Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

DE VERSMALDE VRAAG EN HET VERBREDE ANTWOORD
christelijk denken over mens en maatschappij

De inhoudstafel van het boek?

2.
GEBOREN OP DE TEKENTAFEL VAN DE GROTE ARCHITECT

de hond van Petrus hond

De hond van Petrus - in de veronderstelling dat die er een had - de hond van Pavlov en die van onze tijdgenoten, blaffen allen een zelfde taal. In de voorbije 2000 jaar valt er wat dat betreft weinig evolutie te bespeuren. Geen vooruitgang in de dierenwereld, geen nieuwe technieken, er vallen geen Nobelprijzen uit te delen. Hoogstens wat nieuwe combinaties, zoals de pitbullterriër, voornamelijk door toedoen van de mens. En of de Vlaamse koehond toen ook al bestond?

Fel contrast met de hedendaagse mens. Uiterlijk niet meer te herkennen. Voortdurend kijkend naar die vreemde armband rond zijn pols, die vanzelf alsmaar nieuwe cijfers toont. Sommige mensen hebben een blinkend sieraad dat, langs de neus om, het ene oor met het andere verbindt. Betoverde huizen waarin er, als 't avond wordt, kleine zonnen schijnen. Lichtgevende schilderijen waarop je mensen ziet bewegen en hoort spreken. En overal muziek zonder dat je één instrument kan vinden. Lawaaierige vogels in de lucht en zwarte wegen met heel snelle wagens zonder paarden … een onvoorstelbaar nachtmerrie voor wie zou ontwaken na enkele eeuwen slaap.

sleutel op de deur

God schiep de dierenwereld "sleutel op de deur". Een afgewerkt product, gekleed. En alle organisatorische verbanden zijn vooraf bepaald. Wel soms een revolutie in de bijenkorf, maar geen streven naar meer inspraak. Geen gelijkberechtiging van de geslachten. Geen lach, geen traan. Elkeen gedreven door zijn of haar instinct. Ingenieus ontworpen, met een werking deels nog onbekend. Een oriënteringsvermogen waar we jaloers op mogen zijn. En vaak een ontroerende gratie en een niet functionele schoonheid. Net zo in de plantenwereld met zijn eindeloze bloemenpracht en zijn overheerlijke parfums.

Dat alles het resultaat van het toeval? Maar welk een goddelijke kwaliteiten krijgt dit toeval dan wel toegedicht? Waarom noemen we dan god niet God, en zien we - simplistisch denkend - deze schepping geboren worden op de tekentafel van de grote Architect? Die schoonheid schept omwille van de schoonheid, net zoals de artistieke mens. Geen monotone wereld, elk dier zijn eigen vacht, elke vogel zijn eigen zang … hoewel dat geluid nu uitsterft.

God liet de mens in ruwbouw staan

Gans anders verging het de mens. Geen sleutel op de deur. God liet de mens in ruwbouw staan. Naakt geboren, ongekleed. Maar door zijn ouders met de meeste zorg omringd. Een lange weg naar volwassenheid. Een mannelijke ruwbouw, of een meer elegante vrouwelijke ruwbouw, maar dan is dat woord wat slecht gekozen.

Om leefbaar te zijn moet een ruwbouw bekleed worden. Opvoeding, sociale contacten en persoonlijke levensstijl zullen de persoonlijkheid een eigen profiel geven. Waardoor ziel, geest en lichaam al of niet tot ontplooiing komen. Ook de invloed van de cultuur is overduidelijk. Weinig verschil in ruwbouw bijvoorbeeld tussen de Arabier en de Noord-Amerikaan … vooral wat "fond de teint". Maar een totaal verschillende "way of life" en een gans andere waardenschaal.

