Heb je de illustratie al bekeken?
Einde

Ik ben de ware wijnstok

Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman. Elke rank aan Mij, die geen vrucht draagt, neemt Hij weg, en elke die wel vrucht draagt, snoeit Hij, opdat zij meer vrucht zou dragen. Gij zijt zuiver door het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, zoals Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok verbonden blijft, zo kunt gij ook geen vrucht dragen, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Wie niet in Mij blijft, wordt buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand. Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt dan wat gij maar wilt, en gij zult het ontvangen. Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn. (Johannes 15:1 - 8)

allesbehalve een religieuze uitspraak!

Een stukje uit het evangelie - overbekend - toch voor wie kerkelijk is. Nadeel van die overbekende teksten is dat je dan de indruk hebt dat er niets gezegd wordt, dat je nog niet wist. Die tekst zal je dan waarschijnlijk niet meer aanspreken. Maar meestal is er een verborgen rijkdom. Nemen we de tijd om die woorden te overdenken en te laten inwerken, dan opent Gods Geest onze gedachten en verheugt Hij ons met nieuwe inzichten.

"Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de landman". In onze oren een vrome, religieuze uitspraak. Geen uitspraak die ons doet denken aan het gewone leven. Ook omdat er in onze streek niet veel wijnstokken staan. Misschien klinken die woorden wat romantisch en dichterlijk. Ze doen dan denken aan het warme zuiden, aan de wijnstreek, de streek van Bordeau… niet echt de sfeer die Jezus door die woorden opriep bij zijn publiek.

Tweeduizend jaar geleden, klonk dat helemaal anders in de oren. Allesbehalve een religieuze uitspraak! Alsof nu iemand zou zeggen "Ik ben de appelboom en God de Vader is de fruitkweker." Jezus' uitspraak kwam waarschijnlijk choquerend over. De Farizeeën zullen zich geërgerd hebben aan die vergelijking! Voor orthodoxe Joden was God, diegene wiens naam niet uitgesproken werd. De grootheid, de heiligheid, de verhevenheid van God, werd steeds benadrukt. Hij was de Ik ben die Ik ben. De Onbereikbare, de Afstandelijke, de Onkenbare, en dus zeker niet de Landbouwer. God was torenhoog verheven boven de mens.

eigenlijk is dat woordgebruik al een preek op zich

Jezus kiest doelbewust beelden uit het gewone leven om de nabijheid van de God te illustreren. Hij had de Vader al vergeleken met een boer die een veld bezaait. Hij sprak over zichzelf als herder - een verachte job. En nu kiest Jezus ook zo'n beeld voor God, de Vader! Met Jezus komt God wonen tussen gewone mensen. God wordt kenbaar, bereikbaar en aanspreekbaar - een beetje toch.

Eigenlijk is dat woordgebruik al een preek op zich. God wordt voorgesteld als iemand uit het gewone volk. Jezus geeft hier in één woord al een hele preek: God is eenvoud, bescheiden en niet gecompliceerd, nabij en kenbaar… God is een beetje vergelijkbaar met gewone mensen. Of is het omgekeerd? Gelijkt elk mens een beetje op zijn Schepper? Jezus lijkt met die woorden ook te suggereren dat Gods gedachten eerder te begrijpen zijn door gewone mensen. Helemaal nieuw is zo'n parabel niet. In het oude testament komen we ook al gedurfde vergelijkingen tegen. De herder David schrijft een lied waarin hij Jahweh beschrijft als de goede Herder.

een nieuwe wijnstok naast de vele andere?

"Ik ben de WARE wijnstok". Eén wijnstok is echt. De andere wijnstokken zijn dat niet. Dat komt vreemd over wanneer je een wijngaard overschouwt. Je ziet duizenden gelijke wijnstokken. Stellen dat één daarvan echt is, en de anderen niet, is wel gedurfd.

Jezus had een parabel kunnen vertellen over de valse en de echte koning. Dat zou iedereen begrijpen. Want er is maar één koning in een land. Maken er twee aanspraak op de kroon, dan is er één valse koning en één ware. Maar door de parabel van de wijnstok kiest Jezus voor een ander beeld: een veelheid van schijnbaar gelijke wijnstokken en één daarvan is echt.

Vele Joden aanzagen Jezus als één uit een lange rij van profeten. Mozes had ook wonderen gedaan. Ze kenden sterke verhalen over Elia. En iedereen erkende Johannes de Doper als een begenadigd profeet. Jezus was natuurlijk ook een merkwaardig man. De zoveelste profeet. Een nieuwe wijnstok naast de vele andere?

