Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

Moeder, waarom lijden wij? (I)

de eerste generatie

youtube logo Bekijk je liever de video? 'Waarom laat God zoveel lijden toe?' (9')

een uitweg uit de beslotenheid van het verdriet

Pijn is het thema van heel wat boeken. Al schrijvend zoekt de auteur een uitweg uit de beslotenheid van het verdriet. En vaak leidt die zoektocht tot een resultaat dat lezenswaardig is. Zwakheid wordt kracht, de gevangenis wordt een vrijplaats, wonde wordt verwondering.

Pijn kan een mens gevangen houden en verkrampen, zodat hij bijziend wordt en leeft in de verengde wereld van zijn pijn. Het leven gaat voorbij in droefheid en die treurnis bedreigt ook zij die rondom leven. Maar moeite kan ook ten goede werken en het zicht verscherpen. Zo wordt een mens fijngevoelig en gaat hij leven in een verbrede en verdiepte wereld. Pijn werkt dan bewustzijnsverruimend en resulteert in verwondering over dingen die mooi zijn - maar waar men voorheen geen aandacht voor had. Ook al blijft er pijn aanwezig, een dankbare vreugde overheerst en dat geeft nieuwe levenskracht.

Wie samen met God zijn pijn verwerkt heeft, vergroot verregaand zijn leefwereld. Hij kijkt met opgeheven hoofd rondom en staat tegelijk al met één been in Gods nieuwe Koninkrijk. Paulus ervaarde dat allemaal aan den lijve en concludeert dat alles ten goede meewerkt voor hen die God liefhebben.

pijn als een vriend die behoedt voor erger

Sommige mensen voelen geen pijn. Zij merken het niet wanneer zij op hun tong bijten of zich verbranden. Zij voelen de splinter in hun vinger niet. De appendicitis wordt pas laattijdig vastgesteld. Het lichaam wordt moeiteloos geforceerd. Zo'n gevoelloosheid is levensbedreigend want pijn voelen is veelal een bescherming. Het geeft ons de gelegenheid om ons gedrag aan te passen. In een automatische reflex trekken we onze hand terug. Of we gaan rusten wanneer we hoofdpijn hebben. Zo wordt pijn een vriend die behoedt voor erger.

onze emotionele automatische reflexen

Soms ervaren we emotionele pijn en is de oorsprong gemakkelijk aan te wijzen. We worden genegeerd of afgewezen, gekleineerd door negatieve opmerkingen of misbruikt. Of misschien worden we door het leven niet verwend. De moeilijkheden stapelen zich op en het leven wordt te zwaar om dragen. Maar soms is er een diepe onvrede of een levensmoeheid, terwijl de mens alles lijkt te hebben om gelukkig te zijn.

Ook die emotionele pijn kan een signaalfunctie hebben. We proberen ons dan te beschermen om niet verder gekwetst te worden of om de onvrede niet meer te voelen. Maar juist reageren is hier minder evident dan bij lichamelijke pijn. Onze emotionele automatische reflexen zorgen wel voor afweer. Maar hoe moet het verder? Een defensieve levenshouding doet een mens niet openbloeien.

hij voelde zich ten diepste thuis

In Genesis tekende de Schepper de krijtlijnen van het leven. God schiep de mens als zijn evenbeeld en "zag dat het zeer goed was". De mens had de onschuld en de vreugde van een kind en kende zelfs niet het onderscheid tussen goed en kwaad. Van lijden en verdriet was geen sprake. God begeleidde de mens en stond borg voor harmonie. De mens voelde zich ten diepste thuis in deze wereld.

Net als zijn Maker is de eerste mens onsterfelijk. Had die mens dan een andersoortig lichaam? Kon hij doorheen muren lopen, zoals Jezus na de verrijzenis - Jezus die daarna Thomas de hand reikte en mee aan tafel zat. Was er geen nood aan lichamelijke en emotionele pijnsignalen?

