Einde

God zit met een probleem!

Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. (Matteüs 5:17 - NBV)

geen juridisch taalgebruik

De hiervoor vermelde uitspraak van Jezus roept vragen op. Want een wet ‘afschaffen of opheffen’ is duidelijk het voorschrift telt niet meer! Maar een wet ‘tot vervulling brengen’, is geen juridisch taalgebruik. De betekenis van die uitspraak is onduidelijk en moet dus worden afgeleid uit Jezus’ andere uitspraken en uit zijn handelen.

‘Tot vervulling brengen’ beduidt in geen geval dat de wetten scrupuleus worden nageleefd, want Jezus hield zich niet aan de letter van de wet. Hij en zijn discipelen permitteerden zich op de sabbat heel wat meer dan de plichtsgetrouwe wetgeleerden en Jezus liet ook een op overspel betrapte vrouw die ter dood veroordeeld was, vrijuit gaan.

Neen, ‘vervullen’ wijst er op dat het diepere achterliggende objectief van de wet bereikt wordt. Misschien zelfs via een andere techniek dan die van geboden en verboden, en de daaraan verbonden beloning en bestraffing.

wetgeving beperkt zich tot de buitenkant

Wetten hebben tot doel het menselijk gedrag in een maatschappij te regelen. Maar zij doen dat op een gebrekkige manier. Vooreerst omdat dit instrument soms meer de machthebber dient, dan de gerechtigheid. Ook beschouwen sommige dienaren van het recht het rechtssysteem slechts als een discipline, gestuurd door financiële belangen, waarbij het doel de middelen heiligt. Hoeveel energie gaat er niet verloren in procedures die slechts tot doel hebben te verhinderen dat recht gesproken wordt!

Er is bovendien een inherent probleem: de wetgever regelt de maatschappij op rudimentaire wijze. Hij kan zich niet inlaten met elke individuele situatie, en motieven en omgevingsfactoren worden slechts in beperkte mate in rekening gebracht. Dat moet ook zo, want wanneer de wetgeving te detaillistisch wordt, dan verdrinkt de overheid in het werk. Je hebt dan een averechts effect: wanneer geen recht gesproken wordt binnen redelijke termijn, wint de sterkste.

rechter

Het probleem zit hem ook bij de burger en bij diegene die de toepassing van de wet moet controleren. Komt het verlangen om de wet na te leven niet van binnenuit, en wordt de wet niet gedragen door een ruimere meerderheid, dan is hij weinig effectief.

Tenslotte bereikt ook de bestraffing niet haar doel. Een boete van enkele honderden euro’s is iets waar sommigen hun schouders voor ophalen. Het zal hen niet overtuigen om hun gedrag aan te passen. Anderen krijgen een enkelband of worden afgezonderd, ter bescherming van de maatschappij. Maar komen ze weer vrij, dan zijn ze daarom nog geen beter mens geworden, integendeel. Wetgeving beperkt zich tot de buitenkant en verhoogt niet de drive om als een goed mens te leven.

God gebruikte in eerste instantie dezelfde techniek

God wou zich aan de mens openbaren en Hij begon bij het Joodse volk, dat Hij had uitgekozen als na te volgen voorbeeld. Hij bevrijdde hen uit de slavernij en hielp hen een maatschappij uit te bouwen, onder meer via de techniek van wetgeving. De tien geboden die Hij aan Mozes gaf, waren een partieel antwoord op het dilemma dat ons bekend is: wet en straf vormen ten diepste niet het antwoord, maar zonder beide krijg je anarchie en straffeloosheid.

Het feit dat de door God opgelegde regels niet het individueel belang van Mozes dienden, was een niet te onderschatten pluspunt. Wetten die net zo goed golden voor gezagsdragers, dat was in de oude tijden veeleer uitzondering dan regel! Terecht is het joodse volk bijzonder trots op die unieke progressieve wetgeving. In het boek ‘De tien geboden anno nu’ toont André Chouraqui hoe de Decaloog de fundamentele grondslagen bevat voor een universele moraal, en dé inspiratiebron was voor de universele verklaring van de rechten van de mens.

Maar tegelijk was er bij het Joodse volk het besef dat die wetgeving niet voldeed en dat echte verandering pas zou komen dankzij het optreden van de Messias, met goddelijk gezag bekleed. De joodse theologie ziet de tien geboden trouwens niet enkel als gebodsbepalingen, maar ook als vooruitblik naar het beloofde land, waarheen het volk op weg is. Die toekomstverwachting werd heel duidelijk geformuleerd door Jeremia, met profetische woorden die wijzen op een verandering van binnenuit!

