Einde

De verpakking en de inhoud

missie volbracht!

Jezus had niet alleen te lijden van de Farizeeërs. Ook zijn volgelingen bezorgden Hem wel eens leed. Soms was dat omdat ze, net als de Farizeeërs, God voor hun eigen kar willen spannen. In dit artikel zijn er passages die dat illustreren.

Toen de zeventig teruggekeerd waren, zeiden ze heel verheugd: ‘Heer, zelfs de demonen gehoorzamen ons …'. En Hij zei tegen hen: ‘… Ik heb jullie macht gegeven slangen en schorpioenen te vertrappen en het geweld van de vijand te weerstaan. Niets zal jullie deren. Maar wees niet blij omdat de geesten je gehoorzamen; wees liever blij omdat jullie namen staan opgetekend in de hemel.’ Op dat moment werd Jezus vervuld van een grote vreugde door de heilige Geest en Hij riep uit: ‘Ik dank u, Vader, Heer van de hemel en van de aarde, dat u de allerkleinsten hebt laten zien wat u voor wijzen en geleerden verborgen hebt gehouden. Ja, Vader, zo hebt u dat gewild.’ (Lucas 10:17 - 21)

Lucas beschrijft op het eerste gezicht een onverdeeld succes: Jezus stuurt zijn discipelen op stage en ze komen terug met grote verhalen. Missie volbracht! Alles lijkt er op te wijzen dat hun boodschap in goede aarde viel. Want ze werden in de dorpen heel goed ontvangen! Meer nog: "Zelfs de demonen gehoorzamen ons".

Jezus' reactie is tweeledig. Enerzijds zegt Hij dat hun gezag een gekregen gezag is en dat die autoriteit hen inderdaad in staat stelt om werkelijk alles te trotseren. Anderzijds merkt Hij op dat hun enthousiasme onzuiver is. Het lijkt dat ze vooral opgetogen zijn over hun eclatant succes. Straks kunnen ze heel Israël veroveren!

ze ambiëren best geen hoge functie

Jezus brengt hen terug met beide voeten op de grond: succes kan overmoedig maken. Ze ambiëren best geen hoge functie in Jeruzalem. Ingeschreven staan in het bevolkingsregister van hierboven, daar moeten ze naar streven!

Maar dan is er een vreemde wending in het verhaal. Jezus wordt zo uitbundig blij dat Hij het uitroept. Jezus is opgetogen over Gods bijzondere aandacht voor de kwetsbare mens. Die vreugde heeft een andere bron dan menselijke fierheid, want die vreugde werd gegeven door de Heilige Geest. Het is een portie zuivere, goddelijke blijdschap die de eer geeft aan wie de eer toekomt en dus wijst op Hem die 'Heer is van hemel en aarde'.

Die Grote Heer contrasteert met de arrogante grote heren van Jeruzalem. Dat waren gelovigen die vooral in zichzelf geloven en hun macht gebruiken in eigen voordeel. God daarentegen is gericht op de allerkleinsten en gebruikt Zijn macht in hun voordeel. Jezus voelt die liefde van de Vader op een warme en intense wijze en dat is het wat Hem zo blij maakt.

Ook Jezus' volgelingen zullen delen in die zuivere vreugde wanneer ze hun grote macht en onkwetsbaarheid gebruiken om mensen in nood te helpen. Misschien was Jezus' vreugde ook het gevolg van hetgeen Hij in de toekomst ziet gebeuren.

dat zal u zeker niet gebeuren!

‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: Gelukkig ben je, Simon Barjona, want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ …Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat hij … veel zou moeten lijden …, en dat hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt. Petrus nam hem ter zijde en begon hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal u zeker niet gebeuren!’ Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je zou me nog van de goede weg afbrengen. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’ (Matteüs 16:14 - 23)

Maar Hij keert zich om en zegt tot Petrus: ga wég daar, achter Mij, satan die je bent! Je bent me een struikelblok, omdat je met je hart niet bent bij de zaken van God, maar bij die van de mensen! (Matteüs 16:23 - NB)

banaan

Dit bijbelgedeelte bevat een scherp contrast: eerst spreekt Petrus woorden uit die door de Vader geïnspireerd zijn, om dan even later een spreekbuis te worden van de Satan.

