Zo verstandig en oplettend als slangen!
Wie werd er dan bedreigd?
Jezus stond geseind als staatsgevaarlijk. Hij werd in het oog gehouden en moest dus op zijn tellen passen. Want al snel werd duidelijk dat de gevestigde orde Hem zocht te doden. Hij waarschuwt zijn volgelingen dat zij hetzelfde lot beschoren zijn en gebruikt daartoe de volgende vergelijking:
Ik stuur jullie erop uit als schapen onder wolven. Wees zo verstandig en oplettend als slangen, en zo oprecht en onschuldig als duiven. (Matteüs 10:16)
Die verwijzing naar de dierenwereld klinkt misschien romantisch in onze oren, want wij, moderne mensen, zijn niet meer vertrouwd met het zicht van verscheurde dieren. Maar die woorden lieten in Zijn tijd aan duidelijkheid niet te wensen over: de confrontatie met de wolven was levensbedreigend. Het was dodelijke ernst!
Wie werd er dan bedreigd? De passage betrof de discipelen die de
opdracht kregen om Jezus' boodschap uit te dragen in de steden en
dorpen van Israël. Die vredesboodschap brengen was blijkbaar een
gevaarlijke onderneming.
Bij uitbreiding betreft de vergelijking ook Jezus' volgelingen 2000
jaren later, want in een toenemend aantal landen riskeren christenen
gevangenisstraf. En net als bij de start in Rome, geldt vandaag ook in
sommige landen de doodstraf wegens godslastering, wanneer je in de
verkeerde God gelooft. Ook nu kan ja verscheurd worden, niet door de
wolven, maar door een bomexplosie, wanneer je in die landen een kerk
bezoekt.
Ook hier verschijnt de wolf op het toneel
Maar die problemen kennen we gelukkig niet
hier te lande. Kunnen ook wij dan nog iets leren uit de vergelijking
van de schapen en de wolven?
Alvorens daarop te antwoorden, lezen we eerst een passage uit de
parabel van de zaaier.
Bij ieder die het woord van het koninkrijk hoort,
maar het niet begrijpt, komt hij die het kwaad zelf is
en rooft wat hun in het hart is gezaaid…
(Matteüs 13:19)
… worden ze vanwege het woord beproefd of vervolgd,
dan houden ze geen ogenblik stand.
(Matteüs 13:21)
De vergelijking van de zaaier is van alle tijden en beschrijft ook
hedendaagse risico's. En die risico's zijn niet mis, want er loopt ook
binnen onze cultuur veel verkeerd. De verleiding om de goede moraal
opzij te schuiven, en scheef te gaan is alom aanwezig. Egoïsme is de
rode draad in de alom tegenwoordige publiciteit, en de resultaten zijn
navenant.
De gelovige wordt als kind van zijn tijd aangespoord om
de
smalle weg te verlaten of hij kan zijn geloof gebruiken om
zichzelf en de ander te bedriegen. Een deel van het zaad valt in de
goede aarde en draagt vrucht. Maar een ander deel wordt weggeroofd,
verschroeid door de zon of verstikt door het onkruid. Uit Jezus'
uitleg, begrijpen we dat de situatie toch wel lijkt op de vorige
parabel. Want ook hier is er sprake van beproeving en vervolging en ook
hier verschijnt de wolf ten tonele in de persoon van 'hij die het
kwaad zelf is' – de personificatie van het kwaad. Een persoon die
invloed uitoefent op het gedachteleven door opbouwende gedachten te
deleten en negatieve te importeren, wat hierna in de derde
gelijkenis gebeurt!
Men zoekt en vindt een meer plausibele verklaring
Jezus vertelde nog een gelijkenis. "U kunt zich het Koninkrijk van de hemelen ook zo voorstellen. Een boer zaaide goed graan op zijn land. Maar op een nacht, terwijl iedereen sliep, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen het graan. Toen het graan begon te groeien, schoot ook het onkruid op. De knechten gingen naar de boer toe en zeiden: 'Het veld waar u dat goede graan hebt gezaaid, staat vol onkruid!' 'Dat heeft een vijand gedaan", zei hij… (Matteüs 13:24 - 28)
Ook in de derde gelijkenis is er sprake van een wolf. 's Nachts, nadat
het veld werd ingezaaid, herdoet een vijand het werk met onkruidzaad.
Het zal je maar overkomen!
Deze passages uit het evangelie worden vaak buiten beschouwing gelaten.
Dat is in zekere zin begrijpelijk want die vijand gaat vooral 's nachts
op stap en wordt dus niet gauw herkend. Men ziet het onkruid en zoekt
en vindt dan wel een meer plausibele verklaring. Want los van wat op de
achtergrond gebeurt, zijn er uiteraard ook sociologische of
psychologische verklaringen voor alles wat verkeerd gaat. Want ook
Hitler had een slechte jeugd en Duitsland was in de decennia daarvoor
te zeer vernederd!
