Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

De parabel van de mier en de 30-tonner

een definitie van hoogmoed en van nederigheid

waarom eis je respect?

Stel je eens voor: je bent leerkracht en je hebt in je klas een vreselijk verwaand kereltje. Hij heeft nog heel veel te leren, maar toch weet hij alles beter dan zijn klasgenoten. En hij steekt zijn minachting voor zijn leerkracht onder stoelen noch banken.

Hoe reageer je hierop? Van een goede leerkracht verwacht je een constructieve aanpak. Hij probeert die jongen bij te sturen. Niet door hem gelijk te geven en hem de vrije hand te laten. Hij probeert zijn aandacht vast te houden en wat goed is, in de verf te zetten, en hij reageert ook positief op zijn sterke kanten. Maar hij zal ook zonder rancune grenzen stellen.

Waarom eist hij respect? Uit ijdelheid of omdat hij gekwetst in zijn ego? Ja, zo denkt dat kereltje er misschien over. Maar de toeschouwer weet beter: dat is geen ijdelheid of gekrenkte trots … een goede leerkracht MOET zo optreden. Hij handelt om bestwil, in het belang van een tiener die een vaste hand kan gebruiken. Door respect te eisen hoop hij hem bij te sturen, zodat hij - nu of straks - toch genietbaar wordt voor zichzelf en zijn omgeving.

geschiedenisboeken vol van menselijk falen

Stel je nu eens voor hoe God zich voelt als eindverantwoordelijke voor de mensheid, waar zoveel fout loopt. Zou Hij dan niet, vanuit eenzelfde motivatie, mogen eisen dat Hij gerespecteerd wordt en dat de mens zich tegenover Hem bescheiden opstelt? Of dat de mens - uitgedrukt in het Bijbelse jargon "zich zal vernederen en Hem zal vrezen".

Sommigen hebben het moeilijk met die vernedering want ze overschatten zichzelf en wantrouwen ze de motieven van de Leraar. Het Bijbelse narratief waarin God de mens wil vernieuwen en bijsturen, en dat de egoïstische mens moet sterven, lijkt hen onwezenlijk. Dat de mens een probleem heeft, blijkt nochtans uit geschiedenisboeken vol van menselijk falen, en uit kranten die daar dag aan dag nieuw bewijsmateriaal aan toevoegen. De mens heeft een Leraar nodig, en Jezus is de persoon bij uitstek om ons te inspireren en te onderwijzen.

mensen kunnen pas echt mens zijn, wanneer God ook God mag zijn

Veel mensen gelijken natuurlijk niet op dat eigenzinnig kereltje. Ze erkennen de problemen en kennen hun limieten. Maar ze kennen Jezus slechts van horen zeggen, en zien niet hoe die verre God iets voor hen kan betekenen. Integendeel, ze zien die geschiedenis juist als het bewijs dat godsdienst dé bron is van problemen.

Gelovigen bekijken het leven anders. Ze begrijpen dat God vooraan moet staan en gerespecteerd moet worden. Niet omdat Hij zelfingenomen is. Neen, met ijdelheid heeft het niets te maken. Maar de mens kan pas echt mens zijn, wanneer God ook God mag zijn, want Hij is de levensbron. Hij is het die geeft, veel meer dan Hij zou eisen. Diegene die niet kleineert, maar mensen groot willen maken, want "Verneder u voor God, en Hij zal u verhogen".

nederigheid is geen eindbestemming

In de bijbel ontmoet je tal van mensen die diep onder de indruk waren van het feit dat die grootse God aandacht heeft voor mensen die hun beperktheid erkennen. David druk dit uit in een songtekst.

"Wie is gelijk aan de HEER, onze God, die hoog daarboven zijn woning heeft, die zijn oog richt naar beneden … ? Hij verheft uit het stof wie berooid is, uit het vuil tilt Hij op wie alles ontbeert. Hij laat hem wonen bij hooggeplaatsten, bij de hoogsten van zijn volk." (Psalm 113:5 - 8 NBV21)

Jesaja zag God zeer hoog boven de mens verheven. Maar ook zeer nabij en met een onstilbaar verlangen de bescheiden mens te helpen. Hij formuleert het zo:

"De Heer is boven alles verheven, Hij woont in de hemel, voor altijd, zijn naam is heilige God. Hijzelf zegt: "Ik woon in de hemel, ongenaakbaar, maar ook bij wie verdrukt worden, bij wie gering zijn. Ik zal hen opbeuren en nieuwe moed geven." (Jesaja 57:15)