het kostenplaatje is niet te overzien

Met de zondeval verandert alles. Aan het paradijs komt brutaal een einde. De relatie met God wordt verbroken en dat deint uit naar elk aspect van het leven. De mens vervreemdt nu van zijn Oorsprong. Hij vervreemdt ook van zichzelf. Innerlijk gebroken verhouden geest, ziel en lichaam zich onwennig tot elkaar. De mens voelt zich nu kwetsbaar. Schijnbaar zonder reden schaamt hij zich over zijn naakte lichaam. Ook de relatie tussen de mensen onderling is nu verstoord. Samen werken wordt moeilijker want mensen hebben nu vaak tegengestelde belangen en gaan dan elkaar bekampen. Het leven krijgt ook een vreemde bijsmaak: boosheid smaakt soms zoet, en wordt dan erg aantrekkelijk. Zelfs de natuur verleent haar medewerking nu slechts met tegenzin, en er komt schaarste. Zwetend moet hij nu zijn brood verdienen. Het wordt lastig werken met al dat onkruid en met die addertjes onder het gras. Op elk terrein van het leven wordt de mens nu geconfronteerd met pijn en moeite. Het kostenplaatje is niet te overzien.

Toen gingen hun de ogen open, ze ontdekten dat ze naakt waren. Daarom bonden ze vijgenbladeren om hun heupen. Bij het opsteken van de avondwind hoorden ze God, de Heer, door de tuin lopen en zij verborgen zich voor hem tussen de bomen. God, de Heer, riep de mens: "Waar ben je?" "Toen ik u in de tuin hoorde," antwoordde de man, "werd ik bang, omdat ik naakt ben. Daarom heb ik me verborgen." "Wie heeft je verteld dat je naakt bent?" vroeg Hij. "Heb je soms de vruchten gegeten van de boom die ik je verboden had?" "De vrouw die u mij gegeven hebt," antwoordde de man, "die heeft mij van die vruchten laten eten." Toen vroeg God, de Heer, aan de vrouw: "Waarom heb je dat gedaan?" "De slang heeft me bedrogen," antwoordde ze, "daarom heb ik ervan gegeten." (Genesis 3:7 - 13)

De zondeval resulteert al onmiddellijk in een scherpe pijn die alles overheerst - de diepe pijn eigen aan de scheiding. Voor het eerst is de mens angstig voor wat hem omringt. Gauw, gauw, probeert hij zich te kleden. Dat lukt niet echt en hij verbergt zich nu voor God. Man en vrouw geven elkaar de schuld - de eerste ruzie. Een beangstigende ervaring voor wie kort daarvoor geen besef van kwaad had! Heel veel pijn in enkele verzen!

daarom zal de grond vervloekt zijn

Toen zei God, de Heer, tegen de slang: "Omdat je dit gedaan hebt, zul je vervloekt zijn: alle dieren zullen je schuwen, de tamme en de wilde. Op je buik zul je kruipen, stof zul je eten, je leven lang. Vijandschap zal er zijn tussen jou en de vrouw, tussen al jullie nakomelingen: zij zullen jouw kop vertrappen, jij zult hen in de hiel bijten." Tegen de vrouw zei hij: "Zwaar zal ik je zwangerschap maken, met pijn breng je kinderen ter wereld. Verlangen zul je naar je man, hij zal je heerser zijn." Tegen de man zei hij: "Naar je vrouw heb je geluisterd, gegeten heb je van de boom die ik je verboden had. Daarom zal de grond vervloekt zijn: zwoegen moet je om ervan te kunnen eten, je leven lang. Dorens en distels zullen op je akker groeien, wilde planten zul je eten. Je zult je in het zweet moeten werken voor je dagelijks brood tot je terugkeert in de aarde, want daaruit ben je genomen; uit stof ben je gemaakt en stof zul je weer worden." De man noemde zijn vrouw Eva: Leven, omdat zij de moeder van al het menselijke leven is geworden. God, de Heer, maakte kleren van dierenhuiden voor de man en zijn vrouw en deed hun die aan. Toen dacht hij: "De mens is aan ons gelijk geworden, hij heeft nu inzicht in goed en kwaad. Ik wil verhinderen dat hij ook nog de vruchten van de levensboom plukt. Want als hij die eet, zal hij voor altijd leven." Daarom stuurde God, de Heer, hem weg uit de tuin van Eden om de grond te gaan bewerken waaruit hij gemaakt was. Hij joeg de mens weg en stelde aan de oostkant van de tuin van Eden wachters op en een vlammend zwaard dat flitsend heen en weer schoot. Zo kon geen mens meer bij de levensboom komen. (Genesis 3:14 - 24)

tegelijk stelt God zich op als tegenstander

God toont al dadelijk dat Hij de mens niet loslaat. "De kop van de slang zal vertrapt worden". Met die symbolische woorden belooft Hij een uiteindelijke bevrijding. Ook biedt Hij de mens een betere bescherming - een bontmantel in plaats van vijgenbladeren. Maar dat vraagt dan wel het eerste dierenoffer. Een diep verstoorde wereld reikt geen gemakkelijke oplossingen aan.