Maar hoe komt het dat alle duivels uit de hel toen ontketend
werden? Zoveel tirannie, zo diep gevallen en op zo'n ruime schaal!
Waarom worden ideologieën verheven tot een pseudoreligie die miljoenen
verblindt en die streeft naar wereldoverheersing. Herken je daarin niet
de hand van hij die het kwaad zelf is en God een hak wil zetten?
Die demonische orkestratie overspant de geschiedenis. Geregeld weer is
er die blinde haat tegen alles wat joods is – toevallig het volk dat
God speciaal wou coachen! De politieke en ideologische context is
verschillend maar de ambities zijn vergelijkbaar. Kwaad wordt opgetild
tot een bovenmenselijk niveau, en de machthebber hier op aarde is wel
vol van zichzelf, maar is vanuit historisch perspectief slechts een
toevallige marionet, wiens plaats zo door een ander kon worden
ingenomen. Hij is een exponent van een duistere cultuur die
diepmenselijke waarden verdrukt.
Het goede zaad heeft een goede voedingsbodem nodig om te groeien. Ook
het onkruidzaad heeft nood aan een gepaste biotoop: een gefrustreerde
en gewetensloze leider, onderdrukte, misnoegde of verwende burgers en
een geloof dat alles aan elkaar verbindt.
Het is ongezond om het accent te leggen op een vijand – laat staan een
vijand die je niet eens kan zien. Het maakt je hard, doodt de liefde en
leidt ertoe dat je overal spoken ziet. Je gaat dan op die vijand
lijken! Je mag je dus niet op het kwade fixeren, integendeel…
bedenk het goede!
Helemaal niet zo machtig als beweerd wordt
Toch brengt Jezus die wolf geregeld ter sprake. Hij wil dat zijn
publiek inzicht heeft in het gevaar dat dreigt, zodat het dat gevaar op
zijn minst ook kan ontwijken.
Dat argument van zelfverdediging geldt voor alle tijden, maar in onze
cultuur is er een bijkomende reden om even die wolf in de schijnwerper
te plaatsen, ook al strijkt dat tegen de haren in. Als je gelooft
je in de Almachtige en de Liefdevolle, en je mag – uit overtuiging of
omdat je politiek correct wil blijven – de wolf niet ter sprake
brengen, dan heb je geen uitleg voor alle duisternis om je heen. Want
is er geen sabotage in het spel is, dan is het toch allemaal Zijn
schuld! Hij heeft zich dan vergist bij de programmatie of raakte
onderweg de pedalen kwijt! Je godsbeeld valt dan aan diggelen, want Hij
is helemaal niet zo machtig als je hebt beweerd!
Aanvaard je dat er een wolf is, dan heb je meer antwoorden op de
waaromvragen. In de laatste parabel waren de knechten ontzet want
'Het veld waar u dat goede graan hebt gezaaid, staat vol
onkruid!' Zij vragen zich af wat hun baas verkeerd gedaan heeft,
maar ze krijgen te horen dat de fout niet bij hem lag.
Dit is natuurlijk geen pleidooi voor simplistische zwart-wit
antwoorden. Evenmin om die wolf voor het eigen karretje te spannen en
zo de goegemeente schrik aan te jagen en te kunnen overheersen. Die
misbruiken en de verwrongen visies van de voorbije eeuwen zijn mee
verantwoordelijk voor de allergie die we nu kennen!
Om de hoek, schuilt de subsidiaire vraag
Dat met een verwijzing naar de saboteur alles opgelost zou, is
natuurlijk ook niet waar. Want om de hoek, schuilt de subsidiaire
vraag: Waarom laat de Almachtige en Liefdevolle dat dan allemaal
toe?
En daarmee zijn we aanbeland bij de grote vragen van de
mensheid - vragen waar door de eeuwen heen filosofen hun leven aan
hebben gewijd! De Bijbel laat impliciet verstaan dat dit dilemma
verband houdt met het feit dat God Liefde IS en dat Hij dus aan
zichzelf verplicht was om persoonlijkheden met een vrije wil te
scheppen. Tegelijk wordt een herstel in komende tijden in het
vooruitzicht gesteld – een herstel dat zo bovenmatig is dat Jezus wie
nu lijdt voor de goede zaak, zelfs gelukkig prijst. God behoudt
de controle over het stuur, maar Hij krijgt het nu nog niet allemaal
aan de mensen uitgelegd. Niet aan Job, die na heel wat brainstorming en
discussie met zijn vrienden-filosofen, toch tot rust kwam en aanvaardde
dat God God mag zijn. Niet aan de moderne mens, ook al heeft die
intussen veel meer inzicht in de wetten van de natuur.
