Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

DE VERSMALDE VRAAG EN HET VERBREDE ANTWOORD
christelijk denken over mens en maatschappij

De inhoudstafel van het boek?

8.
EEN AGRESSIEVE IK-CULTUUR

wanneer alle schaamte is gestorven

cameraman

Het hek is van de dam wanneer alle schaamte is gestorven. Daarom doet het de christen pijn wanneer hij ziet dat niets nog heilig is op het publieke forum en alles wordt ontbloot. Wat bijzondere waarde heeft wordt op de markt gegooid en achteloos vertrapt. Principes die de basis vormen voor een mensvriendelijke maatschappij worden weggelachen en moeten wijken voor het dollarteken of voor het symbool van het bronstige konijn dat bij voorkeur op een GTI gekleefd wordt. Amusementsprogramma's proberen de concurrentiestrijd te winnen door elkaar te overtroeven met vulgaire praat. Mensen met een twijfelachtige moraal krijgen de Tv-studio aangeboden als platform voor de verkondiging van hun destructieve boodschap. Wie platvloerse ideeën vertolkt met literair talent wordt misschien nog gepromoot door de toekenning van een literaire prijs. Cultuur is niet kieskeurig en trekt zich weinig aan van de ethiek. De waardeschaal is op z'n kop gezet in zo'n genivelleerde wereld. Spectaculaire gebeurtenissen en de uitslag van de voetbalmatch zijn nu het grote nieuws geworden. De jacht naar uiterlijk vertoon laat weinig ruimte voor diep menselijke waarden. In zo'n referentiekader houdt de individuele kwaliteitscontrole moeilijk stand.

En wanneer het individu zichzelf niet meer in toom houdt, neigt een maatschappij naar anarchie. Het vertrouwen is verbroken. Een geschrift telt niet meer, laat staan een gegeven woord.

Hoe kan men in een land met zoveel vrijheden iemand intomen die op een listige manier bedriegt. Is hij voldoende glad, dan krijgt de overheid hem niet te pakken en leeft hij als God in Frankrijk. En loopt het toch eens mis, dan procedeert hij jarenlang. Misschien kan hij zich beroepen op een procedurefout, of vindt hij een achterpoortje in een te complexe wetgeving en kan hij zo aan de dans ontspringen. En dan hebben we ook nog het brutale kwaad, het dynamiteren van geldtransporten, het geweld rond de voetbalstadia, het blinde terrorisme, de glasscherven in babyvoeding… het wordt moeilijk samenleven. Hoe kan een maatschappij zich beschermen tegen waanzin?

het subtiele onderscheid

Er is ook het subtiele onderscheid tussen theorie en praktijk. De meerderheid staat zonder twijfel positief tegenover eerlijkheid en zoveel andere waarden. Maar in de praktijk vinden deze principes slechts een selectieve toepassing. Ze worden consequent in eigen voordeel ingeroepen en ook wel ondersteund wanneer men toeschouwer is in een dispuut. Is men zelf partij in een conflict, dan is het respect al minder evident. Vooral wanneer men staat tegenover een anonieme derde, zoals een openbare instelling of een rechtspersoon. Of ook wanneer men zijn tegenspeler niet oog in oog ontmoet. Hoe vaak wordt een aangifteformulier voor een verzekeringsmaatschappij waarheidsgetrouw ingevuld? Hoe vaak wordt de overheid niet opgelicht? En zo eet bijna elkeen mee van de verboden vrucht en wordt het toepassingsveld van die principes geleidelijk aan ingekrompen. Vroeg of laat komt dan de dag waarop het principe zelf verloochend wordt en waarop men zich niet meer schaamt over zijn opportunistische levensstijl. Ofwel gebeurt dit in het eigen leven, ofwel heb je een uitgesteld effect in een volgende generatie die de hypocrisie wel door heeft.

En ook zij die de wetten stemmen of die beroepshalve de toepassing ervan controleren, zijn kinderen van hun tijd, en dus vaak in meer of mindere mate aangetast door dezelfde ziekte. Vandaag komt dit tot uiting als abcessen in de marge. Maar 't wordt pas echt een terugkeer naar de jungle wanneer de ziekte tot een epidemie wordt.

