Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

Een pleidooi voor een nonchalante levensstijl?

Zie naar de vogels…

Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en Mammon. Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken,
of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen?
vogel
En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de leliën des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. (Matteüs 6:24 - 34)

de soms lastige relatie met de cultuur

"Een bijbelse arbeidsvisie? (3) De wereld kent U niet" gaat over de soms lastige relatie van de christen met de cultuur waarin hij leeft. De individuele mens stelt zich meestal niet erg meegaand op tegenover zijn Schepper. Die afkeer manifesteert zich ook collectief in de cultuur. Onverschilligheid en zelfs vijandschap tegenover God zitten structureel verweven in de maatschappij. De "Rechten van de mens" zijn een evidentie - op papier althans - maar dat respect geldt niet voor de Auteur van dit alles. Die wordt niet herkend of wordt beschouwd als een bemoeial.

Wie God zijn rechtmatige plaats wil geven, komt dan ook gauw in een spanningsveld. Petrus voelt zich om die reden zelfs in eigen land een "vreemdeling". De christen kan zich inderdaad niet echt thuis voelen in een wereld die andere meesters dient, andere objectieven nastreeft en daartoe ook andere middelen aanwendt.

een luchtige en nonchalante levensstijl?

Jezus illustreert met een gelijkenis dat spanningsveld op het terrein van de broodwinning of de economie. Hij vergelijkt de situatie van de mens met die van de planten- en de dierenwereld. Te snel gelezen klinkt het als een naïef pleidooi voor een luchtige en nonchalante levensstijl, want bij plant en dier lijkt alles wel vanzelf te gaan. Maar die conclusie houdt hierna niet stand: de gelijkenis heeft een diepgang die veel verder leidt. Die onbezorgdheid is slechts gerechtvaardigd indien God ook God mag zijn.

Jezus haalt eerst de Mammon aan en dringt aan op een duidelijke keuze. God dienen én de Mammon, valt niet te combineren: liefde voor een afgod is gelijk aan minachting voor God. Die kritiek lijkt wel bedoeld voor onze tijd. Want de Mammon houdt de moderne wereld stevig in zijn greep: alles draait om geld. En werelddelen die ten achter bleven, proberen die achterstand nu haastig in te halen.

Het kan verwondering wekken dat Jezus toen reeds die kritiek uitsprak. Misschien gaat onze terugblik naar het verleden gepaard met te veel romantiek. Jezus bracht die boodschap natuurlijk in een volledig andere context: geld had een minder cruciale rol en de agrarische economie kende niet de problemen van onze geglobaliseerde wereldeconomie. De Mammon had dus niet zoveel te zeggen. Maar misoogsten, plundertochten en uitbuiting konden alle winst ontnemen. De verleiding van het materialisme is van alle tijden en het terrein van de broodwinning was ook in die dagen ten dele van God vervreemd. Jezus omschrijft het als een actieterrein van een afgod - de Mammon. En Hij wijst er op dat de Vader het anders bedoelde en dat het ook anders kan.

de oorsprong van het probleem

Jezus zoekt eerst naar de oorsprong van het probleem van die afgodendienst aan de Mammon. Hij legt een verband tussen het dienen van de Mammon en bezorgdheid of angst. Angst kan er toe leiden dat geld een te belangrijke plaats krijgt in het leven. Geld wordt hét middel om de toekomst veilig te stellen. Geld krijgt het statuut van een god die borg moet staan voor een veilige toekomst. In ruil is men dan bereid heel wat op te offeren.

Het valt inderdaad niet te ontkennen dat rijkdom bescherming biedt. Armoede is een vloek en geen zegen. Maar de macht van het geld wordt overschat en wie geld liefheeft bereikt niet het nagestreefde objectief, want "Geld maakt niet gelukkig" … het werd zo vaak herhaald dat het nu gebruikt wordt als een zegswijze. Geld corrumpeert wanneer het "doel" wordt in plaats van "middel". En meestal gebeurt die verglijding geleidelijk. De maatschappelijke druk waaraan een mens zich conformeert is daar niet vreemd aan. De reclame hersenspoelt ons met die alternatieve blijde boodschap. Vriendschap, eerlijkheid, vrijgevigheid, gastvrijheid en de achterliggende morele principes worden zo nodig opgeofferd aan dit verlangen naar een veilige toekomst. De waardeschaal wordt zo overhoop gehaald.