In tegenstelling tot de vissen, de reptielen en de amfibieën is de mens warmbloedig. Dus onafhankelijker want minder verbonden met zijn biotoop. Warmbloedig, net als de vogels en de zoogdieren. Maar anders dan deze, zonder een beschermende vacht of vetlaag - een corpulente buurman niet te na gesproken. Van nature niet beschermd en dus bestemd om te leven in een subtropisch paradijs … of om bekleed te worden. Een mens die zijn vacht zelf mag kiezen en daar heel nadrukkelijk gebruik van maakt. Een manier om te veruitwendigen wat van binnen leeft - de stemming, de artistieke smaak - of om zich aan te passen aan de eisen van 't moment zodat de mens z'n overall voor feestkledij kan ruilen. Die keuzevrijheid illustreert de aparte plaats die de mens inneemt in deze schepping.

vrije applicatie

Het woord ruwbouw heeft een negatieve bijklank. Niet zo flatterend voor de geperfectioneerde mens. Dan maar liever een andere vergelijking. Van de bouwsector naar de informaticacultuur. De software van het dier laat geen vrije applicatie toe. Alles is tot in detail geprogrammeerd. De stimuli leiden steeds weer tot hetzelfde antwoord. De input geeft bijna steeds dezelfde output. Een batchprogramma dat automatisch wordt uitgevoerd. Geen dialoogvensters, geen interactie. Geen verrassing want het instinct laat geen ruimte voor innovatie.

Gans anders verging het de mens. Een computer met vrije programmatie. Maar niet elke hardware biedt dezelfde mogelijkheden. De capaciteiten verschillen van mens tot mens. Het geheugen en de reactietijd lopen sterk uiteen. Evenmin is alles compatibel. Voor sommigen lijkt het wel onmogelijk een muzikaal programma op te laden, terwijl hier en daar een hoogbegaafde zoiets in de wieg heeft meegekregen.

Heel wat standaardsoft werd bij de aankoop meegeleverd. Vooreerst dat wat onvindbaar in een ROM-geheugen opgesloten zit. De vitale functies, net als bij het dier … waardoor het bloed blijft circuleren en men niet vergeet te ademen. En dan het onderbewuste als werkgeheugen van de mens. Voor de doorsnee gebruiker niet direct bereikbaar. Toch leer je die beheerprogramma's tot op zekere hoogte te besturen en zo word je meester over je gevoelens, lichamelijke functies en verlangens. Je ontgroeit de kinderschoenen en wordt niet meer geleefd. Niet langer onder het gareel van het instinct. Je hebt ook dialoogvensters waar interactie mogelijk is met de eigen vrije wil. Of waar gereageerd wordt op bemoedigende of afkeurende reacties van de buitenwereld.

En zo wordt ruwbouw een afgewerkt product, een instrument klaargemaakt voor 't leven. En in dat leven heb je de relatieve vrijheid programma's van je keuze op te laden, en dan aan 't werk te gaan. Geschapen om actief te zijn.

de leverancier van bouwmaterialen

De voormelde beeldspraak verraadt al hoe de mens zich verhoudt tot de rest van de schepping. Het boek Genesis illustreert de suprematie van "de kroon van de schepping" door de passage waarin God de dieren bij de mens brengt opdat deze hen een naam zou geven. Het dier werd geschapen "sleutel op de deur" en die sleutel wordt aan de mens gegeven. De relatie tot de plantenwereld komt tot uiting in de tekst "het zal u tot voedsel zijn". En ook de levenloze dingen komen aan de beurt in de ruimere culturele opdracht de aarde te onderwerpen.

We ontmoeten God als de Architect en als de Aannemer, die in een grenzeloze explosie van verbeeldingskracht mens en dier en plantenwereld ontwerpt en levend maakt. De mens als een afdruk van God zelf. Naar zijn beeld en gelijkenis geschapen. Een mens met een inherent verlangen om aan 't werk te gaan en op zijn beurt iets te scheppen waarin hij zichzelf herkent. De consequenties hiervan werden ingecalculeerd want God is ook de Leverancier van bouwmaterialen. Sommige materialen liggen voor het rapen, andere blijven eeuwenlang verborgen en worden maar ontdekt als resultaat van de cumulatieve arbeid van vele generaties. En de natuur biedt voor elk wat wils, zodat zowel de handarbeider als de intellectueel aan zijn trekken komt. Binnen deze categorieën kan je verder specificeren want niet alle manuele arbeid vraagt brute spierkracht. En ook de artiest komt aan bod wanneer hij door een combinatie van fantasie, fysieke kracht en handvaardigheid een stuk marmer vorm kan geven. Maar fijne handen kunnen ook met wol een artistiek tapijtje knopen. De mens laat zijn fantasie de vrije loop, en geeft uiterlijk vorm aan de creaties van zijn denken. Want in wezen is de mens een doe-het-zelver.

een doel op zich

In een confrontatie met Mozes omschrijft God zichzelf als Ik ben die Ik ben. De Schepper van al wat is kan slechts refereren naar zichzelf. Hij is de Alfa en de Omega, het begin en het einde, de maatstaf, het kader waarbinnen alles doel en betekenis verkrijgt.