Petrus herkent Jezus als de beloofde Messias en dat leidt tot een compliment dat kan tellen: hij zal een cruciale rol vervullen in de uitbouw van de kerkgemeenschap en krijgt een gezag dat zal reiken tot in de hemel. Maar even later gebeurt het tegendeel en wordt Petrus een instrument van de vijand. Petrus wil het onderwijs van zijn Meester corrigeren en valt zo uit zijn rol als leerling. Hij oppert dat er een andere weg is dan diegene die de Vader aanwijst. De rots wordt nu een struikelblok!

Je kan dat vergoelijken door te zeggen dat elk van ons op dezelfde wijze zou gereageerd hebben. Wie zou niet protesteren wanneer een vriend zegt dat hij een vreselijk einde tegemoet gaat? Maar Jezus' scherpe reactie doet veronderstellen dat er hier meer aan de hand was en dat Petrus niet zomaar handelde vanuit een diep medeleven. Verkeerde motieven, gedachten of gevoelens verstoorden zijn verbinding met God, of zoals Jezus het zei: 'je bent met je hart niet bij de zaken van God'.

we kleineren hem, zodat we er zelf nog groter uitzien

Lovende woorden kunnen er toe leiden dat iemand naast zijn schoenen loopt. Dat is zo wanneer wij dat compliment veralgemenen tot alles wat we zijn en doen. Ook wanneer wij hetgeen lof verdient volledig op eigen conto schrijven. We beseffen dan niet dat God de initiator is van al het goede, en dat vele anderen hebben bijgedragen tot ons succes.

schoen

Die houding leidt dan tot overmoed en een aanmatigende houding. We meten onszelf een gezag toe dat ons niet toekomt. We denken, al of niet terecht, dat we het beter weten, en zetten anderen op hun nummer. Ons optreden beoogt dan niet het veredelen van de medemens. Neen, we kleineren hem, zodat we er zelf nog groter uitzien.

Of we gebruiken onze positie of onze talenten om de wensen van de oude egoïstische mens te realiseren. Want als we toch zo goed zijn mogen we ons wel iets meer permitteren!

deed Jezus er verkeerd aan?

Deed Jezus er dan verkeerd aan om Petrus te vergelijken met een rots? Hij had toch kunnen weten hoe het zou aflopen! Positieve profetieën kunnen ook verkeerd ontvangen worden, maar dergelijk examen hoort bij het leerprogramma dat afgewerkt moet worden vooraleer de leerling op eigen benen staat. Pas wanneer de verleiding zich aandient en alle omstandigheden gunstig zijn om in de val te trappen, komen de diepere motieven aan het licht en blijkt in hoeverre de leerling onkreukbaar is. Want de gelegenheid maakt de dief.

Je mag het natuurlijk niet uitlokken, maar God gebruikt die gelegenheden om te zien wat iemand waard is. Het lijkt dan alsof God afstand doet van zijn alwetendheid om in de mensenwereld op te treden als een actor die gadeslaat en concludeert. Judas kreeg de kassa toegewezen en hij leerde zichzelf kennen als een dief. Dat gebeurde wanneer hij in de leerschool was en dus ruim op tijd, vooraleer de Baas vertrok naar het buitenland en de leerlingen op eigen benen moesten staat. Judas viel door de mand en kreeg keer op keer de kans om zijn leven te beteren, maar het mocht niet baten.

een uitgelopen expeditie Robinson

In de evangeliën komen we geregeld incidenten tegen waardoor de discipelen zichzelf beter leren kennen. Dat moet ook wel, want drie jaar met elkaar op stap in soms moeilijke omstandigheden, lijkt wel een uitgelopen expeditie Robinson. Wanneer de druk op de ketel toeneemt, komen de zwakke plekken aan het licht en leert een mens zichzelf echt kennen. Die incidenten kunnen dus een positieve uitwerking hebben. Ze zijn karaktervormend wanneer een mens wil leren van zijn fouten en tot inkeer komt.