De Heer kondigt aan: ‘De tijd komt, dat ik een nieuw verbond zal sluiten met Israël en Juda. Geen verbond zoals ik vroeger gesloten heb, toen ik mijn volk uit Egypte haalde. Zij hebben dat verbond verbroken, ook al was ik hun heer en meester. Dit is het nieuwe verbond dat ik met Israël ga sluiten: Ik zal mijn wet in hun hart schrijven. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Dan hoeft niemand een ander nog te zeggen wie ik ben, want iedereen, van groot tot klein, zal mij kennen. Ook zal ik hun zonden vergeven en niet meer denken aan wat ze gedaan hebben.’ (Jeremia 31:31 - 34)

het stroomlijnen van het uiterlijk gedrag met de grove borstel

Je vindt de tien geboden onder meer in het boek Exodus. Die geboden zijn eerder grote principes of leefregels omtrent de relatie tussen God en mens, en tussen mensen onderling. Nadien werden ze geconcretiseerd via klassieke wetten, waarvan de niet-naleving ook werd bestraft.

Maar – zoals hiervoor vermeld – de wetgevingstechniek heeft allerlei beperkingen en de wet beoordeelt slechts wat objectief kan worden vastgesteld. Gods ambitie reikt uiteraard veel verder dan het stroomlijnen van het uiterlijk gedrag met de grove borstel. Hij heeft ook oog voor elke individuele situatie, zelfs wanneer die gesitueerd is binnen de cocon van het persoonlijk leven en niet raakt aan de maatschappelijke orde. God is geïnteresseerd in wat zich afspeelt in het verborgene en in de innerlijke mens. Daar heb je liefdeloosheid in al zijn varianten: onverschilligheid, egoïsme, pretentie, haat, … gevoelens die trouwens aan de grondslag liggen van al het bestrafte kwaad.

Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen de kwade gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, gemeenheid, bedrog, bandeloosheid, jaloezie, laster, hoogmoed, lichtzinnigheid. Al deze slechte dingen komen van binnenuit en maken de mens onrein.’ (Marcus 7:20 - 23 - WV)

kinderen pesten

Die slechtheid resulteert niet enkel in kwaad waarvoor een Pro Justitia wordt opgesteld, maar ook in moeilijk aanwijsbare directe en indirecte schade. Psychische kwetsuren zijn veel moeilijker te genezen dan een gewone wond en brengen veelal levenslange schade toe. Erger nog, want zij reiken vaak verder dan één generatie. Die kringloop van actie en reactie moet worden stopgezet! Hij die alles ziet en inzicht heeft in oorzaak en gevolg, wil dat verborgen kwaad bij de wortel aanpakken. De bron van het foute handelen moet worden drooggelegd. Dan pas kunnen mens en maatschappij er uitzien, zoals Hij dat had bedoeld. Met wetgeving en bestraffing kan je dat doel nooit bereiken.

liefde formuleren als een gebod, lijkt een contradictie

Gods ambitie om meer te doen dan goede wetten op te stellen, wordt geïllustreerd door een aantal gebeurtenissen in Jezus’ leven. Vooreerst is er de discussie met een jurist omtrent het belangrijkste gebod. Hieruit blijkt dat de wet van de liefde bovenaan staat, en wel met ruime voorsprong.

Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ (Matteüs 22:35 - 40 NBV)

Liefde formuleren als een gebod, lijkt om diverse redenen een contradictie. Want een rechtsregel moet duidelijk en concreet zijn en het gebod ‘Heb lief!’ is toch wel heel ruim geformuleerd en hoog gegrepen. Bovendien werd ons geleerd dat liefde vrijheid impliceert: je kan niet dwingen lief te hebben. Het feit dat God toch dat gebod van de liefde uitvaardigt, toont dat zijn aandacht niet uitgaat naar de kleine reglementjes. Veel liever ziet Hij dat het menselijk handelen wordt gestuurd door de liefde en dat zo de wet spontaan wordt nageleefd, waardoor vele kleine reglementjes misschien zelfs overbodig worden.

Maar dan moet de innerlijke mens veranderen – iets waarin Mao niet is geslaagd, ondanks zijn Rode Boekje dat een hele generatie indoctrineerde. Als God echt God is, moet het Hem wél lukken! Hoe Hij dat doet, zien we later.

wanneer het Boek een liefdesverklaring bevat …

Naast het dispuut met de wetgeleerde, was er het gesprek met de rijke jongeling. De jongeman gedroeg zich voorbeeldig want al wat de wet gebood, had hij nageleefd. Maar Jezus’ reactie ‘Als je volmaakt wil zijn, verkoop dan alles wat je bezit en volg Mij’ toonde dat Jezus niet zozeer wenste dat de mens in het gareel zou lopen, maar dat hij, door Hem te volgen, zijn hogere bestemming zou bereiken.