Vriendjespolitiek, kruiwagens, ellebogen, omkoperij en fraude… een karikaturale voorstelling van het politieke leven waarin de scherpe punten extra werden aangedikt. Maar nu en dan overtreft de realiteit nog de verbeelding.

moraliserende affiches langs de weg

Men moet weten wat men wil. Een cultuur die aanzet tot arrogantie en tot het overschrijden van de innerlijke grenzen, een cultuur die in film en literatuur alle schroom en schaamte overwint, legt de innerlijke politieman het zwijgen op, en mag niet verwachten dat de individuele burger nog de loyauteit zal opbrengen om de uiterlijke grenzen van de wetgeving te respecteren. Moraliserende affiches langs de weg die aansporen tot voorzichtig rijgedrag zullen niet meer baten tegenover hen die de moraal opzij hebben gezet. Voor hen geldt enkel nog het recht van de sterkste… de dwang van een repressieve overheid. En er zijn er die de rekensom al vooraf hebben gemaakt. Zes maanden lang "in 't zwart" metro rijden, met een boete bovenop, betekent nog veel winst.

Regeren wordt ondankbaar omdat alle verantwoordelijkheid verschoven wordt naar de overheid. "Die moet er maar voor zorgen dat je niet kan frauderen! Die moet controleren en de échte misbruiken bestraffen!" Maar de burger speelt een dubbel spel want hij is niet bereid zijn medewerking te verlenen. Een daadwerkelijke tussenkomst in eigen leven wordt ervaren als een inbreuk op de privacy en wordt slechts met tegenzin geaccepteerd. En intussen neemt hij zelf ook, op grond van het evenredigheidsbeginsel, een stukje van de koek. "Iedereen doet het. Waarom ik niet?" Hij denkt vrijuit te kunnen gaan zolang er een ander rondloopt die het nog slechter doet. En toch schreeuwt hij het uit wanneer hij zelf nadeel ondergaat. En ook de drukkingsgroepen spelen het spel niet eerlijk wanneer zij het overheidsgezag ondermijnen door een wettelijke maatregel te omschrijven als "een hold-up vanwege de overheid". Het lijkt wel alsof elkeen, door een egoïstische reflex, zijn steentje bijdraagt tot een culturele zelfmoord. De Titanic vergaat, maar de opvarenden hebben slechts oog voor hun eigen copieuze maaltijd.

In zo'n context is het moeilijk wetgeving te ontwerpen. Voortdurend moet men op zijn hoede zijn voor kwade trouw. De overheid heeft de onmogelijke opdracht elke deur te beschermen tegen inbraak.

de Rambo-cultuur wordt in veel huizen niet geaccepteerd

Misschien is dit een te zwart gekleurde voorstelling van 't leven. Een weergave van het frontpaginanieuws. Niet representatief voor het doorsnee leven van de Belg. De Rambo-cultuur wordt in veel huizen niet geaccepteerd. Het doet goed wanneer je oog valt op de eerlijkheid van collega's of op de belangeloze inzet van mensen om je heen, heel wat politici daarbij inbegrepen.

We zijn zo vertrouwd met het decor waarin we leven dat we al het goede van onze eigen bodem niet meer als goed herkennen. We hebben bewegingsvrijheid en de vrijheid om onze mening te uiten. Een economie die betrekkelijk goed draait, een uitgebreide sociale zekerheid, een goed uitgebouwd onderwijsnet en een efficiënte gezondheidszorg. Er is stabiliteit ondanks de soms onstabiele regeringen. Ondanks vele tegenstellingen binnen de bevolking kennen we in dit land niet de problemen van Ierland, weinig terrorisme en geen staatsgrepen.

Toch doen de abcessen vragen rijzen over de toekomst omdat ze symptomatisch zijn voor een voedselvergiftiging die het lichaam ondermijnt - geen geruststellende gedachte!

de niet gerechtvaardigde veralgemening

Kenmerkend voor onze cultuur is de "niet gerechtvaardigde veralgemening" of de verdachtmaking omdat men niet meer kan geloven in zuivere motieven. Deze gedachtegang is het gevolg van een reeks ontgoochelingen. Het is de wrange nasmaak van misbruik van vertrouwen. De sceptische houding keert zich ook tegen diegenen die nog kredietwaardig zijn. Wie gelooft vandaag nog dat sommige mensen eerlijk hun belastingsaangifte invullen? Gelooft er nog iemand in politici met propere handen? We geloven toch niet meer in sprookjes!

