Heb je de illustratie al bekeken?
Einde
DE VERSMALDE VRAAG EN HET VERBREDE ANTWOORD
christelijk denken over mens en maatschappij
7.
DE MENS ALS EEN SOCIAAL WEZEN
de middelpuntvliedende kracht
De eerste echtelijke ruzie is het zoveelste symptoom van een gebroken wereld. Adam geeft zijn versie van de feiten en schuift, zonder zijn aandeel te vernoemen, de verantwoordelijkheid naar zijn partner toe. Maar die heeft op haar beurt al weer een andere zondebok gevonden. Gebroken in zichzelf wordt de relatie tot de ander wel zeer broos. Het egoïsme maakt de mens tot een draaikolk die alles naar zich toetrekt om het, samen met zichzelf, de diepte in te sleuren.
De mens heeft de weegschaal in bezit genomen en ingeplant in eigen denken. Het unieke referentiepunt kan zo vervangen worden door een eigen maatstaf. Kennis van goed en kwaad wordt een relatief begrip, dat in functie van het eigen doel, verschillend gedefinieerd kan worden. En tussen mensen onderling heeft die egocentrische beweging uiteraard een tegengesteld effect. Wat een mozaïek kan zijn, lijkt op een samenraapsel waarin veel tegenspraak verscholen zit. Een middelpuntvliedende kracht haalt mensen uit elkaar en maakt uitdeinende cirkels van vijandigheid of onbegrip. Wat verenigd kan worden tot één lichaam, met God als levensbron en een samenhang waarin elk orgaan tot ontplooiing komt, lijkt nu eens op een lijf aan lijf gevecht, dan weer op een min of meer geslaagde coalitie. Een coalitie, wanneer mensen vanuit edele of minder edele motieven tot samenwerking komen. Een lijf aan lijf gevecht, wanneer de mens het probleem van de schaarste met list of met geweld in eigen voordeel wil beslechten. Een gevecht met de wapens van het lichaam, van de emoties of van het intellect. Hoe meer gebroken in zichzelf, hoe meer elk instrument een kwetsend wapen wordt. Handen worden vuisten, commentaar wordt afbrekende kritiek, humor wordt cynisme. Het luisteren wordt selectief, heeft geen oor voor verzachtende omstandigheden, vergeet de context en kleurt alles negatief. Het intellect hanteert ruzie of verdeeldheid als een instrument. Door de Romeinen samengevat in het gezegde "verdeel en heers", heel wat later vervangen door het logo van de hamer met de sikkel, en uitgewerkt in een doctrine waarin de klassenstrijd werd gepromoot als de drijvende kracht van de geschiedenis.
de kleinste coalitie
De spanning die resulteert uit de verscheidenheid is al voelbaar in de kleinste coalitie van het eerste mensenpaar. Vooreerst een aangename positieve spanning aangezien de tegenpolen zich tot elkaar aangetrokken voelen en wonderlijk wel elkaars aanvulling zijn. Maar ook een negatieve spanning, veroorzaakt door de wrevel die ontstaat wanneer twee mensen elkaars schaduwzijden moeilijk kunnen accepteren of wanneer ze erg verschillend zijn en elkaar niet kunnen vinden. Bedoeld om liefdevol verenigd te zijn tot één lichaam en één te zijn in doel en streven, toont het huwelijk soms de kenmerken van een eenzijdig opgelegde eenheid, eigen aan een dictatuur. Bovendien werd het mannelijk gelijk vastgelegd in tradities en structuren … een scheefgetrokken maatschappij, beheerst door de klassieke mannelijke waarden.
De negatieve spanning tussen de geslachten werd in het boek Genesis reeds omschreven als een probleem dat inherent is aan de gevallen mens. Een hypotheek die nooit helemaal gelicht kan worden aangezien de mens een mens blijft.
De voorbije decennia werd het kaartspel wel flink door elkaar geschud. De negatieve spanning tussen man en vrouw trad buiten het gezin en leidde tot een maatschappelijke strijd. In heel wat opzichten bracht dit een nieuwe vrijheid, maar toch is er de dreiging dat dit alles ertoe leidt dat de mannelijke ondeugden nog meer worden veralgemeend.