Tegelijk stelt God zich op als een tegenstander. Hij verjaagt de mens uit het paradijs en vervloekt de aardbodem. Hij maakt de mens sterfelijk. Niemand ontsnapt aan dat verplichte afscheid. God treft man en vrouw in het diepste van hun wezen. De man ervaart nu moeite in zijn arbeid. Er is nog arbeidsvreugde maar velen moeten zwoegen om te overleven en komen niet toe aan zelfontplooiing. De vrouw wordt getroffen in haar moeder-zijn en haar relatie tot de man. Ze ervaart pijn bij de geboortes. Relaties die bedoeld waren als een verrijking, worden nu veelal ervaren als een beknotting van de persoonlijkheid. Er is nog vriendschap, maar vaak is er ook ruzie en soms zelfs oorlog. Gelukkig schijnt de zon nog en brengt de aarde ook nog vrucht voort. Maar soms verloopt het leven moeizaam en het lijkt dat God het zo gewild heeft en intentioneel de pijn van de scheiding nog groter heeft gemaakt.

zelf de gebroken wereld zou er nog paradijselijk uitzien …

God verantwoordelijk voor al die pijn? We moeten behoedzaam zijn wanneer we die stelling volgen. Zelfs de vervloekte wereld zou er paradijselijk uitzien, wanneer de mens Gods wegen volgde. Heel veel nodeloze pijn is het directe gevolg van het egoïsme van de mens en houdt geen verband met "Gods tegenwerking"- waarover Genesis het heeft.

Maar waarom laat de Almachtige nodeloos en onrechtvaardig lijden toe? Het lijkt dat God om zijn glorieus einddoel te bereiken - de mens opnieuw laten delen in zijn perfectie - die weg niet kan vermijden. Een diep verstoorde schepping reikt geen gemakkelijke oplossingen aan.

God maakt het leven moeilijk, maar Hij stelt ook al direct beschermende kledij ter beschikking. Hij lijkt dan wel een tegenstander. Maar wie aandachtig toekijkt weet wel beter: God beoogt het goede als geen ander. In directe confrontatie met de pijn hoor je Jezus ook nooit zeggen: "de Vader heeft het zo gewild". Toch wel, één enkele keer, wanneer Hij zelf aan zijn lijdensweg begint. Geconfronteerd met andermans lijden, is Hij graag vergevend. Hij herstelt dan de relatie tot zijn Vader en brengt tegelijk genezing. Voor Jezus moet pijn weer wijken voor de vreugde. Dat blijkt ook uit één van de namen die God voor zichzelf gekozen heeft: Hij laat zich kennen als de Trooster.

geen assistentie bij de zelfmoord

Gods tegenwerking wordt gedeeltelijk verklaard door het feit dat hij niet kan meewerken aan een tegen Hem gerichte staatsgreep. God werd naar het achterplan verdrongen en moest plaats ruimen voor "de vader van de leugen". Evenmin kan Hij assistentie verlenen bij de zelfmoord van de mensheid - een mensheid die zich heeft afgesneden van de Bron van alle leven.

Als God het leven niet lastig had gemaakt, de mogelijkheden van de mens niet had ingeperkt, de taal in Babel niet had verward… zou de mens voortdurend weer bevestigd worden in zijn idee dat hij er goed aan deed voor zichzelf te kiezen. Dat hij God niet nodig heeft, maar zelf als God is. God wil voorkomen dat de naïeve mens met zo'n waanidee de eeuwigheid instapt. En dan voor altijd opgesloten wordt in zijn zelfgemaakte kerker.