Een cynisme keert zich tegen handelen dat geboren wordt uit een zachte waarde, uit het eenvoudige streven om correct zijn werk te doen, uit het verlangen om "zomaar" de medemens te helpen of uit "het gegrepen zijn" door Gods liefde. Gelukkig zijn er uitzonderingen - mensen of organisaties die een algemeen verspreid vertrouwen genieten - maar ze liggen dun bezaaid. Amnesty International en Artsen Zonder Grenzen horen bij de koplopers van deze uitgedunde groep. Twee organisaties die levensbeschouwelijk neutraal zijn en waarschijnlijk ook om die reden heel wat steun vinden bij de media. Wat verzuild is, ruikt al gauw verdacht.

Wie vrijgevig is, zwijgt een tikkeltje verlegen wanneer hij voor de zoveelste keer de veralgemening moet aanhoren dat elkeen toch maar denkt aan z'n eigen portefeuille. Wie eerlijk poogt te leven, voelt zich eenzaam wanneer hij vaststelt hoe lichtzinnig sommige mensen met de waarheid omgaan. Is het ideaal niet diep geworteld, dan zal hij misschien ook zwichten voor de druk. Het kan soms lastig zijn als je tegenstroom moet varen en meewarig aangekeken wordt door hen die heel gezwind voorbij varen in de andere richting… alsof je niet helemaal normaal bent.

honni soit qui mal y pense

Maar het kan ook anders! Een cultuur waarin vertrouwen heerst, neutraliseert het lichtzinnige verwijt. "Honni soit, qui mal y pense" treft als een boemerang hen die lichtvaardig oordelen. Is daarentegen het vertrouwen zoek, dan haalt een andere spreuk de bovenhand. "Waar rook is, is vuur" draait de rollen om. Een hypothese wordt uitgebazuind als waarheid. Een niet gefundeerde aanklacht krijgt de bewijskracht van een vonnis. Ook de journalistiek wordt partijdig wanneer zij liever niet gelooft in onschuld. Het interview gaat dan lijken op een kruisverhoor waarin de verdachte door gerichte vragen vakkundig in een dwangbuis wordt verpakt - herleid tot een klankbord voor de vragensteller.

Het leven wordt ingewikkeld voor hen die niet goed in de markt liggen en daarom het slachtoffer zijn van vooroordelen. De eerste christenen in het oude Rome waren in zo'n positie. Ze waren de atheïsten van hun tijd omdat ze slechts in één God geloofden. Afgeschilderd als kannibalen en verantwoordelijk gesteld voor al wat fout ging. Opgepeuzeld door de leeuwen als schouwspel voor het groot publiek.

De geschiedenis herhaalde zich vele eeuwen later. Mikpunt van het fascisme was vooral het Joodse volk. Samengedreven en getransporteerd als slachtvee. Miljoenen werden vakkundig uitgemoord voor de goede zaak. Een collectieve waanzin die toch meerdere jaren duurde. Onvoorstelbaar hoe de mens hiertoe in staat is!

Aan dat nachtmerrie kwam God zij dank een einde. Maar onverdraagzaamheid leeft verder. Wie klassieke normen verdedigt, krijgt in sommige milieus al gauw het etiket van hypocriet. Een groep die God belijdt, en niet past in het traditionele kader, wordt als sekte nagewezen en zo gemarginaliseerd. Charismatici die in hun geloofsbeleving emoties durven uiten, worden aanzien als kandidaten voor de psychiatrie. Een kritiek die nooit gericht wordt op de vele voetbalfans, deftige heren in de loges inbegrepen, die bij een doelpunt in de juiste goal uitzinnig staan te juichen. Predikanten die misschien wel of misschien niet op tv verschijnen zijn per definitie geldwolven. Want de verwijzing naar een zachte waarde wordt doodgeverfd als een alibi voor geldzucht. Honni soit, qui mal y pense.

Naar hoofdstuk 9: ROLPATRONEN EN TRADITIES
Heb je de illustratie al bekeken?
Begin