Nu de kaarten anders liggen biedt het leven als vrouw meer kansen. Wat niet beduidt dat het volmaakte is gekomen … of zal gekomen zijn wanneer een statistische gelijkheid wordt bereikt. Want het ideaal van vrijheid in zichzelf en harmonie met de ander, is slechts haalbaar wanneer de mens zijn plaats in Gods scheppingsorde heeft gevonden, weet waar hij vandaan komt en waarheen hij gaat. Al die vragen zijn niet zo vanzelfsprekend wanneer de Auteur niet wordt herkend en aangesproken. En die zoektocht naar de eigen identiteit is ingewikkelder wanneer men niet alleen zijn temperament en zijn sterke en zwakke zijden moet ontdekken, maar tevens aan de weet moet komen wat het beduidt om vrouw of man te zijn. De bekwaamheid om een duurzame relatie aan te gaan is niet toegenomen. Onze ontvoogde maatschappij is een goede voedingsbodem voor navelstaarders die hun eigen koninkrijkje bouwen. Het huwelijk dreigt te verworden tot een tweestrijd waarin elk een andere koers wil varen. Maar zo'n egotrip brengt de illusie aan het licht van de hoog geprezen vrijheid. Wie leeft voor zichzelf komt er maar bekaaid vanaf. De vreugde van het geven is intenser dan de oppervlakkige voldoening van wie neemt en bezit voor eigen rekening.
de vergelijking met het menselijk lichaam
Paulus zag hoe de variëteit tussen de mensen aan de oorsprong ligt van heel wat moeilijkheden. Hij wil de christenen te Korinte onderwijzen en maakt de vergelijking met het menselijk lichaam, waar elk deel zijn eigen rol vervult, en onmisbaar is voor 't behoorlijk functioneren van 't geheel. Elk orgaan wordt ertoe aangezet zijn eigenheid en zijn bestemming te accepteren, en zich dus dienstbaar op te stellen. Het profetische oog, dat geneigd is het verkregen inzicht in eigen voordeel te gebruiken, en zich al vlug boven de andere organen verheven weet. De hand die actief is en de vruchten oogst die ook voor anderen bestemd zijn. De minder eervolle lichaamsdelen, zoals Paulus dit omschrijft, die als werknemers in ondergeschikt verband de opgelegde taken uitvoeren. De voeten, altijd bereid om het hoofd te brengen waar het zijn wil.
Paulus vraagt de leden hun rol te accepteren. Niet vanuit een reactionaire instelling, om gezagsstructuren te versterken en daar zelf voordeel uit te halen, en evenmin opdat elkeen zou buigen voor een goddelijk noodlot, maar veeleer vanuit een realistisch inzicht in de anatomische verbondenheid van mensen. Want gelijktijdig wordt ook een pleidooi gehouden voor een talentenjacht, voor de volledige ontplooiing van alle sluimerende capaciteiten in de mens.
minder productieve arbeidsvormen
Paulus blijft met zijn vergelijking binnen de joodse traditie. Want de bijbel apprecieert de variëteit. De vele soorten arbeid en ook de gewone dagelijkse bezigheden worden aanzien als een vervolg op Gods scheppingsdaad. En er was bij het joodse volk ook ruimte voor de minder productieve arbeidsvormen zoals muziek en andere kunstvormen, en voor de kerkelijke bedieningen - voor de zielzorgers van de joodse mens. De variëteit in mensen verdraagt geen keurslijf, waarbij het leven wordt verengd en dienstbaar wordt gemaakt aan de zogenaamde hogere belangen van wie het voor het zeggen heeft. De verscheidenheid vraagt een pluriforme maatschappij, waarin de mens de vrijheid heeft zelf zijn levensweg te vinden. Een maatschappij waarin de verschillende aspecten van de mens, en ook de verschillende soorten mensen aan bod kunnen komen. Ook zij die op één of andere wijze gehandicapt zijn. Willen we ook hen beschouwen als een "doel op zich", en hen juist daarom die extra bescherming geven die hen toelaat waardig te leven? Of kijken we slechts naar het economische nut, en trappen we nog even na? Zo ja, dan gelijken we een beetje op de totalitaire culturen van weleer, want die hadden er problemen mee om ook de gehandicapte als mens te accepteren. En niet alleen met hen hadden zij het moeilijk, ook met mensen die niet zomaar in 't gelid willen lopen - met de alternatieve wereld van de kunstenaars en met hen die een hoger gezag erkennen omdat zij geloven in het transcendente.