De gelovige kan er niet omheen: deels wordt hij verstandelijk overtuigd
door wat hij ziet, begrijpt en ervaart. Maar deels moet ook hij
vertrouwen op hetgeen God hem belooft via het Woord. Zijn geloof heeft
een rationele onderbouw, maar geloven zonder te zien blijft
ook
noodzakelijk! Want wat er geschreven staat over die luisterrijke
toekomst, kan je inderdaad niet bewijzen.
Niet dat een uitstap wordt verboden
Uit wat voorafgaat concludeert de jurist dat mutatis
mutandis de
tekst over de schapen en de wolven hic et nunc nog relevant is.
En zo komen we terug bij de wolven! Hoe kunnen we ons beschermen tegen
het risico om verscheurd te worden? Jezus raadt aan om
verstandig en oplettend te zijn, oprecht en onschuldig.
Wat mag dat dan betekenen? Om te beginnen is het onverstandig
om
de strijd alleen aan te gaan. Het schaap mag dus geen egotripper
worden. Het heeft goed gezelschap nodig en moet dus verbonden blijven
met de kudde. Niet dat een uitstap wordt verboden, integendeel… want
daarover gaat het verhaal van Matteüs juist: Jezus wierp zijn
discipelen voor even uit het nest, zodat zij zelfstandig leerden
vliegen. Maar de excursie werd goed voorbereid en na de terugkeer
volgde ook een nabespreking. Verbondenheid met de medemens is een
must, want in het samenzijn wordt onze identiteit gevormd en kunnen
we onze talenten ook gebruiken. We worden door elkaar aangevuld en
bijgestuurd.
Een gezelschap met een sterke onderlinge interactie
Verbondenheid met christenen heeft een analoog effect, maar werkt ook
verder in de diepte en op andere niveaus. Het persoonlijk en
maatschappelijk functioneren wordt dan ook getoetst aan Gods visie.
Welke waarden en welke maatstaven hanteren we? Hoe functioneren
we in het alternatief milieu – het Koninkrijk Gods – dat Jezus
wil ontplooid zien?
Voor die wederzijdse bevruchting en correctie volstaat niet het
bijwonen van een christelijk geïnspireerde voorstelling. Neen, een
presentatie kan leerzaam zijn, maar het vervangt het echte leven niet!
Als het enigszins kan, moeten we ook deel uitmaken van een gezelschap
met een sterke onderlinge interactie, zoals de eerste christenen.
Een gemeenschap waarin de daad bij het woord wordt gevoegd en
waarin je dus echt op elkaar mag rekenen, ook wanneer dat tijd en
moeite en centen kost.
Voor zo een kerk geldt de belofte waar twee of drie samenzijn in
Mijn Naam, ben Ik in hun midden. 'God in ons midden' is wel heel
hoog gegrepen, maar het zijn Jezus' woorden en het sluit ook aan bij de
oudtestamentische traditie, waar Jahweh een volk uitkoos om mee op reis
te gaan.
Als God aanwezig is, mag je verwachten dat Hij zijn woordje plaatst.
Gods stem horen en verstaan is iets wat je als individu en groep moet
leren, en dat is een andere studie waard. Die studie gaat wellicht
opnieuw over de dierenwereld want 'de schapen horen Mijn
stem'.
Het horen (en opvolgen) van die stem heeft een onvergelijkbare
meerwaarde, ook met betrekking tot het onderwerp van deze studie. Want
Gods Geest staat ons bij en steekt ons telkens weer een hart onder de
riem, maar Hij wijst ook onze zwakke plekken aan. Hij maakt ons
intuïtief gevoeliger voor gevaarsituaties en zendt alarmsignalen uit.
dankzij de nabijheid van de Herder, biedt de kudde dus veel meer dan
alleen de 'sociale' voordelen. Als Hem dat wordt toegestaan neemt de
Herder zelf de leiding over. Hij beschermt Zijn schapen en leidt de
kudde van de ene pleisterplaats naar de andere. Zo'n evolutie en groei
meemaken is boeiend! Want je merkt hoe God je in contact brengt met
mensen die jou nodig hebben of omgekeerd. God laat initiatieven geboren
worden. Hij accentueert thema's door ze via meerdere kanalen tegelijk
aan te dragen. Dan is er geen sprake meer van een blind geloof dat
alleen maar gebaseerd is op hetgeen je in Heilige Boeken leest. Je
geloof sluit dan aan bij wat hier en nu gebeurt, en het wordt telkens
weer bevestigd!