rijke jongeling

In zijn diepzinnig boek ‘Jezus van Nazareth I’ wijst Joseph Ratzinger erop dat de essentie van Jezus’ uitspraak niet ligt in de uitverkoop van de bezittingen. De volmaaktheid ligt er in ‘Hem te volgen’. De vervulling van de wet houdt geen verband met het handelen – zelfs niet het handelen in navolging van Hem – maar in het zijn: een innige relatie met Hem. Dat leidt dan tot het spontaan en mateloos ervaren van het goddelijke leven. Het naleven van de punctuele voorschriften is geen doel op zich. De in tien regels samengevatte wet, gebeiteld op een levenloze steen, is slechts een zwakke schaduw van het Levende Woord. Achter het wetboek staat een Schrijver die zoveel groter is dan zijn geschrift, en wanneer het Boek een liefdesverklaring bevat, dan moet je de Auteur ontmoeten!

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. (Johannes 1:1 - 4)

Leven overeenkomstig de zwakke schaduw is vergelijkbaar met een organisatie die, in afwezigheid van de stichter, een beetje stroef en stereotiep functioneert. Alles verloopt weliswaar correct volgens de statuten en de reglementen die eertijds werden opgesteld. Beter zo dan wanorde en willekeur, maar het kan ook anders!

De bezieler kan aanwezig zijn en de organisatie inspireren. Hij neemt de leiding, toont in concreto wat gedaan moet worden en zet aan tot nieuwe initiatieven. Dat is wat de Vader wil. dankzij het Levende Woord kan de organisatie haar doel bereiken. Dan pas worden de statuten echt vervuld.

het is allemaal veel revolutionairder

Hiervoor werd het reeds vermeld: het Joodse volk besefte dat echte verandering pas zou komen dankzij het optreden van de Messias. De christenen lezen in de profetische beloften dat de Messias tweemaal naar de mensenwereld komt. De eerste keer als Dienende Mensenzoon of als mens onder de mensen. Een tweede keer als Koninklijke Hoogheid met ontegensprekelijk gezag, maar dat ligt in de toekomst.

Hoe zorgt Jezus bij zijn eerste komst voor de vervulling van de wet? Niet door op dwingende wijze een nieuw bewind in te voeren. Evenmin door zijn verfijnde formulering van de oude teksten, hoewel Hij dat in de Bergrede natuurlijk wel doet. Want daar veroordeelt Hij niet enkel moord, maar ook hatelijke woorden, en een wellustige blik staat op één lijn met overspel.

Neen, het is allemaal veel revolutionairder. Het heil ligt niet in symptoombestrijding. Niet in de nieuwere verpakking van het oude geneesmiddel, en zelfs niet in een nieuw geneesmiddel met een krachtiger curatieve werking.

Wat die vervulling van de wet wél inhoudt wordt geïllustreerd aan de hand van het contrast tussen de twee bomen die in het boek Genesis onze aandacht opeisen: de boom van kennis van goed en kwaad en de levensboom.

de autonome mens die zichzelf als middelpunt beschouwt

De boom van kennis van goed en kwaad staat in het eerste Bijbelboek symbool voor de autonome mens die zichzelf als middelpunt beschouwt en dus Gods plaats inneemt. Die houding lijkt wel ingebakken in de mens en is ook vandaag de regel. Bovendien doet de reclame hard zijn best om olie op het vuur te gieten, door ons tot hautaine zelfzuchtige consumenten te bekeren. De mens is god in ‘t diepst van zijn gedachten en hij kiest zelf de wetten uit die bij hem passen. Zo doet hij ook met zijn levensbeschouwing: hij is niet tegen, want hij is ook een beetje zen. Hij draait de rollen om: hij kiest welke goden hem kunnen dienen en creëert ook nieuwe goden.

Die levenswijze is in onze cultuur de mainstream. Het juk van de vorige generaties werd met succes afgeschud, maar de verhoopte resultaten blijven uit. Je krijgt zelfs een averechts effect: er is weinig levensvreugde en velen worden overheerst door andere goden, die niet goedgunstig en vrijgevig zijn als Jahweh. De door de mens gecreëerde afgoden kunnen autonome machten worden, die de leiding overnemen. Denk maar aan het financieel systeem, dat zijn eigen leven leidt en waarop ook de regeringen hun greep verliezen. De mammon verdeelt en heerst en is onbarmhartig en blind voor alle ellende die hij aanricht. Hij verdeelt de maatschappij in klassen en de wereld in noord en zuid… Hij is ook actief in het privéleven: wie geld aanbidt, wordt al gauw overheerst door een verlangen naar steeds meer. Een erfeniskwestie wordt dan de splijtzwam van de familie.