een na te streven doel
Paulus' vergelijking met het menselijk lichaam sloeg in de eerste plaats op de verbondenheid tussen de christenen. Paulus deed meer dan het vaststellen van feiten. Hij stelde eenheid ook voor als een na te streven doel. Eén lichaam, met Christus als hoofd, een zenuwstelsel dat elke prikkel doorgeeft aan het centrum en een bloedsomloop die klein duimpje met de grote teen verbindt. Als communicerende vaten, zodat de overvloed van de ene het tekort van de andere opheft. Er is wederzijds onderwijs, bemoediging en correctie. De mogelijkheden van het lichaam zijn exponentieel en overstijgen de som van de individuele mogelijkheden. Alle muziekinstrumenten samen bieden de schoonheid van een symfonie. Eendrachtig is men beter gewapend om de strijd aan te binden tegen een spirituele vijand. Wie alleen strijdt heeft geen dekking in de rug, wordt te gauw omsingeld en in het nauw gedreven.
"Gott mit uns"
Paulus ziet zichzelf echter niet als behorend bij het "universele broederschap der mensheid" want hij beseft dat eendracht onder mensen veelal gericht is op het realiseren van een wereld zonder God. Tegenover hen die geen christen zijn, is de onderlinge verbondenheid vooreerst een feitelijk gegeven. We delen in het wel en het wee van de maatschappij waarin we leven. Een dieper reikende eenheid is niet steeds mogelijk omdat de wegen uit elkaar gaan bij het invullen van fundamentele opties over mens en maatschappij. Evenmin een spirituele eenheid, wanneer de ander die dimensie niet erkent, of niet verbonden is met dezelfde God. Want als je even nadenkt kom je toch tot de conclusie dat Mohammed een andere God beschrijft dan Jezus. Eenzelfde vlag, een verschillende lading. Een andere persoonlijkheid, een andere boodschap, een andere levensstijl, een andere toekomst. Wie geblinddoekt de spirituele wereld binnenstapt, zal al wat hij ontmoet als god omschrijven. Maar je kunt ook hier, net als in het gewone leven, bedrogen worden. Je moet het onderscheid ontdekken tussen het authentieke en de imitatie, tussen waarheid en fantasie, werkelijkheid en "wishful thinking". De spirituele wereld kan toch niet zo eenvoudig zijn dat het prevelen van "God" zou volstaan om in contact te treden met de Allerhoogste.
Jezus doorbreekt de vormelijkheid en logenstraft de autonome kracht van rituelen en gebeden. Hij neemt de blinddoek weg en wijst er op dat wie zijn broeder haat, God niet kan kennen. "Gott mit uns" was een slag in het gezicht van de God van liefde, en een feestdag voor de god van haat. Het maakt dus toch verschil uit in welke god je gelooft. Het leven van diegene die een glimp kon opvangen van de Universele Schepper, zal anders evolueren dan het leven van wie zichzelf als god aanbidt, een god kent van geweld of wraak of op eigentijdse wijze buigt voor het wel en wee dat de sterrenhemel deze week te bieden heeft. Een maatschappij die de cultus van het eigen ik promoot, zal hiervan de sporen dragen. Net zo goed wanneer "de karma" alles overheerst: een doodsteek voor vernieuwing.
een relatie van ondergeschikt verband
Verscheidenheid moet vanzelfsprekend tot samenwerking leiden. Maar reeds van in den beginne ontaardt dit in een relatie van ondergeschikt verband, waarin de ene dicteert en de andere slaafs moet uitvoeren. Gezag wordt het instrument om de ander te verknechten. De mens transponeert zijn autoriteit als heerser over de natuur, naar zijn relatie tot de medemens. Verheft zichzelf tot het ultieme doel en herleidt de ander tot het middel. Verscheidenheid kan leiden tot een dynamische relatie, zoals deze van de leraar tot de leerling, gericht op de ontplooiing van wat potentieel aanwezig is. Maar soms heeft het meer weg van de relatie van de heerser tot de slaaf: een statische verhouding gericht op de consolidatie van het onderscheid.
In "mei 68" was "gezag" een vies woord geworden, dat je maar liefst uit je woordenschat verwijdert. Begrijpelijk wanneer we weten hoe vaak gezag misbruikt werd. Maar met het badwater werd ook het kind weggegooid.
