Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

DE VERSMALDE VRAAG EN HET VERBREDE ANTWOORD
christelijk denken over mens en maatschappij

De inhoudstafel van het boek?

5.
DE INNERLIJKE MENS

de innerlijke rechter

De Verkeersleider werd aan de deur gezet, wat achterblijft zijn wat herinneringen. Twee schaduwbeelden trekken al onmiddellijk de aandacht: we ontmoeten in de mens een rechter en een politieman.

De innerlijke rechter lijkt op "Vrouwe Justitia" met haar weegschaal met gewichtjes. De weegschaal biedt de mogelijkheid om te toetsen of te vergelijken met de maatstaf. De gewichtjes zijn het beeld van de innerlijke wet - een intuïtieve kennis van wat goed en kwaad is. dankzij die innerlijke rechter zal de mens anders gaan leven dan het dier. De natuurwet zal hem stimuleren om rechtvaardigheid te betrachten. De mens neemt zijn verantwoordelijkheid op, probeert een levensbeschouwing waar te maken en overstijgt zo het niveau van het instinct. Het geweten kan iemand ertoe drijven zich maatschappelijk te engageren of in de politiek te gaan, en zo zijn visie over goed en kwaad uiterlijk vorm te geven. Het schaduwbeeld kan ook de aanzet vormen voor een zoektocht naar het ware, naar God als de ultieme referentie. Het stemt tot verder nadenken, roept diepere levensvragen op en vormt misschien een springplank voor een geloofssprong in de goede richting. Een sprong grotendeels ondersteund door het verstand, want de ganse schepping getuigt van een Eerste Architect, die op een wetmatige wijze heeft gehandeld.

In het contact met andersdenkenden heeft men meestal die natuurwet, of die basiskennis van goed en kwaad gemeen. De grootste gemene deler als contactpunt voor gesprek en als basis voor gemeenschappelijk handelen. Een basis die misschien gaandeweg verbreed kan worden wanneer men dichter bij de ander staat en diens beweegredenen leert kennen.

de negatieve trekjes

De innerlijke rechter heeft als nadeel dat de mens maar al te vlug schaduw aanziet voor realiteit. Hij heeft de wijsheid in pacht en denkt goed en kwaad met zekerheid te kunnen onderscheiden. Hij promoveert zichzelf tot rechter, wetgever en god over eigen en andermans leven. En zo vertoont de mens soms de negatieve trekjes van een dictator of een goeroe.

Het geweten wordt zo de grondslag en de motor van elke ideologie, van elke totalitaire levensbeschouwing die normen vormt en omvormt in functie van het gestelde doel. Het communisme putte zijn wervingskracht uit het feit dat het voortdurend een appèl deed op het geweten van de mens. Vooreerst op de aanwezige basiswaarden, zodat de onderdrukte of hij die zich daarmee vereenzelvigt, in opstand komt tegen het manifeste onrecht. Maar ook een halve waarheid kan volstaan om het geweten aan te spreken. En heeft de innerlijke mens zich eenmaal geopend, dan kan de indoctrinatie starten… dankbaar gebruik makend van alle archetypes, die nu een nieuwe inhoud krijgen. En zo ontstaat een heropgevoed geweten waarin andere waarden worden ingedreund, zodat het nieuwe onrecht nu tot deugd verheven wordt.

een vorm van stramheid in het denken

Niet verbonden met de Onveranderlijke is de rechter overgelaten aan zijn lot. Heeft hij geen duidelijke visie, dan wordt eigenbelang de norm. Hij volgt de weg van de minste weerstand en laat zich dan wat dobberen op de golven. Hij zoekt z'n inspiratie in de omstandigheden van 't moment. Gemakkelijk te beïnvloeden, zwicht hij voor maatschappelijke druk. Kritiekloos en zonder kennis van zaken zegt hij anderen na.

Ofwel wordt de innerlijke rechter katholieker dan de paus. Het geweten wordt dan een serreplantje en kan de confrontatie met de gebroken wereld niet meer aan, wat resulteert in een defensieve opstelling waarbij men zich afschermt van de noden van een ander.

Nog anders was de Farizeeër met z'n geweten dat de muggen zift, zich bezighoudt met honderd en één details en door de bomen het bos niet meer ziet. Een bemoeial die steeds op zoek is naar het splintertje in andermans oog.

De innerlijke rechter leidt ook al gauw aan atrofie. Een vorm van stramheid in het denken waardoor hij een eenmalige ervaring veralgemeent en dan vonnissen velt op grond van vooroordelen en a priori's. Wat lijkt op een te sterk gekleurde krant, waarvan je reeds bij voorbaat alle commentaar kan raden.