Die teksten illustreren dat nederigheid geen eindbestemming is. Het is een basishouding en een inzicht in onze beperktheid zodat we hulp van de medemens en van God kunnen accepteren. "God zal verhogen" is het Bijbelse vervolg. Dat verwijst naar de eeuwige bestemming, maar God kan ook dit leven bijsturen zodat mensen gepromoveerd worden. De tweeledigheid - bescheidenheid en promotie - doet denken aan de omschrijving van Jezus als Knecht en Koning. Die combinatie kenmerkt de ware grootheid.

een verhuis naar de eeuwige jachtvelden

Dat God niet pretentieus is maar handelt uit liefde, blijkt natuurlijk nog het meest uit het leven van zijn Zoon. Jezus leefde niet zoals de groten dezer aarde, profiterend van zijn adellijke afkomst. Hij gedroeg zich als een dienaar, en aanvaarde gekleineerd te worden tot het uiterste.

Misschien begrijpen we beter dat God handelt uit liefde, wanneer we onze nietigheid inzien, en Zijn grootheid. We zijn zo onbetekenend klein, zo beperkt, zo gebrekkig… dat er geen enkele noodzaak voor Hem is, met ons rekening te houden. Is Hij inderdaad diegene die alles schept door zijn woord, dan kan Hij in één enkel ogenblik alles vervangen door iets nieuws, dat meer voldoening schenkt. Eén gedachte, één woord, één bevel zou hiertoe volstaan.

olifantolifant mier

Wie zich hautain opstelt tegenover God, is als een miertje dat de snelweg over wil, en tegen de 30-tonner die komt aangesneld, roept "Hé dikkerd! Rustig aan … of je zal met mij te maken krijgen". Dat miertje beseft niet dat elke confrontatie zal leiden tot een verhuis naar de eeuwige jachtvelden. God respecteren en Hem voorrang geven - is een blijk van realisme. We moeten onze plaats kennen en Hem als God aanvaarden.

elke beschrijving van God is een understatement

De vergelijking tussen de mier en de vrachtwagen is uiteraard niet sterk genoeg. Elke beschrijving van God is een understatement en de verhouding tussen God en mens maar kan benaderd worden door dat miertje miljarden keren te verkleinen, en die 30-tonner miljarden keren te vergroten. Want God schiep door zijn Woord hemel en aarde uit het niets en hij staat als Grote Architect buiten tijd en ruimte. Wetenschappers leren ons dat er miljarden melkwegstelsels zijn, en alleen al in ons melkwegstelsel zijn er 200 tot 400 miljard sterren. Wie in staat is zoiets te ontwerpen en te beheersen, is duizelingwekkend groot.

Toch heeft die gigantisch grote God tegelijk nog oog voor micro-organismen: onze daden en gedachten staan bij Hem te boek. En hoewel dat figuurlijk bedoeld zal zijn, zei Jezus dat het aantal haartjes op ons hoofd bijgehouden wordt in een geactualiseerd bestand. Er is geen mus die sterft zonder dat God het weet. En zoveel van zijn rijkdom is nog aan ons oog en ons verstand onttrokken! God is beangstigend groot. Is het dan niet vanzelfsprekend dat we voor Hem buigen?

God gedraagt zich niet als een 30-tonner

De vergelijking van het miertje en de 30 tonner loopt natuurlijk ook om een andere reden mank: God gedraagt zich niet als een 30-tonner. Hij is niet de Scania - the King of the road - die met zijn ruim 700 PK al de rest doet wijken. In zijn contact met ons, doet God afstand van heel veel van zijn grootheid. Anders zou contact onmogelijk zijn en zou de mens de confrontatie niet overleven. God is tegemoetkomend en geduldig. In Jezus legt Hij heel veel van zijn kracht opzij. Hij wacht op ons en geeft ons de tijd om tot inzicht te komen. Hij gunt ons vrijheid om nee te zeggen, en verdraagt dat we fouten maken.

bescheidenheid is dus een must

God is niet hoogmoedig. Maar hoe zit het met de mens? Elk mens heeft zijn eigen persoonlijkheid. Hij is geen anoniem radertje in een onmetelijk heelal, maar een doel op zich, binnen bepaalde grenzen. De Bijbelse omschrijving "De kroon van de schepping … bijna goddelijk gemaakt" rechtvaardigt een zekere fierheid. Maar tegelijk is die mens onvolledig, onvolmaakt en beschadigd. Bescheidenheid is dus een must want we hebben elkaar en God meer dan nodig. We vullen elkaar aan en komen zo tot bloei.