Dat doet denken aan de legerdienst. De rekruut met een hogere opleiding werd doorgaans belast met een leidende functie. Dat liep niet altijd van een leien dakje en zo leerde hij met vallen en opstaan wat je als leidinggevende wél en niet mag doen. Zoveel maanden later mocht hij afzwaaien en kon hij zijn eerste echte job aanvatten met ervaring en met een propere lei.

vriendelijke bijsturing lukt dan niet

Maar waarom sprak Jezus zo streng? Waarom duidt Hij Petrus aan als een werktuig van de Satan? Kon Hij dat niet wat vriendelijker en omfloerster zeggen?

Profetische woorden die correctie inhouden, klinken inderdaad soms hard en dat is onvermijdelijk. Want wie een foute weg bewandelt, is meestal in meer of mindere mate blind en doof. Een vriendelijke bijsturing lukt dan niet. Hij is niet ontvankelijk voor zachte woorden want hij heeft zich verhard en is koppig, of is in zijn denken misleid en overtuigd van zijn gelijk.

In de parabel van de zaaier vergeleek Jezus de mens met een akker, en Gods boodschap met zaadjes. Wil het zaad ontkiemen, dan moet het in de aarde vallen. Is de bodem verhard, dan moet de aarde worden los gewoeld door te ploegen of te spitten en dat is wat de profeet dan doet door zijn harde woorden. Je ziet hoe de boodschap van de profeten in het Oude Testament soms inslaat als een bom, en ook Jezus neemt geen blad voor de mond in de confrontaties met de Farizeeërs. Het is niet het ene oor in en het andere uit, want daarvoor komen die woorden te hard aan. De luisteraar is geschokt en kan de aanklacht dus niet zomaar naast zich neerleggen. Hij moet stelling nemen!

mensen met betere antennes, die God gebruikt als woordvoerder

Matteüs beschrijft eerst hoe Petrus, wanneer hij Jezus aanwijst als de Messias, profetisch uit de hoek komt. Maar kort daarna slaat Petrus de bal mis en dan volgt Jezus' profetische reactie.

Net als in het Oude Verbond en bij de eerste christenen, heb je ook vandaag mensen met betere antennes, aan wie God nieuwe inzichten kan openbaren. God gebruikt zo iemand dan als woordvoerder om zo de gelovigen te informeren, te sterken, bij te sturen…

Welnu, u bent het lichaam van Christus en ieder van u maakt daar deel van uit. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken. (1 Korintiërs 12:27 - 28)

Maar wie profeteert, spreekt voor mensen: opbouwend, vermanend en troostend. (1 Korintiërs 14:3)

de luisteraar neemt dan een egelhouding aan

Het feit dat de profeet soms scherp uit de hoek komt, wordt niet altijd gewaardeerd. Die man of vrouw wordt dan wellicht als dominant ervaren. De luisteraar neemt een egelhouding aan en dat maakt het nog moeilijker om de boodschap te beoordelen op zijn waarde.

egel

Die beoordeling is natuurlijk nodig want niet de profeet, maar de luisteraar is verantwoordelijk voor het gevolg dat gegeven wordt aan de boodschap.

Bovendien is de boodschapper niet onfeilbaar. Het is mogelijk dat hij in hetzelfde bedje ziek is, een te groot gedacht heeft van zichzelf of de luisteraars met verbaal geweld wil sturen in de door hem gewenste richting. We mogen hopen dat dit door de omgeving wordt gedetecteerd en dat de profeet wordt terecht gewezen of desnoods wandelen gestuurd.

Zo spreekt de Heer van de machten, de God van Israël: Laat u niet misleiden door de profeten en de waarzeggers die er onder u zijn. Luister niet naar hun dromen. Ze misbruiken mijn naam om leugens te verkondigen; Ik heb hen niet gezonden - godsspraak van de heer. (Jeremia 29:8 - 9)

ik denk dat God aan jullie vraagt…

De noodzaak om de boodschap te toetsen leidt soms tot de conclusie dat een profeet er beter aan doet zijn woorden te nuanceren door te spreken met minder zelfverzekerdheid. Dat kan door het voorwoord 'Zo spreekt de Heer …' te vervangen door iets in de stijl van 'Ik denk dat God aan jullie vraagt…, ik voel aan dat…'.