De toehoorder die zo dacht, werd op zijn plaats gezet. Jezus onderscheidt zich van de andere wijnstokken. Sommigen zullen de scherpte van die woorden niet direct begrepen hebben. Maar Jezus verlaat even de vergelijking en herhaalt zijn boodschap nu in klare taal. "Zonder Mij kunt gij niets doen". Wie niet met mij verbonden is, verdort… wordt samen met het andere tuinafval op een hoop gegooid en verbrand. Scherpe woorden die weinig ruimte laten.

alle wijnstokken zijn gelijk

Aanziet de doorsnee Vlaming Jezus nog als een profeet? Waarschijnlijk wel, maar dan een profeet die deel uitmaakt van een nog veel grotere verzameling. De Vlaming voelt zich wat dat betreft een wereldburger - heel wat vrijer dan de Jood. Hij kan relativeren: alle wijnstokken zijn gelijk. Het veld met wijnstokken kan nu symbool staan voor een ganse waaier aan levensopvattingen. Elke wijnstok symboliseert een godsdienst, een filosofie, een levensbeschouwing. En elkeen groeit op als een twijg op die bepaalde visie. Soms vanuit een vaste, beredeneerde overtuiging. Meestal onbewust, zonder te beseffen hoe men beïnvloed wordt, en kind is van zijn tijd. Bewust of onbewust haalt de mens zijn voedsel uit een stam, waaraan hij verbonden is.

Wijnstokken kunnen in families worden ingedeeld. Christenen worden geklasseerd bij de religieuze wijnstokken. En alle wijnstokken van die familie zijn min of meer gelijk. Wat telt is of je je er goed bij voelt. Ben je gelukkig met je Jezus? Oké, goed voor jou. Maar val daar anderen niet mee lastig. Volg je Mohammed. Mij best. Eigenlijk komt dat allemaal op hetzelfde neer, als je andermans mening maar respecteert. Misschien ben je een shopper, en neem je uit al die godsdiensten het beste… nog beter! Ben je sterk genoeg en hebt je het niet nodig om in het bovennatuurlijke te geloven… dat is dan ook prima.

zo'n gedachtegang is tekenend voor het relativisme, eigen aan onze postmoderne tijd. In de moderne tijd kwam het er op aan verstandelijk te bewijzen wie gelijk had. Toen werden boeken geschreven of discussies gevoerd op rationeel niveau. Men ging er van uit dat waarheid bestond en dat je waarheid kon bewijzen. In onze postmoderne tijd is dat niet meer zo. De grote waarheidssystemen zijn in elkaar gestort en hebben afgedaan. Het communisme is niet meer, behalve hier en daar als relikwie. Het katholicisme beheerste het leven van de vorige generaties van de wieg tot het graf, maar ook dat is nu voorbij.

postmoderne mensen geloven niet meer in DE waarheid

Postmoderne mensen geloven niet meer in DE waarheid. Ze werden ook te vaak misleid. Typerend voor onze tijd zijn programma's waarin elkeen zijn kleine waarheid brengt, elkeen zijn opinie - al of niet representatief, elkeen zijn gevoelens… Iedereen heeft gelijk. Maar zonder grote waarheid - zonder gemeenschappelijke basis - wordt het lastig bouwen. En zo evolueren we naar een waarden-loze, moeilijk bestuurbare maatschappij. Het komt er dan op aan om invloed te hebben achter de schermen of om via de media met slogans het publieke sentiment te bespelen.

Jezus woorden contrasteren fel met onze tijdsgeest. Jezus relativeert niet. Integendeel, Hij stelt de zaken scherp. Hij zoekt niet zijn publiek te winnen. Hij weet ook wel dat het aanmatigend overkomt te stellen dat er maar één echte wijnstok is. Maar Jezus werd gezonden door de ene Vader, de ene Schepper van hemel en aarde. Op gevaar van eigen leven, brengt Hij die moeilijk te aanhoren boodschap: één God en één bemiddelaar. Elke boodschap die dit ontkent, stemt niet overeen met de waarheid.

geen autonomie voor de mens

De rank moet met de wijnstok verbonden zijn. Geen autonomie dus voor de mens, wel een leven in verbondenheid. Vooral met God en ook met de medemens - met de wijnstok en met de andere ranken. Wie onafhankelijk van God leeft, mist essentiële voedingsstoffen en is ten dode opgeschreven. Wie met Hem verbonden is, wordt gevoed door levenssappen, via de wortels uit de diepte aangevoerd. Hij ontvangt inspiratie en levenskracht om ernaar te leven.