En bij sommigen raakt de honger niet gestild. Eens de veiligheid lijkt gewaarborgd door een gespreide aandelenportefeuille, gaat de jacht dan onverminderd door. Ofwel om veilig te stellen wat met tijd en moeite werd vergaard. Ofwel niet langer uit bezorgdheid, maar wel uit ijdelheid of uit machtshonger. Want wie de Mammon dient, gaat gaandeweg ook zelf voor God spelen. Geld wordt een middel om zich boven de anderen te verheffen. Soms begrijpt de toeschouwer niet hoe een mens zich zo kan aanstellen, of zo vrekkig en dus zo arm kan zijn.

een uitnodiging aan de geestelijke wereld

Wanneer mensen aan iets of iemand het statuut van een god toekennen, dan zal die zelf geschapen god ook daadwerkelijk die macht gaan uitoefenen. Allerlei wetmatigheden werken daaraan mee: de economische, sociologische en psychologische logica reiken elkaar de hand en sluiten een verbond. Dingen die slechts als gebruiksvoorwerp dienstig mogen zijn, krijgen een vooraanstaande plaats wanneer ze in het sociaal milieu een must zijn, of wanneer ze cool of hot zijn. Ze schuiven misschien terzijde hetgeen blijvende waarde heeft, wat dan leidt tot irrationele keuzes.

Die levensstijl creëert op een tweevoudige manier een vacuüm. Enerzijds doordat zo iemand de levende God links laat liggen en dus een vacature open verklaart voor een functie die alleen God aankan, anderzijds doordat hij zich schikt onder zijn zelfgekroonde god - een voorwerp of een idee - en dus ten dele afstand doet van zijn vrije wil. Dit zet een mechanisme op het achterplan in werking. Want het vacuüm vormt een uitnodiging gericht aan de geestelijke wereld. De verborgen wereld wordt uitgenodigd binnen te treden en zich te bemoeien met het leven. Negatieve geesten springen op de kar, zoekend of zij één en ander kunnen animeren. Animeren mag je hier letterlijk nemen. Dat aspect dat overgewaardeerd werd, wordt "bezield". Het wordt het terrein van een afgod met een persoonlijkheid met een eigen naam - in dit geval de Mammon. Zijn tussenkomst kan ten dele de uitleg vormen voor het blind fanatisme waarmee men een afgod kost wat kost blijft dienen of voor het feit dat de afgodendienst - tegen beter weten in - wereldwijd en doorheen alle tijden, een weergaloos succes kent. Is dit de verklaring voor de irrationele hardnekkigheid van heel wat problemen waarmee mens en mensheid worstelen?

wie de grote Jan wil uithangen…

De schade aangericht door de eredienst aan de Mammon is vaak merkbaar in het individuele leven. Wanneer geld overgewaardeerd wordt, verschuiven echte waarden naar het achterplan. Wie de grote Jan wil uithangen en die te chique villa wil, moet te snel, te veel geld verdienen. Eerlijk werkend lukt dat niet, dus… vaarwel de goede voornemens - ieder voor zich. Het leven is voor de durvers. Met wat meeval lukt het rijk te worden en dat heeft zo zijn voordelen. Want afgoden staan voor een leven dat aanvankelijk pittig smaakt en de overtuiging geeft dat je er bij hoort. Maar de glitter kan de toets van de tijd niet doorstaan. Gaandeweg raak je geïsoleerd. Het dunne laagje klatergoud is niet bestand tegen de beproeving van het leven. Je blijf achter met lege handen en gebroken potten en je kijkt terug op een leugenachtige en minderwaardige levenskwaliteit.