Intussen werden de scherpe kantjes afgevijld, maar het negatieve beeld blijft hangen: onze cultuur proeft wat naar anarchie, gezag is iets waarvoor men zich bijna verontschuldigt.
Toch is gezag een fenomeen dat inherent is aan een menselijke samenleving. Heel wat mensen verwerven autoriteit binnen een bepaalde actieradius. Soms is die uitstraling beperkt tot de eigen werkkring, maar soms strekt zij zich uit over stad of streek, over land of werelddeel. Zij hebben op hun terrein "recht van spreken". Het gezag dat zo verworven wordt, heeft niets te maken met tradities. Het is het automatische gevolg van het feit dat mensen verschillen van elkaar zodat de één iets kan wat de ander niet kan. Wie geen gezag aanvaardt en als doe-het-zelver loodgieter en elektricien wil zijn, moet leergeld betalen. Het geklungel van de amateur werd al decennia geleden vastgelegd in een aantal spreuken. In een minder gediversifieerde maatschappij bleef de schoenmaker al bij zijn leest en stonden de beste stuurlui reeds aan wal. Het is dus normaal dat een maatschappij beroepen en titels reglementeert, en pas een officieel gezag toekent aan wie zijn kennis of ervaring heeft bewezen. Ook de anarchist aanvaardt, wanneer hij ziek is, het gezag van de medicus. Eigenaardig toch dat hij de lijn niet doortrekt en niet aanvaardt dat het leiden van een land of van een onderneming een vak apart is dat je best aan bekwame mensen toevertrouwd. Anarchie is niet de conclusie van een logisch denkproces. Veeleer de irrationele uiting van een eigenzinnig hart.
Gezag is omgekeerd evenredig met instinct: hoe meer instinct, hoe minder gezag, omdat alles reeds geprogrammeerd is, en geen ruimte laat voor keuze. Hoe meer vrijheid, hoe meer gezag … zelfs al klinkt dat tegenstrijdig. En hoe ruimer de scala is van menselijke mogelijkheden, hoe meer personen gezag zullen uitoefenen. Gezag zal bij uitbreiding van menselijk kennen en kunnen steeds ruimer verspreid zijn. Logisch dan ook dat een streng dirigistische staatsvorm niet kan overleven in onze technologische maatschappij.
Spreiding van gezag kan voortvloeien uit het wezen van de dingen. Maar soms heeft het een intentionele oorsprong, is het een politieke optie die bescherming tegen machtsmisbruik beoogt. Op politiek vlak komt dit tot uiting in de scheiding der machten. Er is een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, en ook binnen elke macht vinden we een ver doorgedreven specialisatie. Soms heeft de diversiteit geen functionele voordelen, doch is het een gevolg van een historische evolutie die men om politieke redenen en omwille van "verworven rechten" niet zomaar ongedaan kan maken. Soms lijkt het er zelfs op dat organen worden gecreëerd om de toekomst van de "kameraad" of van de "waarde vriend" veilig te stellen.
de kooi van Faraday
De menselijke beschaving wordt met de dag complexer. Het maatschappelijke leven bestaat nu uit tal van compartimenten, elk weer met een eigen logica en specifieke regels. Een beetje vergelijkbaar met het skelet, de bloedsomloop, het ademhalingsstelsel, de zenuwbanen … die samen het menselijk lichaam vormen. Maar anders dan in de anatomie is de wisselwerking tussen de vele stelsels van het maatschappelijke leven niet altijd gewaarborgd. Vaak heb je zelfs interne contradicties en tegenstrijdige belangen. Ook worden er in het sociale leven voortdurend nieuwe stelsels toegevoegd en moeten de oudere telkens worden aangepast. Een aanpassing die tijd vergt en intussen een bron is van interne spanningen.
Nieuwe stelsels worden door de wetgever gecreëerd omdat die zich verplicht ziet tegemoet te komen aan nieuwe noden of in te springen daar waar rolpatronen niet meer functioneren. En dat vraagt telkens weer een berg papieren. Het veronderstelt een wetgeving met artikelen ten gronde, met instituten en controlebepalingen. Het leidt tot gedetailleerde procedures want je moet rekening houden met een complexe onderbouw.
