dit punt vergaloppeerd, toen hij na drie jaar intense vriendschap beweerde Jezus niet te kennen. Later heeft hij wel bewezen dat hij stand kon houden - zelfs al moest hij het bekopen met de marteldood.

Jezus beveelt hier een tollenaar aan die zich tot de Vader richtte met de woorden "God, wees mij genadig". Die vraag om vernieuwd en gesterkt te worden is meer dan nodig. Wie met Hem verbonden is, is tot meer in staat, en kan een sprank van moed en hoop zijn - zoals Herman van Veen het heel mooi zegt.

hij wendt zich tot het juiste adres

Die ene tollenaar had ingezien dat hij op een doodlopende weg liep. Hij wou van koers veranderen, zich distantiëren van het kwaad en een nieuwe levensstijl omarmen. Op die manier verbrak hij de solidariteit met zijn collega's - maar dat had hij er voor over.

De tollenaar wendt zich tot het juiste adres: een Vader die hem innerlijk vernieuwt en die hem de vereiste levenskracht zal geven. Hij komt de tempel binnen en zal iets later met een verlicht gemoed een nieuw leven starten.

Jezus roemt hem, en ook de barmhartige Samaritaan en de Romeinse honderdman… Jezus kende de risicogroepen, en hij was niet mals met zijn kritiek. Maar Hij was niet bevooroordeeld - Hij gaf elkeen altijd nieuwe kansen, ongeacht zijn maatschappelijke klasse - ook al was het een farizeeër zoals Nicodemus, een tollenaar als Zacheüs of een prostituee…

de maaltijden waarop Jezus uitgenodigd was

Eerlijkheid houdt de vrijheid in om het mooie te herkennen wanneer dat er is, ook al komt het uit een verdachte hoek, uit een risicogroep waarmee wij het moeilijk hebben, en waaruit we het niet verwachten.

Dat wordt hierna mooi geïllustreerd door Guy Gilbert - de geruchtmakende Franse priester die de toespraak hield tijdens de huwelijksmis van Prins Laurent en Claire. Guy Gilbert is in eigen land berucht om zijn taalgebruik - niet politiek correct, wel aangepast aan de straatbendes - en om zijn soms ongezouten kritiek op de welgestelde burger.

Maar op zijn website vond je volgende tekst over zijn contacten met de "hoogwaardigheidsbekleders" tijdens het huwelijksdiner. Zo zal het ook geweest zijn op de maaltijden waarop Jezus uitgenodigd was.

"Tijdens de twee maaltijden die volgden op de officiële plechtigheid, waren er mooie en onvergetelijke ontmoetingen. Ik werd getroffen door het verdriet van gemiste liefdes, de kwetsuren van gebroken relaties, de onmetelijke fortuinen of de prachtige paleizen die men kwijt raakt op enkele dagen tijd. Ik ging van tafel naar tafel, zoals men het mij vroeg. Ik zag hoe al het protocollaire wegviel tegenover de noden van de groten van deze wereld, wanneer zij hun titels opzij schuiven en hun armoede blijkt. Het zijn mensen die sterk lijken op sommige van mijn jongens die ik ken uit de straatbendes. Met dat verschil dat deze straatjongens geen enkele officiële functie hebben waarachter ze zich kunnen schuilen - geen prachtig schijn die de indruk geeft van echt leven."

Guy Gilbert schrijft verder ook hoe hij intens genoten heeft van het contact met sommige van die groten. Het lijkt wat op Jezus' woorden over de blijdschap in de hemel om die ene zondaar die zich bekeert, meer dan om 99 rechtvaardigen. Die ene tollenaar, die ene farizeeër, die ene man of vrouw die behoort tot zo'n risicogroep, en toch weerstand biedt en rechtvaardig blijf, of toch tot inzicht komt en zich bekeert, daar heeft Jezus veel respect voor.

C.S. Van Audenard
januari 2004

Heb je de illustratie al bekeken?
Begin