God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis. En zo ontstaat een persoon die bestemd is om, binnen een beperkt kader, een "doel op zich" te zijn. Het kader is beperkt doordat ook de medemens een "doel op zich" is, en God het ultieme doel blijft van alle dingen. De gelijkenis moet de mogelijkheid openen voor communicatie tussen God en mens, voor uitwisseling van gedachten. En van gevoelens, want God is in wezen liefde en komt dus met zichzelf in tegenspraak wanneer Hij geen liefde kan betonen en liefde kan ontvangen. De gelijkenis met God is gebrekkig en fragmentair. De mens weerspiegelt slechts bepaalde aspecten van Gods persoonlijkheid en hij geeft er soms een negatieve bijsmaak aan. Hij of zij blijft een schepsel, heeft geen leven uit zichzelf, blijft afhankelijk van de bron. Zo opvallend is dit niet, aangezien de Architect zich op de achtergrond heeft teruggetrokken en de mens zich ook kan ontplooien los van God. Het leven kent zijn verdere verloop, en lijkt zijn levenskracht en logica te putten uit zichzelf. Velen zullen God niet eens herkennen.

een eindeloze variatie

Gods beeltenis is op een verschillende wijze weerspiegeld in man en vrouw. Bij deze laatste meer intuïtie, en een sterker accent op het gevoelsleven. Maar ook binnen één geslacht is de variatie eindeloos. Het aantal combinaties in de chromosomenreeks is zo ontelbaar groot dat het uitgesloten is dat er twee identieke mensen geboren zouden worden. Er is een aangeboren verschil in hardware, in temperament, in erfelijke factoren. De ene mens heeft een atletische lichaamsbouw, de andere heeft een talenknobbel of een analytische geest, een hoog of een laag IQ. Een derde is voortvarend en boordevol energie of bedachtzaam en voorzichtig. De combinatie van lichaam, verstand en gevoel is bij elkeen anders, ofwel aangeboren, ofwel verworven onder invloed van opvoeding, cultuur en persoonlijke inzet. De mens is geen afgewerkt product, zijn software laat vrije applicatie toe. Hij kan zich specialiseren en toespitsten op één bepaald aspect.

de Amerikaanse boeren

Mensen zijn onderling verschillend. Elk van hen is beperkt en onvolmaakt in kennen en in kunnen. Mensen zijn dus aangewezen op elkaar. Het is niet goed dat de mens alleen zij geldt vooreerst in de man - vrouw verhouding, met zijn fysieke en psychische complementariteit. En ook het kind is jarenlang aangewezen op zijn ouders. Om te kunnen overleven, en natuurlijk ook voor de ontwikkeling van de innerlijke persoonlijkheid. Complementariteit ook omdat de mens, net als zijn Schepper, er nood aan heeft zijn emoties te kunnen uiten en vriendschap aan te bieden en te ontvangen. De totaal geïsoleerde mens verliest al vlug het verlangen om te leven.

Maar de complementariteit geldt ruimer. De ene hand heeft de andere hand nodig. Vandaag veel meer dan vroeger, omdat het domein van de menselijke kennis voortdurend uitbreidt. Men kan niet allround geschoold zijn. We hebben de medemens nodig in die kennissegmenten waarin we zelf niet thuis zijn. We hebben geneesheren nodig, architecten, economisten, vloerders en elektriciens … En die afhankelijkheid reikt tot ver buiten onze grenzen. Geef ons heden ons dagelijks brood wordt verhoord dankzij de Amerikaanse boeren, het internationale transport, de medewerking van multinationals. In onze westerse samenleving kan de overgrote meerderheid van de bevolking niet eens in eigen basisbehoeften voorzien.

En ook binnen het eigen kennissegment is samenwerking nodig. Heel wat problemen vinden maar een oplossing wanneer we de handen in elkaar slaan. De inbreng van de ene is het ontbrekende stuk in de puzzel van de ander. En de commentaar van een derde helpt ons om de keerzijde van de medaille te ontdekken.