Paulus zoekt later naar nieuwe beelden die de verbondenheid met Jezus en met elkaar benadrukken. Hij gebruikt het beeld van het lichaam. Jezus is het hoofd dat alles coördineert, en elke gelovige een lichaamsdeel. Paulus accentueert de verscheidenheid van al die lichaamsdelen. Maar tegelijk ziet hij een eenheid ondanks - of beter, dankzij - de verscheidenheid. De vele lichaamsfuncties dragen elk het hunne bij tot het welzijn van dat ene lichaam.

In het beeld van de wijnstok en de ranken omschrijft Jezus zichzelf niet als het hoofd. Neen, Hij ziet zichzelf als de stam, de wortel, de voedingsbron. Diegene het lichaam voedt, van kracht voorziet. Diegene die de ranken ondersteunt. Alles is erop gericht dat die rank vrucht zou dragen. Vruchten voor de tuinman. Maar tegelijk ook voor de medemens, want de wijngaard is de wereld waarin we leven. Het geworteld zijn in de ware wijnstok hoeft niet tot isolement te lijden. De rank presenteert zijn vruchten aan wie in de wijngaard komt er ervan wil proeven.

de dorre ranken

En dan klinken die harde woorden: wat niet meer leeft, wordt door de Vader weggeknipt. Net als elke tuinman, spreekt Jezus ook over wegknippen en snoeien. Over een zuiveringsproces, noodzakelijk voor bekomen van goede vruchten. Pijnlijk voor de rank en voor de wijnstok. Zelfs voor de Tuinman, want Hij heeft zijn kinderen in zichzelf geënt en deelt dus hun vreugde, en ook hun pijn.

Wat wordt er weggeknipt? De dorre ranken. Die hangen er uiterlijk nog wel bij, en dat is misleidend. Voor de buitenwereld - en misschien ook in eigen oog - maken ze deel uit van het lichaam. Maar innerlijk was de rank al gestorven omdat ze geen voedsel meer opnam uit de wijnstok. Innerlijk dood door eigen keuze. De dorre rank draagt geen vrucht en belemmert de groei van de andere ranken. Ze wordt door de Tuinman weggeknipt.

En wat wordt er gesnoeid? Takken die leven en vrucht dragen. Uitwassen, en wat in de verkeerde richting groeit. Wilde takken nemen te veel kracht en voedsel op, ten nadele van vruchten. dankzij snoeiwerk krijg je een stevige struik met veel vertakkingen. Evenwichtig gebouwde stevige ranken die veel vrucht kunnen dragen.

En dan staat daar een zinnetje waarvan je je afvraagt of het daar wel op zijn plaats staat. "Gij zijt zuiver door het woord dat ik tot u gesproken heb." Het lijkt wel een verloren zinnetje temidden in die vergelijking van de wijnstok en de ranken. Eerst heeft Jezus de omstaanders aangesproken. En nu richt hij zich tot de kleinere kring van zijn discipelen.

de bijbel als snoeimes

Of overgeplaatst naar onze tijd: Jezus richt zich eerst tot het grote publiek en spreekt dan door dit zinnetje tot zijn kerk. "Jullie zijn al gesnoeid. Jullie zijn al gezuiverd doordat jullie mijn boodschap aanvaard hebben, en in de praktijk gebracht. Mijn woord heeft al heel wat foute dingen recht gezet. Jullie maken deel uit van Gods lichaam. Ik heb jullie geënt in de ware wijnstok."

"Zuiver door het woord" - door dat ene zinnetje legt Jezus het verband tussen "Zijn woord" en "gesnoeid worden". De bijbel als snoeimes. "Breng Mijn woord in de praktijk" zegt Jezus, "zo wordt je gecorrigeerd, gezuiverd…" Een beeld dat lijkt op het zwaard waar Paulus het over heeft. Een zwaard dat in de innerlijke mens wat zuiver is - van goddelijke oorsprong, afscheid van wat onzuiver is.

"Breng je Mijn woorden in de praktijk, dan wordt je gezuiverd en blijf je met Mij verbonden. Je zal veel vrucht dragen… vruchten van de ware wijnstok. Zonder bittere nasmaak. De mensen zullen in jullie, Mij herkennen."

C.S. Van Audenard
mei 1994
herwerkt in februari 2003

Heb je de illustratie al bekeken?
Begin