Midden in de kudde en toch afgedwaald
Persoonlijk contact met
gelijkgezinden
is nodig, maar het mag er
niet toe leiden dat we ons veilig opsluiten in een compound en
de
buitenwereld zien als de grote boosdoener. Neen, het is een illusie te
denken je binnen de omheining safe zit.
Ook in de kudde
lopen we gevaar. Want de wolf in schaapsvacht valt ook daar
gedachten en gevoelens aan. Je kan midden in de kudde staan en toch
afgedwaald zijn in de figuurlijke zin. Je ziet dat op bijgevoegde foto
en we hebben het dan niet over het zwarte schaap. Wel over het schaap
dat zich drie rijen hoger ophoudt en zichzelf heilig heeft verklaard –
vandaar het aureool. Die toestand is riskanter dan die van
het verloren schaap, want dat laatste beseft wellicht dat het
een probleem heeft.
De schaapskooi is een verzamelplaats zoals de tempel. De aanwezigheid
van de tempel van de Heer in Jeruzalem gaf het Joodse volk
een
vals veiligheidsgevoel, dat Jeremia aan de kaak stelt. Eeuwen
later waren de woorden van de Farizeeërs 'Wij zijn kinderen van
Mozes!' een variatie op hetzelfde thema. De tempel en de wet waren
voor deze mensen het bewijs dat zij de gunst en
bescherming
van Jahweh genoten en dus onkwetsbaar waren, ook al waren zij corrupt
en verdrukten zij het volk.
Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: “Dit is de tempel van de HEER! De tempel van de HEER! De tempel van de HEER!” Als jullie je leven werkelijk beteren, als jullie elkaar rechtvaardig behandelen, vreemdelingen, wezen en weduwen niet onderdrukken, in dit land geen onschuldig bloed vergieten en niet achter andere goden aanlopen, jullie onheil tegemoet, dan mogen jullie hier blijven wonen, in dit land dat ik jullie voorouders gegeven heb. Zo is het altijd geweest, zo zal het dan altijd zijn. Maar jullie vertrouwen op die bedrieglijke leus, en dat zal je niet baten. (Jeremia 7:4 - 8)
Gelovigen die God al lang kennen, een uitgebreide Bijbelkennis hebben, Gods aanwezigheid ervaren en merken dat Hij gebed verhoort, moeten dus net zo goed op hun tellen passen! Misplaatste trots kan leiden tot het uitroepen van een eigen introvert koninkrijkje met verwrongen opvattingen.
Een schaap dat er alles uitflapt
Het gevaar kan ook elders schuilen: ergens in de kudde staat een schaap
dat er alles uitflapt en zo Gods werk in diskrediet brengt. Jezus
vraagt om 'verstandig te zijn en oplettend als een slang.'
In Genesis gebruikt de slang haar scherpzinnigheid om te misleiden.
Hier vermeldt Jezus de positieve kant van die karaktereigenschap: weten
wanneer en hoe je best reageert. Wat je beter wél, en beter niet zegt,
rekening houdend met de context en met de al of niet terechte
vooroordelen van de andere panelleden. Jezus deed soms
bikkelharde uitspraken, maar Hij was geen flapuit. Hij ontweek de
meeste strikvragen en beantwoordde ze niet met harde standpunten, want
dan ben je nog verder van huis. Soms, wanneer het warm onder de voeten
werd, trok Hij zich terug in veiliger oorden, weg van Jeruzalem.
Wie onverstandig is of onoplettend in zijn spreken of zijn handelen,
komt in moeilijkheden en brengt ook anderen in gevaar. BV's weten
dat maar al te goed: een verspreking staat even later op alle
nieuwssites en gaat het om de Marseillaise in de plaats van de
Brabançonne , dan draag je dat mee tot in je graf. Dat is niet eerlijk –
zou Calimero zeggen - maar het is zo! Je kan dus beter nuchter zijn en
low profile in plaats van breed uit te weiden over allerlei
bovennatuurlijke fenomenen en goddelijke interventies, die door je
publiek echt niet gesmaakt worden.
En dan is er het schaap dat niet oprecht en onschuldig is als de
duiven. Het nam het allemaal niet zo nauw en van het ene,
kwam het andere… Nu is het beroofd van zijn nieuw verworven
inzichten en van zijn diepe levensvreugde en het dreigt ook anderen te
besmetten en de ganse kudde in diskrediet te brengen. We mogen het niet
ontkennen: het zijn vaak de gelovigen die het geloof ongeloofwaardig
maken! En dan moeten we niet eens terugkeren tot de kruistochten of de
inquisitie. Ook in onze tijd zijn er diegenen waarvan Jezus zei dat
het voor hen beter zou zijn dat ze met molensteen om hun hals
in zee werden gegooid (Marcus 9:42). Het is een aansporing om
de lat héél hoog te leggen!
C.S. Van Audenard
november 2012