Wie afgoden dient, doet afstand van eigen zeggingsmacht en raakt al gauw een stukje van zijn vrijheid kwijt. De afgod krijgt onverdiend veel ruimte. Hij trekt alle aandacht naar zich toe en verengt de blik. Het evenwicht en het gezond verstand is zoek. En de afgod wordt steeds veeleisender. Afgodendienst werkt verslavend: een tredmolen die moeiteloos wordt in gang gelopen, maar slechts moeizaam tot stilstand komt. Men heeft geen oog meer voor wat echt belangrijk is en het kan jaren duren vooraleer het leven de foute handelswijze afstraft, en het inzicht komt. Met ruime vertraging betreurt de ouder zijn egocentrische levensstijl - kostbare jaren die niet meer gerecupereerd kunnen worden. Jarenlang werden de kinderen genegeerd en die kloof kan nu nog moeilijk worden gedicht. "Te laat de put gedempt…". De geschiedenis kan niet herschreven worden.

schapen zonder herder

De invloed van de Mammon is ook onmiskenbaar op maatschappelijk vlak. De prins van deze wereld houdt de touwtjes stevig in handen. Iedereen lijkt wel datgene te doen wat bij nader inzien velen liever afwijzen. De verering van de Mammon lijkt wel onontkoombaar. Jezus omschrijft hen als "schapen zonder herder" - een massa dwalend op een brede weg, leidend naar de ondergang.

Toegegeven, in onze technologische maatschappij lijkt het, zolang het goed gaat, alsof de echte God er niet meer aan te pas moet komen. dankzij de vakkundige steun van de god van het geld is de mens er aardig in geslaagd zijn basisnoden te vervullen. Ook zonder "Geef ons heden ons dagelijks brood" wordt de tafel royaal gedekt. En de Mammon zorgt voor meer dan dat: luxueuze huizen, mooie wagens, hoogstandjes van de techniek, leuke hebbedingetjes… Jezus' oproep tot een fundamenteel andere levensstijl, strijkt tegen de haren in en lijkt velen te bekrompen.

Maar in dit succesverhaal loopt toch wel één en ander mankt. Wie de glossy reclameplaatjes even opzij legt, en de wereld objectief beschouwt, ziet veel kommer en kwel. egoïsme, ijdelheid en machtswellust verstoren de goede werking van de markt. Accumulatie van rijkdom bij de ene, uitbuiting en schrijnende armoede bij de andere… het is niet goed verdeeld! Bovendien verengt de Mammon het leven tot wat gecommercialiseerd kan worden. Er moet geld verdiend worden, kost wat kost, zelfs als de mens zijn biotoop daardoor vergiftigt en als de maatschappelijke verhoudingen daardoor verzuren. Geld moet rollen. De mens wordt opgejaagd dingen na te jagen die, eens in het bezit, de honger toch niet stillen.

een triest hoogtepunt van minachting en haat

We keren terug naar het relaas van Jezus. Onder de toehoorders onderscheiden we de kleine kring van discipelen en het groot publiek.

De discipelen hebben de overstap naar het Koninkrijk gemaakt. Ze hebben expliciet gekozen niet de Mammon, maar wel God te dienen. Eén van hen heeft het erg lastig met die keuze. Zo moeilijk dat Johannes later onomwonden schrijft "hij was een dief: hij beheerde de kas en stal er uit" (Johannes 12:6). Judas luisterde, een beetje verscholen op het achterplan, met bijzondere aandacht naar Jezus' boodschap. Eigenlijk was dit de zoveelste kans om zich te herpakken. Maar het lijkt dat hij die woorden niet begrepen heeft: tot het bittere einde volhardt Judas in de boosheid. Hij doet wel alsof, blijft Jezus fysisch volgen, en reageert op een later tijdstip verontwaardigd op de "verkwisting" van parfum op Jezus' voeten. "Waarom heeft men die balsem niet verkocht voor 300 denariën en het geld niet aan de armen gegeven?" (Johannes 12:5) - verontwaardiging als camouflagepak voor oneerbare motieven! Kort daarop vormt Judas' verraad de dramatische illustratie van de woorden "… want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten." De hardnekkig omklemde passie voor het geld, door iemand die dag aan dag getuige was van goddelijke generositeit, kan slechts leiden tot verharding en mondt uit in een triest hoogtepunt van minachting en haat: dertig zilverstukken als de prijs voor een uniek mensenleven.