Wanneer de mens zichzelf beschouwt als het ijkpunt – als de alfa en de omega – dan is opportunisme nooit ver weg. Een uurtje Villa Politica waarin opponenten met elkaar geconfronteerd worden, toont een vermoeiende overvloed aan uiteenlopende kleine stellingen omtrent goed en kwaad. Elkeen brengt zijn waarheid en hoort slechts wat in zijn straatje past. De discussie is vooral een zoektocht naar spitsvondige quotes om de tegenstander in verlegenheid te brengen. Dat is goed voor de kijkcijfers, maar zo’n debat is vruchteloos.

Villa Politica bestond 2000 jaar geleden ook al, onder de vorm van een straattoneel waarin de religieuze leiders Jezus wilden vastrijden. Met hun woordenstrijd dienden ze slechts hun eigen kleine gelijk. In zo’n confrontatie zijn er slechts verliezers, want de vijandschap drijft mensen uit elkaar. Zelfs al had Jezus steeds het laatste woord, Hij deed het niet van harte. De discussie zorgde geenszins voor een kentering ten goede!

boom van kennis

De mens die eet van de boom van kennis is op zichzelf aangewezen. Maar de eigen levenskracht schiet te kort, zeker voor wie beschadigd aan de meet vertrekt. Ook sterke mensen zijn soms verrassend zwak wanneer de camera op hen inzoomt en de wereld slechts één antwoord wil horen. Het vraagt moed om, waar nodig, tegen de stroom in te roeien.

Jonge mensen starten het leven vaak met een idealisme, dat geleidelijk de baan ruimt voor ontmoediging en cynisme. De echte wereld is weerbarstig en wanneer het er op aankomt, kiest het merendeel eieren voor zijn geld. ‘Mei 68’ staat nu enkel nog voor het omverwerpen van heilige huisjes, niet voor een betere mens in een mooiere wereld!

We hebben dus niet enkel nood aan de juiste kennis, maar ook aan meer moed en volharding, want de eigen bronnen zijn vervuild en drogen op. De zuivere kracht van Gods Geest wordt ons aangeboden, en toch is er weinig belangstelling voor die hulp van hierboven. Dat heeft ten dele te maken met een vertekend beeld over die godsrelatie: bidden lijkt iets voor de losers. Ook worden we door misplaatste trots verhinderd om onze onmacht toe te geven.

de levensboom

Als tegenbeeld van de boom van kennis, vermeldt Genesis de levensboom. Die staat voor een verbondenheid met God, die onsterfelijkheid inhoudt. Ingevolge een revolte werd de toegang tot deze bron afgesloten. Maar het laatste Bijbelboek beschrijft wat ons nog te wachten staat en toont hoe de levensboom er terug zal staan, in volle glorie, als geneesmiddel voor de volken!

levensboom

Intussen is die bron, als voorafname op de toekomst, opnieuw toegankelijk in de persoon van Jezus. Hij geneest en herstelt, Hij is het zuivere licht dat ieder mens wil verlichten, Hij is het ware brood - het levensnoodzakelijke voedsel.

De levensboom wijst op een radicaal andere benadering van het leven: niet die van de horizontaal begrensde mens, die slechts gelooft in hetgeen hij intellectueel kan vatten en slechts vertrouwt op de kracht die mensen uit zichzelf kunnen putten.

De levensboom staat symbool voor zij die verticaal verbonden zijn met de Schepper van alle leven. De gelijkenis waarin Jezus zijn luisteraars aanspoort om als ranken te connecteren aan Hem, de ware wijnstok (Johannes 15:1), sluit hierbij aan. Gods Geest stroomt dan door hen en zuivert hen. Zij worden door Hem onderwezen en gevoed, bloeien open en worden in de handen van de Meester-Vakman tot een instrument, waarmee God kan tussenbeide komen in de mensenwereld.

Zo iemand lijkt een beetje op een kind dat alle voordelen geniet van een warm gelukkig nest, niet omdat het zich zo heeft ingespannen, maar eenvoudigweg omdat het daar geboren is.

Wie wil genieten van Gods nest, moet zich dus laten adopteren. Dan wordt hij innerlijk vernieuwd. Eerst is hij een boreling, dan een jongeman… Houdt hij vol, dan wordt de rugzak met oude gewoontes gaandeweg lichter en wordt de nieuwe mens volwassen. Dat gebeurt niet doordat hij zich aan de regels houdt, doordat dit moet en dat niet mag… maar doordat het nieuwe leven in hem groeit en hij van binnenuit gedrongen wordt kledij die niet meer past bij de nieuwe levensstijl, af te leggen.