Maar sommige vooroordelen zijn gegrond. Het geweten kan voordeel halen uit tradities die het zelf vormt of die het overneemt uit goed ingelichte bron. Zo kan het denken de veelheid van problemen beter aan en weet de mens gewetenskwesties te onderscheiden van situaties waarbij niet hoeft worden stilgestaan omdat de standaardbrief het antwoord geeft. Kan de innerlijke rechter dit onderscheid niet maken, dan wordt leidinggeven een beproeving. Het eeuwig aarzelende geweten laat geen beslissing passeren en trekt, wat toch zou ontglippen, even later weer in twijfel.

De weegschaal en de gewichtjes zijn net zo onvolkomen als de mens waarin ze zetelen. Ze geven een eenzijdige en soms vervormde kennis van goed en kwaad. Ze worden beïnvloed of gedicteerd door opvoeding, levensstijl en door de omringende cultuur. Een delicaat instrument dat vlug ontregeld raakt - dat gehersenspoeld, maar ook omgekocht kan worden. Want zelfs al heeft de innerlijke rechter een juist inzicht, toch zal het geacteerde vonnis hiermee strijdig zijn, wanneer het geweten te kwader trouw tot zwijgen wordt gebracht.

de notie "waarheid" wordt meer absoluut

Anders wordt het wanneer de mens contact heeft met zijn Oorsprong. Wat geen synoniem is voor het behoren tot een wel bepaalde kerkelijke stroming. Want je kunt, net als de hogepriester Kajafas, in het midden van de tempel zijn en toch opgesteld staan buiten Gods bereik, omringd door ongelovige gelovigen. De tempel en de uiterlijke structuur, nodig om het geloof maatschappelijk vorm te geven, waren verworden tot een traditie die God op afstand hield.

Lucas wijst in zijn evangelie ook op de aanwezigheid van gelovige gelovigen. In diezelfde tempel, maar niet in de buurt van de standjes van de kooplui en de geldwisselaars, waar Jezus 't aan de stok mee kreeg. Buiten het bereik van de camera's en dus niet gekend bij 't groot publiek. Vooreerst de tollenaar, dichtst bij de uitgang en nog wat onwennig omdat hij pas kort tevoren Gods roepstem had gehoord. Zacharias, een priester die op Gods golflengte zat en op een merkwaardige wijze vader van Johannes de Doper was geworden. En verder ook nog Simeonen Anna, twee werkers van het eerste uur. Trouwe bezoekers van de tempel, die de beloofde Messias herkenden in een baby die aan God opgedragen werd. En ook een anonieme vrouw, omschreven als de arme weduwe, die het weinige geld dat ze bezat vol vertrouwen aan Jahweh wilde schenken.

Zovele vrienden van God, die hun waarden hadden geijkt aan de Schrift, zodat hun geweten was veredeld. Goed en kwaad passen dan weer in het originele kader en de notie "waarheid" wordt meer absoluut.

Gods aanwezigheid werkt ook als versterker. Zodat de zachte stem van het geweten door blijft knagen tot het doordringt door het pantser van het ego. Waardoor de mens, beter dan tevoren, intuïtief aanvoelt wat er fout zit.

"online" verbonden met gods geest

Je moet niet blijven stilstaan bij het veredelde geweten… je kunt nog verder hogerop. Het goede is de vijand van het beste. Het schaduwbeeld kan plaats ruimen voor de Realiteit. God wil binnentreden in het leven zodat de controletoren opnieuw wordt bemand. "Online" verbonden met Gods Geest kan de mens met grotere precisie de werkelijkheid toetsen aan Gods plan. Leven in overeenstemming met het geweten wordt aangevuld door - of verruild voor - leven onder leiding van Gods Geest. Het oudtestamentische leven naar de letter wordt vervangen door het leven in de vrijheid van de Geest. Wat tot op zekere hoogte ook avant la lettre plaats vond in het leven van de voormelde gelovige gelovigen.