Eenzelfde realiteit wordt door de andere discipelen totaal verschillend ervaren: zij zien hoe, conform het onderwijs van Jezus, dat Vader toch altijd weer voorziet. Soms wonderbaarlijk, maar meestal door vrijgevigheid van omstaanders, en soms door eigen arbeid. Natuurlijk voelden ook de discipelen zich nu en dan wat ongemakkelijk met die levensstijl van Jezus. Zonder thuis en zonder inkomen zijn er elke dag opnieuw die vragen "Waar slapen we vanavond? Waar vinden we te eten? Hoe kom ik aan nieuwe sandalen? Vraag ik geld aan Judas - hoe zal die weer reageren?". Het thema dat Jezus aansnijdt, sluit nauw aan bij hun dagelijkse zorg en zal hen ongetwijfeld boeien.

Misschien maken de discipelen zich ook zorgen over de verdere toekomst. "Hoe moet straks het leven verder? Wie zal voor mij zorgen op mijn ouwe dag?" Jezus ziet wat leeft, en wil hen met deze woorden moed inspreken. En het doet hen ongetwijfeld goed, dat Hij Vaders zorg nu eens expliciet verwoordt.

liever geen verkleinwoordjes!

En dan is er het groot publiek. Ook zij zijn erg godsdienstig. Het merendeel der Joden - misschien herders en tollenaars uitgezonderd - nam deel aan de eredienst met zijn symbolische offers en eerbetuigingen aan Jahweh, en aan de sabbat en de vele feesten die hen met een vaste cadans elk jaar opnieuw herinnerden aan Jahwehs betrokkenheid bij het gewone leven. Jezus bouwt voort op dat fundament en nodigt hen hier uit, de daad bij het woord te voegen. Hij vraagt de symboliek waar te maken door Vader in het gewone leven ook daadwerkelijk de eerste plaats te geven. Door Hem te dienen, en niet de Mammon.

Een deel van het publiek heeft daar allicht moeite mee. Dat blijkt ook uit andere passages. Velen zijn materialistisch ingesteld en gebruiken Jahweh als talisman om have en goed te beschermen en indien mogelijk ook uit te breiden. Jezus vat hun interesses samen met de woorden "eten" en "kledij". Of nog als "datgene waar de heidenen - zij die God niet kennen - naar zoeken". Vandaag is de huwelijkslijst iets langer. Huisje-tuintje-boompje-beestje - hoewel liever geen verkleinwoordjes! - maar ook auto, tv met plasmascherm en dvd-recorder, exotische vakanties…

Natuurlijk gunt Jezus ons materiële rijkdom en lekker eten en mooie eigentijdse kledij, maar dan in subsidiaire orde, en niet ten koste van een ander. Wie leven verengt tot eten en drinken lijkt wat op hij die alles opoffert aan Koning Auto, met het doel er mee te paraderen. Verplaatsing zou het oogmerk moeten zijn. Belangrijker dan het oppoetsen van de wagen " de kledij - en dan de brandstof " het voedsel - is de bestemming, en hoe de weg wordt afgelegd. Rijkdom is geen doel, het is een middel. En geen middel om alleen te voorzien in eigen nood.

Is het leven niet meer dan het voedsel,

Met de woorden "Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam meer dan de kleding?" zegt Jezus dat wie materialistisch is, de essentie mist en het echte leven aan zich laat voorbij gaan. De buitenkant is dan wel mooi bekleed, binnenin is armoe troef… Wat heb je er dan aan? Het lichaam is meer dan chique modieuze kleren: eens gekleed komt er beweging in dat lichaam en is het een instrument om aan de slag te gaan.