Zo’n verbondenheid met God en met geloofsgenoten leidt niet tot een hautaine houding, in de stijl van wij tegenover zij. Neen, die intimiteit met God en de rijkdom die daaruit voortvloeit is genade, of anders uitgedrukt: geen persoonlijke verdienste maar een geschenk uit de hemel. Natuurlijk moeten we ons die nieuwe levensstijl eigen maken doorheen een leerproces. Zich afsluiten van de medemens past niet in dat plaatje: wie van God ontvangen heeft, is klaar voor de stap naar buiten. Hij heeft echt een boodschap en verlangt die te delen in woord en daad, getuige hiervan de ontelbare sociale initiatieven doorheen de kerkgeschiedenis. Welke andere levensbeschouwing is zo extravert?

Om misverstanden te vermijden: de hier beschreven levensboom heeft niets van doen met de weg die esoterische literatuur aanprijst om deel te hebben aan de levensboom. Want daar staat de autonome mens opnieuw centraal en poogt hij occulte krachten in en rond zichzelf te activeren en aan zich te onderwerpen. De esoterische levensboom is één van de vele zijtakken van die boom van kennis.

esoterische levensboom

leven vanuit de eenheid met Jezus

dankzij het gesprek met de jurist en met de rijke jongeman, en dank zij de symboliek van de levensboom en van de wijnstok, begrijpen we al enigszins wat Jezus bedoelde met de vervulling van de wet. Maar het is vooral de apostel Johannes die voor de doorbraak zorgt. Hij noteerde in zijn evangelie uitspraken van Jezus die de sleutel aanreiken voor onze zoektocht. Hij diepte dit thema ook verder uit in zijn brieven. Als geen ander beschreef hij wat die vervulling inhoudt! Geloven, geloven in en verblijven in, zijn de drie stadia die hij aangeeft.

… en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. (Johannes 2:2)

‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben. (Johannes 6:35 NBV)

“Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift. (Johannes 7:38)

Dan zul je begrijpen dat Ik in mijn Vader ben, dat jullie in Mij zijn en dat ik in jullie ben. (Johannes 14:20)

Iemand geloven beduidt dat we instemmen met hetgeen hij of zij gezegd heeft. We gaan ervan uit dat de spreker competent is en de waarheid spreekt. In iemand geloven gaat een stap verder, want dan geloven we niet enkel de theorie die iemand verkondigt, maar we drukken ons geloof of vertrouwen uit in de man of vrouw in kwestie.

De christen gelooft Jezus en weet dat zijn uitspraken waarheidsgetrouw zijn. En hij gelooft ook in Hem , in de onkreukbaarheid van zijn persoon en in zijn missie. Hij erkent Hem als God en wil zijn levensvisie en waarden overnemen.

Maar ‘geloven’ en ‘geloven in’ is eigen aan om het even welke godsdienst of ideologie. Die woorden geven niet voldoende het unieke karakter van de christelijke boodschap weer.

Jezus gebruikt nog een andere uitdrukking, die veel verder gaat dan geloven, om dat vernieuwde leven aan te duiden, namelijk ’in Mij zijn’ . Die woorden wijzen op een vereniging met God, en dat is ronduit revolutionair want het impliceert dat we kunnen delen inde goddelijke natuur. We ondergaan een diepgaande transformatie, want we zullen – dixit Jezus – nooit meer honger of dorst hebben! En zo komen we bij de pointe van het verhaal: de vervulling van de wet is leven vanuit een eenheid met Jezus!

Natuurlijk is de uitdrukking ‘delen in de goddelijke natuur’ een vlag die vele ladingen dekt. Want die woorden zijn gemeengoed in oosterse godsdiensten en in New Age – de westerse variant van deze levensvisie. Maar daar verwijzen ze naar energievelden en naar een onpersoonlijk spiritueel fluïdum, en dan zitten we terug in de familie van de boom van kennis. Hierna wordt ‘in Hem zijn’ verder toegelicht, en wordt het contrast tussen beide werelden duidelijker.

misdrijven schreeuwen om vergelding!

Jezus nodigde zijn publiek uit om één te worden met Hem en met de Vader. De uitnodiging gold voor iedereen, en in zekere zin in de eerste plaats voor de diep gevallen mens.

Maar die eenmaking kon niet zomaar, daarvoor is God te heilig en de mens te zeer vervuild. Je mag niet tegen een misdadiger zeggen: Kom, zand er over! We sluiten de ogen voor wat gebeurd is en gaan samen een biertje drinken. Neen, dat is slecht voor de persoon in kwestie en voor de maatschappij, en het is een kaakslag voor de slachtoffers en hun familie: misdrijven moeten worden erkend en ze schreeuwen om vergelding!