Wie meent door God geïnspireerd te zijn en een inzicht wil doorgeven, kan dat inderdaad best op die manier verpakken. Maar wie in een kerkgemeenschap het ambt van profeet heeft, en erkenning heeft verkregen doordat de boodschap telkens weer door de omstandigheden werd bevestigd, mag toch wel met grotere overtuiging spreken. Hij spreekt namens God en niet in eigen naam, en de woorden "Ik denk…" zijn dan wellicht niet in overeenstemming met wat zijn Opdrachtgever wenst. Evenmin liggen ze in de lijn van hetgeen je in de bijbel leest, want profetische boodschappen klinken daar ondubbelzinnig als woorden van God. Nergens lees je dat "het zou kunnen dat God gezegd heeft dat jij er misschien verkeerd aan deed …".

soms zegt de verpakking meer dan de inhoud

Elke boodschap heeft inhoud én verpakking, en soms zegt de verpakking meer dan de inhoud. De profeet kan zijn boodschap inpakken zoals hij wil, want anders dan bij de Afrikaanse en oosterse mysteriegodsdiensten geraakt hij niet in trance. Hij behoudt de controle over het gebeuren en hoewel hij soms een sterke innerlijke drang voelt om iets te zeggen, is hij er met zijn verstand goed bij.

Het maakt een hemelsbreed verschil uit hoe hij de boodschap brengt. Mooie woorden kunnen met groot medeleven, maar ook ongeïnteresseerd uitgesproken worden, en in het laatste geval doodt de lichaamstaal de boodschap. Net zo goed zal een berisping die aarzelend gebracht wordt, weinig indruk maken. Een kordate uitspraak daarentegen zorgt soms voor een shockeffect met de voor- en de nadelen van dien. Wanneer het publiek proeft dat de strengheid tot doel heeft op te bouwen in plaats van te vernederen, dan stuit het optreden wellicht niet op weerstand, en kan het doel worden bereikt.

doos

Gods woordvoerder doet er dus goed aan te letten op inhoud én verpakking, zodat zowel het ene als het andere overeenstemt met Gods wens. En, net zo belangrijk: hij moet ook letten op de zuiverheid van zijn motieven. In de navermelde tekst komen al die facetten aan bod. Elihu besteedt veel aandacht aan de verpakking van zijn pleidooi: alles wordt goed omkadert en getuigt van een groot respect voor zijn gesprekspartner. Elihu spreekt niet vanuit een plotse opwelling. De woorden 'ik kan niet langer zwijgen' wijzen op een innerlijke strijd.

‘Job, luister goed naar me en volg aandachtig wat ik nu ga zeggen. Ik kan niet langer zwijgen, ik moet mijn gedachten onder woorden brengen. Mijn woorden komen recht uit mijn hart, ik kom eerlijk voor mijn mening uit. De almachtige God heeft mij gemaakt, zijn adem houdt mij in leven. Maar antwoord mij als u kunt, zet u schrap en verdedig u. Want u en ik zijn voor God gelijk, ik ben ook maar uit klei gekneed. U hoeft dus niet bang voor mij te zijn, laat u niet door mij onder druk zetten.' (Job 33:1 - 7)

de woordvoerder moet gescreend worden

De profeet moet op zijn tellen passen, maar ook het publiek moet kritisch blijven! Onderzoek alles op zijn waarde, keur alles, beproef alle dingen… het zijn vertalingen van eenzelfde bijbelvers dat wijst op de verantwoordelijkheid die rust op het individu en op de gemeenschap om de profeet te beoordelen. Wie beweert dat hij een woordvoerder is van God, moet dus gescreend worden, en ook zijn boodschappen moeten worden geverifieerd.

Van de profeten mogen er twee of drie het woord voeren, en de overigen moeten het beoordelen. (1 Korintiërs 14:29)

Blus de Geest niet uit, kleineer de profetische gaven niet, keur alles, behoud het goede. (1 Tessalonicenzen 5:19 - 21)

Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God (1 Johannes 4:1 - 2)

profeet

Hoe gebeurt die beoordeling? Johannes vraagt in zijn eerste brief om na te gaan of de boodschap concordeert met de beginselen van het evangelie. Wie hier niet aan voldoet, verliest al meteen zijn accreditatie als profeet.

de reputatie van de spreker

Wanneer hetgeen gezegd wordt conform het evangelie is, dan blijft de vraag of het bemoedigend of corrigerend woord wel door God verzonden werd. Komt het niet voort uit, of wordt het niet verkleurd door, kleinmenselijk denken dat tot doel heeft het publiek te vleien of te vernederen? En aan wie is Gods brief gericht: de kerkgemeenschap als geheel, één of meerdere personen uit het gezelschap dat het woord aanhoort of een buitenstaander? Soms vermeldt de profeet de bestemmeling, maar soms blijft die anoniem en laat God de mens de vrijheid om al of niet te reageren.