En het leven is meer dan eten en drinken. Het staat voor denken, voelen, liefhebben, handelen, relaties, … en dat alles liefst doorweven met Gods harmonisch interfererend handelen, doordesemd met zijn attente liefde en omgeven door zijn beschermende hand. God wil in dat leven prominent aanwezig zijn en wie de Mammon achterna zit, mist die steun en toeverlaat. Leven en lichaam zijn dus hét middel om Gods schoonheid te ontdekken, te ontvangen en verder door te geven. En het grootste plezier houdt verband met dit laatste.

de materiële "primaire" noden in secundaire orde

Kledij en voedsel zijn uiteraard primaire noden, waarmee in de badkamer en daarna in de keuken, de dag gestart wordt. De bezorgdheid die Jezus constateert bij zijn tijdgenoten is dus goed te begrijpen. Meer nog in een maatschappij met heel wat dagloners, die zich elke morgen opnieuw afvragen of er iemand hen zal aanwerven.

Jezus ontkent met deze woorden niet dat het belangrijk is te voorzien in de primaire noden. Integendeel, die noden zijn zo belangrijk dat de hemelse Vader er zich mee wil moeien. Hij weet dat de mens dit alles behoeft en is graag bereid om zijn invloed hiertoe aan te wenden. Enkele verzen eerder beschreef Matteüs het "Onze Vader". Ook daar brengt Jezus dezelfde boodschap. "Geef ons heden ons dagelijks brood" spreekt over een Vader die brood op de plank wil brengen. Maar ook hier vermeldt Jezus de materiële "primaire" noden pas in secundaire orde, nadat gebeden werd "Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede…". Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. Het onderhouden van goede relaties met de Oorsprong, de Bestemming en het Overzicht van alles, is voor Jezus het fundament van een vruchtbaar leven. Wie daarin investeert, zal misschien de steraanbiedingen van deze makro-wereld missen, maar hij doet aan lange-termijn-politiek, en mag zich verzekerd weten van Zijn steun en van een rijke eeuwige toekomst.

brood op de plank en een garderobe

Jezus haalt de dieren- en de plantenwereld aan als een bewijs van het feit dat Vader voor brood op de plank wil zorgen en ook in een garderobe wil voorzien. Jezus gebruikt wel vaker de natuur - het lijkt wel een tuin vol symbolen. In de plantenwereld werd groei en bloei genetisch vastgelegd. Ontkiemt het zaadje, dan volgt de rest vanzelf. De wortels halen voedsel uit de bodem. De bladeren gebruiken zuurstof en zonlicht via chemische processen. Een originele tijdloos mooie outfit is dan het resultaat. Bij de dierenwereld verloopt het iets complexer. Bij hen zorgt het instinct en een aangepaste biotoop voor verdere ontplooiing. Vogels moeten daar geen keuzes voor maken. Ze volgen gewoon hun instinct - een ingenieus programma in hun kopje ingebouwd - en vinden zo het voedsel. En wordt het winter, dan zorgt andere software voor de verhuis naar betere oorden. Jezus schrijft dit niet toe aan een mistig onpersoonlijke "Moeder Natuur", maar erkent in dit alles Vaders hand. Vader zorgt. Hij voedt en kleedt.

Bij de vrije mens is alles uiteraard nog veel gecompliceerder. Aan hem werd in Genesis gevraagd de aarde te bewerken en te bewaren en de dieren te benoemen. Jezus' boodschap is dus niet dat die mens mag achterover leunen en mag vegeteren als een plant, noch dat hij erop mag rekenen dat in zijn biotoop, alles voor het grijpen ligt. Te haastig gelezen lijken Jezus' woorden inderdaad een pleidooi voor een naïeve onbezorgde flower power levensstijl - een betoog voor luiheid. In de ruimere context geplaatst, zien we een mens, geroepen om zichzelf te ontplooien in een biotoop die hij mag bewerken. Zes dagen zult gij werken… maar liever als ontplooiing, zonder gefixeerd te zijn op de materiële noden. Want als Vader zelfs plant en dier kleedt en voedt, als Hij zoveel zorg besteedt aan het decor, hoeveel te meer zal Hij instaan voor de mens, die Hij daarin stelde als de kroon op zijn werk. Hoeveel te meer zal Hij zorgen voor zij die Hem dienen, in plaats van de Mammon. Die mens is Hem inderdaad heel veel waard.