Maar wat houdt de vergelding in? De schade van een bezitsmisdrijf kan financieel vergoed worden. Maar wat doe je bij geweldsmisdrijven en zedendelicten? Rechtssystemen gaan daar verschillend mee om. Anders Breivik bracht 77 mensen om het leven en toonde geen berouw. Hij werd tot 21 jaar gevangenisstraf veroordeeld. In andere landen zou dat misschien de doodstraf zijn geworden, of 77 maal 21 jaar. Maar hoe zwaar de straf ook mag zijn, er is geen compensatie voor de verloren levens en voor het kwaad dat aangericht werd bij zoveel families en vrienden… en bij de Schepper, want elk kwetsuur verwondt tegelijk ook Hem, die een stukje van zijn beeld in de mens gelegd heeft, en die de schreeuw gehoord heeft.

Ons rechtvaardigheidsgevoel en onze rechtsorde eisen vergelding van al dat leed. Zo was het ook in de wetten van het Oude Testament. Sommige wetten voorzagen strenge straffen, maar ook die waren niet toereikend. ‘Oog om oog, tand om tand’ schrikt af en beperkt tegelijk de wraak, maar verandert niets aan het verlies.

God zit met een probleem

God zit met een probleem, want gedrongen door de liefde, wil Hij de mens herstellen, met zich verenigen en laten delen in zijn overvloed, maar ook de hemelse rechtsorde eist vergelding. Die eis is geen emotionele roep ingegeven door wraakzucht. Natuurlijk is er bij Hem – veel meer nog dan bij ons – sprake van verontwaardiging en woede. Maar de eis om vergelding is een objectieve noodzaak vanuit de geestelijke wetten. De materiële wereld kent haar wetten, waaraan we ons niet kunnen onttrekken. De geestelijke wereld is niet anders.

Wil je de waterhuishouding gezond houden, dan moet het vervuild water eerst gezuiverd worden. Dan pas mag de sluis geopend worden. Dat is ook zo in de immateriële wereld, en de vervuiling van onze planeet vindt haar evenknie in de geestelijke vervuiling. Maar de prijs voor die sanering is zo hoog, dat geen mens die kan betalen, zelfs niet voor het schoon maken van het terrein dat hij zelf vervuilde.

Jezus maakte duidelijk dat Hij – en Hij alleen – de prijs kon betalen en zo de weg kon vrijmaken. Hij is als enige in staat om genoegdoening te geven en de diabolische kringloop van het kwaad te stoppen. Zijn leven weegt voldoende zwaar om in de weegschaal gelegd te worden tegenover al het kwaad of 'de zonde van de wereld'.

Dit wordt in de Bijbel via meerdere beelden toegelicht. Hij is het Lam van God dat geslacht werd en zo de zonde van de wereld wegnam. Hij kocht ons vrij uit de slavernij, en de koopsom is zijn leven. Hij opende het gordijn dat ophing in de tempel en dat belette God te ontmoeten. Allemaal beelden die aanduiden dat er zich achter die kruisdood niet alleen een drama, maar ook een blijspel van universele betekenis afspeelde. Want waar de zonde wordt weggenomen, kan vergelding plaats maken voor vergeving.

De kruisdood leek nochtans de ultieme nederlaag van het goede: de zoveelste mislukking op rij! Maar in de geestelijke wereld was het de finale overwinning van de liefde op de haat: de grote schoonmaak-operatie en de goddelijke liefde is het superdetergent dat alle vervuiling uitwist. Alleen Jezus kon de schending van die eeuwige rechtsorde compenseren. Zonder die operatie kon geen mens met God verzoend worden.

Wil je lezen over 'de dader, het slachtoffer en de vriend'?

De ‘vervulling van de wet’ krijgt zo een tweede betekenis. Ze heeft niet alleen betrekking op ons aandeel: onze levenswijze waarbij we in God verblijven. Zij verwijst ook naar Gods aandeel: de grote schoonmaak-operatie, het voltrekken van het vonnis, het uitvoeren van de straffen die door de wet voorzien waren als beeld van de achterliggende compensatie in de spirituele wereld.

Hij werd doorstoken vanwege onze opstandigheid, vanwege onze zonden werd hij gebroken. Hij werd gestraft; ons bracht het vrede, en dankzij zijn striemen is er genezing voor ons. Wij allen zijn als schapen verloren gelopen, en ieder van ons is eigen wegen gegaan; maar de heer heeft de schuld van ons allen op hem laten neerkomen. (Jesaja 53: - WV)

een verregaande identificatie

Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik blijf in hem. (Johannes 6:56)

God heeft zijn deel van het werk gedaan, de bal ligt nu in ons kamp. In Hem verblijven start met de vraag om geadopteerd te worden, maar vervolgens is er nood aaneen verregaande identificatie. Die blijkt uit de opdracht ‘Mijn lichaam eten en mijn bloed drinken’. Geen enkele eenheid is zo radicaal als de eenheid die het gevolg is van de spijsvertering, en dat is het beeld dat Jezus gebruikt. Spijs en drank worden opgenomen in het lichaam en worden zo een stukje van onszelf. Jezus' leven met z’n vreugde en verdriet wordt een deel van onszelf.