De ratio legis gaat dan primeren. Net als in die situatie waarin Jezus de vrouw, die gestenigd zou worden omdat ze op overspel was betrapt, vrijuit liet gaan. Of in die passage waarin Hij erop wijst dat het arbeidsverbod op sabbat geen doel op zich is. De sabbat is er voor de mens. Niet omgekeerd. Het rudimentaire legalistische onderscheid tussen goed en kwaad wordt door Gods vingerwijzingen verfijnd. Wie dicht bij God leeft zal hierdoor soms zijn omstaanders verrassen. Spreken of handelen kunnen onlogisch lijken wanneer ze niet gebaseerd zijn op uiterlijke feiten maar het gevolg zijn van het doorgronden van wat verborgen is in de innerlijke mens of in de spirituele wereld. Jezus was niet om de tuin te leiden door de uiterlijke schijn. Hij had inzicht in de tijdgeest en ontmaskerde de leugen. Hij veroordeelde menig respectabel burger maar Hij herkende ook verborgen noden en sprak soms het uitschot vrij. Hij legde het innerlijke bloot en vroeg dan een radicale keuze. Hij bracht duidelijkheid en contrast en was de steen des aanstoots of de Levensbron.

Wie geleid wordt door Gods Geest zal tegenstand ontmoeten. Maar er gaan ook deuren open. Mensen voelen zich voor het eerst begrepen wanneer iemand hen doorziet. Wie dicht bij God leeft, kan wonden helen en deelt volop in de vreugde die ontstaat wanneer een verloren zoon weer thuiskomt. Hij leeft niet meer in de schaduw van een twijfelend geweten, maar kan baden in het Licht.

Godsdienst is voor hem een stuwende levenskracht in plaats van een moraliserend en temperend beginsel. Toch is dat laatste in een gebroken wereld nooit helemaal overbodig. Ook voor hem die contact heeft met zijn Schepper aangezien de "online" verbinding niet blijvend verworven is. Het ego poogt elke dag opnieuw de troon te bestijgen en krijgt daartoe de kans wanneer de mens zelfingenomen wordt. Bescheidenheid is noodzakelijk want niemand is immuun voor zelfzucht en het leven blijft toch steeds een beetje zoeken. Zoeken naar de juiste weg in de dilemma's van het leven want God beantwoordt niet altijd de vraag.

kwaliteitscontrole

Naast de rechterlijke macht staat de uitvoerende macht. De innerlijke rechter wordt bijgestaan door de arm der wet, in casu het schaamtegevoel, of een politieman die het handelen controleert en erop toeziet dat de rechterlijke uitspraken ook worden nageleefd. Het schaamtegevoel werkt vooreerst preventief. Het is een remmende factor. Waar de agent opduikt, vertraagt het verkeer en volgt men niet langer zo maar elke impuls. Het schaamtegevoel is vooral sterk aanwezig wanneer de persoonlijkheid nog niet gevormd is. Het is een vorm van wantrouwen tegenover het onbekende, dat het kind extra bescherming biedt. Het maakt ook de volwassene voorzichtig wanneer die zijn vertrouwde omgeving verlaat en komt op een terrein waar hij zich niet zo sterk voelt. Zodat hij niet blindelings vertrouwen stelt in zichzelf, in de ander en in de wereld waarin hij leeft. Een aarzeling die soms nuttig is omdat we leven in een wereld die vaak mooier overkomt dan hij in wezen is. Ook omdat die aarzeling ons ervan weerhoudt aanmatigend te zijn. Het schaamtegevoel helpt ons bescheiden te blijven en onze grenzen te accepteren. Het helpt de man discreet te zijn en niet elke knappe vrouw zo aan te kijken alsof hij haar bezit.

De innerlijke politieman beschermt de privacy tegen aantasting door derden en biedt ook bescherming tegen de schade die de mens kan aanrichten bij zichzelf. De agent weerhoudt er ons van grof te zijn in doen en laten. Hij controleert ook het taalgebruik dat aan de grondslag van het denken ligt en medeverantwoordelijk is voor de vorming of misvorming van 't geweten. Het schaamtegevoel zorgt voor de kwaliteitscontrole. Spreken en handelen worden getoetst vooraleer ze de wereld worden ingestuurd. Wanneer elkeen wiedt in eigen tuin, komt het onkruid niet in bloei en waait het zaad niet over naar de buurman. De overheid moet hier en daar wel tussenbeide komen maar kan haar aandacht voornamelijk richten op het onderhoud van de publieke tuin, waar de individuele wegen elkaar kruisen.