Gods reactie is een haltuitroep naar iemand die de verkeerde kant uitloopt - zijn ondergang tegemoet. Maar omdat de mens hardhorig is, en zich niet gemakkelijk geeft, geldt "wie niet horen wil, moet voelen". God gaat dus tegenwerken om zo de mens te confronteren met de consequenties van zijn keuzes. Hij toont een stukje van de schade, veroorzaakt door de zondeval. Lijden kan dan een profetisch teken zijn dat toont wat er gaande is achter de schermen. Het is dan een symptoom van een levensbedreigende sluimerende ziekte. En wanneer pijn de waardeschaal overhoop haalt, en de mens gevoelig maakt voor wat echt belangrijk is, wordt het een medicijn dat herstel te weeg kan brengen.

iedereen, schuldig of onschuldig, wordt getroffen

Hoewel de ene mens misschien veel meer dan de andere nood heeft aan zo'n profetisch teken, treft pijn de mensheid in het algemeen. Iedereen, schuldig of onschuldig, wordt getroffen, want de mens is een sociaal wezen. Zijn lot, zijn vreugde en verdriet, hangen grotendeels samen met het lot van andere mensen. Een handelsembargo treft het ganse land, en vooral zij die zwak zijn en onschuldig. Het lijden is slecht verdeeld in deze wereld en dat gaat in tegen het rechtvaardigheidsgevoel. Job had het daar al moeilijk mee. En ook Jezus, want Hij zegt: "Zalig die nu wenen, want zij zullen getroost worden". Is dat geen uiting van onvrede tegenover onrechtvaardig verdriet?

in een ruimer kader biedt God wél een oplossing

De zondeval plaatste God voor dilemma's die geen oplossing vinden binnen het bestek van deze schepping. In een ruimer kader belooft God wél een oplossing. Maar die kan slechts worden gerealiseerd doorheen de pijn. Pijn voor de mensheid, maar ook - en zelfs in de eerste plaats - pijn voor de Schepper die zelf mens wordt. Jezus incasseert aan het kruis - op een voor ons onbegrijpelijke wijze - alle pijn en alle lijden. De vloek van Genesis treft nog het hardst God zelf in de persoon van Jezus. En Hij aanvaardt dit onrechtvaardig lijden met een grote mildheid - als een lam. Dat toont natuurlijk overduidelijk dat Gods reactie op de zondeval - Gods niet ingegeven is door wrok, maar wel door liefde.

Paulus probeert de christenen ervan te overtuigen dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de glorie die hen te wachten staat. Hij zegt dat er een tijd komt waarop elkeen voor God zal buigen en zal erkennen dat Hij goed gehandeld heeft. En hij dringt er tegelijk op aan dat mensen nu al uit vrije wil geloven in Gods goedheid. Gunnen we Hem die blijdschap?

Bekijk je liever de video's?  youtube logo
'Het feestmaal en de vuilnisbelt - over hemel en hel' (8')
'De hemel verdienen? Of krijgen?' (8')

de existentiële pijn

Lichamelijke en emotionele pijn wordt meestal wel herkend. Maar pijn signaleert niet enkel de gekwetstheid van het lichaam of van de emoties. Het signaleert ook de diepe fundamentele verwonding van de mens. Zo'n pijn houdt verband met het menselijk bestaan - met l'existence - en wordt dan ook omschreven als een "existentiële" pijn. Een pijn die "de erfzonde" signaleert - zo omschrijft de katholiek het - en wijst op een nood aan bezinning en aan herstel van de relatie tussen God en mens.

Het feit dat pijn een door God gegeven signaal kan zijn, wordt ondersteund door de verschillen tussen mens en dier. Een hond kwispelstaart wanneer hij gelukkig is, en kwijnt weg bij gebrek aan aandacht. Maar ervaart hij ook existentiële pijn als een signaal? Dieren kennen een pijnloze bevalling en ervaren minder lichamelijke pijn dan de mens. Vissen zouden zelfs geen pijnzenuwen hebben. Dieren hebben geen pijn nodig om na te denken over de zin van het leven. Of om gecorrigeerd te worden in hun waardeschaal en in hun levenskeuze. Dieren volgen gewoon hun instinct.

Niet iedereen voelt en herkent de existentiële pijn - toch niet in elke levensfase. Die pijn uit zich in rusteloosheid en onbehagen. De mens voelt zich onvolledig, beschadigd, een zwerver. Maar velen interpreteren dat gevoel verkeerd. De oorzaak van de pijn wordt dan niet onderkend en dat leidt tot foute reacties, zoals het verdringen van de onrust door alle stilte te verjagen. Overactief zijn, overdadig genieten en extreme sensaties opzoeken, lijken dan het antwoord. Of wegvluchten in drank of drugs. Wie zo de pijn verdringt, maakt het probleem alleen maar groter.

diepe vreugde bevat een beetje pijn

Sommige mensen hebben vaker last hebben van zwaarmoedigheid of melancholie - van heimwee naar het verloren paradijs. Zij lijken wel gevoeliger voor existentiële pijn. Melancholie treft vooral creatieve mensen. Kunstenaars voelen beter aan dat er fundamenteels iets fout zit. Zij leven op het dieper niveau van de ziel, dichter verbonden met de geest. Het originele en het mooie dat zij ontdekken steekt af tegen de grijsheid en het egoïsme van de wereld. Zij smaken soms iets dat afkomstig lijkt uit een ideale wereld, maar zij kunnen dat niet vasthouden. Ze proeven het even, maar dan loopt het weg als water tussen de vingers.