‘Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, die zal het behouden.’ (Matteüs 10:39)

Eén worden met Jezus is geen goedkope opdracht. Want je kan wel met je hebben en houden bij Hem langsgaan en in Hem geloven, maar wie in Hem wil zijn, moet aan Gods voordeur de egoïstische mens achterlaten. Niet eenmaal bij de kennismaking, maar elke dag opnieuw want in Gods woonplaats – in zijn helder licht – is geen plaats voor duisternis.

Het verlies van de oude mens gebeurt geleidelijk en hangt samen met een leerproces. Het zwaartepunt ligt niet in de intellectuele studie van het leerprogramma, in de hoop dat de boodschap ook het hart zal raken. Neen, de nieuwe mens groeit in de eerste plaats diep vanbinnen. Dat is de strekking van de woorden ‘u hebt geen leraar nodig in de navermelde tekst. Johannes gaat hier kort door de bocht, maar hij doet dat omdat we de essentie zouden vatten, namelijk dat Gods Geest onze privéleraar wil zijn. De zalving waarvan sprake is in deze tekst, is in onze cultuur niet meer bekend. Ze verwijst naar de inwijding van een koning of van een priester in het Oude Testament. Het feit dat die woorden hier in een veel ruimere context gebruikt worden, symboliseert hoe God nu aan elk mens een stukje van zichzelf wil toevertrouwen.

Wat uzelf betreft: de zalving die u van hem ontvangen hebt is blijvend, u hebt geen leraar nodig. Zijn zalving leert u alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in hem, zoals zijn zalving u geleerd heeft. (1 Johannes 2:27)

Johannes ziet de diepgang van de vereniging met God en spreekt daarom de hierna vermelde radicale woorden uit. Ze beschrijven de ultieme consequentie van de verbondenheid met de levensboom: wie in Hem is, kan geen kwaad meer doen! Dat is de vervulling van de wet: met God verbonden zijn en spontaan datgene doen wat de wet der liefde vraagt!

Ieder die in Hem blijft, zondigt niet. Ieder die zondigt heeft Hem nooit gezien en kent Hem niet. (1 Johannes 3:6)

Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren. (1 Johannes 3:9)

Johannes weet natuurlijk ook dat de praktijk soms ver verwijderd is van het ideaal. Daarom nuanceert hij zijn stelling ook met de woorden ‘Wie zich aan zijn geboden houdt blijft in God, en God blijft in hem.’ (1 Johannes 3:24). Hij voegt als voorwaarde toe dat we ons telkens weer aansluiten bij Gods wil. Veelal is het overduidelijk wat God wil, soms is het een beetje zoeken. In Hem zijn en blijven – niet zondigen – is geen verworvenheid eens en voor altijd. Het vereist dag aan dag, bij elke keuze een consequente houding.

gebruik van een eenduidig alfabet

Wie in Hem is, zet niet langer zijn eigen kennisboompje op, want God is nu de referentie: de alfa en de omega. Het aanvaarden van eenzelfde alfabet is de basisvoorwaarde voor de verticale communicatie. De vruchteloze zoektocht als autonome mens is ten einde, want we kennen nu de Leraar. We ervaren de vereniging met God als de grondslag voor het leven: Hij is de weg, de waarheid en het leven. Natuurlijk blijven we op zoek, maar we doen dat niet meer in het wilde weg.

Het gemeenschappelijk alfabet doet ook wonderen wat betreft de horizontale communicatie. De verbondenheid met andere mensen is essentieel want hoewel we tot nog toe alles benaderd hebben vanuit het standpunt van het individu, vereist een correcte lezing van Jezus’ woorden dat we het werk herdoen: in elke paragraaf moet de dimensie van worden toegevoegd. Zonder de medegelovigen zijn we zwaar gehandicapt. We zijn slechts één stukje van het lichaam. De ene functioneert als hand, de andere als oog, een derde als oor… De vereniging van de mens met Vader, Zoon en Geest, is geen privégebeuren.

de ervaring zal de wereld overtuigen

Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad. (Johannes 17:21-23)

Het verblijf van de gelovige in Hem, wordt door Jezus vergeleken met Zijn verblijf in de Vader. Het betreft een diepe blijvende verbondenheid en dus niet een soort bezoekje van Gods Geest, in een moment van extase. Het gaat hier dus niet over een ervaring die zich binnenskamers afspeelt of in besloten kring, en dus verborgen blijft voor de buitenwereld. Evenmin over een ervaring die, wanneer ze toch publiekelijk bekend raakt, riskeert het geloof in diskrediet te brengen.