Die aarzeling heeft natuurlijk ook een schaduwzijde. Ook goede initiatieven worden afgeremd. En bij sommige personen is die politiemacht zeer nadrukkelijk aanwezig, blijft de handrem geblokkeerd en komt de persoonlijkheid nooit echt tot ontplooiing. Maar dat negatieve aspect wordt in onze tijd zo duidelijk benadrukt dat het nodig wordt de balans opnieuw in evenwicht te brengen. De positieve kant mag ook eens in de verf worden gezet.

zodat de schaamte overwonnen wordt

Het schaamtegevoel zal vooral in de meest kwetsbare aspecten van de persoonlijkheid werkzaam zijn. Natuurlijk op het terrein van de seksualiteit, omdat het zich overgeven aan de ander ons ten diepste raakt. Ook wel op het terrein van de levensovertuiging. Niemand schaamt zich om over 't weer te praten, maar een politieke mening geeft men niet gauw kwijt. Ook het spreken over God gaat niet zo vlot. Zeker in onze cultuur waar godsdienst herleid werd tot één van de minder populaire hobby's, zodat openheid dreigt afgestraft te worden. Maar die kritiek wordt vooral geuit wanneer de toehoorder aanvoelt dat het spreken hypocriet is. De intonatie verraadt het onderscheid tussen het levensecht verhaal en een dictieoefening. Wie God veeleer ervaart als de stuwende levenskracht dan als een temperend beginsel, zal respect ontmoeten.

De politieman treedt ook repressief op. Belaadt ons dan - al of niet terecht - met schuld en onbehagen. Een gebrek aan vrijmoedigheid waardoor het kind zich terugtrekt en verbergt, niet meer in de ogen durft te kijken of spontaan schuld bekent. Een gevoel waardoor de volwassene de consequenties van zijn handelen accepteert wanneer zijn fout aan 't licht komt. Soms ook een gevoel van schuld waardoor de mens zichzelf straft en corrigeert, zodat het overbodig wordt daar nog een maatschappelijke veroordeling aan toe te voegen. Of een gevoel dat hem blijft achtervolgen: een deurwaarder die steeds weer aanklopt met een dwangbevel om elk moment van vreugde in beslag te nemen.

Het schaamtegevoel wordt net als het geweten beïnvloed door de cultuur waarin men leeft. Wat initieel aanwezig was kan afgestompt, of al te zeer benadrukt worden. Om bruikbaar te zijn als nuttig instrument moet het bijgestuurd worden. Zodat de schaamte overwonnen wordt wanneer die ons weerhoudt goed te doen, of sterker zal gaan spreken wanneer we neigen naar het kwade en de door God gestelde grenzen willen overschrijden. In een Godservaring kan dit gevoel van schaamte heel sterk bovenkomen. Wanneer de mens ziet hoe de film van zijn leven zich ontrolt en hij herinnerd wordt aan al het verborgen en verdrongen vuil. De tollenaar die achter in de tempel stond had die ervaring. Hij was alle zelfvertrouwen kwijt nu hij voor 't eerst in Gods spiegel zichzelf had leren kennen. Maar in een Godservaring wordt dat gevoel van schaamte ook snel verruild voor een onpeilbaar diepe blijdschap. Omdat het besef gaat groeien dat de schuld vergeven is en de deurwaarder doorgestuurd kan worden.

omdat de mens ondeelbaar is

Rechter en politieman staan in relatie tot elkaar. Hoe zwakker de rechter, hoe permissiever de politieman. Schaamteloos wordt hij wiens geweten geen grenzen respecteert. En omdat de mens ondeelbaar is, kan schaamteloosheid op één terrein zich uitzaaien in de ganse mens. De degradatie van het seksuele tot een snack die voor het grijpen ligt, zal diepere gevolgen hebben. De politieman wordt laks en de kwaliteitscontrole afgezwakt.

Oorzaak en gevolg zijn direct aanwijsbaar bij hen die echt ontworteld raken. Maar veelal is de link meer algemeen en zien we een oorzakelijk verband op middellange termijn en op macroniveau. Wat dan tot uiting komt in een agressieve ik-cultuur, waarin vooral de zwakke schakels het begeven. De sociale druk neemt af zodat sneller tot uiting komt wat van binnen leeft. Het contrast tussen duisternis en licht wordt scherper en Jan Modaal wordt gedwongen om partij te kiezen. Wie het kwade koestert, kan zich uitleven zonder dat hij nagewezen wordt. Maar ook wie zijn naaste lief heeft krijgt volop de kans te bewijzen wat hij waard is. Wie vuil is, wordt nog vuiler; wie rechtvaardig is, bewijst nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, wordt nog meer geheiligd.

Naar hoofdstuk 6: TOT STOF ZULT GIJ VERGAAN
Heb je de illustratie al bekeken?
Begin