Bij de beoordeling van de boodschap houdt men in de eerste plaats rekening met de reputatie van de spreker. Je ziet dat ook wanneer de apostelen op zoek gingen naar 'mannen die goed bekend staan, vol van Geest en wijsheid' (Handelingen 6:3), en onder meer bij Stefanus terecht kwamen. Stefanus' woorden moesten niet telkens in vraag worden gesteld, want hun deugdelijkheid was in het verleden al bewezen.

God spreekt vaak en op veel manieren

Een andere indicator is het feit of de boodschap al of niet een herhaling vormt van iets wat God ook via een andere weg gezegd heeft.

God antwoordt zelfs op meer dan één manier, maar niemand schenkt er aandacht aan. Hij antwoordt ’s nachts in dromen en visioenen, als de mens in diepe slaap is gevallen of ligt te sluimeren op zijn bed. Dan fluistert hij de mens in het oor en drukt hem op het hart, het kwaad uit de weg te gaan en zich niet hoogmoedig te gedragen. Zo redt God hem uit de afgrond en behoedt hem voor de dood. (Job 33:14 - 18)

'… Hij redde mij van de val in de afgrond, opdat ik zal leven en van het licht genieten.' Zie, dit alles doet God, tot twee-, driemaal toe doet Hij dit voor de mens: Hij haalt hem weg van de afgrond en het licht van het leven omstraalt hem. (Job 33:28 - 30)

In het verleden heeft God vaak en op veel manieren tot onze voorouders gesproken door de profeten… (Hebreeën 1:1)

Vaak spreekt God meerdere mensen aan, hoewel soms op subtiele wijze. De profeet staat dan niet alleen, maar wordt bevestigd door wat anderen aanvoelen of hebben meegemaakt. Gods Geest kan het samenzijn van gelovigen sturen en zo het thema van de dag bepalen. De zang, de teksten die gelezen worden, de ervaring van de voorbije week, … of de spanning die in de lucht hangt, de waarschuwingen die men toevallig in de bijbel las… sluiten dan aan bij wat de profeet te zeggen heeft.

wanneer de bodem verhard is

Soms reageert de mens die zich door de waarschuwing aangesproken voelt, meteen. Hij bekent dan kleur en erkent dat de kritiek echt wel gegrond was en ook nodig was om hem er toe aan te zetten orde op zaken te stellen.
Maar wanneer het profetische woord niet direct aanvaard wordt, kan dat tot spanning leiden, zowel bij wie het schoentje past, als bij de anderen.

Diegene voor wie de kritiek niet bestemd is, is misschien gechoqueerd door de scherpe woorden, hij denkt ten onrechte dat hij geviseerd wordt en voelt zich verongelijkt …

Anderzijds zal de geadresseerde wellicht niet direct inzien dat hij fout zit. De spade van de profeet heeft zijn werk gedaan en hij heeft ook het woord gezaaid. Maar het zaad moet ontkiemen en dat vraagt soms tijd en mag niet worden geforceerd. Of de bestemmeling erkent wel dat God hem aanspreekt, maar wil dat niet publiek maken, en dat is natuurlijk zijn recht. Laat daar geen twijfel over bestaan: privacy is een goed zaak en moet gerespecteerd worden.

Het is vaak pas achteraf dat de stukjes van de puzzel op hun plaats vallen en dat de omstandigheden de profeet gelijk geven. Je kan dus niet steeds als gemeenschap hier en nu uitsluitsel geven. Bij meerderheid stemmen of God gesproken heeft, is inderdaad niet de aangewezen weg.

Wordt alles kritiekloos aanvaard, dan staat de deur wagenwijd open voor allerlei fouten. Maar leggen we de lat te hoog, dan doven we de Geest uit. Zoals steeds komt het ook hier op aan om de spreekwoordelijke kerk in het midden te houden.

C.S. Van Audenard
december 2012

Begin