Elk mens kent natuurlijk die ervaring. Je ervaart soms diep geluk. Maar je kan dat niet vasthouden, of je kan het niet ongeremd beleven en dat doet dan weer een beetje pijn. Diepe vreugde bevat veelal een beetje pijn. Wie een prijs ontvangt en dan weer thuis komt, ervaart de weerbots - een gevoel van leegte - is het dat maar… Koning Salomo vatte dat gevoel samen met de woorden: "alles is ijdelheid". Wie succes kende, en in het middelpunt van de belangstelling stond, kent dat gevoel.

gehoor geven aan de haltuitroep

Existentiële pijn kan de aanzet vormen om God te leren kennen. Misschien horen we dan die woorden "Kom tot Mij, gij die vermoeid en belast zijt, en ik zal u innerlijke rust geven". We kunnen dan gehoor geven aan de haltuitroep, eerst diep naar binnen kijken en dan omhoog naar God. Van binnenuit en van bovenuit vernieuwd, kijken we daarna als een veranderd mens opzij, in een wereld die nu ruimer lijkt. De rest van de weg wordt nu samen met God afgelegd.

Pijn en moeite kunnen ons zo in Gods armen drijven. Wie Hem op de juiste manier leert kennen, wordt innerlijk rustig en weet zich nu geliefd. De pijn wordt minder scherp door het ervaren van Gods liefde en bescherming. Een mens weet dan vanwaar hij komt en waarheen hij gaat. Er is het perspectief op nieuwe betere tijden: de zekerheid van een komend paradijs. Zo iemand leeft op twee niveaus. Vooreerst het niveau van de gebroken wereld. Voorts op het niveau van het Gods Koninkrijk - een ideale wereld die in wording is. Als het goed is, staat hij nog steeds nuchter met beide voeten op de grond, maar tegelijk leeft hij ook een beetje met het hoofd - het hart, de ziel - in de wolken.

Existentiële pijn kan ons in Gods armen drijven, maar Zijn nabijheid stilt niet alle lijden, wel integendeel. Wie met Hem bevriend is, merkt ook dat God een buitenstaander is in deze wereld, en dat doet pijn. Dat maakt christenen wat zwaarmoedig - een andersoortige onrust die aantoont dat zij geen kinderen aan huis zijn in deze wereld. Er ontstaat dus tegelijk de existentiële pijn van de vreemdeling in een Godsvijandige wereld. Christus - ook de lijdende Christus - is diep in ons aanwezig. Dichter bij God, ervaren we nu ook Zijn pijn over een gebroken wereld.

kunnen we die pijn in mildheid dragen?

Er zijn dagen waarop mooie woorden te zeer contrasteren met wat we rondom zien, of in ons voelen. De onrechtvaardigheid, het gebrek aan liefde, ons eigen tekortschieten… overweldigen ons dan. Wat doen we met die pijn? Worden we cynisch en reageren we de pijn af, op anderen en op God?

Of kunnen we die pijn in mildheid dragen, wetend dat we nog even moeten volhouden en dat het licht de duisternis overwint en niet omgekeerd. Want we kunnen die existentiële pijn hoe dan ook niet wegwerken. Niet door veel lawaai, zoals in de wereld. Ook niet met positief denken, goede lectuur en veel gebed. Evenmin met een deugdelijk leven en inzet voor de medemens. Wie dat hoopt bereidt zich beter voor op een "burn out".

Neen, de boodschap is veeleer dat we die pijn moeten herkennen en de juiste plaats moeten geven - een plaats dicht bij God. Zo kunnen we pijn in mildheid dragen en dat zal ons tot zegen zijn.

C.S. Van Audenard
december 2000
herwerkt in herwerkt in januari 2003

Lees verder "Moeder waarom lijden wij? (II) - de tweede generatie"
Heb je de illustratie al bekeken?
Begin