Verschillend op het niveau van het kennen, maar ook op het niveau van het kunnen. Zware fysische arbeid is niet voor iedereen weggelegd. Evenmin het minutieuze cijferwerk of het organiseren en leidinggeven. De psychische draagkracht en de tolerantiedrempel zijn verschillend. Wat voor de één een drama is, vindt bij de ander in een handomdraai een oplossing. En zelfs al ligt een opdracht binnen eigen branche, toch zijn heel wat projecten te groot om alleen te realiseren. Ze vereisen een jarenlange samenwerking, en veel bereidheid om te accepteren dat het peloton moet samenblijven ook al is de ene soms eens sterker en soms eens zwakker dan de andere. Dit sociale aspect is in het beroepsleven heel nadrukkelijk aanwezig. Bijna niemand werkt nog echt zelfstandig.

alle ingrediënten zijn aanwezig

pianist

Een mens met indrukwekkende capaciteiten, geschapen om actief te zijn, op een aarde die niet af is. Alle ingrediënten zijn aanwezig om de schepping tot een feuilleton te maken. Om andere muziekinstrumenten uit te vinden dan alleen de menselijke stem, of het geluid van de nachtegaal en zijn konsoorten. Stel je eens de scheppingsvreugde voor die Bach ervoer toen hij een nieuwe symfonie tot leven bracht. De uitvinding van de lamp … het doorgeven van muziek op golven. Of ook nog de alledaagse voldoening van boer of tuinder over de opkomende resultaten van hun arbeid, en van de intellectueel over zijn pennenvruchten. De vreugde van een moeder over het unieke schepsel dat ze in haar armen draagt. De fierheid van de grootouder die de kleinkinderen ziet opgroeien en zichzelf meent te herkennen.

Gods schepping is niet af. De detailuitvoering werd overgelaten aan de mens. We leren God hier kennen als de Durver die het risico neemt afhankelijk te worden van een mens die Hem in diskrediet kan brengen. God als de Nieuwsgierige, benieuwd naar wat de mens zal doen. geïnteresseerd, niet in prestigieuze projecten van mensen die elkaar de loef afsteken. Niet in uiterlijk vertoon, wel in de innerlijke mens en in zijn attitudes. Een God die oog heeft voor details en kleine attenties weet te waarderen. Een God die mee geniet van onze vreugde.

activiteit is regel in de schepping

Activiteit is regel in de schepping. Alles is in beweging en draagt vrucht. Dat is vrij evident in de dieren- en de plantenwereld, maar met de microscoop erbij, ontdekken we zelfs in de levenloze dingen beweging en energie. Een schijnbare rust verbergt een mozaïek van moleculen met atomen. En ook de aardbol zelf is als een speldenknopje in een heelal dat in beweging is, en steeds verder uitdeint. Geen sterker staaltje van productiviteit dan de scheppingsdaad. Iets scheppen uit het niets. En dan met wat aarde, water en een beetje zon, een zaadje dertig-, zestig- of honderdvoudig vrucht doen dragen. Zonder geluidshinder en zonder vervuiling van het milieu! En ook de mens kan niet blijven stilzitten. Hij heeft de aangeboren drang zijn persoonlijkheid te ontplooien en zijn capaciteiten te benutten. Een verlangen naar actief zijn, naar productiviteit en vrucht dragen.

Productiviteit beduidt dat men na de arbeid meer heeft dan voorheen, dat er een nieuwe nuttigheid werd toegevoegd. Maar die vervolmaking van de materie, moet gepaard gaan met de vervolmaking van de mens. Productiviteit moet samengaan met vrucht dragen. De resultaten moeten ook goed zijn en kaderen in de plannen van de Architect. Want Gods opdracht om aan 't werk te gaan is een mandaat, een beheren voor andermans rekening waarvoor verantwoording verschuldigd is. De tuin van Eden bewerken, maar ook bewaren. En het is niet altijd duidelijk in hoeverre de Mandataris zich beperkt tot meer algemene richtlijnen, tot een deontologische code, en inspeelt op de menselijke vrijheid, of daarentegen specifieke uitgewerkte plannen heeft. De bijbel illustreert zowel het ene als het andere, en toont dat God ter zake ook flexibel is.

Naar hoofdstuk 3: EEN GEBROKEN WERELD
Heb je de illustratie al bekeken?
Begin