De dikke nek daarentegen wil zelf alsmaar groter worden. Hij negeert of kleineert de medemens. Hij accentueert de zwakheid van de ander en breekt hij zijn positieve eigenschappen af. In het uiterste geval ontzegt hij de andere zijn bestaansrecht. Kaïn koos voor de eliminatie van zijn broer. Vele generaties later spelen de Farizeeërs het subtieler. Maar Jezus proeft hun hoogmoed en doorziet hun moorddadige ambities. Hij voelt dat Hij er te veel is, en vraagt hen "Waarom wilt gij Mij doden?". Het verzwegen antwoord was "U, Jezus neemt te veel plaats in. U doorziet ons en brengt onze verborgen gebreken aan het licht. U staat in de weg voor onze groei". Hoogmoed weigert de eigen beperktheid te aanvaarden en gunt de ander niet het recht een persoon te worden met een eigen rijkdom. Hoogmoed wordt zo de voedingsbodem voor een karaktermoord.

het startschot voor de zoveelste vicieuze cirkel

Zonde gebeurt veelal als reactie op een concrete nood of een tekort. Je kan voedsel stelen om te overleven en geld omdat je verslaafd bent. En gewelddadig gedrag komt vaak voort uit een beschadigde persoonlijkheid. Zonde vindt dan zijn oorsprong in andermans foutief gedrag. Want velen danken hun ellende aan een slechte thuis.

Hoogmoed daarentegen is niet het resultaat van een tekort. Die basiszonde is het startpunt van een nieuwe vicieuze cirkel van kwaad. Niet voor niets staat hoogmoed met stip op nummer één in de lijst van de hoofdzonden - zonden die aan de basis liggen van vele andere zonden. Bij Lucifer en bij de eerste mens was hoogmoed niet het gevolg van een tekort of van aangedaan onrecht. Zij hadden alles, maar wilden meer. Niet om meer te kunnen verteren. Alleen voor het mentale genoegen om als God te zijn.

Maar hoogmoed is een honger die niet gestild kan worden. Eerst moet hij de ander evenaren. Maar evenveel is niet genoeg, want daarna wil hij hem overtroeven. En eens de medemens is onderworpen, wordt God de concurrent want hoogmoed kent geen grenzen. The sky is the limit.

het lijkt alsof God zo het evenwicht herstelt

Hoogmoed is dé zonde van wie sterk is, en je komt hem dus vooral tegen bij talentrijke personen. Zij behoren tot de risicogroep en raken het vlugst besmet. Het lijkt alsof God zo het evenwicht herstelt. Op die manier staan de zogenaamde zwakke en sterke mensen gelijk aan de meet in de wedloop naar een rechtvaardig leven. Of zoals Paulus zegt: "God vangt de wijzen in hun eigen sluwheid".

Hoogmoed is een zonde die loert op religieuze mensen. 'Religieus’ en 'deftig' hangen vaak een beetje samen. Want religie zet aan tot een correcte levensstijl. Maar het risico bestaat dat mensen zich dan beter voordoen dan ze zijn. Zeker in een context waarin snel geoordeeld wordt. De gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar illustreert dat. De eerste vindt zichzelf rechtvaardig. Hij veracht de anderen en denkt dat God hem daarin ondersteunt. "O God, ik dank U, dat ik niet ben zoals de overige mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspelers, of ook als deze tollenaar." Maar hij is een witgekalkt graf - blind voor zijn eigen onrecht. Hij was beter thuis gebleven want zijn dankgebed is een misplaatste ode aan zichzelf, en een hypocriet vonnis over de tollenaar.

in feite aanbidt zo iemand zichzelf

Het geloof kan diepe levensinzichten geven. Maar wie groeit in kennis en inzicht en mondig wordt, loopt het gevaar die rijkdom af te wenden van het doel. Zijn talenten staan dan niet langer ten dienste van de medemens, zodat ook die tot bloei komt. Neen, in de schijnwerper staan, de ander overtroeven … wordt dan het doel: heersen, in plaats van dienen. Kennis, goede werken en succes worden dan beschouwd als het bewijs van het eigen gelijk. De woordenschat blijft religieus, maar in feite aanbidt zo iemand zichzelf. Misschien zonder het te beseffen, want de balk in eigen oog belet het zicht - de hoogmoedige kent zichzelf niet. Hoogmoed wordt zo het middel bij uitstek om kerkleiders te strikken. Tegen sommigen die trots zeggen "in uw naam hebben wij dit en dat gedaan … " antwoordt Jezus dat Hij hen nooit gekend heeft.