Soms lijkt het kader dat ontstaat wat op een trapleuning, door elkeen als positief ervaren. Maar meestal - terecht of onterecht - komt het bevoogdend over. Net als de omheining rond de tuin, bescherming biedend voor wie binnen staat, maar tegelijk voor hem, die avontuur heeft in zijn bloed, de spijltjes van het kinderbed - een belemmering om de wijde wereld in te trekken. En voor wie buiten staat komt de omheining meestal wat bedreigend over. Voor de outlaws in een dictatuur of voor de economisch zwakken in de derde wereld neemt het kader de vorm aan van de kooi van Faraday - een relatief veilige gevangenis voor wie binnen zit … levensgevaarlijk voor wie buiten staat. Een uitzondering die op wereldschaal veeleer geldt als regel.
de kantlijnen van ons sociaal bestel
De fractionering van de maatschappij maakt het leven ingewikkeld. Misschien niet voor wie behoort tot de grote middengroep, veilig levend binnen een gezinsverband en binnen de kantlijnen van ons sociaal bestel. Met wat geluk loopt alles goed gesmeerd: je hebt telkens weer op tijd je loon, je komt net niet in het rood en blijft in orde met het ziekenfonds. Zit je om raad verlegen dan heb je ergens bij familie of in vriendenkring wel een advocaat of een notaris die je op weg kan helpen. Wanneer de verzekeringsagent je ook behoedt voor onverwachte tegenslagen, dan is de cirkel rond. Een pluspunt, want het wordt moeilijk leven wanneer geld een kopzorg is.
Maar heb je van nature uit niet veel talenten meegekregen of werd je op je levensweg gekwetst, dan raak je verdoold in al die stelsels en maak je een goede kans om naar de kantlijn te verzeilen. En voor de marginale wordt het leven moeilijk want een ongeluk komt nooit alleen. De losgekomen steen sleurt in zijn val nog heel wat mee. Het gaat van kwaad naar erger. Faalt één onderdeeltje, dan valt heel de machine stil. Niet in regel met "den dop", betekent geen tijdige betaling van de kinderbijslag. En tanden laten vullen moet nu ook op eigen kosten. Leningen worden niet meer afbetaald en de financiële put wordt alsmaar dieper. Je blijft in leven dankzij de bijstand, en wat hulp van links en rechts. Telefoon wordt nu echt een luxe, maar zonder telefoon vind je moeilijk werk. En de arbeidsmarkt wordt plots nog kleiner want met een rekensom in 't achterhoofd kent de overheid voordelen toe aan de werkgever die een vergoede werkloze in dienst wil nemen. Geen contact meer met de werkkring, maar ook de andere sociale contacten vallen weg, want de vrijmoedigheid is zoek, en de auto blijft nu best op stal. En wanneer de kinderen hun studies moeten onderbreken, dan treft het drama ook een volgende generatie, en klinken de verwijten nog zo hard.
Zit je in de knoei, dan komt het er op aan een flinke dosis oriëntatievermogen te bezitten, zodat je wegwijs raakt in de gouden gids van het maatschappelijke leven en weet waar je met je problemen heen moet. De fractionering van het leven vraagt tal van verbindingen en relaties, heel wat bruggen … die nu zijn opgeblazen. Misschien kan de gevallene weer opstaan en zich rehabiliteren. Zo niet, dan blijft hij verder ronddolen in de marge. Of tuimelt van de bladzijde, zoals de zigeuner en vaak ook de vreemdeling, en wordt een outcast in de maatschappij.
God biedt ons zijn diensten aan
God verlangt een "sociaal" herstel en biedt ons daarbij zijn diensten aan. Op fundamentele wijze door een vernieuwing van de innerlijke mens. God heeft in de kruisdood van Zijn Zoon het oorzakelijk verband verschoven. De brug tot God werd weer hersteld zodat de mogelijkheid bestaat om met Hem vervuld te worden. Uit dat contact kan men de kracht putten om troonsafstand te doen waarna het verlangen groeit om de ander te erkennen als zijns gelijke. God is liefde en zijn aanwezigheid laat sporen na. Met God als bron vindt de mens de kracht om zijn idealen in de praktijk uit te werken. Liefde wordt zo het overkoepelend verband dat de balans doet doorslaan in de goede richting zodat verschillen tussen mensen niet meer zo gauw oorzaak van verdeeldheid zijn. Het sociale leven krijgt een nieuwe kleur wanneer men de ander behandelt zoals men zelf behandeld wil worden. Wie gezag uitoefent, neigt niet langer naar dictatuur. Wie ondergeschikt is neigt niet langer naar anarchie. In zo'n voedingsbodem maakt "samen leven" goede kansen.