de slagader van het leven

Hoe voorziet God de mens in voedsel en kledij? Niet door hem een instinct te geven dat leidt naar het juiste voedsel, niet door hem te bekleden met iets in de stijl van een konijnenvelletje of een zebraoutfit. Neen, Hij geeft de mens allerlei programma's mee. Vooral open toepassingen waarmee hij creatief aan het werk kan gaan en iets nieuws kan scheppen. De mens moet zoeken, beslissen, handelen. Hij kan zelf kiezen wat voor gewassen hij verbouwt en wat hij straks zal eten. En hij kan kiezen met wat hij zich vandaag bekleedt: katoen of wol of Fleece. Maar het lukt hem niet alleen: God omringt hem met mensen, die net iets anders zijn, en hem dus goed kunnen completeren.

Maar, en dat is de essentie waarrond alles draait: de Schepper stelt zichzelf beschikbaar als de bodem waarin de mens moet groeien - de biotoop waaruit hij kracht en inspiratie put. God gaf die mens - anders dan bij plant en dier - bewegingsvrijheid, maar dan samen met een rode telefoon, met de bedoeling voortdurend contact te houden. Zo kan die mens - God noemt hem of haar liefst bij de voornaam - een relatie ontwikkelen om van daaruit te leven. Altijd weer illustreert Jezus deze waarheid, door zijn Vader in de stilte op te zoeken en dan in de wereld te zeggen en te doen wat Hij bij Hem geleerd heeft. Voor Jezus is die band met Vader de slagader van het leven. Leven zonder God, gebruikt Hij als een synoniem voor dood. De rank die niet verbonden is met de wijnstok draagt geen vrucht en dient nergens toe - scherper kan niet!

Wie Gods leven vrij in zich laat stromen, mag erop vertrouwen dat God voorziet in een garderobe en zorgt voor brood op de plank. En veel meer dan dat natuurlijk, want dat zijn slechts primaire noden. God wil op het achterplan alles voorbereiden, aangepast aan onze persoon en onze levensomstandigheden. Het ontbreekt ons aan kennis omtrent onszelf, omtrent onze sterkte en zwakte, karakter en bekwaamheid. Wie met God leeft, heeft een Gids die alles overziet. Het was Gods bedoeling dat elk mens op die wijze met hem zou omgaan. Dat hij zou handelen onder zijn leiding en gesterkt zou worden door zijn kracht.

de levensstijl die de beste kansen biedt

Dat is de les van de bloemen en de vogels. Maar het veronderstelt dat je zoekt, beslist en handelt in overleg met Hem. Dan pas mag je verwachten dat Jezus' vergelijking ook in eigen leven werkt. Jezus belooft natuurlijk niet dat alles altijd van een leien dak loopt. Anders dan plant en dier, moet de mens zoeken. Zoeken naar Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid bijvoorbeeld. Wat God verwacht, vraagt inspanning en is dus niet gemakkelijk. Gods Rijk is voor het oog verborgen en ligt niet zomaar voor het grijpen. Je kan leven zonder er ooit iets van te merken. En zelfs als je het gevonden hebt, blijft het een leerproces en een zoeken naar een juist evenwicht in jezelf, in de interactie tussen jou en God, en tussen jou en de medemens. Dat zoeken vergt een jarenlange investering, soms zonder veel zichtbare resultaten, en het gebeurt met vallen en opstaan.

Jezus geeft geen absolute garantie tegen armoede en tekorten. In een wereld, beheerst door een strijd tussen goed en kwaad, zit alles daarvoor te ingewikkeld in elkaar. Er is een oorlog aan de gang en velen delen in de brokken. En zelfs die vogeltjes… we mogen er aan twijfelen dat al die vogelsoorten in onze vervuilde wereld nog steeds hun voedsel vinden - Jezus' vergelijking wordt begrensd door fout menselijk handelen. Geen waterdichte garantie dus. wél presenteert Jezus ons de levensstijl die de beste kansen biedt voor een vruchtbaar leven. Een stijl die vrij maakt om echt te leven, zonder gefixeerd te zijn op eigen onderhoud. Een stijl die tegelijk de fundering vormt voor een eeuwig leven.

C.S. Van Audenard
september 2005

Heb je de illustratie al bekeken?
Begin