hoogmoed is een misdadiger die zijn kompanen meebrengt

De opschepper heeft als leuze "ik maak mijzelf groter dan ik ben". Om dat te doen moet hij zijn slechte kanten verbergen, zijn talenten opkloppen en zichzelf eigenschappen toeschrijven die hij niet heeft. Hij laat zich door niemand iets gezeggen want hij weet het altijd beter, grootspraak is zijn sterkte. Hij is aanmatigend en misbruikt zijn macht. Hoogmoed is een hoofdzonde en lijkt dus op een misdadiger die zijn kompanen meebrengt, want heel wat ondeugden gedijen in zijn biotoop.

En er is een complementaire leuze: "ik maak de ander kleiner dan hij is". Want de opschepper benijdt andermans talent. Hij negeer hem of miskent zijn prestaties, of gaat met de pluimen lopen. Hij is ondankbaar en waardeert niet wat de ander doet, hij kleineert en spot, en dat liefst in het bijzijn van getuigen. Hoogmoed kan geen oprechte vriendschap sluiten want de medemens is een concurrent, en verdeel en heers vergroot de eigen macht.

bescheiden mensen erkennen hun tekorten

Genoeg nu over al die ondeugd! Een woordje uitleg over nederigheid of bescheidenheid als tegenbeeld van hoogmoed. Nederigheid wordt soms met een scheef oog bekeken. Begrijpelijk, want in een cultuur waar hoogmoed feest, lijkt de bescheiden mens een armoezaaier. Bovendien kom je ook valse of gewilde nederigheid tegen, en dat is een gemaskeerde vorm van hoogmoed. Zo'n nederigheid trekt de aandacht naar zich toe en zij kan ingegeven zijn door opportunistische motieven: vleierig onderdanig zijn, in de hoop er beter van te worden - het is een houding die je op de werkvloer tegenkomt.

Echte nederigheid is anders. Bescheiden mensen beseffen dat zij de goede resultaten niet alleen aan zichzelf te danken hebben, maar ook aan het startkapitaal dat zij van huis hebben meegekregen, aan goede collega's en aan gunstige omstandigheden. Hun fierheid gaat niet ten koste van de medemens, maar geeft schouderklopjes. Zij genieten ervan wanneer ook de ander zijn talenten kan ontplooien en succes heeft.

Bescheiden mensen erkennen hun tekorten, en dat is de basisvoorwaarde om bij te leren. Zij zijn luisterbereid, staan open voor de waarheid en zullen makkelijker objectief zijn. Zij weten dat ze nood hebben aan anderen en geven de medemens dus ruimte. Zo'n bescheidenheid komt niet kruiperig over, maar is aangenaam in de sociale omgang.

alsof je God ontmoet

Ontmoet je een nederig mens die al een tijdje onderweg is, dan lijkt het soms alsof je God ontmoet. Je staat in de belangstelling - oprecht, niet op een opgeklopte wijze. Je proeft warme sympathie. Je voelt je vereerd en gewaardeerd: je mag er zijn, je krijgt ademruimte en de gelukwensen "Het ga je goed!" zijn oprecht. Ook al ken je elkaar nauwelijks, toch lijkt het alsof je een jeugdvriend ontmoet.

Om af te sluiten kijken we opwaarts want wat voorafgaat illustreert waarom er bij God geen sprake is van hoogmoed. Hoogmoed beduidt dat men iets groter doet lijken dan het werkelijk is, en God kan zich tegenover ons nooit groter tonen dan Hij is. Integendeel, om ons te ontmoeten maakt Hij zich exponentieel kleiner. Zelfs al worden al Gods eigenschappen uitgestald en de hemel ingeprezen, dan nog wordt Hij schromelijk onderschat. Want Hij is volmaakt en onbeschrijfelijk groot, Hij KAN niet hoogmoedig zijn.

C.S. Van Audenard
februari 1997
herwerkt in januari 2024

Heb je de illustratie al bekeken?
Begin