De bijbel gaat ook verder en vraagt rechtvaardigde structuren. De Thora - de wet van Mozes - concretiseert de mooie voornemens in bepalingen over grondbezit, bedoeld om concentratie van macht te vermijden, over lenen, over eigendomsbezit … over sociale zekerheid ten bate van de minst bedeelde. Niet dat dit alles zomaar toepasbaar is in onze tijd, maar het illustreert wel dat godsdienst en een structurele aanpak elkaar goed kunnen vinden.
een terugkeer naar het centrum
Marginalisering is ten dele ook een subjectief begrip. Hoe hoger we de lat leggen, hoe moeilijker het wordt om "mee te kunnen". Jezus lichtte de cultuur door en maakte het onderscheid tussen hoofdzaak en bijzaak. Want de joodse cultuur kende ook nutteloze geboden en verboden, en was nodeloos gecompliceerd. Eenvoud is het kenmerk van het ware.
En ook het leven van een Belg wordt een stuk eenvoudiger wanneer hij geen slaaf is van de Mammon, de god van deze eeuw. Veel gejaag wordt overbodig voor wie de naaste niet wil overtroeven, en genieten kan van de eenvoudige geneugten van het leven. Het leven wordt relaxer voor wie spontaan de grenzen respecteert en geen leugens moet onthouden. Voor wie recht door zee kan gaan en niet in 't nauw gedreven wordt door twijfelachtige praktijken. Zo iemand ervaart de vreugde van de onschuld en loopt niet het risico in nesten te geraken door zijn eigen stomme schuld.
Het leven wordt pas leven voor wie contact heeft met zijn Schepper. Zich gestuwd weet of getemperd, gekoesterd en beschermd door Goddelijke kracht en liefde. Jezus nodigt de toeschouwer uit om te duiken in die stroom. Bij hen die gezapig leefden in het midden van de bladzijde, vond Hij niet veel respons. De veiligheid die zij ervaren geeft hen een gevoel van eigenmacht en overdreven zelfvertrouwen. De diepere vragen worden steeds weer uitgesteld, waarbij vergeten wordt hoe vlug het tij kan keren, hoe relatief het leven is.
Jezus begaf zich vaak buiten de maatschappelijke kantlijn. Want daar ontmoette Hij de mens in nood, bereid om hulp te accepteren. Vaak leidt het contact met Jezus tot een herstel van de totale mens en tot een terugkeer naar het centrum van het blad. Want wie in zich het evenwicht heeft teruggevonden, kan er weer beter tegenaan. De accu is opgeladen en ook de alternator doet nu weer zijn werk.
Jezus was niet echt van deze wereld en daardoor moeilijk te situeren op de bladzijde. De Farizeeër plaatst hem aan de linkermarge, maar had hem nog liever uitgewist. De Zeloot vindt hem te rechts. Net zo vandaag.
Jezus was inderdaad een buitenbeentje. Hij verliet de Vader om een specifieke opdracht te volbrengen en daarna terug te keren. Hij was op doorreis en zocht geen vastheid van betrekking. Hij stimuleerde Petrus, Jakobus en Johannes zelfs om hun vishandel voortijdig stop te zetten. Aan Matteüs vroeg Hij het onzekere te ruilen voor het zekere en zijn tolhuis te verlaten om zich ten volle in te zetten. En uit het verdere verhaal blijkt dat de twaalf niet teveel hadden, maar ook nooit tekort. Wie geroepen wordt om het Woord uit te dragen, kan niet altijd zelf instaan voor zijn broodwinning en zal dan leven "uit Gods hand". Hij ervaart de realiteit van de belofte "zoek eerst het Koninkrijk van God, en al het overige zal u bovendien geschonken worden". Hij kan rekenen op de lange arm en de tussenkomsten van de Vader, die waar Hij geloof ontmoet, almachtig over tijd en ruimte heerst.
Naar hoofdstuk 8: EEN AGRESSIEVE IK-CULTUUR
Heb je de illustratie al bekeken?
Begin