Neen, het tegendeel is waar, Jezus zegt dat de wereld zal worden overtuigd en dat is toch wel ongewoon! Zoiets bereik je niet door ceremonies, noch door een betweterige houding of een opgezweepte boodschap, maar door een leven dat gekenmerkt wordt door belangeloze inzet, waarvoor ook een kritische geest zijn hoed afzet.

Jezus kijkt dus uit naar volgelingen die niet zozeer de theorie van buiten kennen – hoewel daar niets mis mee is – maar die zich verenigen met Hem en met de familieleden. Zij eten van de Levensboom en confronteren hun omgeving niet met een lijstje geboden en verboden, maar laten een stukje van de hemel zien. De ommekeer uit zich in de levensstijl en kan dus niet verborgen blijven.

De vereniging met God opent nieuwe perspectieven, want wanneer de mens zijn talenten ter beschikking stelt, dan kan Gods Geest die alles overschouwt, zijn handelen bijsturen en de natuurlijke mogelijkheden optimaal benutten. Ook ligt datgene wat normaal gesproken onmogelijk is, nu misschien wel binnen het bereik! Want wanneer we in Hem zijn, kan God onze vragen inwilligen.

Wil je lezen over 'de gelijkenis van de rechter en de weduwe'?

Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. (Johannes 15:7)

Is het Hem gelukt?

Ter afsluiting nog het volgende: we hebben bij de aanvang al gesteld dat Mao er niet in geslaagd is de innerlijke mens te veranderen. En dat, als God echt God is, het Hem wél moet lukken. Maar is dat ook de conclusie van dit verhaal?

Het antwoord op deze vraag vereist een zicht op Gods project. Gods onderneming voorziet meerdere fases en alles zit op schema. Het Oude Testament beschrijft de voorbereiding, Jezus legt het fundament en geeft het startsein voor de constructie van een nieuwsoortige samenlevingsvorm die Hij omschrijft als Gods Koninkrijk. Dat Rijk is nu zichtbaar in kleinschalige projecten. Niet in mensen die gewoon godsdienstig zijn, wél in zij die ‘in Hem’ vertoeven.

Anders dan Mao en andere wereldverbeteraars, verrees Jezus uit de dood. Hoewel de meeste mensen daar vandaag een groot vraagteken bijzetten, waren veel van Jezus' tijdsgenoten daar zozeer van overtuigd, dat zij hun leven riskeerden om die waarheid door te geven. Jezus volgen was trouwens geen garantie voor een comfortabele levensstijl. Daarvoor moest je het niet doen, integendeel! Wou je gerust gelaten worden, dan kon je beter je nek niet uitsteken en geen christen zijn.

Projectleiders maken een Gantt-chart. Het te verrichten werk wordt in kaart gebracht en in fases ingedeeld. Verlopen de werkzaamheden volgens schema, dan staan de indicatoren op groen. Het verschil tussen Gods project en dat van Mao is dat deze laatste zijn revolutie hier en nu wou afwerken. Mao is niet meer. Zijn project is mislukt, en heeft heel veel leed veroorzaakt!

gant chart

Jezus gaf uitvoerig onderwijs over de diverse fases van Gods project. Zijn volgelingen werden verwittigd voor wat komen zou en zelfs de huidige fase waarin Gods Koninkrijk een randverschijnsel lijkt te zijn, komt uitvoerig aan bod. Ook het feit dat de contrasten gaandeweg groter zouden worden. Dat is iets wat we nu zien: wreedheid en perversie die men niet voor mogelijk hield! De confrontatie tussen goed en kwaad wordt op de spits gedragen. Er is een oorlog gaande.

Buitenstaanders zien de kerken leeglopen en concluderen dat Jezus’ boodschap zijn tijd gehad heeft. Behalve dan als inspiratiebron, want in die Bijbel staan ook wel mooie dingen!

Johannes leefde in een tijd waarin de kerk in het defensief gedrongen was en hij was zelf verbannen naar het eiland Patmos. Maar toch had hij een positief toekomstbeeld. Hij beschrijft hoe het zal zijn, wanneer het project voltooid is: een onbeschrijfelijk schitterende toekomst. Wie in Hem is ervaart Gods meesterschap nu al in vele kleine en grote gebeurtenissen in zijn eigen leefwereld. Hij weet dat wat nu in miniatuur gebeurt, de trailer is van een universele doorbraak.

Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen hem vereren en hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd. Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid. (Openbaring 22:1 - 5 - NBV)

-----------------------------

C.S. Van Audenard
mei 2013

Begin